KANT. No. <>3. Vier en Megentigste Jaargang. 1802. WOENSDAG 25 M E I. PARIJSCHE BRIEVEN. Buitenland. FEUILLETON. J5 Roman uit het Berlijnsche leven, ALkHAARSCHE Cdl ltAM. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar O,«O; franco door het geheele rijk J 1, De 3 nummers 0,06. Prijs der gewone Advertentlën: Per regel J 0,1 d. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer: 3. Wegens den Hemelvaartsdag zal de Courant Donderdagavond WIKT worden uitgegeven. DG ITiTttEYEKS. CXI. Parijs, 16 Mei 1892. Eergisteren, Zaterdag, hadden wij weder eens een echt parijsehen dag, vol feestelijkheden, zoodat wij ons konden verbeelden, drie jaren achteruit te zijn, te midden van de feesten der tentoonstelling, toen wij onze kronieken met aangenamer verhalen vulden dan met Ravachol en zijne dynamietontploffingen. In den namiddag bracht de omnibus Pilles du Calvaire—Les Ternes ons van af de groote Boulevards, langs het Palais Royal en door fau bourg Saint-Honoré tot dicht bij Neuilly, op het terrein waar voor drie jaren geleden, kolonel Cody, meer bekend als Buffalo-Bill, zijne oefeningen met roodhuiden en cow boys vertoonde. Thans heeft daar een groep artisten, bewonderaars van Christoph. Columbus eene groote retrospectieve tentoonstelling geopendvoorstellende Het oude Amerika, herboren in Parijs." Sinds veertien dagen toonden ons aanplakbiljetten op alle muren on schuttingen den grooten ontdekkingsreiziger, in de bekende houdingstaande op de brug van zijn schip Santa Maria hij strekt de hand uit naar den verren horizon en zijn geoefend oog schijnt het vaste lvnd te zien het welk hij aan Ferdinand van Castilië voorspelde. Wij waren dus bijzonder nieuwsgierig naar al het fraais, hetwelk die .affiches" ons beloofden en wij erkennen gaarne dat aan onze verwachting meer dan voldaan werd. In minder dan zes weken verrees op dit groote terrein eene geheele stad met hare monumenten, hare bewoners, haar leven en hare beweging. Wij bezoeken de rue de Sainte-Augnstine met haar kathedraal, dagteekenend van het jaar 1592, en waarin de heer de Saint Genois een musée panoramique heeft gesteld hetwelk ons eenige oogenblikken uit het leven van den grooten Genuees te binnen brengt. Onder anderen zien wij daar de cel, waarin Columbus gevangen zat, om hem te straffen voor zijne vermetele bewering, dat aan den overkant van den Oceaan vast land moest zijn. Vervolgens hebben wij eene straat in Boston, met het eerste stadhuis, hetwelk daar in 1692 gebouwd werdverder een hoek van Broadway van New-York en de City-Gate in 1(92 met de muziek der grijze compagniesdie de populaire marschen van de hollandsche regimenten der achttiende eeuw spelen. Wijzen wij verder op een indiaansen kamp uit den eersten tijd der ontdekkingeen theater van heksenkunsten uit de zestiende eeuw, op herbergen, op winkels, waarin allerlei vreemdsoortige bedrijven worden uitgeoefend, op muzikanten, kooplui in schilderachtige kleedij enz. enz. En eindelijk komen wij aan het groote aantrekkingspuntof zooals men hier zegtle grand clou!" namelijk aan de juiste nabootsing van het schip Santa Maria, hetwelk in 1492 Columbus naar de Nieuwe Wereld voerde. Wij wonen thans de ontdekking van San Salvador bij. Het schip ligt in een meer, hetwelk de zee moet voorstellen. De schepelingen zjjn ontmoedigd, en toonen dit door hun gebarenspel, zij willen weder naar Spanje terug, Columbus weigert dit en kijkt angstig naar den horizon, totdat de scheepsjongen »land, land 1" roept. Eenige minuten later komen de Indianon bij het schip, en volgt Columbus hen aan land, en neemt bezit van Amerika. Terwijl de figuranten al dit gebarenspel vertoonen, zingen andere artisten eene cantate, woorden en muziek van Ch. de Sivry. De componistdie zelf het orkest leiddeen ook de heer Marty (Columbus) en Mejutfr. Julia Robert (de scheepsjongen) werden luide toegejuicht. Na het diner riep ons eene andere feestelijkheid, en wel eene grande soirée de gala in het stadhuis, een feest gegeven door de commissie der feestelijkheden van den parijschen handel en nijverheid, met medewerking van de pers en tal van artisten. Dit feest was bepaald prach tig en slaagde bijzonder. Het is misschien niet zonder belang eens na te gaan, hoe men in vroeger tijden op het parijsche stadhuis feest vierde. De eerste groote officieele gelegenheid dagteekent van 12 November 1514, toen de parijsche gemeenteraad eon grooten maaltijd gaf, ter eere van het huwelijk van Lidewijk XII met Maria van Engeland. Het aantal nieuwsgierigen was toen aan de ingangen zoo groot, dat de jonge koningin onmogelijk door de groote deur kon binnen komen, en zij door de keukens de feestzaal moest bereiken. Later, op 14 Juli 1687, vinden wij Lodewjjk XIV aan een groot diner op het stadhuis, en zoo wij het »menu" uit dien tijd nagaan gelooven wij, dat tegenwoordig geen enkel maal zooveel afwisseling kan aanbieden. Men had de keuze tnsschen 21 soepen, 22 entrées, 22 hors d'oeuvres, 22 rötis, 21 verschillende gerechten, 34 salades en 12 saucen. Wij willen bij die vroegere feesten niet lang stilstaan, doch enkel nog vermelden dat do laatste koning die een diner op het stadhuis bijwoonde Lodewijk XVI wa3 en wel op maandag 21 Januari 1782 (juist 11 jaar later en ook op maandag 21 Jannari ,:-erd hij onthoofd). De koning had een fermen eetlust, zijne hoflieden evenzeer, zoodat 12 duizend pond vleesch aan dit diner werden verorberd. Om tot eergisteravond terug te keeren, treden wij het hotel de ville binnen door de zaal Saint-Jean, welke als vestiaire dient voor de achtduizend bezoekers vervolgeus bezoeken wij de .salie des prévots" welke met zeldzame planten en fraaie portières versierd is. In het midden bevindt zich eene estrade met rood fluweel en goud geboord en eene prachtige tapisserie-Beauvais, een mytho logisch onderwerp voorstellende, trekt mede het oog. De .cour du centre" of middenhof, de .salon d'entrée", de salon de 1'Arcade, de galerie de Gobelins, en vooral de groote salie des fêtesschitteren allen door keurige versieringen, prachtige verlichting, en in die zalen wordt het feest opgeluisterd door de artisten van de Opera Opéra comique, Thé&tre francais, door Sara Bernhardt enz. enz. Het zou ons te ver voeren eene volledige be schrijving van dit feest te geven. Voegen wij er nog bij dat president Carnot, de russische en engelsche gezanten de prefect der Seine en die van politie, de president van den gemeenteraad, vele senatoren, afgevaardigden enz. enz. de feestelijkheid bijwoonden. Het bal, te half een begonnen, duurde tot de dag aanbrak. In plaats van ons toen te ruste te begeven, gingen wij opnieuw den weg uit van Neuilly, en waren op zondagmorgen reeds zeer vroeg op den Boulevard Maillot, waar tegen 9 uur 37 minuten de wielrijder Stephane aankwam, nadat hij zonder ophouden 25 uur en 37 min. had doorgereden, en in dien tijd den afstand van Bor deaux naar Parijs, dat is 572 kilometers, aflegde. Dat was dus nog 59 minuten vlugger, dan de engelschman Mills, die verleden jaar den prijs won. Stephane is 29 jaar oud en geboren te Nancy, bij zijne aankomst was hij nog bijzonder frisch. Wij wachtten de volgende mede dingers niet af, heden lazen wij in de couranten, dat de tweede aangekomene, Vigneaux genaamd, een klein man netje is, die tegen 11 uur 18 min. te Parijs arriveerde. J. M. T. BEECJIE. De anarchisten MoineauJamotte en Morhay hebben den 18 te Luik terecht gestaan, wegens rebellie en gewapenderhand gedane bedreigingen in den nacht van 1 Mei. Jamotte is veroordeeld tot 4 jaar en 2 maanden gevangenisstraf en 50 francs boete en Moineau tot 3 jaar gevangenisstraf en 50 francs boete. Morhaij is vrijgesproken. Aan het ministerie van justitie is een wetsontwerp in behandeling tot hervorming van de politie in het geheele land, met het doel om eene rechtstreeks van dat minis terie afhankelijke politie te verkrijgen. Prins Albert van Vlaanderen, de vermoedelijke troon opvolger, heeft in lichten graad roodvonk. Den 20 heeft de Kamer behandeld het van den Senaat terug ontvangen ontwerp betreffende de grondwetsher ziening. Bij art. 48 betreffende de invoering der even redige vertegenwoordigingdie door de Kamer reeds verworpen, maar door den Senaat aangenomen was, stelde de minister-president de kwestie van vertrouwen. Mot 75 tegen 22 stemmen, terwijl 12 leden zich onthielden, word tot de herziening van dat artikel besloten. Bij de beraadslaging over de herziening van art. 57 (niet be zoldiging der Senaatsleden) welk artikel aanvankelijk door de Kamer verworpen, doch onder den invloed van den minister-president door den Senaat aangenomen was, verklaarde de heer Woeste, dat dit de laatste maal was, dat hij den minister-president zou volgen, wanneer deze de kwestie van vertrouwen stelde. De heer Bara zeide, dat de rechterzijde niets anders was dan een willoos werktuig in handen van den minister-president. Dit gezegde gaf aanleiding tot een heftig tooneel waarbij de heer Bara twee malen tot de orde werd geroepen. 68) DOOB PAUL LINBAl. ♦Zou ik me zóó vergissen zeide hij langzaam. »Het is haast niet mogelijk, dat het eene kopie zou zijn Kijk, daar is zelfs eene plek. die wat had geleden, later weer versteldNu graaf Iseneck moet het in elk geval het beste weten.Misschien heeft hij maar een list gebruikt, om de waarde wat minder te doen schijnen dat zou ik haast denkenMaar we zullen het eens fijner onderzoeken. Ik ken de eerste specialiteit in zulke dingen hier in de stad en als deze het met mij eens is dan mag graaf Iseneck zeggen wat hij wil maar dan weet ik wat mij te doen staatDan zal dat heer schap wat dieper in zijnen zak moeten tastenDat verhaaltje van dien mantel neem ik over. Ik zou even goed als gij dien mantel in mijn bezit hebben kunnen krijgen 1" Sparber lachte sluw. »'t Is geen verzinseltje, wat ik je verteld heb," viel Saza hem in de rede. »Ik wil je den mantel zelfs wel zenden." »Doe dat. Ik zal met den graaf spreken. Met vijftien percent van de winst is mijne moeite zeker wel niet te hoog betaald Denk eens al dat geloop Afgesproken I" verklaarde Saza. »Ik zend je den man tel en daar kan je mee handelen zooals het je goed dunkt. Gij brengt alles in orde en krijgt vijftien percent van de winst!" Best »En ge laat mij weten wat ge uitgericht hebt »Ik schrijf u dadelijk een briefje." Zij drukten elkaar de handen Saza nam afscheid. Sparber kwam nog dienzelfden dagna een onder hond met iemand die op het punt van kanten buiten kijf eene eerste autoriteit was, en die de «Lamoraal" met zorg bekeek, tot de overtuiging, dat deze kant zon der eenigen twijfel de echte en dientengevolge van on schatbare waarde was. Daarna schreef hij aan Zijne Excellentiepresident graaf Von Iseneck geheimraad in werkelijken dienst eenige regelen waarin hij bem meedeelde dat hij door een bijzonder toeval in het bezit eener kostbare kant was gekomen, die niet onmogelijk, naar het hem docht, uit den voor eenige jaren gepleegden diefstal afkomstig was. De brief eindigde met een zeer beleefd verzoek of de president hem met een bezoek wilde vereeren. Graaf Iseneck, die juist van zijn verlof was terugge keerd reedzoodra hij deze verrassende mededeeling ontvangen had, onmiddellijk naar de aangewezen woning. Sparber dischte hem een zeer geloofwaardig verhaal op, en er bestond voor den president geene enkele reden om de waarheid er van in twijfel te trekken. Na deze inleiding spreide Sparber de kant voor den graaf uit. »Dat is de kant die aan mijne vrouw ontstolen is!" riep graaf Albrecht uit. Ik herken ze duidelijk ♦Uwe Excellentie zal mij ten goede houden, dat ik de zaak, die voor mij uitsluitend een »zaakje" is, als koop man opvat", waagde Sparber het meesmuilenddoch zeer onderdanig, op te merken. «Zonder in de verste verte aan de woorden van Uwe Excellentie te willen twijfelen, moet ik mijzei ven toch afvragen of Uwe Excel lentie ten slotte toch niet, zonder het zelf te weten, in eene dwaling verkeert. Met kant zou dat licht het geval kunnen zijn 1" »Ik kan u uwe voorzichtigheid volstrekt niet ten kwade duiden. Maar ik ben volkomen zeker van mijne zaak. Ik heb zelfs de kant gekocht op de tentoonstelling van kunst nijverheid hier in de stad en haar aan mijne vrouw met wie ik toen verloofd was, ten geschenke gegeven." Sparber deed eiken zin van den graaf van een bevesti gend hoofdknikje vergezeld gaan. Juist, juistMaar, waarover ik mij verbaas, is, dat in de advertentie waarbij hemdie de kant terug bezorgt, eene belooning van drieduizend mark wordt toegezegd Die onmiddellijk uitbetaald zal worden", vulde de president aan. Sparber knikte wederom toestemmend, terwijl hij glim lachend de oogen sloot, en vervolgde toen»Dat daar van eene nabootsing sprake is Volkomen juistviel de president hem in de rede. Het is ook een meesterstuk in zijne soort, zoo uitste kend nagebootst, dat het zelfs kenners zou misleiden Maar mij niet, Excellentie", meesmuilde Sparber, Deze kant is echt »Ge vergist u mijnheer" zeide de president kalm Het origineel, de historische zoogenaamde ♦Lamoraal", berust in de collectie-Kypstein, en is in het bezit van vorst Ulrich von Engernheim. Dit hier is de nabootsing, die nu ongeveer negen jaren geleden, in den winter van 1874 op 1875, hier op de tentoonstelling van kunstnij verheid bij de kenners en liefhebbers zeer de aandacht trok en die ik daar gelijk ik reeds deed opmerken, voor mijne bruid heb gekocht. Ik kan uwe dwaling overigens zeer goed begrijpen; de nabootsing moet, naar het oordeel van de kenners, onberispelijk ea bedrieglijk juist zjjn." Sparber had den graaf kalm laten uitpraten en even als te voren meesmuilend geknikt. «Mag ik zoo vrij zijn te vragen", zeide hij op deemoedigen toon «welke som Uwe Excellentie voor de kant betaald heeft Twaalfduizend mark, als ik het mij goed herinner."" Welnu, Excellentie, voor deze kant betaal ik op staan- den voet- met alle genoegen het dubbele en maak er dan nog een voordeelig zaakje bij 1" De president keek verbaasd op. Sparber vervolgde op zijnen deemoe digen toon «Deze kant is zoo echt als goud Ik neem ze en ik betaal ze voor echt Misschien is er nog eene doublette in de collectie van vorst Engernheim, dit wil ik volstrekt niet tegenspreken Ik zeg alleen maar i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1892 | | pagina 1