Binnenland.
twintig urinoirs, behalve de zes om het Waaggebouw,
aan te sluiten en die gedurende 9 maanden 12 uren per
dag door water te laten doorspoelen, dan zou de gemeente
als contractante daardoor natuurlijk ook in betere con
ditie komen voor den prijs van het water voor de uri
noirs bij het Waaggebouw. De prijs van bet te gebruiken
water wordt alsdan, door dat de te gebruiken hoeveelheid
grooter wordt (2000 kub. el per jaar) d. i. 0,12 per
kub. el en do rekening de volgende
voor de 6 urinoirs om het Waaggebouw 51,86
en voor de andere 20 urinoirs 388,80
440.16
Gesteld met het in de vorige vergadering aangehouden
voorstel van burg. en weth. in handen van de vaste
commissie van financiën om bericht en raad.
11. Jaarverslag van Regenten van het gasthuis over
1891. Op 1 Januari 1891 werden verpleegd
3 m. 10 vr. samen 13
opgenomen werden 24 41 55
27 m. 31 vr. samen 68
Op 31 Dec. 1891
bleven in het gesticht 6» 12» 18
alzoo 21 m. 29 vr. samen 50
Van deze herstelden 36 en overleden 14.
Verpleegd werden voor rekening van het burgerlijk
armbestuur
49 personen met 2578 verpleegdagen
3 53 voor eigen reken.
16 294 voor het gesticht.
68 2945 samen.
4 lijken worden ingebracht.
Het gesticht is in 1891 aan de duinwaterleiding aan
gesloten.
Voor kennisgeving aangenomen, zullende voor de leden
nog eenigen tijd ter lezing blijven liggen.
12. Adres van de leden van het bestuur der afdeeling
Alkmaar van het Nederl. OndcrwijzcrNgenoot-
sclinp, daarbij, in voldoening aan het in de vergadering
der afdeeling van 23 Januari genomen besluit, modedee-
lende, dat naar het oordeel der afdeeling de tegenwoordige
regeling der onderwijzersjaarweddon in deze gemeente
niet voldoet aan de billijke eischen, die men iu het be
lang der onderwijzers, en dus ook van hot onderwijs,
stellen mag; dat het wenschelijk is, dat er opklimming
van jaarwedde bestaat in verband met dienstjaren, ijver
en geschiktheid van de onderwijzers immers met het
oog op de verhouding van hot aantal onderwijzers tot
dat der hoofden van scholen, is het vooruitzicht op be
vordering zóó gering, dat de meeste in hunne onderge
schikte betrekking zullen blijven; dat, wanneer voor dezul
ken nimmer het uitzicht bestaat op verbetering van positie,
de lust tot eene behoorlijke waarneming hunner taak zal
vorflauwenof dat het gebukt gaan onder finantieele
zorgen hen de noodige opgewektheid zal doen verliezen
om hunne taak naar behooron to vervullen, terwijl, zooals
reeds vaak is voorgekomen verdienstelijke onderwijzers
de gomoente verlaten om elderswaar meer kans op
bevordering bestaateene betrekking te aanvaarden
hetgeeu alles zeer ton nadeele van het onderwijs is. Zij
verzoeken daarom de positie van hot ouderwijzend per
soneel in deze gemeente te verbeteren en nemen de
vrijheid de volgende regeling in ernstige overweging to
geven.
Onderwijzers of onderwijzeressen, zonder hoofdakte, ge
nieten eene jaarwedde van 600 die na gebleken ge
schiktheid en voldoenden ijver, op voordracht van het
hoofd der schoolom de twee jaar vermeerderd wordt
met 50, tot oen maximum van f 800 bereikt is. Daar
het bezit der hooldakte een waarborg is van uitgebreider
kennis die zeker de school ten goede komtwordt bij
het bezitten of verkrijgen dier akte hot salaris met 100
vermeerderd en alzoo hot maximum gebracht op f 900.
De eerste onderwijzers, van wie vaak tengevolge van
bijzondere omstandigheden meerdere werkzaamheden kun
nen geëischt worden en die uit den aard der zaak steeds
in het bezit der hoofdakte moeten zijn genieten eene
jaarwedde van f 800 die onder dezelfde voorwaarden
met de 4 tweejaarlijksche verhoogingen kan klimmen
tot f 1000.
De Voorzitter stelde voor, dit adres in handen
van burgemeester en wethouders en de vaste commissie
van financiën om bericht en raad te stollen.
De heer Kraakman, die tegen dit voorstel geen
bezwaar bad, wenschte ook de plaatselijke commissie van
toezicht op het lager onderwijs te hooren, waarvoor de
de Voorzitter de noodzakelijkheid niet inzag daar het
hier een zuiver geldelijk bolang betrof. Nadat do hoer
J. de Lange toegestemd had, dat die commissie op
voorstellen van zuiver geldelijk belang niet gehoord werd,
doch zeer zeker gaarne bereid zou zijn van haar gevoe
len te doen blijken zoo dit gevraagd mocht worden
handhaafdo de heer Kraakman zijn amendement op het
voorsteldat bij hoofdelijke stemming met algemeone
stemmen aangenomen werd, waarna des Voorzitters voor
stel mede aangenomen werd.
13. Verzook van de afdeeling Alkmaar der Holl.
Maatschappij van Landbouwom ten behoeve harer op
8 April van dit jaar te houden Faaseliteiifoonstelllrig
weder uit de gemeentekas eene bijdrage van 300 te
verleenen, daarvoor aanvoerende, dat deze gerogeld terug-
keerendo tentoonstelling door den landman steeds zoor
woidt gewaardeerd, hetgeen blijkt uit 1°. het telkens
aanzienlijk aantal inzendingen, niettegenstaande de vroe
gere gunstige omstandighoden waaronder de veehaudel
zich in zulk eon krachtigen bloei verheugde, reeds lang
zijn voorbijgegaan 2°. den grooten stroom van bezoe
kers die uit omliggendo gemeenten gebruik komen
maken van de hun ter beschikking staaude gelegenheid
tot gemakkelijke onderlinge vergelijking van de beste
exemplaren van den noordhollaudschen veestapel.
De Voorzitter stelde voor, dit adres te stellen in
handen van de vaste commissie van financiën om bericht
en raad. De heer Kraakman stelde voor, dit adres,
als eene bekende zaak, dadelijk te behandelen, waartegen
de Voorzitter verklaarde, geen bezwaar te hebben.
Tot de dadelijke behandoling besloten zijnde, wordt het
verzoek ingewilligd, zullende deze uitgaaf uit do o n-
voorziene uitgaven der gemeente-begrooting van
1892 vereffend worden.
14. Bericht van den heer mr. F. F. Karseboom, dat
hij aanneemt de benoeming tot regent van het burger
weeshuis.
15. Bericht van den heer G. J. Bosman, dat hij aan
neemt de benoeming tot lid der commissie van toezicht
op het middelbaar onderwijs.
16. Bericht van den heer J. Masdorpdat hij aan
neemt de herbenoeming tot lid der commissie van toe
zicht op het stedelijk museum.
Nos. 14 tot en met 16 voor kennisgeving aangenomen.
17. Adres van den heer Jan F«< (gedrukt aan de
leden tor hand gesteld), waarbij hij verzoekt het daarheen
te willen leiden, dat: 1°. meer dan één keer per week
van burg en weth. beschikkingen kunnen worden ver
kregen op aanvragen betreffende onderwerpen van meer
of minder ondergeschikt belang2°. evenals op andere
plaatsen voor de uitvoering van concessiëu wat betreft
uitbreiding of kleine wijzigingendo onkosten en het
tijdverlies van den thans ten zijnen opzichte gevolgdeu
officiëelen weg vervangen worden door een minder tijd
en geldroovenden weg; 3°. nergens elders vertoonde ver-
keersbelemmeringen toegepast op het verkeer met wagons
op den spoorlijn langs de Kanaalkade, worden vervangen
door eonig politie-toezicht4°. het politie-reglement niet
worde misbruikt tot oefening voor politio-agenten en
het verleenen van voorrechten.
Ten aanzien van dit adres wordt overgegaan tot de
orde van den dag.
18. Verzoek van den heer J. v. Lceuwen Azn.,
notaris alhier, om eervol ontslag als lid van het burger
lijk armbestuur, op grond dat andere bezigheden het
hem thans onmogelijk maken die dikwijls zoo tijdroovende
betrekking langer naar behooren waar te nemendaardoor
mag do taak zijner medeleden niet worden verzwaard en
dient hij alzoo zijne plaats in te ruimen.
Eervol vorleend, onder dankbetuiging voor de in die
betrekking aan de gemeente Alkmaar bewezen diensten,
zullende het burg. armbestuur uitgenoudigd worden eene
aanbeveling iu te dienen voor eeu nieuw lid.
Zijn in behandeling genomen de volgende voor
de leden ter lezing gelogen hebbende stukken
19. Verzoek van mej S. ÏA. ter Baar, om eervol
ontslag als onderwijzeres aan de openbare burgerschool,
met 15 Maart 1892, wegens vertrek naar Indië.
Het govraagde ontslag eervol onder de gewone bepa
lingen verleend.
Burg. en weth worden gemachtigd sollicitanton op te
roepen op f 600 jaarwedde, (mej. ter Haar had 650
jaarwedde), in overeenstemming met het reeds vroeger
genomen besluitom de jaarwedde van den ouderwijzer
in de 2e klasse, in verband met het minder aantal les
uren in beide klassen, op J 600 te brengen.
Van burgemeester en wethouders.
20. Voorstel om in te trekken het raadsbesluit van
1 September 1891, No. 42, tot onbewoonbaarvorklaring van
het perceel aan de Zoutsteeg No. 7, op grond dat de eige
naar C. Tonueman in dat perceel eeu aan de verordening
voldoend riool gelegdhet aan do duinwaterleiding
aangesloten en daaraan verschillende voor de hecht
heid en bewoonbaarheid noodige herstellingen uitgevoerd
heeft. Aangenomen.
21. Voorstel om aan mej. C. C. Besijn, stads-
vroedvrouw in de wijkeu C, D en F, de helft harer jaar
wedde uit te koerenzoo laüg zij haren dienst nog niet
kau vervullen in verband met eene door dr. J. C. M.
Simon Thomas, stads-verloskundige, afgegeven verklaring,
dat zij vooralsnog niet in staat is hare werkzaamheden
te hervatten.
In verband met eene nader ingekomen verklaring van
den heer Simon Thomas alsnog aangehouden.
22. Brief, waarbij herinnerd wordt, dat den 14 Au
gustus 1889 besloten is, de toen opengevallen betrekking
van opzichter der kaandragers weder te vervullen,
terwijl, m verband met het in de vergadering met ge
sloten deuren van dien dag besprokene, de wenschelijk-
heid uitgesproken werd, dat iu de toekomst de betrek
king van marktmeester der kaasmarkt vereenigd werd
met die van opzichter over de kaasdragers. Door het op
9 Januari 1.1. voorgevallen overlijden van den markt
meester der kaasmarkt H. Burkunk die tevens weger
op de botermarkt was, is het oogenblik gekomen, om te
beslissen, of de betrekking van marktmeester weder ver
vuld of met die van opzichter der kaasdragers vereenigd
zal worden. Zij verzoeken den Raad te dien aanzien zijn
gevoelen uit te spreken. Naar hunne meening kan die be
trekking onmogelijk opgeheven worden. Het moge waar zijn,
dat de werkzaamheden van den opzichter der kaasdragers
aanmerkelijk verminderd zijn nadat het Pand van het
Waaggebouw op Vrijdag niet meer gebruikt wordt, er
komen toch oogenblikken, dat de opzichter over de kaas
dragers in die betrekking hier of daar aanwezig moet
zijnwaardoorzijn die betrekkingen in één persoon
vereenigd op de markt zelve geen marktmeester aan
wezig zal zijn dat dadelijk aanleiding tot klachten zal
geven. Doch hot grootste bezwaar tegen de vereenigiug
dier twee betrekkingen is, dat bij ziekte of ontstentenis
van den titularis op de markt zelve geen marktmeester
aanwezig zal zijn. Thans valt do opzichter over de
kaasdragers bij ziekte of ontstentenis van den markt
meester in en dit gaat uitstekend omdat deze de ge
bruiken en gewoonten op de markt even goed kent. Een
vreemde kan die betrekking moeielijk waarnemen, omdat
hij die gebruiken en gewoonten niet kent. Uit het
optreden van een daarmede onbekend persoon zouden
dadelijk moeielijkheden en klachten voortvloeien Werd
door de opheffing dezer betrekking, waaraan uit do ge
meentekas eene jaarwedde van 200 verbonden is, eene
aanzienlijke besparing verkregen, het ware nog een ander
geval maar het te besparen bedrag is naar hunne
zienswijze te gering, om daardoor gevaar te loopen, dat
er gegronde aanleiding tot klaehton ontsla. Stellen zij
dus voor, de betrekking van marktmeester te behouden,
zij herinneren, dat zoowel de betrekking van marktmeester
als die van weger op do botermarkt, waaraan eene be
looning van 25 verbonden is. krachtens de verordening,
vastgesteld 6 Augustus 1890 (Gemeenteblad No. 25)
door hen moet worden begeven. Wordt tot behoud der
betrekking van marktmeester besloten dan zal dadelijk
eene oproepiug van sollicitanten geschieden.
Na cenigu bespreking tusschen de heeren Kraak
man, Goede, Boelmans ter Spill en den
V oorzittor over de aan de betrekking van markt
meester der kaasmarkt verbonden werkzaamheden in ver
band met de vraag, of het wenschelijk was, hem en den
opzichter der kaasdragers van eene instructie te voorzien,
werd het voorstel met algemeene stemmen aangenomen.
23. Wordt in behandeling genomen het voorstel van
den heer Boelmans ter Spill, om de boomen langs Schar-
loo weg te nemen.
Na eene korte besprekingwaarbij bopaald werd
dat bij aanneming van het voorstel de boomen eerst
in het aanstaande najaar weggenomen zouden worden
werd het voorstel verworpen met 6 tegen 8 stemmen
van de heeren Janssen C. W. BruinvisRentmeester
Vonk, H. J. Bruinvis, de SonnavilleKoorn en Goede.
24. Heeft de herstemming plaats over het voorstel
van den heer Kraakman, om do jaarwedde van den
onderwijzer in de 6e klasse aan de openbare burgerschool
op 900 te bepalen. Verworpen met 4 tegon 10 stemmen
van de heeren Vonk H. J. Bruinvis de Sonnaville
Koorn StoelGoede Conijn Janssen, C. W. Bruinvis,
en Rentmeester. De jaarwedde is alzoo overeenkomstig
het voorstel van burg. en weth. vastgesteld op 800.
25. Wordt op voorstel van de voorzitter, nu drie
leden afwezig zijnbeslotenhet rapport der speciale
commissie in zake do verzekering van werklieden tegen
invaliditeit en ongelukken tot eene volgende vergadering
aan te houden.
26. Is overgegaan tot hot benoemen van
a. een onderwijzer, met verplichte
hoofdakte ad openb. school voor onvermo
ge nd o u. Op de voordracht zijn geplaatst
I. L. W. Russcher te Staphorst.
II. J C. Visser te Schagen.
UI. D. van Gorkum te Grouw.
Benoemd met 14 stemmen L. W. Russcher.
i. eon onderwijzer, zonder verplichte
hoofdakte, aan diezelfde school.
1. A. List te Marken; 2. C. Schuil te Koegras: 3.
J M. Schoonenberg te Waddiugsveen.
Benoemd met 14 steumen A. List.
Met algemeene stemmen wordt goedgekeurd het be
sluit van burg. en weth., om aan twee ver af wonende
onderwijzersdie proefles gavenvergoeding van reis
geld te geven tot een bedrag van 10 voor ieder,
c. twee leden van het stembureau bij de verkiezing voor
een lid der Tweede Kamer op 1 Maart a.s.
Benoemd de heeren Canters en de Witterwijl de
overige leden als plaatsvervangers werden aangewezen.
27. Na het houden der gewone rondvraag sluit de
voorzitter de vergadering.
Zuivelschool te Oudshoorn.
De school te Oudshoorn aldus schrijft men aan de
Haarl. Courant, is alzoo haren milden stichter, den heer
mr. D. Visser van Hazerswoude, in den dood gevolgd
dit is afgescheiden van de geopenbaarde symptonen der
laatste ziekte, ter plaatse het treurig feit vau don dag.
Zijdie het geboortefeest dier grootsche inrichting
voor oen drietal jaren mochten medevieren zullen on
getwijfeld door dit doodsbericht treurig zich gevoelen
aangedaan. Van al de opgetogenheid en sympathie
betuigingen van tben niets meer over dan gesloten ge
bouwen en stilstaande worktuigon overtogen met het
somber waas van teleurgestelde verwachting en ontmoe
digend échec
Vraagt men nu of de lijderes al aanstonds levens
vatbaarheid miste, dan moet het antwoord beslist ont
kennend luiden. Integendeel erkenden de meest verstokte
boeren, en dit is eene veel beteekende vrucht van haar
kortstondig bestaan, hare nuttige strekking, doch de op
voeding en leiding van het wicht waren niet gezond, te
doctrinair, te lief hebberijachtig. Als men de verschil
lende leeraren als heerendes morgens om tien uren
heel geleerd, met een boek onder den arm naar de
int ichting zag wandelen, en de boerin hoorde klagen dat de
noodige handen ontbraken om al de werkzaamheden be
hoorlijk op tijd te kunuen verrichten; als men den boer
hoorde verzekeren dat b.v. het afnemen en keeren der
kaas, uit gebrek aan behoorlijke arbcidsverdeeling, in
stede van dagelijks, zoo maar eens af en toe kon geschie
den als men in plaats van echte Goudsche kaas te ma
ken, zich in het maken van afscheppers ging vermeien
enz enz.als het toezicht op do veevoedering en het
melken onvolledig bleek en de van elders aangebrachte
molk geen echte boerinnenzorg had genoten ziedan
profeteerde iedere boor den ondergang der onderneming,
maar steeds met het refrein »dat het jammer was, om
dat er zooveel goeds in stak".
Het boerenbedrijf toch is de boer en de boerin beiden,
maar inzonderheid de laatste, leven in en met het zuivel,
tot het is afgeleverd, en het gemis hiervan was inderdaad
de eerste ziekte der patiënt, die ten laatste aan uitput
ting overleed.
Boeren en boerinnen worden zoo maar niet met theoreti
sche lessen geformeerd; zij moeten door de praktijk van
kindsbeen worden aangekweekt. Men staat vaak verbaasd
van het causaal verband van duizend kleinigheden in het boe
ren bedrijf, waarvan de kennis alleen langs empirischen weg
is te verkrijgen en die toch hoofdfactoren vormen, welke
niet straffeloos kunnen veronachtzaamd worden. De boeriu
b.v. weet dat als zij maar gekookte aardappelen nabij
den room in den kelder zot de smaak van den boter
het moet ontgelden, enz. enz., en juist zulke kleine zaken
bereikten het bewustzijn der zuivelschool-studenteu niet.
De theorie was hoofdzaak, do praktijk word veronacht
zaamd, omdat do leidende elementen die niet konden on
telden.
»Den landbouw te hulp komen" is tegenwoordig een
modewoord geworden, waarmede mon het panacee meent
gevonden te hebben tegen alle kwalen in het boerenbe
drijf, maar men ziet voorbij, dat het «herziet u zeiven"
inzonderheid de boeren gelden moet, want oen waarlijk
goede boer of boerin heeft geen hulp van buiten noodig.
Die goede boereu en boerinnen aankweekeu is dus hoofd
zaak en omdat de vorderingen der wetenschap ook in
den boerenstaud moeten doordringen, daartoe zijn de
zuivelscholen noodig. Maar dan moeten het ook scholen
zijn voor theorie en practijk beiden, en aan dezon eisch
voldeed de Zuid-Hollandsche Leerhoeve geenszins. Mogen
andere soortgelijke inrichtingen met deze droeve erva
ring haar voordeel doen