Telegrafische Berichten."
Wik- en weegloonen.
Stadsberichten.
Veiling van vaste goederen
In zake wik- en weegloonen is door Hol
lands Noorderkwartier het volgende adres ver
zonden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal:
Met verschuldigd en eerbied neemt het BE
STUUR der Vereeniging tot Ontwikkeling van
den Landbouw in Hollands Noorderkwartier de
vrijheid, het onderstaande in uwe welwillende
aandacht aan te hevelen.
Meer dan eens had de vereeniging de eer, zich
in zake de door de vier Noordhollandsche steden
Alkmaar, Edam, Hoorn en Purmerend geheven
wordende wik- en weegloonen te wenden tot nu
wijlen Z. M. den Koning de Hooge Regeering
of de Staten-Generaalmet het doel eene ver
laging dier heffingen tot op het wettelijk maxi
mum, in art. 254 der gemeentewet voorgeschre
ven. te erlangen. Toen in 1886 de Tweede Kamer
de hiertoe strekkende uitzonderingswetten behan
delde en besloot die rechten langzamerhand te
verlagen en wel voor eiken nieuwen termijn met
tien centen voor de honderd kilogram, en zulks
zoolang totdat het wettelijk maximum zou zijn
bereikt, toen ging er een juichtoon op onder de
zuivelbereiders in deze provincie. Want, al zou
er, naar men meende, nog een heele tijd moeten
verloopen eer men zoover was gekomen, er be
stond dan nu toch een stellig vooruitzichtdat
men eindelijk eens zou ontslagen raken van de
betaling dezer buitensporig hooge en met de ge
meentewet strijdige heffingen.
Teleurstelling baarde het daarom, dat de Kamer
in bare zitting van 23 December 1889al was
het dan ook met kleine meerderheid, de heffin^
van /O ('enten voor de 100 K.G. voor twee jaren,
dus tot 31 December 1891, bestendigde. Men be
rustte evenwelomdat de toenmalige Minister
eene wijziging van de desbetreffende artikelen
der gemeentewet in 't uitzicht stelde. Als die her
ziening dan maar spoedig komen mocht
Maar zij kwam niet. Wel verscheen er een
koninklijk besluit van 28 Juli 1891 (Staatsblad
no. 34). waarbij goedkeuring werd verleend aan
eene heffing van 65 cents (dus van slechts v ij f
cents op de 100 K.G. minder) voor een tijdvak
van drie jaren, na 31 December 1891. Eene
zeer geringe verlaging dus, bij Koninklijk besluit,
niet bij een wet toegestaan.
Groote verbazing en bittere ontmoediging maak
ten zicb van de kaasboeren meester. Hoe nu
vroeg men zich af. Moet men de zaak thans
zóó opvattendat eene heffing van 65 centen I
geacht wordt te zijn niet boven liet bedrag, in
artikel 254 der gemeentewet voorgeschreven?
Dan zou men wel eens willen zien hoe die reke
ning is te maken. Want. van tweeën eende I
vier Noordhollandsche steden brengen voor 't ge
bruik en voor 't genot van de waag buitensporig
hooge kosten in rekening, of zij plaatsen op die
rekening uitgaven die er van rechtswege niet
op gebracht mogen worden.
liet geachte lid der Tweede Kamer, de heer
J. ZIJP Kz., heeft er in zijne, in de zitting van
9 November 1891 uitgesproken rede, reeds op
gewezen hoe belangrijk minder soortgelijke bef-
Rn gen in verschillende steden in andere provin
ciën zijn. Kunnen die steden liet dan zooveel
goedkooper doen? En waardoor? Men mag toch
niet aannemen, dat zij verzuimen datgene aan
te wenden wat het marktbezoek bevorderen en
door eene goede en vlugge bediening aangenaam
maken kan. Of zouden deze gemeenten beter dan
hare Noordhollandsche zusters begrijpendat de
markt er niet is voor den buitenman alléén, maar
wel degelijk ook in het geldelijk belang van vele
harer ingezetenen, van tal van neringdoenden
en dus ten slotte ook van de gemeenten zeiven
Dat die markten op allerlei wijze welvaart en
vertier brengen in de stad en dat het er voor
menig inwoner treurig zou uitzien, indien die
markten er niet waren en hij de klandizie van
buiten missen, het eenig en alleen van zijn mede
burgers hebben moest En zouden ze daarom
wijselijk begrijpendat het niet aangaat alles
uitsluitend op den landman te verhalen, en nog
veel minder uit die heffingen grove winsten te
maken, maar dat het eerder billijk en te recht
vaardigen zou zijn dat ook de eigen burgerij
haar deel bijdrage in het onderhoud van en de
bediening op die markten, die zoo krachtig de
welvaart dier steden helpen bevorderen?
Of zouden die wik- en weegloonen zoo hoog
worden gehevenomdat men onder de kosten
uitgaven berekent, die er rechtstreeks niet onder
belmoren en die gelijk de heer RUTGERS VAN
ROZENBURG in dezelfde zitting opmerkte, blij
kens eene zinsnede van blz. 10 der Memorie van
Toelichting van het wetsontwerp tot herziening
der algemeene regels ten aanzien der plaatselijke
belastingen (gedrukte stukken 1890/91 No. 45)
hiervoor geenszins in aanmerking mogen komen
Een bepaald antwoord kon men niet geven,
want de rekeningen waren niet bekend. De Ver
eeniging wendde zich daarom bij haar adres van
15 November 1891 tot Z.Exc. den Minister van
Binnenlandsche Zakenmet het verzoekdat
het Z.Exc. mocht behagen, art. 236, alinea 2,
der gemeentewet toe te passenen opnieuw
uitzonderingswetten voor te stellen. Wantdat
eene heffing van 65 centen veel hooger is dan
het maximum, bij artikel 254 dei' gemeentewet
bedoeld eene veronderstelling, die in de Kamer
zitting van 9 December jl. door den hepr ZIJP
en ook eenigszins door den heer EARNCOMBE
SANDERS, en in die van 10 December door den
heer RUTGERS VAN ROZENBURG zoo krachtig
is verdedigd wordt in Noordholland door geen
kaasboer in twijfel getrokken.
Met leedwezen zag het Bestuur, dat, blijkens
zijne in de zitting van 10 December 1891 gehou
den rede, Z.Exc. de Minister van Binnenlandsche
Zaken geene termen vond om een wetsvoorstel
tot vernietiging van genoemd Koninklijk Besluit
voor te dragen, niettegenstaande Z.Exc. met den
heer ZIJP de opvatting huldigt, dat ten aanzien
van de vraag wat onder kosten van aanleg
onderhoud of verstrekking van het door den be
taler gebruikte of genotene zij te begrijpen, eene
zeer beperkte uitlegging dient te worden voor
gestaan.
Met zeer groot genoegen nam daarom het Be
stuur kennis van de krachtige poging, door de
heeren RUTGERS VAN ROZENBURG en ZIJP
aangewend tot verkrijging van een beteren en
billijker toestand, neergelegd in hunnein de
zitting van 10 December jl. ingediende, motie.
Die motie heelt de volle sympathie van het Be
stuur. Want het is hoog tijd, dat er licht kome
in deze zaak en dat de boerenstand, die toch al
in den tegenwoordigen tijd zoo zwaar heeft te
worstelen in den strijd voor het bestaanont-
teven worde van de verplichting om maar steeds
zooveel meer te betalen dan de gemeentewet voor
schrijft. Meer en meer zijn in de laatste jaren
vele landerijen in andere handen overgegaan, vele
landbouwers en veehouders van eigenaren huur-
ders gewordenveel landbezit is in handen van
elders wonende kapitalisten gekomen en sommige
vermogende lieden hebben het landleven en 't boe
renbedrijf vaarwel gezegd en zijn m de stad
gaan rentenieren. Door dat alles is de geldelijke
toestand in vele plattelands-gemeenten er niet
op verbeterd, en zijn de lasten der gemeentelijke
huishouding voor de overblijvenden voortdurend
zwaarder en moeielijker te dragen geworden. En
het is een dubbel zware taak en een hoogst on
billijke druk, dat zij, behalve in den steeds hooger
woidenden eigen hoofdelijken omslag, nog maar
altoos een zoo aanzienlijk deel moeten bijdragen
in den hoofdelijken omslag dier, vooral ook door
hun marktwezen, zoo bloeiende en welvarende
steden.
Het is om deze redenen, dat het Bestuur zich
tot U wendt, met het eerbiedig, maar zeer dringend
verzoek, dat het U behagen moge de motie van
de heeren RUTGERS VAN ROZENBURG en ZIJP
aan te nemen, opdat, indien uit een nader in te
stellen^onderzoek blijken mocht, dat de heffing
van 65 centen het wettig bedrag overschrijdt,
met eene verlaging dier rechten geregeld en
krachtig zal worden voortgegaan. Moge aldus
zoo spoedig doenlijk het tijdstip aanbreken
waarop de Noordhollandsche zuivelboeren die
met hun waar de markten der vier bedoelde
steden bezoekenin even gunstigen toestand
zullen komen als hunne vakgenooten in andere
marktplaatsen binnen en buiten de provincie,
en ontheven worden van eene verplichting, die
vooral in de tegenwoordige, alles behalve roos
kleurige tijdsomstandigheden onduldbaar en on
draaglijk is.
was de politie door den tapper gewaarschnwd.
- Eene zeer nuttige instelling te Oterleek mag
zeker wel genoemd worden de leesbibliotheek welke
door eenige personen belangeloos wordt onderhonden en
uitgebreid. Aan eiken aanvrager worden door den nauw-
gezetten bibliothecaris kosteloos boeken ter lezing ge
geven. Eiken winter was het getal lezers zeer groot te
noemen, en vooral dit seizoen nog grooter door de alge
meen geheerscht hebbende ziekte.
i het verslag der spaarbank te Oterleek over
18^1 blykt het volgende: In 484 inlagen werd/4711 40
ontvangen en in 69 posten f 6784.91 terugbetaald. De
had °P 31 December aan bezittingen een bedrag
van 02939,56 en was verschuldigd f 29834,27, zoodat
het batig saldo f 3105,29 beloopt. Er'waren op dat tijd
stip 244 boekjes in omloop.
wie den 28 's avonds opgekomen was bij den beer
y°nagen te IVoordscheriner, heeft opnieuw kunnen
zien. hoe de gymnastiek-vereeniging «Voorwaarts" aldaar
haar voordeel weet te doen met de flinke leiding van haren
uitnemenden directeur, den heer A. van Dijk. Ook zijne
jongens- en meisjesklasse gaf opnieuw blijken van stipt
heid en orde bij het uitvoeren van de oefeningen, de
laatste vooral van losheid en sierlijkheid bij de bevallige
reiën. Ten overvloede werden den toeschouwers na afloop
van dit alles nog fraaie tableaux vertoond. Een druk be
zocht bal sloot dezen feestavond.
Maarten Kingma van Gronw heeft den 29 den eersten
prijs gewonnen bij den internationalen schaatsenrijders
wedstrijd te Hamor (Noorwegen).
Op 31 December 1890 bestond de bevolking der
gemeente Spanbroek uit 744 m. en 754 vr., te zamen
1498. In 1891 werden geboren 22 m. en 24 vr., te
zamen 46. Er vestigden zich 74 m. en 88 vr.te zamen
162. De bevolking vermeerderde alzoo met 208. In
1891 overleden 15 m. en 18 vrterwijl naar elders ver
trokken 95 m. en 97 vr. totaal 225. Derhalve is het
zielental met 17 personen verminderd en bedraagt dit 1481.
TWEEDE KWIEK.
•sGRAVENHAGE, 1 Maart.
Do heer Bahlmau heeft zijne voorstellen omtrent zout-
accijns en landbouw-maatrogelen ingetrokken In de
volgende week vangt het sectie-onderzoek der belasting
wetten aan. Donderdag komen kleinere wetten aan de orde
heel verstandig zijn Probeer het maar eens met mij
«Kijk eens Aliik ben ziek, ernstig ziek
Neen, spreek me nu niet tegen Ik weet het zelve het
bestIk zal je iets opdragen Maar je moogt je
niet zenuwachtig maken en niet schreien Ik moet
met mijn klein beetje krachten heel zuinig omgaan
Dus... ik kan niet meer schrijven... en ik heb iets
te schrijven aan iemand, dien ik misschien in langen
tjjd niet weerzie Daar, op de tafel bij het venster
ligt alles ik zal je iets dicteeren
Alix liet de hand van Juliane los, stond langzaam op
en ging naar de schrijftafel. Zij haalde het schrijfgerei
en keerde naar Juliane terug, die nu van vermoeienis
hare oogleden geheel en al gesloten had en ingesluimerd
scheen te zjjn. Voorzichtig zette zij den inktkoker op
het nachttafeltje en ging, terwijl zij haren adem inhield,
zonder gedruisch to maken op het kleine stoeltje naast
het bed zitten. Zij wilde de zieke niet in haren slaap
storen.
Zij wachtte langen tijd, terwijl zij Jnliano gadesloeg,
wier gloeiend gelaat steeds zonderling trok vooral haar
voorhoofd, dat door de zilverwitte haren in het midden
eenen gansch anderen vorm scheen te hebben gekregen,
fronste zich met zekere tnsschenpoozen tot diepe rim
pels, die van lieverlede zich weer ontplooiden om dan
eensklaps weer op de donkere huid te verschijnen.
«Ik slaap nietik lig maar te denken," zeide Juli
ane na eene wijle.
Zij opende de oogen weer, richtte zich met eene
krachtige beweging een weinig op van het kussen, waarop
zij dadelijk weer uitgeput achterover zonk, en zeide met
ietwat luider stem
«Nu, schrijf dan eerst den datum
«Berlijn, 22 December 1879", fluisterde Alix lang
zaam, terwijl zij de woorden tegelijkertijd opschreef.
«Aan hare nicht en eenig vertrouwde Alix Eyckhof
gedicteerd door Juliane IseneckWikinghebt
gij het?"
Dadelijk IseneckWiking ik ben er
«Ons schuldboek zij vernietigd." Wordt vervolgd.
Bij de den 24 gehouden aanbesteding voor het
afbreken en weder opbouwen van een winkelhuis aan de
Laat, n° 140, alhier, onder beheer van den architect,
den heer K. Bakker Dz is het werk aan den laagsten
inschrijverden heer P. Withoudte Dirkshorn voor
f 3675,gegund.
Berichtten wij in ons vorig nummerdat op
Vrijdag, den II, de heeren Gebrs. van Lier alhier
eene voorstelling zonden geven, thans wordt ons mede
gedeeld, dat op dien dag in het lokaal Harmonie
daarentegen zal optreden het Oostenrijkseh Opcret-
tengezclschaponder directie van den heer Julius
Laska en wel met de vertolking van «De arme Jona
than". De heer Laske zal er zelf de hoofdrol in ver
vullen, n.l. die van Jonathan Tripp Hoezeer de toe
gangsprijs hooger is dan men hier gewoon is te betalen,
mag toch een druk bezoek worden verwachtde groote
toeloop, aan het gezelschap te Amsterdam en elders ten
deel gevallen, geeft daar alle reden toe.
In verband met Laska's komst hier ter stede heb
ben de heeren Ciebr. van Iiier nu hunne voorstelling
uitgesteld tot Donderdag, den 31, in hetzelfde lokaal.
Don 25 Februari werden te Haarlem de biljetten
geopend, ingekomen ter inschrijving naar de uitvoering
van het op 7200 begroote eerste gedeelte (aardwerken)
der werken voor den bouw eener Cadettenschool
alhier. Er bleken biljetten ingekomen van K. Verweel,
Alkmaar, voor f 10,990; J. Dninker, Amsterdam, f 10,600;
C. A. van Neck, Heldor, f 9197; H. Wijker Helder,
f 8886; J. B. Veenenbos, 's Hage, f 8149.
Den 1 maakten te dezer plaatse voor de ver
kiezing voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal
339 van de 1338 kiezers van hun recht gebruik.
De afdeeling Alkmaar der Noordhollandsche Ver
eeniging Het Witte Kruis zal Woensdag, den 2, eene
ledenvergadering houden op de bovenzaal van het Café
Central, des avonds te 8 uur, ter behandeling van
verslag van den secretaris over 1891; rekening van den
penningmeester over 1891 begrooting voor 1892 en
mededeelingen van het bestnnr, waarbij o. m. bespreking
over het verkrijgen van verbeterde ziekenverpleging alhier.
Blijkens achterstaande advertentie zal het teeken
genootschap «Kunst zij ons doel" eene kunstbe
schouwing honden van door de werkende ledon ver
vaardigde teekeningen en schilderijen op Woensdag
den 2, des avonds te 7l/z unr, in het lokaal van den
heer A. Poper kamp.
29 Februari.
Door den Notaris M. GOUVERNE.
Van perceelen te Wimmeunm, gem. Egmond-hinuen.
1. Hnis, met Boet en Weiland, E, 300 en 301 ged.,
ruim 3 heet. Str. Cs. Roskam J 5200,
2. Weiland, E, 301 ged., ongeveer 4 heet.
Str. Jb. Apeldoorn 5272,50
3. Weiland, E, 88, 3.61.20
S"tr. Dk. de Waard Gzn. 3442,50
4. Weiland, E, 91, 1.87.20.
Str. Jb. Apeldoorn 2767,50
b Van perceel te Bergen.
Bosch en Weiland, F, 4, .68.40.
Str. Dk. de Waard Gzn. 1035,
Totaal 17717,50
Afslag en combinatiën op Maandag 7 Maart
1892, voormiddags 10 unr, ,in de herberg van den heer
A. Pepekkamp te Alkmaar.
29 Febr!
Door den Notaris H. J. DE LANGE.
Heorenhuiserf en tnin, Kennemerstraatweg, F 735,
—.—.82. Str. J. Mnijs 3580,—
Afslag Maandag, 7 Maart, te 6 uur, in het|café H a r-
t e v e 1 d.