KANT.
No. 55.
Vier en Negentigste Jaargang.
1892.
V R IJ 1) A 0
MEI.
Nationale Militie.
Amsterdamsche Brieven.
FEUILLETÖN.
33
33
Roman uit het Berlijnsche leven,
60)
UklIAMISIIIi; COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,8©; franco door het
geheele rijk J 1,
De 3 nummers f O,©».
Prijs der gewone Advertentlën:
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer: 3.
De BURGEMEESTER der gemeente A L K M A AR
gelast, krachtens bekomen aanschrijving, de onderstaande,
hier wonende of tot deze gemeente behoorende verlofgan
gers, om zich bij hun korps te vervoogen op den dag,
hieronder vermeld, 's namiddags vóór 4 uren
11 Mei 1892, 4 regiment vestingartillerie, lichting
1890 garnizoen Rolder:
NICOLAAS HAASBROEK eu
CORNELIS VAN DER MAND.
Zij moeten voorzien zijn van hun verlofpas en hebben
recht op vrij transport naar hun korps eu een daggeld
van 25 centen, tijdig ter gemeente-secretarie aan te vragen.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd,
4 Mei 1892. A. MACLAINE PONT.
Stremming verkeer Hunnlkenweg.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat het verkeer voor r ij-
en voertuigen op den Munnikenwog van Maandag
9 Mei a.s. tot nadere aankondiging, wegens herstelling,
over dag zal zijn gesloten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. Maclaine Pont.
5 Mei 1892. De Secretaris,
Nuhout van dek Veen.
LXIV.
Onlangs hebben wij een gedeelte onzer correspondentie
gewijd aan de oneenigheid in den boezem der radicale
ktesvereeuiglng „Amsterdam." Ten vervolge daarop
willen wij thans een der eerste daden van het nieuwe
bestuur aan eeno beschouwing onderwerpen. Wilde mr.
Treub handelen in den geest van hen. die hem aan het
roer gebracht hebben, dan had hij middelen op te sporen
om den hoofdmannen zijner partij een plaats te bezorgen
in de vertegenwoordiging van stad en land. De gerezen
ontevredenheid was immers alleen daaraan te wijten
dat de radicalen, ondanks al hun propaganda, feitelijk
toch nog weinig in tel zijn Een ruime keuze van mid
delen stond den heer Treub niet ton dienste. Reclame
is door de partij al genoeg gemaakt en het heulen met
de tegenstanders, welke zich insgelijks in de minderheid
bevinden had het vroegere bestuur reeds herhaaldelijk
gedaan. Het oude aambeeld van proportioneele vertegen
woordiging was evenwel in den laatsten tijd niet meer
zoo krachtig behamerd als bij het oprichten van Am
sterdam"; een beroep op het billijkheidsgevoel der groote
liberale amsterdamsche kiesvereenigingen verschafte mr.
Treub hetgeen hij zocht. Tot Burgerplicht,
Grondwet en Amstel's Burger ij werd een
schrijven gericht met het voorstel om bij de aanstaande
verkiezingen voor de provinciale staten een zestal zetels
open te laten voor do minderheden, een adres, dat onder
steund werd door de anti-revolutionaire en roomsch-
katholieke kiesvereenigingen. Kosten, moeiten en onaan
genaamheden, die iedere verkiezing vergezellen, konden
dan worden vermeden en bovendien de rechtvaardig
heid zou worden betracht
Zonden de verbonden radicalen, anti-revolutionairen
en roomsch-katbolieken nog een oogenblik gedacht heb
ben dat aan hunne wenschen gehoor zou worden ge
geven Hebben zij zich d^n de vraag niet voorgelegd,
of z ij vrijwillig afstand zouden doen van een doel hun
ner machtals zij de meerderheid waren en die meer
derheid slechts door inspanning van allo krachten konden
handhaven? Weten zij dan niet, dat het geoorloofd is
in de politiek, waar men niet voor eigen belangen, doch
voor een beginsel strijdt, het grootste egoïsme aan den
dag te leggen Hebben zij aan de liberalen op wier
verstokt conservatisme immer door hen gesmaald wordt,
thans zulk een groote liberaliteit toegekend, dat deze
bereid zouden zijn om hun eigen glazen in te werpen
Beseften zij dan niet, dat proportioneele vertegenwoor
diging als vrucht van het studeervertrek groote verdien
sten bezit, doch in de praktijk altijd weer zal stuiten op
den tegenstand der machthebbenden, die van hun vaak
met zooveel moeite verkregen invloed ook willen profi-
teeren Mr. Treub is een veel te heldere kop, dan dat
hij zijn kostbaron tijd zou gaan besteden aan het najagen
van hersenschimmen.
Zoo doet zich dan ook deze geheele beweging voor als
een door .Amsterdam" gezocht vertoon om te bewijzen,
dat de kiesvereeniging met het nieuwe bestuur een aera
van groote activiteit is ingetreden. Anderen willen daarin
nog meer zien en hun vermoeden steunt op zulke goede
gronden, dat daarvan wel gewag mag gemaakt worden.
De samenwerking met de zoo heterogene elementen
der mannen van Dordt en Rome is velen oprechten radi
calen een doorn in het oog. Liever geen zetels zouden zij
hebben dan plaatsen, veroverd met behulp van den vijand.
Het is niet onmogelijk dat er van hun isolement kracht
zou uitgaan, want dat er meer dragers van radicale douk-
beelden dan leden van radicale kiesvereenigingen zijn, mag
gerust worden aangenomen en menigeen zon in een zelf
standig optreden der partij den hem thans ontbrekenden
lu3t tot aansluiting putten. Ook nu weder werden in de
jongste vergadering van .Amsterdam" stemmen gehoord,
die het samengaan mot de kerkelijke laakten, doch met
het gebeurde in zake proportioneele vertegenwoordiging
wist Treub deze te smoren. Hij deed het voorkomen
alsof met dat eensgezinde optrekken niet het verkrijgen
van zetels in do provinciale staten werd beoogd, doch
uitsluitend een protest tegen het antwoord der liberale
kiesvereenigingen. Toch bleek het bij stemming, dat van
de 26 aanwezigen nog 7 zich bleven verzetten tegen
het bestuursvoorstel om vijf eigen candidaten te stellen
en, bij gebleken lu9t tot samenwerking, twaalf van de
anti-revolutionairen en katholieken. Of deze beide minder
heden lust zullen hebben tot een zoo weinig hartelijk
gemeende coalitie, zal de toekomst moeten leeren.
De afdeeling Amsterdam van den Volksbond heeft
dezor dagen weder een treffend bewijs gegeven, hoe door
haar voortdurend wordt gestreefd naar vermindering van
drankmisbruik. De werkzaamheid van den Bond heeft
reeds veel goeds tot stand gebracht, maar toch is het
aantal gezinnen, waar de drankduivel zonder ophouden
aan de welvaart knaagtnog angstverwekkend groot.
Aan bestunrderen der afdeeling is een artikel in de
amsterdamsche politie-veTordening opgevallen, waarvan
eene wijziging rijke vruchten zou kuuDon opleveren voor
het streven van den Bond. Het vroege uur, waarop de
tapperijen in do arbeiderswijken geopend mogen worden,
doet namelijk velen bezwijken voor de verleiding om
vóór den aanvang van het werk even aan Bacchus te
offeren. Hoo menig ongeluk, hoe menige schromelijke
onvoorzichtigheid heeft die noodlottige gewoonte op haar
geweten Daarom heeft de amsterdamsche afdeeling zich
gewend tot den gemeenteraad met een adres waarin
eerbiedig wordt verzochtden eigenaars van kroegen
voor te schrijven, 's zomers niet vóór 6 uur en 's winters
niet vóór 7 uur 's morgens te openen. Vertrouwbare
inlichtingen hebben geleerd, dat godurende de winter
maanden p.m. 250 tappers vóór 6 en p.m. 570 tusschen
6 en 7 uur hunne inrichtingen openstellen, zoodat voor
het verzoek der adressante veel te zeggen valt. Verschei
dene groote amsterdamsche firma's en liefdadigheidsver-
eenigingen hebben dit verzoek dan ook met volkomen in
stemming gesteund, zoodat de gemeenteraad het niet zal
wagen, daarop la mort sans prhases toe te passen.
Ook in de afdeeling Amsterdam der Vereeniging van
fabrieks- en handwerksnijverheid is onlangs eene volks
zaak bij uitnemendheid ter sprake gebracht. Bij de
behandeling Van den beschrijvingsbrief voor de alge
meene vergadering werd door den architect Gosschalk
de vraag ingeleid, welke maatregelen van overheidswege
moeten worden genomen om te bevorderen, dat do arbei
ders goedegezonde woningen kunnen verkrijgen
voor een niet te hoogen prijsdie in evenredigheid is
met den loonstandaard. Bij die gelegenheid is ons ge
bleken hoeveel er nog op dit terrein in de hoofdstad
valt te verrichten. Terwijl het aantal der gezinnen, die
tot den werkmansstand behooren op 40.000 wordt ge
schat, mag men aannemen, dat niet meor dan 8000 wo
ningen in de laatste jareu voor hen werden gebouwd.
Om nog niet eens te spreken van de holen en sloppen
in sommige beruchte amsterdamsche wijken, kan toch
iedereen bij eene wandeling langs de voorname straten
zien, hoe menschen zijn gehuisvest in kelders, waar het
vocht wordt verzameld in zinkputten die nu en dan
geleegd worden, waar de bewoners niet rechtop kunnen
staan en waar nimmer een zonnestraaltje doordringt o:n
de vunzige lucht te verdrijven. Ja waarlijk de heer
Gosschalk had geen ongelijk, toen hij zeide, dat iedereen,
die hot wèl meent met den arbeiderbeginnen moest
met hem een behoorlijke woning te bezorgen. Licht en
lucht is levenhoe kan gezondheid worden gevonden in
plaatsen, waar deze beide ontbreken
Toch zijn er ook bezwaren verbonden aan de oprichting
van goedkoope en gezonde arbeiderswoningen. Iedereen
zal 't moeten toejuichen, indien deze ten deel vallen aan
de eenmaal in Amsterdam gevestigde werklieden maar
in de werkelijkheid zou het blijken, dat maar al te dik
wijls werd gebouwd voor de overtollige werkkrachten uit
de provincie die nu reeds in zorgwekkend groot getal
naar de hoofdstad stroomen en voor wie geriefelijke
woningen nog een lokmiddel te meer zouden zijn. Zoo-
DOOR
P ATI. lil AD All.
„Jaziet ge, ik ben bang voor de politie Die komt
alles te weten
,,0 neen zeide Saza glimlachend met de meest moge
lijke kalmte. „Zij komt lang niet alles te weten. Geloof
dat maar gerust!"
Beiden dachten zij aan de ervaringon, die zij hadden
gehad.
Bertha voelde zich niet op haar gemak. Haar besluit
om eene nieuwe betrekking bij den vrijheer Von Saza
te aanvaarden, was weer aan het wankelen gebracht
Zij wilde volstrekt niets met de politie te maken hebben.
Zij stond langzaam op.
„Het wordt tijd dat ik eens opstap," zeide zij. „Mijne
juffrouw zal niet begrijpen waar ik zoo lang blijf."
„Wel, laat haar waeht< n Als zij niet over u tevre
den is, kan zij immers eene andere juffrouw van gezel
schap zoeken. Ge weet waar ge terecht kunt."
..Dat wel! Maar ik zal toch maar liever heengaan."
„En ge komt me dus gauw eens opzoeken?"
„Als ge het toestaat, graag, mijnheer 1"
„Ik reken er bepaald op! Dus van Zondag tot Woens
dag dagelijks tot vier uur!"
„Best, mijnbeer!"
Zij waren de deur genaderd. De vrijheer stak Bertha
zijne hand toe, en toen deze do haar toegestokene rech
terhand greep en hem tegelijkertijd lachend aankeek
hadden hare heldere oogen weer die zonderlinge, on
deugende uitdrukking, die hem vroeger in het meisje
zoo aangetrokken had. En hij kreeg weer eene opwelling
uit vroeger dagen: hij omarmde Bertha en kuste haar.
Wel fronste Beitha even haar voorhoofd en keerde zij
haar kopje van hem af, maar het was toch een zeer
lauwe tegenstand.
„O maar, mijnheer de baron fluisterde zij. „De
menschen aan den overkant kunnen het door het ven
ster zien. Eu ik moet heusch heen
„Maar ge komt mij dan toch gauw eens opzoeken?
Kan ik er vast op rekenen
„Zeker 1"
Met een allerliefst pruilend gezichtje wist Bertha zich
te onttrekken aan eene herhaalde omhelzing, on nam
ijlings afscheid. Hare boodschap had zoo'n haast niet.
Zjj had heel andere dingen in het hoofd
„Waar ben je zoo lang gebleven vroeg Rosina,
toen Bertha eindelijk thuis kwam. „Ik wacht al langer
dan een uur
»Ik had ook eene boodschap voor mijzelve", antwoordde
Bertha zoo onverschillig mogelijk.
»Dan had je me dat wel eens mogen zeggen!"
Waarom
»Wel, omdat dit niet meer dan passend is, en ik het
zoo verlang
»Je spreekt op eenen toon tot mij, dien ik mij van
niemand laat welgevallen, en allerminst van jou
>Dan kan ik je slechts den goeden raad geven, iemand
te zoeken, wier toon je beter bevalt, want ik ben niet
van plan hem te veranderen."
»Wel, met het grootste genoegen, juffrouw Moockel
Ik heb eenvoudig maar op het oogenblik gewacht, dat
je mij mijne vrijheid zoudt teruggeven. Zoo'n huishou
den als bij jou past een fatsoenlijk meisje niet."
»A1 doe je er nu nog zoo'n moeite voor boosmaken
zal je me niet, ongetrouwde mevrouw Hotte antwoordde
Rosina met een bedaard lachje, terwijl zij haar den rug
toekeerde.
Bertha kookte van woede. Doch zjj achtte het bene
den zich, met zulk oen schepsel te kijven. Zij ging naar
hare kamer, pakte haar boeltje, liet alles door eenen
dienstman naar beneden brengen en op de droschke
laden, en verliet het huis zonder een woord van afscheid.
Zij reed weer naar de familie Mainhardt terug, en
werd daar zeer vriendelijk ontvangen. Zij dischte aan
hare hospita en Theodoor weer eene morkwaardige ge
schiedenis op over hare avonturen in het huis der on
gemakkelijke Frangaise.
Vooreerst kon zij er nog niet aan denken, het aanbod
van vrijheer von Saza aan te nemen. In geen geval mocht
zij hare toekomstige positie in zijn huis in gevaar brengen
door zich don baron om zoo te zoggen in de armen te
werpen. Zij wilde zich eerst nog dringend laten bidden.
Trouwens, zij aarzelde ook nog, of zij het wel met den
baron dorst wagen. De indruk, dien hij maakte, strekte
nu niet bepaald om vertrouwen in te boezemen! Daar
enboven was zij volstrekt niet genoodzaakt zijne hulp
in te roepen. Zij had nog wat geld, en wanneer dat
op wa9, zou de goede gravin Von Iseneck wel verder
voor haar zorgen. Doch voorzichtig als zij was, wilde
zij niet tot hot laatste oogenblik wachten.
Reeds op eenen der volgende dagen stelde zij eenen
nieuwen brief op, in den ootmoedigsten vorm gekleed.
Haar verzoek om een tweede voorschot van slechts vier
honderd mark bepleitte zij met eene geheele reeks van
steekhoudende argumenten.
Juliane verkeerde, toen dit schrijven haar gebracht
werd, in eene geheel andere stemming dan de vorige
maal. Zij had dien nacht slecht geslapen. Zij was zeer
geagiteerd en zeer prikkelbaar. In eeue vlaag van boos
heid bad zij een glas stuk geslagen. Ida was zoo voor
zichtig geweest, den geheelen dag haar zooveel mogelijk
uit den weg te gaan, en de magere jonkman met den
scherpen bril, die den brief afgaf, moest zeer aandrin
gen, om er haar toe te bewegen dien brief aan hare
meesteres te overhandigen.
Sidderend bracht Ida den brief naar de parkkamer,
waar de gravin met haastige schreden op en neer liep.
»Wat wilt ge?" beet Juliane het meisje toe.
»Een brief, mevrouw."
»Ik wil geenen brief lezen