Nok 29.
Vier en Itfegentigste Jaargang,
1892.
ZONDAG
M A A II T.
EERSTE BLAO.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Amsterdainsche Rrieven.
Binnenland.
Deze Courant wordt lUnsdng-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het
geheele rijk 1,—.
De 3 nummers 0,06.
f'l II
&AR IA
Telefoonnummer 3
COURANT.
Trijs der gewone Advertentlën
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
LX.
Voor de kijkgrage gemeente in Amsterdam zijn er in
de laatste wekeu allerlei buitenkansjes. Op de aanplak
borden en schuttingen is bijna geen plekje meer leeg
vanwege de vele kleurige biljetten van impressario's en
kunstenmakers. Eerst hebben we het schouwspel gehad
vau de onthoofding vaneen mrntch, waarbij heusche
bloedstroomen altijd uit een varkensblaas vloeiden
en de delinquent, hoewel niet zieltogende, toch op het
schavot met ijskoude handen liggen bleef een zeer na
tuurlijk gevolg van een strak gespannen koord om zijn
arm. Hoe de burgemeester de vertooning van zoo iets
afschuwelijks heeft toegelaten, mag met recht een raadsel
worden genoemd. Misschien heeft hij gedachtdat er
niemand zon te vinden zijndie lust zou hebben om
eenig geld te offeren voor zulk een gruwelijk schouwspel
en het zaakje zijn natuurlijken dood zou sterven. Dan
kent hij zijn volkje echter slecht, want de ondernemer
van die gezicht6bedriegende onthoofding moot hier vrij wat
bezoek hebben gehad. Daaronder waren nota bene ook
verscheidene vertegenwoordigsters van het teedere ge
slacht waarvan sommigen haar verdiende loon kregen
toen de nabootsing van het schavot haar zoo natuurlijk
werddat zij flauw vielen. Of zon dat een reclame
middel geweest zijn voor den vertooner Zonderling is
zulk een reclame ongetwijfeld maar wellicht probaat
voor menscheu, bij wie de aanblik eener onthoofding tot
de stille wenscbeu behoort. Hoe ijselijkor de vertooning,
hoe harder het negentien-eeuwsche plebs daarheen loopt.
Vervolgens was op de amsterdamsche schuttingen
prl iis Nlignon de held van den dag. Overal zag men
zijn portret aangeplaktmeestal staande op de vlakke
hand van zijn rensachtigen impressario. In de .Rijks
hallen" was dat ventje te zien en men hoorde daarvan
zooveel buitengewoons vertellen, dat ik met eigen oogen
zijne kunstverrichtingen eens wilde aanschouwen. Nu,
ik moet zeggen deze waren aardig. Maakt men zich
gewoonlijk van een dwerg eene voorstelling waarvan
totaal gemis aan lenigheid een der hoofdtrekken is
op prins Mignou is deze niet van toepassing. Alleraar
digste gymnastische toeren werden namelijk door hem
verricht, waarop menigeen met normale lichaamsvormen
jaloersch zou kunnen zijn Zingen deed hij ook maar
daarbij moest men meer den goeden wil voor de daad
nemen. Om een denkbeeld van zijne geringe lengte te
geven vermelden wij dat tot verbazing van alle aan
wezigen door den impressario een kleine handkoffer op
hel tooneel werd geplaatst en onze held daaruit stapte,
nog wel in admiraalsnuiform. Daarin zag hij er echter
nog niet zoo koddig uit als in zijn gekleed kostuum
met een claque onder don arm dietot een hoed uit
gezet, ongeveer het vierde deel vau Miguon's lichaams
lengte aaugaf De geheele verschijuiug stemde volstrekt
niet tot weerzin of medelijdenhet ventje zag er heel
welgemoed nit en vond blijkbaar ruime vergoeding voor
zijne achteruitzetting door moeder natuur in het zorglooze
bestaan dat hij nu kan voereu door zich een half uur
daags te laten zien. Met ongekunstelde voldoening ver
telde hij dan ook dat hij iu den laatsten tijd in het
geheel niet meer groeit.
Bij het schrijven vau dezen brief heeft de walvisch
den boventoon bij de amsterdamsche kijklnstigen. Mot
dat .Zeemonster van de Noordkaap" is heelwat gesold.
Een pers-collega haalde mij over om het opbtjscben van
het cadaver aan de Handelskade bij te woneu. Eerst na
veel moeite liet ik mij bepraten, want van andere kauten
had ik vreeselijke verhalen gehooid over den onizettendeu
stuuk dien het half-vergune lichaam verspreidde. Tot
mijn verdriet moest ik ondervinden, dat daarvan niet te
veel was verteld Zoolang de reus der zeeën in bet
water lag, ging het nog, maar toen hij na veel getob
aan den ketting van de stoomkraan zweefde, braakte hij
een lncht nitwaarvoor ik mijn grootsten vijand zou
willen besparen, 't Was of de gan-che omtrek verpest
was Mijn collega brak mijne klachten over dien on-
draaglijken odeur af door de vraag, of al zijn zoölogische
kennis hem in den steek liet of dat de impressario on
net zijn zeemonster maar wat op de nionw had gespeld.
Werkelijk zijn de afmetingen van bet dier heel verdacht.
Thnis gekomcD heb ik er dadelijk Degenhardt's Wan
delingen door de bezielde schepping" eens op nageslageu
en toen opperde ik aanstonds het vermoedendat wij
hier met een gewone vinvisch te doen hadden. De ge
ringere afmeting van den kop met betrekking tot het
geheele lichaam en het grootere keelgatwaardoor de
vinvisch haringen en kabeljauwen naar binuen kan voeren,
deden dat vermoeden tot vrij groote zekerheid worden
Den impressario daarover interpelleerende, kreeg ik ten
antwoord dat het beestje wel een walvisch wasmaar
van een bijzonder soortwaarop minder jacht werd ge
maakt dan op de gewone, omdat deze zich zoo moeilijk
liet vaugen. Weder ben ik toen mijn Degenhardt gaan
raadplegen en terstond is het laatste greiutje van mijn
twijfel verdwenen, nu daar geschreven staat »De jacht
op de vinvisscben levert op verre na n'.et de voordeelen
opwelke men van die op eigenlijke walvisschen ver
krijgt. Vooreerst is hun speklaag veel dunner en zijn de
baleiuen grover, maar vooral is de groote onstuimigheid,
waarmee de vinvisschen zwemmen, en hun pijlsnel weg
schieten, wanneer ze door den harpoen getroffeu worden,
oorzaak, dat ze moeielijk te kwetsen en nog moeielijker,
na een goed aangebracht harpoenschotte houden zijn.
Dikwijls is de langste lijn onvoldoende en breekt die af,
of worden boot en manschap in de diepte meegesleurd."
Weet men nu verder nog dat de vinvisch gewoonlijk
verschalkt wordt, als hij de onvoorzichtigheid heeft, zich
te dicht nabij de Noorweegsche fjorden te wageu, dan
is het indrukwekkende van «het grootste dier ter wereld,
dat tot dusverre gevangen werd" zoo adverteert de
impressario voor ons moeilijk meer te genioteu, wat
intusschen niet wegneemt, dat de bezichtiging vau het
cadaver allicht een wandeling naar den O isterdoksdijk
en een paar kwartjes waard is Dit kan men des te
geruster doen omdat het dier thans geprepareerd is
door den heer Wiese van het Museum voor Natuurlijke
Historie te Hamburg, waardoor uiet alleen de stauk is
verdreven, maar ook verdeie ontbinding is belet. Op
oenige honderden plaatsen moet de visch met het bedert-
werende praeparaat ziju ingespoten, waardoor zij in een
toestand van versteening is overgegaan Dovendien heeft
deze balsemende kuustenaar er voor gezorgd dat bet
beest, dat menig stuk van zijn lichaam heeft gelaten in
den strijd om het hierheen te vervoeren, wat opgekale
faterd is. De impressario, die bij het opbijscben eeu
oogenblik der wanhoop nabjj was, is nu weer vol goeden
moed. De ondervinding heeft hem geleerd wat hij op
dit gebied kan doen want 't is niet v>or den eersteu
keer, dat hij met zulk een reuzenvisch rondreist. Daarom
zal ziju finautieele berekening ook wel goed zijn. 't
Klinkt voor een leek anders vreemd hem te hooren
beweren, dat hij een wiust van vijftigduizend mark ver
wacht, te meer, daar de gezagvoeider vau dc »Odin",
welke boot het dier hierheen gesleept heeftzesduizend
gulden moet hebben en een miusteus even hoog bedrag
gemoeid zal ziju met het betalen vau de stoomkraan,
van het werkvolk van het praepareeren van een ten-
toonstellingsgelegenheidvan de imbliciteit euz. Eéu
ding helpt de pers heeft alle mogelijke notitie geno
men vau dezen tweeden Barnum eu zijne ondernemiug;
daarmee is veel gewonnen. Wordt vervolgd.
Tweede Kamer.
Bij de behandeling vau de conclusie over het verslag
omtrent het Armbestuur, beklaagde de heer Pijttersen
zich, dat de gemeeutebegrooting van Snoek niet goedge
keurd was omdat daarop eene som van f 100 uitge
trokken was voor het verstrekkeu van voedsel aan arme
kinderen. Hij achtte dit ongemotiveerd en vroeg, ot de
regeering hierop niet eeuige pressie kon uitoefeueu in den
zin niet alleen vau leniging maar ook ter voorkoming
vau armoede. Verder vroeg hij medewerking der legeering
voor droogmaking en het in cultuur brengen vaD grou-
den iu die Btreken De minister verklaarde do
eerste zaak te zulleu nagaan en de minister van water
staat zou de bevordering der droogmaking zeker gaarne
ter harte willen nemen.
Bij de conclusie over het Schoolverwlag drong de
heer de Kanter aau op hot jaarlijks verstrekken vau
volledige eu juiste gegevens betreffende bet schoolverzuim.
De minister van binnen 1. zaken zal zich be
ijveren zooveel mogelijk aan het verlangen te voldoen
Bij de behandeling van de conclusie over het versiag om
trent do adressen van werklieden en mindere geëm
ployeerden bij 's Rijks werf te Amstordam betrekkeiyk
de peusionneering, strekkende om bij de berekeuing van
bet petisioeu do belangen van de hier bedoelde werk
lieden in aanmerking te doen komen werd met 64
tegen 26 stemmen aangenomen de door den heer Guyot
voorgestelde conclusie, om deu minister van mariue een
voudig dank te zeggen voor de verstrekte iDÜchtiugon.
Den 4 nam de heer van der Kaay, na door de Koniugin-
Regentes beëedigd te ziju, zitting.
Hik en weegloonen.
Vervolgens viug de beraadslaging aan over de motie-
li utgers —Zijp, waarbij verklaard wordt, dat oeue boffing
van f 0.65 per 100 P. kaas te Alkmaar, Hoorn, Pur-
morend en Edam het wettig bedrag overschrijdt.
De beer Rutgers heriunert, dat de motie eigenlijk
de slotsom zijner rede van 10 December 1891 is. Hij
bepaalt zich tot een kort overzicht van het toeu door
hem gesprokene. De motie strekt om dei regeering een
riem ondor het hart te steken by het nemen vau maat
regeleu om die ouwettige heffing te beletten. De eerste
paragraaf der motie verklaart onbewezen de stelling, dat
de heffing van 0.65 niet zon te boven gaan het maxi
mum in art. 254 der gemeentewet omschreven. Alleen
het gemeentebestuur van Purmerend heeft bezwaren
maar een schijn van bewijs vindt men in zijn adres niet
De besturen van Hoorn, Alkmaar en Edam hebben ge
zwegen. Hij gat een overzicht van de pogiugen vroeger
gedaan om de hefriug bij amendement op de uitzonde
ringswetten te beperken en betoogde vervolgens de juist
heid van de bestanddeelen zijner motie. Hij meent, dat
de minister, door deze motie gesteund, veel gemakkelijker
de helfing zal kunnen beletten. Dat deze regeering veel
voor landbonw over beeft, heeft zij herhaaldelijk verze
kerd, en hij twijfelt er niet aan. Thans, nu geen pro
tectie gevraagd wordt maar een eenvoudige nakominr
der wet, z tl zjj zeker niet aarzelen te toonen wat haag
bezielt.
De heer Z ij p vindt aanleiding in twee bezwaarschrif
ten, ingekomen van Alkmaar en Purmerend, waariu de
onjuistheid wordt beweerd van de door hem in zijne bro
chure medegedeelde cijfers, om de volkomen juistheid
dier cijfers te betoogen en de onrechtvaardigheid der
heffing uiteen te zetteu. O.a. vertelt hij, dat eenmaal te
Alkmaar op de kaasboeren ziju verhaald de kosten van
een proces, door de gemeente gevoerd wegens toegebrachte
schade, welk proces /'9000, heeft gekost.
De beer P e r f acht de hernieuwde bestrijding van de
heffing van /0,65 zeer verklaarbaar, noemt de motie
vrij onschuldig, is ook overtuigd dat de heffiug niet
overeenkomstig de wet is, maar de toelichting der motie
bestrijdt hij, omdat daardoor z.i. wordt vooruitgeloopeu
op den uitslag van het door de regeering in te stellen
onderzoek. Hij huldigt overigens de ruime opvatting vau
art. 2 .4. opdat de besturen uit de opbrengst vau de loo-
neu dekken knnneu alle kosten, gedaan ten behoeve vau
de uitbreiding, verbetering enz. vau de markten. Het
deel der motie is ook ziju doel, maar wil men het be
reiken, dan moet men allen schijn vermijden van een
zijdigheid en ook oog hebben voor de belaugen oer
tegenpartij.
De beer G van Dodem bestrijdt de motie, als
overbodig, nu de zaak na de toegezegde verklariug der
regeering in een overgangstijdperk verkeert. Hij stelt
voldoende vertrouwen in de regeeriug. dat deze, ook
zonder motie zal overgaau tot het intrekkeu der ver-
ordeniug, als deze blijkt op onwettigeu grondslag te
ruslen. Overigens doet hij uitkomen, dat iu and re ge
meenten, b v. Amsterdam, nog wol heffingen bestaan ter
bestrijding van de kosten van gemeen ewerken, die veel
meer dan de hierbedoelde het maximum van art. 254
overtreffen.
De heer van der Kaay verklaart, dat hij met de
slotsom, waartoe de heereu Rntgers en Zijp komen, ten
volle instemt Er moet onderzocht worden, of do ge
meentewet eene beffiug van 65 centen per 100 kilogram
zonder uitz mderingswet toelaat. Dat onderzoek moeten
wij allen willeu. Daarom zon hij zelfs vragen: is de
motie wel noodig Mtar bij zal zich er niet tegen ver
zetten. Hij merkt eveuwel oo, dat iemaud die eeu on
derzoek wil uiet reeds dadelijk op de beslissing moet
vooruitloopen daarom zou hij met deu heer Ferf liev. r
in de motie niet willeu lezen, dat de weltigheiij van
eene heffiug vau 65 centen onaannemelijk, maar
dat zij aan gegronden twijfel ouderhevig
is. Op dit oogenblik nebben wij geen cijfers vau kosten
eu opbrengst., die door Gedeputeerde Staten en Regeeiiug
zijn onderzocht, eu daarom kunnen wij geen besli.ssiug
nemeu. Die cijfers moet de regeering ons bezorgen, wij
kuuuen ze niet uit brochures eu vlugschriften putten,
en van deze regeeriug mogen wij verwachteu. dat zij bet
daartoe uoodige onderzoek zoo spoedig mogelijk zal in
stellen. Daarop betoogt do spreker nit art 236 der ge
meentewet eu het daarop aangeteekende bij den heer
Boissevain, dat h't de plicht der regeeriug is. iudieu het
onderzoek mocht aantoonen, dat de wet eene heffing van
65 cents niet toelaat, eerst de gemeeotebe-turou aan
te scbrijveu en op intrekking van de verordeningen uun
te dringen, en daarua, zoo zij weigeen daaraan te
voldoen, eeu wetsontwerp tot scb irsing of vernietiging
van de verordemugen in te dienen.
De minister van binnen landscbe zaken
herinnert aau het door hem in D ceinber omtreut deze
zaak medegedeelde. Tugeuover den boei Ruigers houdt
bij vol, dit hei. bewijs vao onwettigheid iu iet w irdeu
geleverd, alvorens tot vernietiging der verordening zon
kuuuen wordeu overgegaan De gedragslijn iep roge •-
ring heeft hij reeds iu December medegedeeld Z.| zal
onderzoeken en uit de gemeenterekoningen Lagaan. u>
hoever werkelyk die loouen overtreffen de ko-iBn v>or
het doel, waarvoor ze wor leu geheven Blijken zo te
boog, dan zal zij de uoodige vuorstellen doou. Z j zal de
wel haudbavou eu na ouderz iek die voorst,elleu doen of
maatregelen nemen, die zij uoodig acnt, onverschillig of
deze motie aangenomen w >rdt of verworpeu.
De beraadslagingen werden geschorst om na de pauze
over te gaan tot het, opm ikeu der voordracht voor lid
vau deu Hoogeu Riad
Bij de tweede vryo stemming word' eerste candid sat
de beer inr. E. W. Uuljé, oud-rechter te Maastricht, mot
58 van do 90 stemmen.
Tweede Cuudidaat werd na verscheid me stemmingen
de heer jbr. rnr. 8 Lamau Trip, vice-president van de
arr. reentbauk te 's-Gravenhage Bij de liudsteinming
bekwam hij 4/ stemmen togou 38 op den heer mr D.
de Ruiter Zijlker, kautonrechter te Wiusenoten oud-lid
der Kamer.
Derde candidaat werd bij tweede stemming de heer
mr. C. Asser, rechter te 's-Gravenhage, met 4 stem mn
Na verscheidene stemmiugen werd voor lid der r e-
k eu kamer eerste Candida it de heer I L. Le- Bron de
Vexela, luit. kolouel van het regimeut gren idiers eu ja
gers; tweede caudidaat werd de heer M. G. de Blueme,
referendaris bij hot ministerie van waterstaat enz derde