t
„KANT."
No. 62.
Vier en Negentigste Jaargang.
1892.
ZONDAG
22 M E 1.
EERSTE RLAD.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Binnenland
FEUILLETON.
rnjs der gewone Advertentlën:
Roman uit het Berlijnsche leven,
llkMAtltSCIIi:
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
8 maanden voor Alkmaar ö,8®; franco door het
geheele rijk f 1,
De 3 nummers f O,WO.
Telefoonnummer: 3.
Per regel Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEHMs. COS-
TER k ZOON.
Tweede Kamer.
Onderstand aan hulpbehoevende gemeenten.
Bij de verdediging van het wetsontwerp tot het ver
kenen van tijdelijken onderstand aan hulpbehoevende
gemeenten, verklaarde de minister van binnenl. zaken
den 19 o. a., dat de voornaamste oorzaak van het ont
staan van noodlijdende gemeenten was gelegen in de
hoogere eischen, door de gemeentewet aan de gemeenten,
ook de plattelandsgemeenten, gesteld. De uitgaven van die
gemeenten klommen b.v. sedert 1859 van f 770.000 tot
f 2.412.000. Ook hij was met dit ontwerp niet ingeno
men, doch de gemeenten konden niet zonder hulp blijven
en van daar was deze tijdelijke maatregel voorgedragen.
Een ander middel wist hij niet en was bij de beraadslaging
ook niet aangegeven. Het denkbeeld van den heer Mees,
dat ook de provincie subsidie zou moeten verkenen, kon
eerst te pas komen bij eene eindregeling. De vrees, dat
deze subsidiën jaarlijks zouden klimmen, deelde hij niet
hij vleit zich, dat bij de begrooting voor 1894 de kies
wet reeds zal zijn herzien en de wijziging der provinciale
en gemeente-wetten reeds in een ver stadium zal zijn.
't Komt er maar op aan, om spoedig en flink te werken.
Dan komt men er wel, althaus met medewerking van
de Stateu-generaal. De regeering gelooft genoegzaam tegen
misbruiken te kunnen waken. Eene opsomming van de
gemeenten, aan wie hulp moet worden verkend, zou de
Kamer te ver doen ingrijpen in de gemeentelijke huis
houding. De cijfers kunnen wel in den toelichtenden
staat gespecificeerd worden. Maar hij wil verder gaan
hij wil afzonderlijke regelen stellen voor de wijze, waarop
de subsidiën worden verkend en gelijk bij de toepassing
van art. 49 der schoolwet openbaarmaking van de cijfers
in de Staatscourant. De thans aangevraagde kredieten
acht hij voor dit jaar voldoende en zullen uit de begroo
ting voldaan kunnen worden. De regeering vertrouwt,
dat de Kamers door de goedkeuring van dit wetsont
werp de verergering van den bestaanden toestand zullen
willen voorkomen.
De zestien leden, die tegen de verhooging van art.
61 met f 250.000 en tegen het geheele wetsontwerp
stemden, waren de heereu Schaepman, van der Schrieck,
van Velzen, T. Mackay, Lucassen, van der Velde, A.
van Dedem, Michiels, Donner, Bevers, G. van Dedem,
van Löben Seis, de Geer, A. Mackay, Beelaerts en Havelaar.
Daarna kwam in behandeling de
Hilllton-overeenkoinst.
De minister van koloniën deelde nog mede,
dat hij van den administrateur der Billiton-Maatschappij
een brief had ontvangen inhoudende berichtdat hij
naar aanleiding van de door den minister gedane mede-
deelingen omtrent de handelingen van een ontvanger der
in- en uitgaande rechten en accijnzen de indische corres
pondentie van 1889 had nagezien en daarin niets had
67)
DOOR
PAUL. lilVDAl.
HOOFDSTUK XIX.
Saza had zich inmiddels voorbereid tot datgene, wat
hij den .grooteu slag" noemde. Hij had de mogelijkheid
voorzien, dat in den eerstvolgenden tijd zijn naam zeer
drok genoemd zou worden, en hij was er daarom op
bedacht geweest, alk kleine onregelmatigheden" in zijn
leven, die bij deze gelegenheid wellicht ter sprake zouden
komen en hem lastig zouden kunnen zijn, zoo mogelijk te
regelen. Wel is waar was zijn geheele leven reeds eene
aaneenschakeling van .onregelmatigheden" geweest, doch
deze waren van dien aarddat men hem wegens die
dingen niets bijzonders ten laste kon leggen.
Nadat hij den opgelichten Weener handelsvriend had
weten te verzoenen was er nog één donker vlekje uit
te wisschen eene kleinigheid trouwens: de onbetaalde
hotelrekening te Weeuen. Die paar honderd florijnen
drukten hem. En daar ziju collega voor beurszaken on
langs onverwachts een goed zaakje had gemaakt on voor
bet niet-plaatsen van een artikel over de meer dan dub
belzinnige handelingen van een niet al te eerlijk ban
kiershuis, dat men van dit opstel vóór de plaatsing in
kennis had gesteldeene niet onbelangrijke som tot
schadeloosstelling had ontvangen welk eerlijk winstje
tusschen de beido hoofdredacteuren van het blad eerlijk
was gedeeld, zoodat Saza voor het oogenblik weer eens
over voldoende middelen beschikte zoo schreef hij
aan den Weener hotelhouder.
gevonden van oneerlijke handelingen, dan alleen, dat die
ambtenaar eene maandelijksche belooning genoot van
f 25 als billijke vergoeding voor bewezen diensten als
havenmeester.
De heer van G ij n verklaarde tegen dit ontwerp
te zullen stemmen. Hij bracht hulde aan den minister,
die had verkregen wat in de gegeven omstandigheden
te krijgen was. Met de financiëele belangen van den
Staat was genoegzaam rekening gehouden. Maar hij bleef
van oordeel, dat er Staatsexploitatie moest plaats hebben.
Zijne sympathie voor de Billiton-Maatschappij was niet
vermeerderd door den inhoud vau 's ministers zoo even
vermelden brief. Ook vreest hij niet de kansen van een
proces vooral niet nadat hij de vorige bespreking had
nagegaan.
De minister verklaart de rechtsgeleerde adviezen
van de vorige maal nogmaals te zullen overleggen, vooral
in verband met hetgeen de heer van Gijn zoo even zeide.
Op verzoek van den heer Keuchenius werd de
beraadslaging verdaagd tot den 20, toen de overeen
komst door dieuzelfden heer bestreden werd. De heer
Levy verklaarde om verschillende overwogiugon hot ont
werp te zullen aannemen. De heer Farncom be
Sanders zou togen stemmen, als gehecht blijvende aan
het beginsel van Staatsexploitatie. De heer R o 11 zette
uiteen dat 's lands belang de aanneming der overeen
komst eischte. De heer T ij d e n s betuigde in scherpe
bewoordingen zijn leedwezeu over de hervat,ling der on
derhandelingen met de Billiton-Maatschappij. Hij betreurde
hetdat de gouverneur-generaal 's Jacob indertijd niet
in staat van beschulding is gesteld. De Voorzitter
verzocht hem geene beschuldigingen te richten tegen per
sonen die zich niet kunnen verdedigen. De heer AS.
Mackay verdedigde uitvoerig de vroegere voorwaarden
in de verworpen overeenkomst en verklaarde vóór deze
overeenkomst te zullen stemmen. De heer van Houten
lichtte de juridieke zijde der kwestie toe. Na de ver
dediging der overeenkomst door den minister van kolo
niën die daarbij o. a. mededeelde, dat geene aandeelen
meer in het bezit waren van de Koningin of de Koningin-
Regentes zooals beweerd werd het geval te zijn ver
klaarde de heer Vrolik tegen te zullen stemmen, omdat
geen voldoend antwoord door hem ontvangen was op de
vraag, of de Maatschappij uitsluitend recht had op den
op 1 Mei 1892 in voorraad verkregen tin en tinerts.
Het wetsontwerp werd aangenomen met 65 tegen
15 stemmen van de beeren Van Gijn, Keuchenius, Vrolik,
Van Löben Seis, SandersVeegens, Bahlmann, Lieftiuk,
G. van Dedem, Tijdens, Pyttersen, Kordijk, Zijlrna, Hen-
nequin en Seret.
De Kamer is tot nadere bijeenroeping gescheiden.
De gemeenteraad van Deventer heeft met 12 tegen
4 stemmen besloten de hoogere burgerschool voor meis
jes niet op te heffen.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft bevestigd
het vonnis, waarbij M. J. den H. tot 2 jaar gevangenis
straf is veroordeeld wegens het doen opnemen van valsche
opgaven in eene akte tot oprichting der naamlooze ven-
Hij verontschuldigde zichzoo goed en zoo kwaad
als het ging, dankte den hotelhouder allerbeleefdst voor
het hem toegestane lange crediet, en verzocht hem, over
het bedrag der schuld, met berekening van den interest,
hetzij per post of op welke andere wijze dan ook te
disponeeren. Eenigo dagen daarna werd den baron eene
quitantie van den hotelhouder gepresenteerd. Saza be
taalde deze tot den laatsten penning. Daarna ontving hij,
wederom na verloop van een paar dagen twee koffers
waarin al het door hem en Rosa bij hun plotseling ver
trek achtergelaten goedkleederenlinnengoeden wat
er verder mocht zijn, netjes was gepakt. Saza had er
bijna niet meer aan gedacht.
Hij loog Bertha wat voorom baar eene verklaring
te geven van al het goed, dat van Rosa afkomstig was
en steldo haar voordatgene wat haar nog bruikbaar
scheen uit te kiezen en te houden en het andere bij
eenen uitdrager te verkoopen. Deze monstering vervulde
Bertha met eene zekere minachting voor de voormalige
haar onbekende eigenares. Slechts een paar kleinigheden
achtte zij de moeite waard te houdeu.
.Bekijk zelf dat rommeltje maar eens 1" zeide zij, ter
wijl zij haren vriend bij de op stoelen en tafels uitge
spreide kleedingstukken bracht: .het heele boeltje is nog
nauwelijks de vracht waard, die gij ervoor betaald hebt."
Daar viel eensklaps de blik van den baron op eenen
versleten wintermantel, en een glimlach van verrassiug
verscheen op zijn gelaat.
.Dat had ik al weer heel-en-al vergeten!" riep hij.
„Neen je vergist je die mantel daar is meer waard
dan je zoo zoudt deuken Bekijk die voering eens
.Doodgewoon wolpluche!" antwoordde Bertha min
achtend.
.Neen, ik bedoel de voering niet! Ik bedoel, wat er
in verborgen is. In den mantel is geld genaaid Ik heb
het zelfs aan de vroegere eigenares moeten vergoeden
daar zij den mantel door mijn toedoen te Weeneu had
achtergelaten. Dus, torn de naden voorzichtig open als
zij mij niet bedrogen hoeftzullen wij in dezeu onoog-
lijken mantel nog eene verrassing vinden."
nootschap .Verzekering- eu Landbouwmaatschappij De
Eersteling" te Amsterdam.
Op Sumatra heeft eene hevige aardbeving plaats
gehad waardoor groote schade is veroorzaakt voorna
melijk op de westkust.
Het fonds tot dekking der voorloopige kosten voor
den ontworpen Drentsch-Frieschen spoorweg is bijeen
gebracht.
Aan de Maatschappij de Schelde te Vlissingen is
de levering opgedragen van de twee vaartuigen tot bestrij
ding van den smokkelhandel in opium.
Een visscher van Edam 70 jaren oud, die met een
schuitje de haven uitgezeild was, om langs de kust schel
pen te visschen, werd aangetroffen door een schipper uit
Medemblik in den mast vau zijn vaartuigwaarin hjj
geklommen was toen het vaartuig, lek geworden zijnde,
zinkeu ging.
Te Kolhorn wordt thans buitengewoon veel geep
gevangen. Jammer voor de visschers, dat de prijs er af
isde opbrengst kan het vervoer niet meer dekken.
Ingezetenen van Kolhorn eten dan ook tegenwoordig
dagelijks geep voor 10 ets. heeft men een schotel visch,
voor het grootste gezin voldoende. Hoewel zij een smake
lijke en voedzame vischsoort is en veel met schelvisch
overeenkomtis zij buiten Kolhorn niet verkoopbaar.
Men is algemeen beangst, dat geep als voedsel voor den
mensch nadeelig is wegens de groene graat.
Van ansjovis is de vangst nog zeer onbeduidend. Dage
lijks worden de netten uitgezet, doch geen enkele visscher
bracht nog duizend visschen aan. Wil die visscherij kosten
en moeite loonen, dan mag de vangst wel vele duizenden
bedragen.
Te Kolliorn kunnen de mazelen weder als geweken
worden beschouwd. Geen huisgezin bleef haast verschoond,
ook enkele, reeds bejaarde lieden werden aangetast.
De heer mr. S. A. Vening Meinesz burgemeester
van Amsterdamis benoemd tot eere-voorzitter der
Vereeniging van burgemeesters en secretarissen in Noord-
Holland.
De vereeniging van ambtenaren ter gemeente-secre
tarie in de provincie Noord-Holland is voornemens, een
eigen weduwenfonds aan de vereeuiging te verbinden.
Men schrijft uit Kdam
Vanwege de genie is de pompsluis afgedamd zij wordt
droog gelegd en daarna van toldeur-keering voorzien.
Deze sluis geeft toegang tot het waterschap »De Zee
vang", en in geval van oorlog, kan nu, in zéér korten
tijd, het water uit .Schermerhorn" in .De Zeevang" ge
laten worden om dien polder te inundeeren.
Met kracht is men ook bezig een weg door .De Zee
vang", (den Kwadijker-rijweg) op te hoogen en te bestraten,
waardoor eene verbinding verkregen wordt tusschen de
forten te Beemster en te Edam die boven inundatie-
lijn blijft.
Het departement van oorlog moet te Edam nog over
gaan tot het maken van losplaats aardenbaan enz. naar
het fort, waartoe reeds de noodige stappen zijn gedaan.
Men ziet dat in dit gedeelte der stelling niet wordt stil
gezeten.
Bertha lachte achterdochtig. Zij haalde echter eene
schaar, nam den mantel, ging zitten en begon den onder
naad los te tornen. Do baron stond vol nieuwsigerigheid
achter haar.
.Misschien is het toch ook wel waar", merkte zij op
na den mantel nog met wat meer aandacht te hebben be
keken. Bovenaan is het met de machine, en dit is met
de hand genaaid."
Zij had het nu ver genoeg losgetornd, en maakte zich
het welk wat gemakkelijker door stof en voering met
een krakend geluid van elkaar te scheuren.
Wat was dat?
Wat zij nu zag maakte haar sprakeloos van verbazing
en deed haar bijna in zwijm vallen
Zij verbleekteopende wijd haren mond en leunde
tegen den stoolrug achterover. De mantel gloed van hare
knieën op den grond.
.Wat scheelt je?" vroeg Saza verrast.
.Waar komt dat in 's hemels naam vandaan?" riep
Bertha vol ontzetting uit.
.Wat
.Wel dit!"
In zenuwachtige haast raapte zij den mantel weer op,
scheurde bevend de zijnaden open, en wees nu naar
de kant, die van binnen met losse steken op de voering
gehecht was
.Wel, dit!" herhaalde zij fluisterend. .Wel, dit! Weet
gij wat dat js Dat is de gestolen, beroemde kantDe
kant die indertijd aan gravin Iseneck is ontstolen
Hoe komt die in 's hemels naam hier En hoe komt gij
or aan
Ook Saza stond uls aan den grond genageld door deze
onverwachte ontdekking.
»De kant van gravin Iseneck herhaalde hij zenuw
achtig.
»De Lamoraal-kant Hoe komt gij daaraan?"
De baron was op het eerste oogenblik niet in staat
deze vraag, al ware het slechts voor zichzelven, te be
antwoorden. Hij ging tegenover Bertha a in het venster
zitten, fronste het voorhoofd, liet zijne kin op zijn hand