Buitenland.
Binnenland.
O
(3)
(4)
(5) Blz. 98.
mr. Hingst te kennen gaf maar ook bij de personen,
geroepen om 't recht toe te passen.
Worden ten onrechte de verdiensten van veelzijdig
ontwikkelde en humane leden der magistratuur als
mr. v. d. Kaaij, hooggeschat en ten voorbeeld gesteld
Zijn de opmerkingen van den hoogleeraar van Bnneval
Fanre (3) ongegrondwanneer hij zegtdat voor den
rechter een juist inzicht in de betrekkingen van het maat
schappelijk leven, en in de onderscheiden takken van
bestaan niet hoog genoeg te waardeeren zijn Verstaan
de advocaten, de raadslieden hu ner medeburgersten
volle de kunst, (waar het volgens dienzelfden hoogleeraar
inzonderheid op aankomt)om de rechtswetenschap te
beoefenen als ars boni et aequi, d. i. de kunst van het
goede en rechtvaardige
Indien men deze wenken in 't oog hondt en hierbij
in aanmerking neemt dat het publiek geneigd is om
deurwaarders (4) en zaakwaarnemers die in 't geheel
geen wetenschappelijke ontwikkeling hebben, te raad
plegen, dan laat 't zich verklaien hoe het in't dagelijksch
leven regel werd, dat men allicht zijne rechten laat varen
en lichtvaardig met zijne tegenpartij schikt. Zoodoende
ziet men telkens van zijn recht af, bernst men in 't
aangedaan onrechtwaagt den strijd niet en ontvlucht
men het slagveld, hetgeen toch niet plichtmatig is.
Zoodoende ontwikkelde zich een vrees voor procedures,
die onlangs zelfs in ons parlement gebleken is. Toch is
het waarlijk de plicht van iederen staatsburger om zijn
recht, dat is het recht, te doen zegevieren.
Indien niet iedereen op zijn recht staat en den kamp
strijd aanvaarden durft, dan bestaat er feitelijk geen
recht. »Het is even waar" heeft dr. Rudolf von .Ihering
gezegd in zijn bekend werk Der Karnpf um's Recht" (5)
dat gij in het zweet uws aanscbjjus uw brood zult eten,
als dat gij alléén in den strijd nw recht zult vinden."
Dat de handhaving van ons recht meuigmaal onze
plicht isziedaar eene overtuiging die niet algemeeu
wordt gedeeld, die, indien zij op den duur gemist wordt,
tot zekere toegeefelijkheid leidt, welke een allerverderfe-
lijkst gevolg heeft. Zij ondermijnt het rechtsgevoel van
het volk.
Op onze rechtsgeleerden rust in onzen tijd een zware
taak. Zij moeten voor zooveel als in hun vermogen is
de plicht de handhaving van het recht gemakkelijk
maken zij moeten de gebreken onzer wetgeving niet
gebruiken om hetgeen onbillijk is te bestendigen zij
moeten het recht doen zegevieren en daarvoor strijden.
Alleen deze weg kan er toe leiden, dat men zoowel in
als buiten de volksvertegenwoordiging vast aan de recht
vaardigheid gelooft en vertrouwen in de rechtspraak stolt.
Prof. W. M. d' Ablaing, 1882. Recht en Rechts
wetenschap, blz 6.
Rechtsgeleerde bijdragen. 1885. blz. 48.
Het Ned. Burg. Procesrecht, blz. 120 en 168.
Juist om aan deze dwaling van het pnbliek geen
voedsel te geven, ware hot beter, dat de deur
waarders nooit tot curators in faillissementen
werden benoemd hetgeen thans wel geschiedt.
FR4KKRIJH. Den 3 werd de ministeriëele ver
klaring in de Kamer voorgelezen door den voorzitter van
den Raad van ministers Loubet en in den Senaat door
minister Ricard. Het Kabinet ontveinst zich niet de
moeielijkheden der opgevatte taak, maar wenscht van
stonde aan zonder omwegen to verklaren, dat het meent
op het noodige staatkundige vertrouwen te kunnen reke
nen, daar zjju doel zal zijn alle republikeinsche wetten
te handhaven, inzonderheid de wet van het krijgswezen
die de wet der gelijkheid is, en de schoolwet. De krach
tige medewerking van alle ambtenaren en dienaren van
den Republikoinschen Staat zal door hunne trouwe plichts
betrachting worden gevorderd. Ten slotte werd lof ge
bracht aan het algemeen stemrecht. De regeering zal
zich beijveren eiken dag het gevoelen meer tot zijn recht
te doen komen, dat do Republiek voor allen veiligheid
en vrijheid waarborgt.
De Republiek, uit de omwenteling geborenheeft
tot voorwaarde van haar bestaan de souver einite>t
bevel gegeven, zijn bij de politie bekend nachtkwartier,
waar zijn boeltje nog isde woning van zijne bijzit
Rosa Moockel in de Büschingstrasse, en de kroegen waar
hij gewoonlijk komt, te laten bewaken door verschillende
stille agenten, die hij niet kent. Op Rosa Moockel wordt
ook scherp gelet. Zoodra ik nu te weten kom waar ik
hem kan vinden en dat gebeurt zeker al heel gauw
zoek ik hem op. Ontsnappen zal hij ons in geen geval.
Maar de hoofdzaak is en blijft, dat ik eerst eens een leuk
praatje met hem moet houden".
De rechter van instructie keurde dit plan volkomen
goed. In den namiddag begaf hij zich naar dn huiziuge
Iseneck, om zelf het terrein van de misdaad in oogen-
schonw te nemon Hij bekeok de kleedkamer, de kast,
die nog niet tegen den muur was geschoven, enzoovoorts.
De toegang tot degroote parkkamer moest hem tot zijnen
spijt ontzegd worden, want de gravin lag daar ziek, en
de dokter had streng bevolen dat daar niemand toege
laten mocht worden. Daarentegen overtuigde hij zich van
de juistheid der waarnemingen voor Hotte's venster hij
kou de cirkelvormige plek, die door den onderrand van
het venster bij het openen op de sneeuw was ontstaan,
nog duidelijk onderkennen hij bespeurde ook dat de
ijzeren tralies, die bij de overigo vensters van het sous-
terrain gelijkmatig met vastgevroren sneeuw waren be
dekt, bij het venster vaD Hotte heel wat sneeuw vorloren
hadden. Slechts de zjjstaven waren nog volkomen wit,
van de middelste was de sneeuw verwijderd. Daaruit
kon men opmaken dat door die tralies in het midden
iets was heengeschoven, en dat daardoor de sneeuw was
weggeduwd. Ook de sporen in het park, die door hunne
ongelijkheid bij den commissaris de verdenking hadden
gewekt dat manke Frits" aan den diefstal medeplichtig
was, kon men duideljjk herkennen.
Wildicke zat intusschen kalm en rustig bij zijne Rosa.
Rosa woonde op een honderd pas afstands van »de
grauwe ellende" in de Gollnowstrasse, en niet veel verder
van Wildicke's handelsvriend in de Mehnerstrasse, juist
ongeveer in het middelpunt van het terrein waar hij
zich bewoog, wanneer »zaken" hem niet riepen. Zij had
van het algemeen stemrecht. Aangaande de scheiding van
Kerk en Staat had de regeering geen mandaat ontvangen
In de Kamer en het laud zou voor dien maatregel «eene
meerderheid te vinden zijn. Het concordaat behoorde slechts
krachtig gehandhaafd te worden en dit zou het minis
terie doen.
Deze verklaring werd door de Kamer, welke in zeer
opgewekte stemming verkeerde, in verschillenden zin
opgevat De leden der uiterste rechterzijde en der lin
kerzijde vielen den heer Loubet bij de voorlezing her
haaldelijk in de rede; het slot der verklaring lokte eenige
toejuichingen uit, doch van de uiterste rechterzijde en
de linkerzijde ging gemor op.
De afgevaardigde Rivet hield daarna een interpellatie
en vroeg nadere verklaringenopdat alle achterdocht
zou verdwijnen. Inzonderheid stelde hij de vraag welke de
plannen de rogeering had betreffende de toenaderiug
tussclien Kerk en Staat
Minister Ribot antwoordde, dat er geen verstandhouding
met Rome bestoud betroffondede laatsto encycliek. Tnsschen
Kerk en Staat kon slechts het concordaat bestaan.
De regeeriug had de gedragslijn harer voorgangers
gevolgd. Zij had do aandacht van den Heiligen Stoel
gevestigd op verschillende gevaarlijke maatregelen, voor
namelijk wat den verkiezings-cathechismus betreft. Hij
las daarna de stukken voor, waarin door het vorige
kabinet aan de Heilige Stool de moeielijkheden ontvouwd
waren, om het concordaat te doen eerbiedigen indien
de bisschoppen voortgingen met zulke algemeen veroor
deelde stappen. De Paus beloofde daarop een einde te
maken aan de botoogingen der bisschoppen en den ver
kiezingscatechismus te schorsen.
De heer Rivet stelde de volgende motie voor
waarmede de regeering zich had vereenigd De
Kamer, de verklaring der regeeriug goedkeurende en
overtuigd dat zij niet zal toelaten, dat eenige vreemde
macht in de aangelegenheden des lauds ingrijptgaat
over tot de orde van den dag Met 348 tegen 91 stem
men werd die motie aangenomen.
De heer Laur heeft verklaard van verdere pogingen,
om den afgetreden minister Gonstans wegens zijue oor-
vijgeu te vervolgen, af te zien als van oordeel, dat hom
wegens dien hoon thans ruimschoots voldoeniug was ver
schaft door de hoogste der rechtbankende openbare
meening
DUIT9CHL WU. Dr. Mezger heeft den 29 zijn
praktijk te Wiesbaden, na zijne terugkomst uit Peters
burg, hervat. De Keizer van Rusland schonk hem, als
blijk van waardeering zijner verdiensten tot herstel van
de gezondheid der Keizerin, de orde van Stanislaus met
briljanten.
Volgens de Staatscourant heeft de Keizer naar aanlei
ding van de jongste straatoploopen verschillende betui
gingen uit arbeiderskringen ontvangen waarin leedwe
zen over het gebeurde trouwe gehechtheid en onwrik
baar vertrouwen uitgesproken worden. Het uitrijden
van den Keizer op 26 Februari te Berlijn te midden van
de onstuimige menschenmassa heeft grooten indruk ge
maakt en tot de gemelde betuigingen aanleiding gegeven.
Rijksdag. Het wetsontwerp betreffende den staat
van beleg in de Rijkslanden werd den 3 naar eene com
missie van 21 leden verzonden. Bij de daarover gevoerde
beraadslaging verklaarde de minister Bosse dat het wets
ontwerp niet gemaakt was met het oog op buitengewone
gebeurtenissen in die landen zelvemaar noodig werd
geoordeeld wegens de bedreigde ligging dier landen. Ge
wichtige redenen pleitten voor de aanneming van het
omwerp, waarmede niet bedoeld werd eene uitzonde
ringswet in het leven te roepen. De afgevaardigde Petri
meende o. a., dat de toongevende kringen te Berlijn vol
komen valsch over den toestand van de Rijkslanden
onderricht werden. Volgens hem wilden de bewoners van
Elzas-Lothariusen niets van eeu Elzasser kwestie weten
De socialist Vollmar noemde het ontwerp eene groote
staatkundige font.
ERVOIi]LAND. In het district Chersey. steeds door
eon conservatief vertegenwoordigdis de conservatief
Combe met 4589 stemmen gekozen tot lid van het Lager
huis, tegen 2781 op Gladstone's aanhanger, Baker.
in de Büschingstrasse eene kleine woning, bestaande uit een
bescheiden vertrekje en een keukentje, gehuurd van eene
tante, die waschvrouw was en altijd buitenshuis werkte.
Tante en nicht leefden in de beste verstandhouding. De
nicht had hare eigen meubelen en haar eigen keuken
gereedschap, en betaalde bijna de volle huur. Daarvoor
bewees tante haar dan ook allerlei diensten.
De kleine ijzeren kachel stond gloeiend. In het kamertje,
dat slechts één venster had, was het onverdraaglijk warm
Doch de twee bewoners waren vrij onaandoenlijk voor
allen invloed der temperatuur. Rosa had haar kamertje,
dat zij altijd keurig in orde hield, opgeruimd. Zij bad
zelve het middageten in het keukentje klaargemaakt, de
tafel weer afgenomen en alles omgewasschon. Over het
bed lag een wit laken. In eene kooi kweelde een kanarie
vogeltje, en een snoepig poesje lag dicht bij de kachel
te spinnen naast een half laag schoteltje melk. Wildicke
lag in hemdsmouwen en pantoffels op de korte sofa
rookte eene sigaar en las de krant. Vrij dikwijls hield
hij even op, om met Rosa te praten.
Deze had het zich luchtig gemaakt. Zij had hare 'boven-
kleeren en haar corset uitgetrokken en zat, slechts met
een hemd en eenen onderrok aan, tegenover hem aan
de tafel, drok bezig met eeu moeilijk werkje. Hare hooge
goudleeren laarsjes met ontelbare knoopjes en met hooge
hakjes vormden eene zonderlinge tegenstelling met haar
overig »profond négligé".
»Ik lig er maar al over te denken", zei Wildicke,
»of er niets op te vinden zou zijn, om den smeltmajoor
de parelen en de steenen toch nog aan te smeren."
»Doe maar geene moeite! Al gaf je hem geld toe, dan
zou hij het nog niet doen. Ik heb er genoeg mijn best
voor gedaan Hij is waarachtig nog teer ook geworden,
die oude snoeper en ik heb heb maar kalm laten be
gaan. Maar die dingen nemen niets er van, hoor Ik
heb hem bij hoog en bij laag moeten smeeken, ze ten
minste voor me te bewaren. Maar langer dan vier en twin
tig uren wil hij ze niet in huis houden. Hij vindt dat de
zaak veel te gevaarlijk is. En als ik het rommeltje van avond
niet afhaal, dan smijt hij morgen vroeg alles in de Spree."
Lagerhui». Een regeeringsvoorstel om nit de
beschikbare gelden, ten vorigen jare verkregen uit de
verhoogde belasting op de spiritualiën, f 1,080,000
te besteden tot stijving van het pensioenfonds der onder
wijzers van alle scholen in Ierland, werd door de iersche
leden weder heftig bestreden daar bij aanneming van dit
voorstel weder een ernstige grief der ieren werd weggeno
men. Na verwerping van een voorstel om deze zaak te ver-
dageu met 26 stemmen werd op voorstel van minister
Balfour besloten tot sluiting der beraadslaging met 146
tegen 113 stommen en het regeeringsvoorstel aangeno
men met 157 tegen 120 stemmen.
4JRIRHEft'I.AND. De Kamer is den 1 uiteenge
gaan na aan den minister-president Delyannis op zijn
verzoek een bewijs van vertrouwen te hebben gegeven
Een nieuw ministerie is samengesteld met Constantino
poulos, oud-president der Kamer en bsboorende tot de
onafhankelijken als president. IJlt nadere berichten
blijkt, dat de ministeriëele crisis een gevolg is geweest
van een persoonlijk geschildat reeds gernimen tijd be
stond tusscben den Koning en den president-minister
Delyannis. De Koning was sedert gernimen tijd ontsticht
over des ministers optreden om zijn gezag te beperken.
SPANJE. In den ministerraad is besloten, dat elke
minister LO percent op zijne uitgaven moest bezuinigen
ter herstelling van het evenwicht op de begrooting. De
president-minister Canovas verklaarde, dat hij de uitgaven
vau zijn ministerie (biunenl. zaken) zelfs met 15 pet.
zou weten te besnoeien.
VERKENIGDE STATEN. Den 1, des ochtends,
is een trein met werklieden, nabij Milwaukee veronge
lukt waarbij zes personen omkwamen en ten minste
dertig gekwetst werden.
Bij beschikking van den minister van binneul. za
ken van den 2 is bepaald dat het examen ter verkrij
ging van akten van bekwaamheid voor huis- en school
onderwijs in de vrije- en orde-oefeningen der gymnastiek,
voor de eerste maal in 1892 zal aanvangen op 1 April
e.k en dat de eommissiën, met het afnemen van dat
examen belast, zitting zullen honden te Breda, Nijmegen,
Rotterdam, Haarlem, Utrecht, Leeuwarden, Zwolle, Gro
ningen en Roermond. Voor Haarlem zijn benoemd: a. tot lid
en voorzitterde schoolopziener in het district Hoorn; b tot
leden: J. A. vaoder Boom, ouderwijzer aan do Rijkskweek
school voor onderwijzers te Haarlem J. A. Hijner, on
derwijzer aan de kweekschool voor onderwijzers en on
derwijzeressen te Amsterdam; J. A. H. Eckhardt, onderwijzer
in de gymnastiek te id.; A. J. Meijerink, id te Haarlem;
mej. Th. A. Aler, onderwijzeres in id. te Amsterdam
mej. N. Posthuma, onderwijzeres aan eene openbare school
te Zaandamc. tot plaatsvervanger van den voorzitter
de schoolopziener in het district Amsterdam d. tot
plaatsvervangende laden: H. Tussenbroek, leeraar aan
de Rijks- hoogere burgerschool te Alkmaar; mej. M. L.
Velder, onderwijzeres in de gymnastiek te Amsterdam.
Bij beschikking van den minister van binnenland-
sche zaken van den 2 zijn de eommissiën samengesteld,
in 1892 belast met het afnemen der examens ter verkrij
ging van do akte van bekwaamheid, bedoeld in art. 56
onder a der wet tot regeling van het lager onderwijs.
Voor Noord-Holland is de samenstelling als volgta.
lid en voorzitter, de schoolopziener in het district Haar
lem b. leden, de schoolopzieners in de arrondissementen
Amsterdam (oostelijk), Haarlem, Tessel en Purmerend; c.
plaatsvervangende leden, de schoolopzieners in het district
Amsterdam en in de arrondissementen Hilversum, Hoorn
en Zaandam.
Den 10 zal de heer W. Kloeke, de secretaris van
de West-Friesche kanaalvereeniging in het lokaal van
den heer Kist te Zuldscharwuude eene lezing houden
over het belang van oen goed scheep vaartkanaal door
West-Friesland.
De visscberij-maatschappij den Helder te Melder
keert over 1891 4| pet. uit: de heer L. W. Stooker, die
periodiek moest aftreden, werd tot directeur herkozen.
De Bataafsche Hypotheekbank keert over 1891 4
pet. dividend uit: zij sloot 40 leeningen tot een bedrag
van J 422.000. Zij weigerde 49 aanvragen tot een be
drag van 905,6oO.
»Dus hij denkt dat de dingen veel waarde hebben
»Dat is het juist! Het is goed van de bovenste plank
Hij raakt het niet kwijt. Ton minste niet hier. En hij
kan nu nog niet de stad uit. Hij zei tegen mij, dat ik
wel eene kleine kunstreis naar Petersburg kon maken.
Hij zou mij een vertrouwbaar adres geven. Maar duizend
mark vooruit, en dan later nog eens vijf duizend mark
Uit het heele zootje was wel ze3tig a tachfig duizend
mark te staan, dacht hij. Maar zulke zaakjes kunnen wij
toch niet doen
En intusschen naaide Rosa vlijtig verder.
Duizend mark vooruit en dan nog de reiskosten
herhaalde Wildicke. »En als Onze Lieve Heer het rom
meltje bij het licht bekijkt, dan blijkt het misschien
nog namaak te zijn, en wij zijn gesjochten Maar met
die achthonderd mark, die de smeltmajoor voor hot goud
wilde geven komen wo niet ver. En dan moet Hotte
nog de helft hebben ten minste honderdvijftig mark."
»Met honderd mark zal hij ook wel tevreden zijn."
»Dat is waar. Hij is mij ook nog geld schuldig. Ik
geef hem nog vijftig mark toe en dau zijn we quitte.
Maar wat moeten wij met die steenen beginnen In elk
geval moeten we ze in veiligheid brengen en ik ver
trouw niomand van de broederen En het moet dade
lijk gebeuren. Je kunt nooit weten wat er tusschen komt.
Misschien hebben zij mij van avond al bij mijnen kraag
gepakt. Ik geloof het niet, maar een mensch moet op
alles verdacht zijn."
Hij verzonk in diep gepeins. Rosa werkte ijverig voort.
Vroeger was zij naaister bij een mantelmagaziju geweest
en had altijd als eene bekwame werkster bekend ge
staan. Al dien tijd had zij zich drok bezig gehouden
met haren grooten wintermanteldie door de mode van
die dagen vrij ruim was en om do leest door eene cein
tuur werd gesloten.
Wordt vervolgd.