„KANT."
No. 99.
Vier en Negentigste Jaargang,
1892.
Y R IJ I) A 0
10 J U N I.
PARIJSCHE BRIEYEN.
FEUILLETON.
Roman uit het Berlijnsehe leven,
ALkAIAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag., Donderdag, en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar ©,80franco door het
geheele rijk j 1,
De 3 nummers f 0,06.
Telefoonnummer: 3.
Prys der gewone Ad verten tli:n
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
CXII.
Parijs, 29 Mei 1892.
De Meimaand is bijna ten eindeen sedert wij te
Parijs wonenhebben wij nog nooit zulk eene droge
bloeimaand gezien. Deze droogte gaat sinds weken ver
gezeld van eene bijna ondragelijke warmte en hoort men
daarover niets als klachten, vooral van buiten, waar de
boeren met dringend verlangen den regen tegemoet zien.
De groote hitte schijnt ook het verstand van sommige
lieden aan te tasten zoo is b.v. de bekende Succide
Italiaan, die indertijd dertig en meer dagen achtereen eene
vastenkuur volhield, volkomen krankzinnig geworden. Op
den grooten Boulevard vóór het Café Riche, des avonds
tegen elf ure, zwaaide hij plotseling met zijn rotting en
verklaardedat hij Cesar Napoleon Keizer van alle
Franschen was. De man zal naar een gekkenhuis worden
overgebracht. Eene andere gekke historie deod voor eene
week geleden aan de geheele parijsche pers een mal
figuur maken; onder den fraaien titel De nieuwe D' Ar-
tagnan" (de groote held uit de bekende romans van
Dumas) kwam in alle bladen een sensatie-bericht voor,
van een viervoudig duelwaarin de heer Roulez in
minder dan veertig minuten zijne vier tegenstanders had
buiten gevecht gesteld. Van ieder duel werd het proces
verbaal bekend gemaakt, de namen der tegenstanders en
der getuigen kwamen ons onder de oogen wel vijftig
personen moesten de feiten hebben bijgewoond en den
bekwamen, moedigen schermer luide hebben toegejuicht.
In koffiehuizen en in de familiekamer werd over niets
anders gesproken en velen wisten uit goede bron eene
massa bijzonderheden te vertellen. Intusschen waren het
de uitvindingen op electrisch gebied of wel was het de
warmte die den heer Roulez eene poets speelde zeker
is hetdat de man het geheele geval gedroomd heeft;
een schaterlach ging uit het publiek op en met de re
porters is geducht de draak gestoken. Na eene vrij
mislukte poging om niet een al te zot figuur te maken,
hebben de bladen zeer wijselijk verder gezwegen, en zoo
is ook die gebeurtenis thans ongeveer vergeten. Om bij
de groote droogte te blijven, zoo kwam ons dezer dagen
de statistiek van het Centraal Meteorologisch Bureau
onder de oogen waaruit wij ziendat voor de laatste
16 jaren, thans in 1892, voor de maanden April en Mei
te zamen, de minste hoeveelheid regen, zijnde 17 milli
meters is gevallen terwijl b.v. in 1879 de regenmeter
155 millimeters aanwees. Geen wonder waarlijk dat vele
Parijzenaars reeds naar de »campagne" zijn vertrokken,
eerst was het het dynamiet, en thans is het de warmte
die de bewoners verjoeg. Dezer dagen maakten wij ook
eens een klein uitstapje en wel met de lijn P. L. M.,
officieel genaamd Paris-Lyon-Méditerranéemaar in de
wandeling ook bekend als Pour La Mort, omdat indertijd
op deze lijn de ongevallen aan de orde van dep dag
waren. Intusschen is deze maatschappij er steeds op uit
voor het gemak en genoegen der reizigers op practische
74) door
P.AlJIi lilADAl.
HOOFDSTUK XXIII.
Met goedvinden van andere toonaangevendehooge
autoriteiten had de heer Raumerdie als president de
behandeling dezer zaak voor de jury had te leiden, het
overbodig geacht, het bedroevende schouwspel van eenen
hoogen staatsdienaar van vorstelijken bloede ondef be
schuldiging eener zware misdaad voor de jury te zien
terechtstaan voor een groot publiek te laten afspelen
en had hij daarom bepaalddat de behandeling der
zaak-Engernheim in de kleine gerechtszaal zou plaats
hebben.
De toeloop om kaarten was buitengewoon drok geweest,
en do teleurstelling was des te grooterwant slechts
een zeer klein gedeelte der aanvragen tot bijwoning van
het proces had ingewilligd kunnen worden. De president
had zich voorbehouden over dit geringe aantal persoon
lijke toegangsbewijzen zelf te beschikken, en bij de uit-
deeling had hij blijken gegeven van grooten tact. Er
waren ook de noodige ^ïuatregelen genomenom het
samenscholen van nieuwsgierigen voor de gerechtszaal
en eenen oploop voor het paleis van justitie te voor
komen. En zoo was het dan slechts een klein kringetje,
een werkelijk uitgelezen gezelschap, dat al sedert 's mor
gens acht uur vóór den aanvang der zaak de beperkte
ruimte voor het publiek bestemd, begon te vullen en
al zeer spoedig bezet had.
Ook de gezworenen waren reeds tegen kwart vóór
negen allen present.
wijze te zorgen. Zij was de eerste die hier de hoofd
kussens en dekens invoerde welke men bij het station
van vertrek huurt en bij aankomst weder afgeeft. Deze
maatregel, die in het begin met gelach en spot begroet
werd, is thans algemeen. Heden heeft die Maatschappij
weder iets nieuws bedacht, en wel op voorstel van den
ingenieur den heer Edouard Cros. Het is n.l. voor de
reizigers dikwijls, en vooral des nachts, bijzonder moeilijk,
het compartiment terug te vinden waarin men gezeten
was en waaruit men eenige oogenblikken afdaalthetzij
om zich te verfris3chen, of om welke reden dan ook. Wol
staan nummers op alle rijtuigen, doch hoe licht vergeten
wij daarop te letten. De heer Cros heeft er dus iets
beters op gevonden en met zijn nieuw systeem is het
bijna niet mogelijk zich nog langer te vergissen. Hij
trekt het oog en de aandacht van het reizend publiek
door eene groote blauw geëmailleerde plaat, waarop eene
geheel witte teekening duidelijk uitkomt. Die plaat is
op den wagen aangebracht en zoo gesteld, dat zij nood
zakelijk in het oog valt. De teekening is steeds zeer
eenvoudig, een dier, een boom, een meubel, een vaandel
enz. enz. Op deze wijze vinden wij dus altijd dadelijk
ons compartiment terug, en is een register aangelegd van
vijfduizend verschillende figuren ten behoevo der spoor
wegmaatschappijen. Hopen wij thans dat P. L. M. door
de andere maatschappijen op dien weg zal worden ge
volgd, vooral nu besloten is, waarom is ons niet duidelijk,
dat de wagens voor alle klassen ééne en dezelfde kleur
zullen hebben. Vroeger hadden wij roode, gele, blauwe,
zwarte wagens heden zijn ze alle groen en dus kunnen
die blauwe platen met witte figuren belangrijke diensten
bewijzen.
Wij spreken niet gaarne over misdaden, maar toch is
het drama, waarvan de rne du Rocher het théater was,
te echt parijschdan dat wij niet even bij die feiten
zouden stilstaan. Het is altijd dezelfde geschiedenis
eene jonge vrouw, madame Reijmond, die met haren man
uit liefde gehuwd was betrapte hare beste vriendin
eene jonge beeldschoone vrouw, madame Lassimouve, in
ongeoorloofde betrekking met den heer Reijmond. Reeds
had de bedrogene vrouw aan de beide schuldigen ver
giffenis geschonken, op voorwaarde, dat mevrouw Las
simouve niet langer met den heer Reijmond zoude omgaan.
Het einde echter is geweest, dat de heer Reijmond een
appartementje huurde in rue du Rocher en daar rendez
vous gaf aan zijne »maïtresse" en dat madame Reijmond
de schuldigen overviel en hen vond in eene houding, die
geen twijfel toeliet. Madame Lassimouve betaalde hare
ongeoorloofde liefde met het leven daar de bedrogene
vrouw haar met revolver en dolk ernstig vorwondde en
zij aan die wonden overleed. Buitengewoon veel werd
hier over dit drama geschreven, indertijd en nog steeds
was de jury steeds zeer zachtzinnig gestemd tegenover
hen, die misdrijven uit jaloerschheid begaan, vooral wan
neer de daders bedrogene echtelieden zijn of door haren
minnaar verlatene meisjes. Dat is met de vitrioleuses
begonnendoch zijn die drama's op veronrustbarende
wijze in hoeveelheid aangegroeid. Velen dringen er thans
Een paar minuten vóór negen ging er een gemompel
van nieuwsgierigheid van deelneming door de nu vol
komen gevulde ruimte achter het gedeeltedat in de
zaal afgezonderd was voor de in het proces betrokken
personen. Vorst Ulrich von Engernheim verscheen in
gezelschap van zijnen verdedigerden justitieraad Felix
Qnintus. Hij was geheel in het zwarthad zijne jas tot
boven toe dichtgeknoopt en hield zijnen hoed in de hand.
Hij scheen volkomen kalm te zijn.
De hooge krachtige mannelijke gestalte do onge
dwongen aristocratische houdingde edele kop met het
korte blonde haar en de volle baard dat alles was
reeds lang bekend bij het grootste gedeelte van het pu
bliek doch het leek welof het heden eenen nieuwen
diepen indruk maakte en met bijzondere opmerkzaam
heid werd het alles door de heeren en dames opgeno
men. De vorst bespeurde niet, of wilde niet bespeuren,
dat hij het voorwerp dezer bjjzondere belangstelling was.
Hij stond met het gelaat afgewend van de ruimte der
toeschouwers, naast zijnen verdediger, en was met dezen
in drok gesprek.
Toen kort na negen de officier van justitie Von
Dünenhorn zijn intieme vriendzijne plaats innam
beiden vermeden het, elkander heden aan te zien
stiet de vorst een klein deurtje open dat toegang ver
leende tot het voor de beschuldigden afgezonderde ge
deelte en zette zich neer op den stoel, die het dichtst
bij de rechters stond vlak achter zijnen verdediger in
ietwat schuine houdingzoodat hij zijn gelaat gericht
hield naar de rechters en de jurydoch van de toe
schouwers niets zag, die ook slechts voor een zeer klein
gedeelte hem in het gelaat konden zien.
Onmiddellijk daarna traden de rechters binnen. De vorst
stond op om hen te begroeten. Zij namen plaats achter
de groene tafel, en de president opende de zitting.
Na de gewone formaliteiten, de loting en de beëediging
der gezworenenhet oproepen der getuigen waarbij de
naam van vrijheer Emmerich von Saza onwillekeurig
eene beweging onder de toeschouwers deed ontstaan
werd de vrij omvangrijke akte van beschuldiging voor
gelezen.
op aan, dat men ook die misdaden zal bestraffen en niet
Liger de schuldigen vrijspreken. Zoolang echter het
groote publiek aan zijnemijns inziens zeer eerbied
waardige vooroordeelen vasthoudt en het huwelijk en
eeden van trouw nog als iets meer beschouwt, dan als
een eenvoudig burgerlijk contract, zoolang zal ook steeds
de publieke opinie zich uitspreken ten gunste van hem
of haar die zich zoo plotseling tot rechter en beul in
eigene zaak maakt en zal het vrijspreken in de mode
blijven. Dit laatste is echter uit een rechtsoogpunt eene
bepaald slechte uitspraak, de jury is steeds in lijnrechte
tegenspraak met het strafwetboek, de wet toch bestraft
het overspel met eenige maanden gevangenis, dus begrijpt
niemand waarom het aan den bedrogene vrijstaat die
lichte straf plotseling in moord en doodslag te veranderen.
Zoo wij over andere misdrijven en drama's niet spre
ken, dan is dit steeds om niet al te griezelig te worden.
Wijzen wij b.v. op Een drama in de rne de Berri; op
de geheimzinnige misdaad van Argenteuilen verder
maar dadelijk op de statistiek, welke voor de twintigste
week van het jaar, dus in acht dagen tijds en alleen voor
de stad Parijs twaalf zelfmoorden en dertien andere ge-
weldadige sterfgevallen aangeeft. Overigens is de ge
zondheidstoestand bevredigend, daar slechts 979 personen
stierven, terwijl bet gemiddelde cijfer 1025 bedraagt.
Hoe gevaarljjk het zijn kanin do kamers van een
hotel artikelen van waarde te laten, ondervond mevrouw
de baronnesse van Tuijll van Serooskerken welke dame
in het hotel Bellevue, Avenue de 1' Opéra, logeerde. Van
eene rijtoer door het Bois de Boulogne terugkomende,
vond de baronnes dat haar eene reistasch, inhoudende
voor tienduizond franken kleinoodiën en twee bankjes
van 1000 franken, ontvreemd was. De tasch werd wel
teruggevonden, doch ledig.
De buitengewone hitte deed ons een bezoek aan de
schilderij-salons uitstellen. Eindigen wij voor ditmaal met
aan alle gasten van Parijs een bezoek aan te raden aan
het nieuwe prachtige panorama »Le Vengeur" van
Poilpot. Poilpoit is een der grootste panoramaschilders;
voor de groote parijsche tentoonstelling maakte hij de
»Transatlantiquesverder zijn van hem: Vóór Parijs;
Reischoffen Buzenvalde verovering der Bastille de
Vrijwilligers van 1792 en ontvingen Londen, Chicago,
New-York, Washington, Moskou enz. zeer schoone pano
rama's van Poilpot Wij nemen aan, dat het zeegevecht
van den »Vengeur" bekend is en willen slechts in her
innering brengen, dat dit schip deel uitmaakte van een
fransch eskaderhetwelk in de laatste dagen vaD Mei
1794 uitzeilde, om de engelsche schepen te bevechten,
en zoodoende aan een convooivan Amerika komende
met levensmiddelen, den weg te openen om veilig Brest
binnen te komen. Op 1 Juni 1794, of zooals men toen
schreef 13 Prairial van het jaar 2, strijdt de Vengeur
uren achtereen tegen verscheidene engelsche schepen, en
Da een verwoed gevecht verzinkt het fransche schip
langzaam en steeds strijdende, met dooden, levenden en
gewonden in de diepte onder den kreet van »Leve de
Republiek." Het panorama van Poilpot is bepaald
Deze steunde vooral op de rechtstreeksche beschuldiging
door Bertha Schmider en vrijheer Von Saza: op de be
sliste verklaring der eerste die den vorst in den nacht
van 21 op 22 December ongeveer om één uur het park
had zien binnentredenen de even besliste verklaring
vau den laatstedie den vorst ongeveer te half twee
het park had zien verlaten. Voor het hek in de König-
grützerstrasso had de voj-st eene droschke genomenden
koetsier aangespoord hard te rijden, en voor den kleinen
afstand tot Kroll het buitensporig hooge loon van tien
mark betaald. (Getuige: de voormalige koetsier A. Spiddel).
De verklaring van den beschuldigde hoe hij om van
de Behrenstrassewaar hij gelijk bewezen en door hem
erkend was den avond had doorgebrachtnaar Kroll
te gaanin dit gedeelte der Königgrittzerstrasse was
gekomen, dat hij volstrekt niet had behoeven te passeeren,
moest als ontoereikend verworpen worden.
Deze bezwarende feiten werden echter door nog andere
gesteund, die wellicht als nog klemmender bewijzen kon
den dienen. In de sneeuw van het park had men de
scherpe indrnksels van de voetstappen des nachtelijken
bezoekers gevonden die eerst na één uurdaar tot dit
uur eene buitengewoon felle sneeuwjacht had gewoed
het park had kunnen verlaten. Deze sporen waren zeer
opmerkelijk geweestblijkbaar van iemand die hinkte.
Ook in de parkkamer dicht bij de deur, die tot het park
toegang verleendeen op den Steinway-vleugel in de
nabijheid dezer deur, waren vochtige sporen waargenomen.
Bij het vorige proces tegen Hotte c. s. had men aange
nomen, dat deze sporen van Wildicke afkomstig waren.
Wildicke, die zijne misdaad, zoowel het beramen als de
verleende hulp bij de inbraak volkomen had bekend
had intusschen voortdurend beslist ontkend, dat hij door
het park was gekomen eu ook nu had hij dezelfde
verklaring afgelegd. Het was niet te denken, dat Wil
dicke, die de hoofdzaken bekend had, uit eene of andere
gril hardnekkig ietsdat naar verhouding van zeer
ondergeschikten aard was zou loochenen. De onder
stelling die men bij de vorige behandeling der zaak
had laten gelden dat de inbreker gedurende de korte
afwezigheid van gravin Iseneck uit de parkkamer het