I Binnenland. Advertentie n. FAILLISSEMENT. Homologatie-Accoord. onzer eenw, den geweldigen stoom, kannen leiden. Wer kelijk zijn de maatschappelijke toestanden in ons land niet van dien aard, dat een dergelijk overtollig maken van arbeidskrachten aanbeveling zon verdienen en vooral wordt dat bedenkelijk, als het eigenlijke volk, dat dan toch het meest van de machines heeft te lijdon, daarmee wil beginnen. Mijnheer de Clercq begrijpt toch ook wel, dat de middenstand en zelfs de hoogere klasse niet zul len achterbljjven om voor zich insgelijks een stoom- wasscherij op te richten, indien de stedeljjko voor het volk aan de verwachtingen beantwoordt. Honderden bleekers worden daardoor broodeloos, tal van gezinnen zullen dan met beide handen de gelegenheid aaugrjjpen om zich van hun meid, die met het oog op de wasch onmisbaar waste ontdoende kruideniers verkoopen veel minder zeep^ kortom, niet te overzien is de rij van menschen, wier strijd om het bestaan dan nog wat moeilijker zou worden gemaakt dan deze nu reeds is. Neemt het kapitaal dergelijke maatregelen, dan kan men dit betreuren, maar op stuk van zaken de machthebben den geen ongoljjkg even en het hnn althans niet beletten doch dwaas lichtzinnig is het zelfs, als vrienden van het volk want daaronder mag de heer de Clercq worden gerangschikt slapende honden wakker te maken. In theorie is het waar, dat de vrouw uit de burgerklasse te veel tijd van haar leven aan de wasch wijdt, maar is haar toestand niet veel treuriger, als de door haar verworven vrije uren de oorzaak zijn, dat haar dochter met langer een dienst kan krijgen en haar zoon geen geld meer thuis brengt En als het zoo ver kwam, dat de stoom ook verder op huishoudelijk gebied de werk zaamheid der handen verdrong, dan kon ook zelfs de vadei wel eens broodeloos worden. Duur gekocht zouden an de uren zijnaan de waschtobbe ontworsteld aten de voorstanders der gemeentelijke wascbinrichtin- gen dat bedenken \an de hoofdmomenten in Ueneraal Booth's be- jO® aan Amsterdam hebben wij onze lezers reeds op e hoogte gesteld. Met voldoening maakt kolonel Oliphant in het laatst verschenen nummer van de «Oorlogskreet" gewag van de vorderingen, door het Leger des Hells gemaakt, sinds de Generaal, vier jaar geleden, Neder land voor het eerst bezocht. Toen verschoen de «Heils soldaat met een hoofdartikel Wie is Generaal Booth thans is het geen overdrijving om te zeggen, dat ieder een, die belang stelt in de dingen der buitenwereld, iets weot te vertellen van het door hem beoogde doel. Met ingenomenheid heeft Booth de amsterdamsche inrichtin- g.en v°°r. het social0 werk bezichtigd en tevens heeft hij zijne officieren aangespoord om op den ingeslagen weg voort te gaan. Of hij daarentegen veel bekeerlingen heeft ge maakt in de vergaderingen, waar hij als leider optrad, valt te betwijfelen. Het wereldsch vertoon in den vorm van muziekvlaggen, schilden en bont uitgedoste sol daten was daar in zoo ruime mate aanvyezig, dat het zelfs den vriend des Legers somtijds moeite kostte om door al dien bombast door te dringen tot de inderdaad zoo goede kern. Bovendien deed de Generaal zich als veel onveidraagzamer jegens de bedienaren van den godsdienst in Nederland kennen dan zijn vertegenwoordiger hier te lande, de kolonel Oliphant. Waar toeanders de schertsende vragen, of het bij de kerkelijke gezindten in Nederland ook de gewoonte is, evenals bij het Leger des Heils, om te onderzoeken, of de predikanten wel behoorlijk hunne verplichtingen jegens de armen nakomen, of zij die wel geregeld bezoeken, of zij wel altijd met al hun ziel werk zaam zijn voor het geloof en of zij wol opgaan in het door hen gekozen beroep Indien hij van gevoelen is dat die vragen ontkennend beantwoord moeten worden, laat hij het dan ronduit zeggen en niot zijn kracht zoe ken in verdachtmaking. Voor argwaan te wekken moest Booth zich te hoog achten. Overigens kunnen wij niet anders zeggen dan dat wij aangename herinneringen hebben behouden van de vaak geestige improvisaties des Generaals. Zooals hij daar te midden van zijne ge trouwen stond met grijze haren en den witten langen baard, maar toch nog met jeugdig vuur bezield, moesten zjjne klachten over het verdorvene der menschheid en zijne innige begeerte om de zondaren tot een nieuw en beter leven te bekeeren wel indruk maken. En menig hart begon sneller te kloppen, toen de Generaal de aan- De rechters, do officier van justitie en de verdedigers knikten toestemmend. «Mevrouw, uw verhoor is afgeloopen." De graaf boog met dankbaren blik voor de heeren, die zijnen groet beleefd beantwoordden. Hij bood zijner vrouw den arm. Juliane was door dit korte verhoor zoo uitgeputdat zij bijna in zwijm door den graaf en den dokter uit de gerechtszaal als gedragen moest worden. In de kamer van den president kwam zij van lieverlede weer zoo ver bij krachten, dat zij naar haar rijtuig kon worden geleidwaarmede de ongelukkige vrouw stap voets naar huis terugreed. De verklaringen der overige getuigen waren, behalve de mededeeling van Heydel aangaande de ontmoeting der beide hoofdschuldigen in de Gollnowstrassevan weinig belang. Als laatste getuige werd vorst Ulrich von Engernheim Kypstein gehoord. Nadat hij den voorgeschreven eed had afgelegd en de president hem, gelijk de wet voorschreef, er op gewezen had, dat hij gerechtigd was, verklaringen, die hem zei ven compromitteeren konden te weigeren verklaarde hij van dit recht geen gebruik te zullen maken. «De getuige is op uitdrukkelijk verlangen van Hotte en Bertha Schmider gedagvaard. Uit de akte van be schuldiging en uit de behandeling der zaak is mij niet duidelijk wat eigenlijk het doel dezer dagvaarding is en ik zou den verdediger gaarne verzoeken mij dit op te helderen." «Mijne cliënten", zoo nam de verdediger het woord, «schijnen waarde te hechten aan het constateeren van bet feitdat het huis van graaf Iseneck in den nacht der inbraak ook door andeten bezocht is kunnen wor den. Wat mij betreftik zou aan deze omstandigheid geen gewicht hechtende reeds bewezen feiten en de bekentenis in aanmerking genomen. Ik voor mij zou den getuige van zjjn verhoor willen vrijstellen, zonder daar door mijne cliënten te benadeelen." Nu stond Bertha op. «Mag ik'iets vragen, mijnheer de president?" zien lij ken onder het talrijke publiek toesprak met de volgende woorden Op mijn ouden dag heb ik mij nog in zaken gestoken. Ik ben handelaar geworden in koop mansgoederen en in land, omdat ik daarmee der mensch heid een weldaad hoop te bewijzen. Stoffelijke winst is er voor mij niet te behalen en die begeer ik ook niet, het is mij slechts om moreele winst te doen. Ja, wat meer zegt, het lijdende menschdom heeft zooveel noodig en er is zooveel te geven, dat mijne zaken noodzakelijk verlies opleveren moeten. Op u rust de heilige verplich ting in dat tekort te voorzien, helpt gij mij, opdat de Salvation Army den socialen arbeid niet alleen kan vol houden, maar ook nog uitbreiden tot zoovelen die nu nog in ongerechtigheid wandelen. Een meermalen her haald «Amen" was het antwoord, dat daarop uit de ge lederen opsteeg. Door strijd tot de overwinningDie leuze van het Le ger des Heils zij het dan ook in eenigszins anderen zin toegepast dan de volgelingen van Booth daaraan hechten, was in de afgeloopen weken het wachtwoord van de amsterdamsche werklieden in het incuhelmakers- vak. Aanleiding daartoe gaf het volgende. In Februari 1889 werd door de amsterdamsche meubelmakerspatroons een ziekenfonds voor hun personeel opgericht, waaraan destijds behoefte bestond met het oog op den onzekeren toestand van den zieken werkman. Vóór 1889 was 't na melijk gewoontedat bij ongesteldheid van een meubel maker voor dezen gelden werden ingezameld bij vakge- nootenhetgeen goede uitkomsten opleverde, als deze meubelmaker zeer gezien was en spoedig herstelde, maar in het tegenovergestelde geval niet zelden groote moei lijkheden opleverde. Daarom werd in het reglement van het ziekenfonds der patroons bepaald dat ieder, die zes cent per week contribueerderecht had op een wekelijksche uitkeering van zes gulden in geval van ziekte. Nauwelijks was dit fonds opgericht, of reeds werd door de werk lieden oen tegenfonds gesticht. De voorwaarden tot toe lating werden daarin minder gemakkelijk gesteld een geneeskundig attest was noodig, lijders aan kwalen wer den buitengesloten en minstens drie maanden moest worden gecontribueerd om toelagen te kunnen genieten. Het gevolg was, dat de zwakkeren zich aansloten bij het Patroonsfonds en de sterkeren bij dat der werklieden het eerste leidde derhalve een kwijnend bestaan, terwijl het andere bloeide. Een einde daaraan willende maken besloten de patroons om hunne werklieden te verplichten tot hun ziekenfonds toe te tredenwelke maatregel ter kennisse van hun personeel werd gebracht met bijvoeging, dat allen op den 31 Maart bij den secretaris van het Patroonsfonds moesten zijn ingeschreven. In de wereld der meubelmakers heerschte hevige verontwaardiging over dat besluit. Luide werd geklaagddat de werkgevers op dezo wijze eigendunkelijk beschikten over het door de werklieden verdiende loon, en de publieke opinie stemde daarmee in. Daarbij kwam nogdat ook de belangen der werklieden zouden worden geschaadomdat volgens art. 34 iemanddie uit den dienst van een lid der Patroons- veieeniging in dien van een patroon, die daarvan geen lid is, overgaat, zijn recht op uitkeering uit het pa troonsfonds verliestzonder restitutiegeheel of gedeelte lijk der betaalde contributie. Van verschillende kanten werden vergaderingen gehoudenwaarvan die der werk lieden zich door groote verbittering tegen hunne chefs kenmeikten. De patroons bleken niet ongenegen om het gewraakte artikel in dien geest te veranderendat de gestorte premies in het reeds omschreven geval zouden worden terugbetaald. Daardoor werd evenwel niet de gewenschte overeenstemming verkregen, want de werk lieden hielden voet bij stuk zij wilden vrij zijn in het kiezen van een fonds. Wie hunne bijeenkomsten bijwoonde kreeg de overtuiging, dat zij ook niet gemakkelijk zouden zijn te bewegen om van dat standpunt af te wijken. Zoo stond dan eene werkstaking van tweeduizend meubel makers voor de deur en dat in het voorjaarwaarin de patroons hun volk zoo moeilijk kunuen missen Om zulk een strike te voorkomen, hebben de werkgevers het hoofd in den schoot gelegd en zijn zij tot de overtuiging gekomen, dat zij het verstandigst handelden met het°Pa°- troonsfonds op te heffen. Ter eere van de werklieden moet gezegd wordendat zij zich na die verklaring uit eigen beweging bereid hebben getoond om alles te doen, «Wat wilt ge?" vroeg haar de president op vrij bar- schen toon. «Maar bij de zaak blijven anders ontneem ik je het woord 1" «Ik zeg maar, dat Zijne Doorluchtigheid er wèl ge weest is 1" riep Bertha. «Ga zitten 1" beval de voorzitter haar, en terwijl hij zich tot den vorst wendde, vervolgde hij op beleefden toon De bewering der beschuldigde Schmider is naar onze meening reeds bij de vroegere verhooren te niet gedaan. Wij behoeven nu niet meer in bijzonderheden te treden. De getuige volhardt bij zjjne vroegere ver klaringen Ulrich boog toestemmend. Met goedkeuring van het openbaar ministerie en de verdedigers werd ook deze getuige ontslagendie met eerbiedigen groet de zaal verliet. Daarna wendde de voorzitter zich naar den linkerkant der voor het publiek bestemde tribunewaar voor de vertegenwoordigers der pers plaatsen waren gereserveerd, en zeide luide en met nadruk «De oponbaarheid onzer rechtszittingen is onbeperkt. Toch kunnen er zich gevallen voordoenwaarin de pu bliciteit zich zelve grenzen moet stellen. Wanneer mis dadigers hunne lichtschuwe handelingen nog afschuw- 1 ijker trachten te maken, tu algemeen geachte personen, wier naam onbevlekt is, in hunne verachtelijke laaghe den beproeven te betrekken dan moet de publiciteit dit heillooze streven niet steunen. Alleen reeds door het vermelden van den naam van een dezer hooggeplaatsten kunnen de booswichten hun doel bereiken. Want de laster kan met dien naam aanvangen wat h|j wil. Hier is quaestie van eene brutale inbraak, en van heling, ver der van niets anders. Ik geloof niet dat ik nog iets meer behoef te zeggen en mjjne woorden niet van eene ver dere vermaning vergezeld behoef te doen gaan. Gelukkig is onze pers verstandig en fatsoenljjk, en zij zal het bene den zich achten, aan lieden van minder allooi onwille keurig diensten te bewijzen Ik geef nu den officier van justitie het woord tot het indienen van de aanklacht en het stellen van den eisch." Wordt vervolgd. I wat den overgang van de leden uit het fonds der patroons tot het hunne kan vergemakkelijkenzoodat de zwakke werklieden niet behoeven te ljjden onder het gerezen ge- I schil, koor het oogenblik is derhalve de vrede weer ge- teekend. Doch z|j, die de toestanden eenigszins van nadorbjj kennenvragen zich afof men hier niet beter deed met van een wapenstilstand te spreken. De werklieden zijn overmoedig geworden door hun aanvankelijk succes en komen nu reeds met nieuwe eischenzooals de af- I schaffing van het stukwerken in het hart van menig patroon zal de geleden nederlaag wrok achterlaten, welke I zoo licht naar buiten zal slaan als het oogenblik gunstig wordt geacht. Het vertrouwen tusschen baas en knecht zooals men op het platteland nog zegt is althans geheel te loor gegaan in dezen strijd om het recht en kunnen daarvan anders dan wrange vruchten worden geoogst? tweedk HAVIK It Jachtwet. Den 29 werd o. a. verslag uitgebracht over de adressen van den heer de Kanter c. s. over de jachtwet. De meerderheid der commissie acht regeling van de jacht met erkenning van het onbeperkt recht der eigenaars van den grond op het wild en gunstige bepalingen om trent den afkoop wenscheljjk, de minderheid wenscht de nadeelen door vrijgevige toepassing der jachtwet te voor komen. Het verslag wordt gedruktde dag der beraad- slaging zal nader bepaald worden. De gemeenteraad van Schiedam heeft besloten tot het uitgeven van f 33000 voor werken aan de gemeente gasfabriek. Den 29 des ochtends werd de weduwe P. van Ouds hoorn, geb. Berljjn, aan den Kleiweg te Gouda met afge sneden hals in hare woning gevonden. Den 28 had zij haren broeder het grootste gedeelte van het gelddat na de afdoening van den boedel van wjjlen haren echtgenoot overgebleven waster hand gesteld om uitgezet te wor den en 80 b|j zich gehouden, welke vermist werden. Zij twee commensalen: een dezer, die des morgens vroeg op stondvond haar vermoord liggen. De zesde vergadering van «Nut en Genoegen" te l Itgeest werd den 29 in de «de Ooievaar" gehouden. Yóór de pauze las de heer H. J. Garvelink eene vertaling van het schoone gedicht van Fennyson «HenochArden." Na de pauze werden achtereenvolgens gelezen door den heer C. W. Visser «Doornen voor de roos" door den heer A. van Nienes «'t Huweljjk van Aglaé" en door den hoer A. van Lith «Eene vrooljjke rechtspleging." Deze lezingen werden met groot genoegen aangehoord en op aangename wijze afgewisseld door een drietal muzikale voordrachten van de dames A. van Nienes, B. van Nienes en N. Zon jee. an de volksbibliotheek der vereeniging werd ook dezen winter weder door velen gebruik gemaakt. Den 30 des avonds omstreeks 6 uur is te Ond- Delftshaven gemeente Rotterdam brand ontstaan in de Nederl. Stoombranderjj en distelleerderij die door de groote hoeveelheid spiritus en sterken drank belangrijke uitbreiding kreeg. O. a. bevatten drie reservoirs ieder 200 en drie andere ieder 120 vat spiritus en sterken drank. De fabriek was verzekerd voor f 310,000. Door dezen brand z|jn 50 personen werkloos geworden. - Den 30 is te Haarlem overleden de heer F. L. Kistoud-wethouder dier gemeente en lid der Prov. Staten van Noordholland. Den 31 is door het provinciaal bestuur van Noord holland b|j enkele inschrijving aanbesteed het herstellen I van water- en strandsc'nade aan een der hoofden op het strand benoorden Petten, geraamd op 3700. Laagste inschrijver de heer J. Geitjes te Petten'voor f 3690. De Amsterdamsche Omnibusmaatschappjj keert over 1891 10 pet. dividend uit. De ontvangsten uit het ver voer hebben f 1.171.426 bedragen tegen f 1.103,109 in 1890. Het personeel in vasten dienst werd tot 717 personen vermeerderd, aan wie gezamenlijk f 465.191.32 loon werd uitgekeerd. Het getal tramwagens klom tot 191het getal paarden tot 640. Aan voeder en ligging kostte elk paard 0,85 per dag tegen 0,71 in 1890° Beroepen bij de ned. herv. gemeenten te Abbekerk en Lambertscliaag en tevens te Hensbroek, de heer A. L R. van der Ven candidaat te Leiden. Binnenkort zal bij den uitgever L. J. Veen te Am sterdam verschijnen E X T A Z E een boek van gelnk door Louis Couperus. KKRKTK H AH EK. Den 1 zjjn alle aan de orde gestelde wetsontwerpen aangenomen, dat tot instelling der nieuwe ridderorde met 35 tegen 6 stemmen en dat tot tjjdeljjke versterking van de nationale militie met algemeene stemmen. Den 2 wordt het sulkerontwerp behandeld. B|j vonnis der Arrondissements Rechtbank te Alkmaar, d.d. 31 Maart 1892, is, met ingang van 29 Maart 1.1.. in staat van faillissement verklaard SIMON WIT, koopman en winkelier te Alkmaar, met benoeming van den Ed. Achtb. heer Mr. J. A. G. GOCKINGA, lid dier Rechtbank tot Rechter-Commissaris en Mr. W. F. A. VERHOEFF, Advocaat en Procureur te Alkmaar, tot Curator. De eerste verificatie in dit faillissement zal gehouden worden op woensdag 20 April's middags 12 uur iu een der lokalen van de Rechtbank te Alkmaar. Inlevering van vorderingsbewijzen wordt zeven dagen te voren ver zocht aan het adres van den ondergeteekende. Alkmaar, Mr. W. F. A. VERHOEFF, 31 Maart 1892. Curator. Het a c c o o r d, door den ondergeteekendenamens HI HH JO AU ULO HU, winkelier te Hoorn aan geboden en door crediteuren aangenomen, is bij vonnis der Rechtbank van 31 Maart 1892 gehomologeerd, waardoor diens staat van faillissement is opgeheven. Alkmaar, Mr. W. F. A. VERHOEFF, 31 Maart 1892. Advocaat en Procureur. Kantoor, Oudegracht, A 148.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1892 | | pagina 6