Beter gei\m Ban gelaten.
„ÏCÜMT."
No. 70.
Vier en Negentigste Jaargang,
1892.
ZON DAG
12 JUNI.
EERSTE BLAD.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
FEUILLETON.
Roman uit het Berlijnsche leven,
iLkHwiiNciii: conn vr.
Dezo Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- eu
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar O,WO; franco door het
gebeele rijk 1,
De 3 nummers f 0,06.
Prijs der geivone Vd ver tent lën:
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer: 3.
SCHllLDVOKDERlSieGV.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen in voldoening aan art. 228 der gemeentewet in
herinnering, dat alle schuldvorderingen over 1891 ten
laste dezer gemeente vóór of op den 30 Juni moeten
worden ingeleverd en dat alle schuldvorderingen
niet binnen den bepaalden termijn ingeleverd, verjaard
en nietig zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. Maclaine Pont.
31 Mei 1892. De Secretaris,
Nuhout van der Veen.
Met 67 tegen 16 stemmon heeft de Tweede Kamer
het wetsvoorstel aangenomen om de sommen te ver-
hoogen, die op de Staatsbogrooting zijn uitgetrokken tot
ondersteuning van gemeenten die in het algemeen niet
in staat zijn in de kosten haror huishouding behoorlijk
te voorzien, of die in 't bijzonder door de uitgaven voor
haar lager onderwijs te zeer zijn bezwaard. De eerst
bedoelde som werd verhoogd van j 6.000 tot ƒ256.000,
en de tweede van 260.000 tot 310.000. De Kamer
had hier te doen mot een inderdaad buitengewonen maat
regel, met een noodwet, zooals zij er reeds een in 't be
lang onzer verdedigbaarheid had aangenomen. Onder
gewono omstandigheden zou zulk een wetsvoorstel niet
zijn goedgekeurd, maar ook niet zijn ingediend.
In vele gemeenten in Friesland en ook in onkele ge
meenten buiten die provincie is de nood zoo hoog ge
rezen, dat voorziening onmiddellijk noodig is geworden.
Verschillende plaatselijke uitgaveninzonderheid voor
armenzorg en onderwijseischen grooter sommen dan
de ingezetenen redelijker wijze kunnen opbrengen. Twee
ërlei is noodig om daann duurzame verbetering te
brengen; 1°. zal het noodig zijn, sommige uitgaven voor
zaken die meer tot het gebied van den Staat dan tot
de huishouding der gemeenten behooren en die de wet
niettemin aan de gemeenten heeft opgelegd, voor rekening
te brengen van het Rijk; 2°. moet het plaatselijk belas
tingstelsel beter geregeld worden en daarbij aan de ge
meenten ook de gelegenheid worden gegeven om personen
die buiten de gemeente wonen maar bij een goede ge
meente-huishouding belang hebben, omdat zij er land of
huizen bezitten of hun bedrijf er uitoefenen ook naar
een redelijken maatstaf in de gemeentelasten te doen
bijdragen. Om net laatste doel te bereikenhad de
vorige Minister van Financiën een wetsontwerp ingediend,
waartegen echter niet alleen niet ongegronde bezwaren
waren geopperd, maar waarmede de gemeenten ook niet
voldoende zouden zijn geholpen. De tegenwoordige Re
geering heeft gemeend, dat de nood in sommige gemeen-
75)
DOOR
P1BL MVÜAI.
Bertha Schmider sidderde heftig en was zeer ontroerd,
toen de voorzitter er haar streng en met nadruk op wees
dat het haar plicht was, ook voor het geval dat zij den
eed niet behoefde af te leggende volle waarheid te
zeggen. Met zachteen trots het herhaalde verzoek om
toch duidelijker te spreken nauw hoorbare stem legde
zij hare verklaring af. Zij bleef er bijdat zij in dien
nachtzooals reeds eenige malen te voren wanneer
zijne Excellentie op reis was," Zijne Doorluchtigheid
den vorstdien zij aan zijne hooge breede gestalte en
aan zijnen eigenaardigen gang altijd duidelijk herkend
had, ongeveer om één uur door het park de kamer had
zien binnentreden. Gedurende de afwezigheid van den
president had zij gewoonlijk in de kleedkamer naast de
parkkamer geslapen, doch op dezen avond had de gravin
haar naar voren, naar hare eigene slaapkamer gezonden.
Op verzoek van den officier van justitie werd aan de
getuige gevraagd of zij niet eenigen tijd geleden aan
de gravin geschreven en van deze eene aanzienlijke som
gelds had ontvangen. Bertha antwoordde toestemmend
zij had vijf honderd mark ontvangen.
Nn liet de verdediger aan de getuige de vraagstellen,
of zij nog meer gelden had verlangd en of die latere
vordering niet met stilzwijgen was beantwoord. Ook deze
vragen werden toestemmend beantwoord.
De verdediger verzocht den voorzitterzelf een paar
vragen tot de getuige te mogen richten.
»Was de gravin over het algemeen niet bijzonder goed
en mild voor hare dienstboden
Ja
ten te hoog gestegen is om ze te kunnen laten wachten
op een herziening van de gemeentewet. Onmiddellijke
hulp was noodigbleef die uitdan was do vrees niet
ongegrond dat sommige gemeenten niet langer in staat
zouden zijn hare huishouding voort te zetten en voor
de haar tor behartiging opgedragen zaken zóó te zorgen,
als wettelijk voorschrift of billijkheid vordert. De groote
meerderheid van de Kamer bleek van dezelfde meening;
en ofschoon wij die houding volkomen begrijpen en aller
minst af keuren, toch kan het niet ontkend worden, dat
het door de Regeering aangewonde redmiddel een zware
schaduwzijde heeft.
Het uitzicht op ondersteuning uit de Staatskas is zoo
verleidelijkdat het te vreezen staat dat niet alle ge
meentebesturen er weerstand aan zullen kunnen bieden.
Behalve de gemeenten die ditmaal onderstand zullen
ontvangenzijn er niet weinige die evenzoo groote
moeite hebben om voor noodige en nuttige uitgaven de
vereischte inkomsten te vinden. Hoe zal het zijn, wan
neer het voorbeeld van bijstand uit 's Lands kas gegeven
is De thans geholpen gemeenten hebben bij het doen
van uitgaven niet altijd de noodige beperking in acht
genomen. Vooral in Friesland ging de armenzorg allengs
meer van particulieren en kerkgenootschappen op de
gemeenten over. Hoo zal het gaan, nu ook do Staat voor
dit doel do beurs heeft geopend Voor een niet onbe
langrijk deel wordt de treurige toestand van vele Friesche
gemeenten ook hieraan toegeschreven, dat niet alleen de
vroegere dorpen daar zijn samengesmolten tot groote
gemeenten overeenkomende met de oude grietenijen
maar dat tevens wat niet noodig was ook de afzon
derlijke inkomsten dier dorpen zijn saamgevloeid in ééne
algemeene gemeentekaswaaruit in de behoefton der
dorpen voorzien moest worden. Het lag voor de hand,
dat nu elk dorp uit de algemeene kas zooveel mogelijk
wilde genieten, en dat het dikwijls zeer moeielijk was.
voor één dorp een daar noodige uitgave door den ge
meenteraad te doen goedkeuren, zonder omstreeks even
veel toe te staan voor de andere dorpenofschoon die
uitgaven daar inderdaad mindor noodig waren. Een
gelijksoortige invloed is te vreezen van het openstellen
van de algemeene Landskas tot voorziening in plaatselijke
behoeften. Gedeputeerde Staten zullen met kracht tegen
dergelijke neigingen moeten opkomen en de Regeering
zal niet minder krachtig weerstand moeten bieden, waar
men zonder dringenden nood den thans geopenden weg
zou willen inslaan.
Alleen als tijdelijke maatregel is een dergelijke wijze van
algemeenen onderstand aan noodlijdende gemeenten te verde
digen. Wij hebben, helaas, op wetgevend gebied achterstand
van allerlei aard; onze militaire dienstplicht, ons rijksbolas-
tingstelsel.onze plaatselijke belastingen, ons kiesrecht moeteu
worden herzien; de administratieve rechtspraak moet worden
ingevoerd, de leerplicht geregeld, de werkman tegen ziekte
en ouderdom verzekerd, ons burgerlijk recht herzien, de
verhoudii g tusschen patroon en werkman door de invoe
ring van Kamers van arbeid verbeterd enz enz. Op alles
wordt met hetzelfde ongeduld aangedrongen en toch kan
niet alles te gelijk ondernomen worden en moet het een
»Hoe zijt gij eigenlijk op de gedachte gekomen aan
Saza uwe opmerkingen enzoovoorts mede te deelen
De getuige zweeg.
Gij hebt Saza toch immers verteld, wat ge ons zoo
even verteld hebt
Ja 1"
Dan vraag ik n: wat heeft u daartoe bewogen?
Meendet ge misschien, dat Saza voor u geld van de gravin
sou ontvangen Nu Gij moet mij antwoorden,
Bertha Schmider
»Neen dat dacht ik niet. Ik heb het mijnheer den
baron zoo maar eens verteld."
Zoo maar eens? Stondt ge met den baron Saza op
zulk eenen voet, dat ge hem allerlei vertrouwelijke medo-
deelingen deedt In welke betrekking staat ge toch wel
tot dien heer Ge schijnt hem zeer goed te kennen. Hij
heeft u allerlei beleefdheden bewezenbijvoorbeeld de
beide brieven aan vorst Engernheim gedicteerd. Geef
mij dus een antwoord op mijne vraag in welke betrek
king staat gij tot dien mijnheer
»Ik ben huishoudster bij den baron."
„Zoozoohuishoudster herhaalde Quintus met
bittere ironie. „Gij wilt daarmee zeggen, dat ge bij mijn
heer inwoont eu dat gij samen één huishouden uit
maakt Ik verzoek den leden der jury vriendeljjk
aan deze mededeeling de noodige aandacht te schenken.
Wellicht geeft zij ons de sleutel voor menige overeen
stemming in de verklaringen van deze huishoudster en
haren meester."
ToeD de magere, spichtige vrijheer Von Saza met zijn
geelperkamantachtig gelaatwaarop de gemeenheid
haren stempel had gedruktvoor de balie tradgaf de
verontwaardiging die zich op het zien van dezen ge
tuige van de toeschouwers meester maakte, zich wederom
lucht in een onophoudelijk gedruisch. De president liet
even het knopje tegen de bel, die voor hem stond, slaan,
en weldra heerschte er weder volkomen stilte.
Saza gaf met groote uitvoerigheid en beslistheid ver
slag van zijne ontmoeting met den vorst in de König-
grfitzerstrasse. Hij had den heerdien hij uit het hek
had zien komen wel niet herkend doch hij wist vast
wachten op het ander. De herziening van ons rijksbe
lastingstelsel is vóór alles aan de orde gesteld zij moet
noodzakelijk aan de herziening van de algemeene regelen
voor onze plaatselijke belastingen voorafgaan, en onder
zulke omstandigheden blijft inderdaad niet veel anders
over, dan, als tijdelijke maatregel, de gemeenten die op
de betere regeling der plaatselijke belastingen niet kunnen
wachten, uit 's Lands kas te ondersteunen. Intusschen zal
deze tijdelijke maatregel langer moeten duren dan wen-
schelijk is. Volgons het werkplan der Regeering zal op
de herziening van onze rijksbelastingen de rogeling van
het kiesrecht volgen, zoodat eerst daarna de herziening
van onze gemeentewet ten aanzien van de uitgaven die
voor rekening van de gemeenten komen en de algemeene
regelen omtrent de plaatselijke belastingen ter hand ge
nomen zullen kunnen worden. Op de vraag, wanneer de
Wetgevende Macht dan waarschijnlijk daartoe zal over
gaan kan door niemand een eenigszius bevredigend ant
woord gegeveu worden hier zijn alleen gissingen moge
lijk en daarom is het alleszins verklaarbaar dat zich
aan menigeen de vraag opdringtof niet nog vóór de
herziening van het kiesrecht een, zij het ook gedeeltelijke
eu tijdelijke, herziening der algemeene regelen omtrent
onze plaatselijke belastingen ondernomen behoorde te
worden. Verklaarbaar wordt ook de mededeeling in het
voorloopig verslag van het onderzoek der wetsontwerpen
van onzen Minister van Financiën, dat enkele leden, die
vroeger den voorrang aan de herziening van het kies
recht meonden te moeten geven, thans niet alleen gaarne
aan de voorgestelde belastinghervorming zouden mede
werken, maar het bij den loop dien de zaken genomen
hadden zelf? wenschelijk achtten, dat de geheele herzie
ning van het belastingstelsel, met inbegrip van de plaatse
lijke belastingen, werd afgedaan, alvorens de herziening
van het kiesrecht werd ter hand genomen.
Inderdaad is voor zulk een orde van werken veel te
zeggen."De Rogeeriug heeft echter reeds verklaard onge
negen te zijn haar eenmaal vastgesteld werkplan te her
zien, eu die verklaring kan moeilijk iemand hebben be
vreemd. Naar het vastgestelde en openbaar gemaakte werk
plan dor Regeering regelen niet alleen alle partijen, maar
ook alle schakeeringon in de partijen hare verwachtingen
eu hare plannen. Zolk een werkplan kan natuurlijk niet
allen evenzeer voldoen, ook niet allen geestverwanten
maar de tegenpartij kan het niet veranderen, en de poli
tieke geestverwanten, die het liever anders hadden ge
zien, nemen er vrede mede. Voor een Regeoring is het
in het algemeen niet geraden dat werkplan te wijzigen
niet alleen omdat zij daardoor onder haar eigen geest
verwanten opnieuw strijd eu bij velen misschien teleur
stelling zou kunnen doen ontstaan, maar ook omdat de
tegenpartij, die in deze zaak mede een woord heeft te
spreken, door zich in den strijd te mengen, beslissingen
zou kunnen doen nemen, geheel afwijkende van de wen-
schen der meerderheid onder de geestverwanten en, juist
omdat do tegenpartij den doorslag gaf, minder aangenaam,
zoo niet bedenkelijk voor de Regeering.
Dat overigens op een afdoende, een bevredigende ver
betering van den toestand verreweg de meeste kans be
en zeker vergissing was hierin niet mogelijk dat
deze heer hem droschke n". 1111 had weggokaapten
door navraag bij den koetsier, was hij to weten gekomen,
dat deze heer vorst Von Engernheim geweest was.
„De beschuldigde geeft de mogelijkheid toe, dat hij
eeno droschke in de Königgrfitzerstrasse heeft genomen",
zeide de voorzitter. „Het is eenvoudig maar de vraag,
gÜ gezien hebt, dat de beschuldigde uit het park der
Iseneck's is gekomen."
„Dat heb ik gezien. De vorst drukte tegen het hek,
dat in het slot vielkeek nog even om liep naar de
droschke die ik juist had aangeroepenBtapte in en
reed weg."
„Dus gij hebt duidelijk gezien, dat de beschuldigde
door het hek uit het park in de KöDiggratzerstrasso is
gekomen
„Dat heb ik duidelijk gezien."
„Wenscht nog iemand iets aau den getuige te vragen?"
De justitieraad Quintus stond op.
„De getuige heeft zooeven verklaard, dat hij den vorst,
dien hij zeer goed kendeen die op dien avond of in
dien nachtzjjne bijzondere aandacht had getrokken
omdat hij op dit buitengewone uur uit het park kwam,
desniettemin niet herkend heeftofschoon hij maar een
paar passen van hem was verwijderd. Het was dus waar
schijnlijk zeer donker
„Het was een stormachtige donkere nacht, boven
dien belette de sneeuwjacht iets te zien."
„Zoo Dat hoeft echter niet verhinderd dat Bertha
Schmider van haren uitkijk op de eorste verdieping
dus onder veel ongunstiger omstandigheden den vorst
zeer duidelijk herkend heeftDe heeren gezworenen zullen
dus wel weten wat zij van do verklaring van Bertha
Schmider te denken hebben. De getuige heeft dus eerst
indirect, na ziju onderhoud met den koetsier in den
bierkelderde gevolgtrekking kunnen makendat de
nachtelijko parkbezoeker identiek was met Zijne Door
luchtigheid vroeg Quintus scherp.
„Volstrekt niet I Deze overtuiging steunde op eigen
waarneming en op de mededeelingen, die ik zoowel van
juffrouw Schmider als van den koetsier had ontvangen.