KAN T." No. 79. Vier en Itfegentigste Jaargang. 1892. ZON 1>AG EERSTE BLAD. l)it nummer bestaat uit 2 bladen. Binnenland 9 J II L 1. FEUILLETON. Roman uit het Berlijnsche leven, ilkmaarsche courant Dezo Couraut wordt Dinsdag-, Donderdag- en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar/ O,SO; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers f 0,06. BRVOliHISIU. De volgende personen worden verzocht zich ter ge meente-secretarie (aldeeling bevolking) aan te melden. Dirkje Best, laatste woonplaats Abbekerk Dirk Lom- mandeur, 1. w. HeerhugowaardCornelis Kaaij, 1. w. WinkelTheodorus Boots 1. w. de Rijp Alewiju Oost- woud Wijdenes, 1. w. HoornJohan Levert, 1. w. Helder; Garbe Veenstra1. av. Uitgeest; Maria Jansen, 1. w. MonnikendamHarmanna Maria Bakkers1. w.^ Duu- epekela; Josua Uitmond, 1. w. Monnikendam; G. D. Uittien 1. w. Brammen; Jacob Hoedjes, 1. w. Bergen. Telefoonnummer Prijs der gewone Advertentlën: Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Tweede Hamer. Voerden den 30 de heeren Houwing. Virnly Verbrugge en Kolkman nog het woord eerstgenoemde, om te verklaren, dat hij ook ongewijzigd voor de voorstellen zon stemmen, de tweede om zich voor te verklaren en op bekorting der beraadslaging aan te dringen, en laatstgenoemde, om te verklaren dat hij in be ginsel voor was, doch tegen de onderdeelon, bijv. tegen den eed onoverkomelijke bezwaren te hebben; den 1, toen tot de toelating van den beer Ruijs van Beerenbroek be sloten en een wetsontwerp ingediend werd tot onteigening voor den aanleg eener duinwaterleiding te Haarlem bepaalde de heer G. van Dedem zich tot het maken van enkele practische opmerkingen Hij wil wel tot do vermogensbelasting meewerken, als de minister tot ver mindering van de grondbelasting voor ongebouwd wil overgaan met 3/7 in plaats van mot 1 7 de boeren niet in de bedrijfsbelasting aangeslagen en de tractementen in de bedrijfsbelasting opgenomen worden. Wil men de verlaging der grondbelasting niet vinden in de verhooging der vermogensbelasting, dan verdnbbele men den wijn accijns. De beer O p p e d ij k die onverstaanbaar was, hooptedat het hem ten slotte veroorloofd mocht zijn vóór de wet te stemmen, waarna de heer van Houten uitvoerig de tegen de wet ingebrachte bezwaren weer legde. Hij is bij het nagaan dezer belastingvoorstellen tot de slotsom gekomen, dat zeer weinigen er door ge drukt velen ontlast zullen worden. Hij berekentdat volgens de vermogensbelasting 80000 aangeslagenen zullen zijn onder hen, die het laagst zijn aangeslagen, tot een bedrag van 2'/a millioen. En onder al dezen zal men niemand vinden die niet in zijne klasse tot de meest gezetenen behoort en nog gebaat wordt door de afschaffing van zout en zeep. De getroffenen vormen dus '/j0 en al de %0 overige bewoners betalen niets in deze belas ting. Het zwaartepunt is gelegen in de afschaffing van schadelijke belastingen en hij zal de regeering blijven steunen zoolang ze daaraan vasthoudt. Zij die deze wetten nog mooier willen makenzullen hunne denk- ji 84) nooit PAUIi MAD AU. beelden wel in voorstellen formuleeren en dan zal hij ze beoordeelen. Daarna kwam de ministur van financiën aan het woord. Aan zijue uitvoerige rede worden de volgende hoofdpunten ontleend. Hij houdt vast aan het plan, om, als de vermogensbelasting aan genomen is, de perequatie voor de grondbelasting voor te stellen op een grondslag van 6 pet De afschaffingvan den zeepaccijns is van groot belang. In België is de zeepindustrie na de afschaffing sterk toegenomen. Er zijn thans meer dan 400 zeepziederijen. De kleine industrie voert dit bedrijf. De zovtaccijns De verlaging zal den margarinefabri kanten, das den concurrenten der znivelbereiders baten. Maar waarom zou zulk een belangrijke tak van industrie geen steun verdienen De afschaffing der overgangs rechten verdedigde hij uitvoerig. Naar zijne zienswijze moest de anti-revolutionaire partij het regeeringsstelsel ondersteunen als overeenkomende met hare richting en haar streven. De minister trad in nadere becijferingen om aan te tooueu dat vele personen die 20 bunders bezitten en meer, niets met de vermogensbelasting uitstaande zullen hebben. Dit staat in verband met den aftrek van scliul- dou en van het bedrijfskapitaal, gelijk hij in bijzonder heden aantoont. De mandie 50 bunders bezit zal 48.25 meer betalen dan tot das ver dit is nog niet de helft van hetgeen de effectenhandelaar betaalt. Ten minste 2 3 van de eigongeërfdo hoeven zal in de vermo gensbelasting niet bijdragen door de vermindering der zoutbelasting zullen de kaasboeren gebaat worden de groote landbezitter zal veel lager belast worden dan de effectenhouder en door de verlaging der overgangsrechten zal alle vast goed met 4 pet. in waarde rijzen. De re geering zal al het mogelijke doen, om de bedrijfsbelasting en de perequatie zoo spoedig mogelijk tot afdoening te brengenin het vertrouwen dat de kamer met haar zal medewerken. Wordt vervolgd. In de avondzitting is de a 1 g o m o e n e beraadslaging gesloten. Met gesticht Meerenberg. De aan de leden der Prov. Staten van Noordholland reeds toegezonden rekening en verantwoording van het ge sticht Meerenberg over 1891 wijst een ontvangst aan van f 410.111.83, een uitgaaf van f 400.869.99 en alzoo een tekort van f 9241.84. Ter toelichting van dit tekort wijzen Ged. Staten er op, dat de ongunstige fiuanciëele toestand van het gesticht begonnen is met do uitbreiding, welke het gesticht voor eenige jaren onderging. Toen toch vermeerderden de uitgaven, vooral door de verplichting aan het gesticht opgelegd, om de rente eu aflossing der leening, voor die uitbreiding gesloten, te betalen zonder dat eenige belangrijke toeneming van inkomsten daartegenover stond. Wel bleef de commissie van toezicht er naar streven alle uitgaven uit de inkomsten te dekken, en waarschijnlijk zon zij daarin zelfs geslaagd zijn, zoo in de laatste jaren de prijzen van brandstoffen en levensmiddelen niet belangrijk waren gestegen. De HOOFDSTUK XXVI. Het was nog donker. De lantarens brandden nog. Een fijne motregen viel nauw merkbaar nit den zwarten hemel. Het was kil eu onbehaaglijk weder. Ulrich had den vorigon avond alles geregeld, wat hij had willen regelen. Hij stond geheel gekleed, met den hoed op het hoofd, aan het venster en staarde naar beneden op de leege duistere straat. Op het vochtige plaveisel danste de grillige weerschijn der gasvlammen. Het had juist half zeven geslagen. Daar sloeg een groote landauer, door twee forsche bruine paarden getrokkenden hoek van Unter den Linden om, reed de Wilhelmstrasse in en hield voor de deur van het hotel stil. De palfrenier sprong van den bok. Ulrich opende het vensteren riep de donkere ge stalte, die uit het rijtuig stapte toe »Doe geene moeite Ik kom al Een bediende hielp hem zijne langezware overjas aantrekken. »Doe de lamp uit en volg mij dan 1" zeide Ulrich. De heeren begroetten elkandor met eenen innigen handdruk. »Ik zou gaarne mijnen bediende meenemen", merkte Ulrich op. Wel, waarom niet? Gij kunt weer naar huis gaan", gelastte de gezant zijnen kamerdienaar. Ulrich's Jean sloeg het portier dicht en klom op den bok. Het rijtuig rolde heen. Ulrich en Pracks reden voornittegenover hen zaten Von Berwitz en dr. Zwirner, een academievriend van den vorst, den huisdokter bij graaf Pracks. Onderweg werd zeer weinig gesproken. Bij de Charlottenburger Kuie haalden zij eenen an deren landauer iudie eveneons in snellen draf den breeden straatweg opreed. Graaf Pracks liet het raampje neer. Aan de Appelgrauw- tjes en de lichtbruine livrei herkende hij het rijtuig van graaf Isoneck. »Je behooft niet vooruit te rijden!" riep hij zijnen koetsier toe. »Volg dat rijtuig maar. Wij moeten den zelfden weg nit 1" De beido rijtuigen reden na eenigen tijd een groot park terzijde van don weg biunen. Het hek stond open. Langs eenen tamelijk smallendoor don regen ietwat muilen zandweg die zich door kreupelhout kronkelde bereikten zij na eenige minuten een huisje, dat op eene open plek gebouwd wasen waarin waarschijnlijk de tuinman met zijn gezin woondo. Uit een venster der grondverdieping viel een flanw licht. Het voorste rijtuig hield stil. Graat Iseneck, graaf von Boost, baron Von Heddersdorf en de geheimraad dr. Lohau- sen stapten uit eu begaven zich ietwat terzijde. Toen zij den vorst mot zijne vrienden zagen uitstappen sloegen zij geleid door Von Heddersdorf, een klein zijpad in. Ulrich en zijne vrienden volgden hen op eenen afstand van ongeveer vijftig pas. Op nauw vijfhonderd schreden afstands van het huisje lag eene opene, vierkante ruimte, die de eigenaar van het park zoo had laten inrichten voor het lawn-teunisspel. Aan alle vier de kanten was zij omzoomd door de nu ontbladerde boomen van het park. »Wij zijn w.iar wij wezen moeten 1" zei baron Von Heddersdorf, terwjjl hij met de heeren bleef staan. Toen Ulrich met zijn gezelschap hun naderde, namen alle heeren zwijgend den hoed af. Het was intnsschen begonnen te schemeren, doch vaal en somber brak de morgen aan. Graaf von Boost keek op onkosten hieruit reeds voortgevloeid on daaruit waar schijnlijk nog voort te vloeien, maken het noodzakelijk, althans tijdelijk, oene regeling te troffen, die tot verbete ring van den flnancieelen toestand leidt. Verder moet de commissie de uoodigo fondsen beschikbaar hebben voor tal van verbeteringen in gebonwon van dien omvang telkens noodig, waarom wordt voorgesteld voor den tijd van ten hoogste 5 jaren, te beginnen met 1892, eu voor zoover daaraan behoefte blijkt te bestaan, het gesticht te ontheffen van de verplichting tot teruggave aan de pro vincie van het bedrag van rente en aflossing der ten behoeve der uitbreiding aangegane geldleeniug. Het bedragdat dan ten laste blijft der provincie, zal waarschijnlijk beloopen in die 5 jaar f 93,750. daar de aflossing 10000 per jaar en de rente van 1892 tot 1896 achtereenvolgens 9450,/ 9100, J 8750,/8400 en ƒ8050 bedraagt. Als gevolg van de indiening van dit voorstel wordt voorgesteld op dienst 1893 4 vier opcenten op do personeele belasting te heffen in plaats van drie. Ook de begrooting voor Meerenberg 1893 is ingeko men en slnit tot een bedrag in ontvangsten en uitgaven van f 394,895.50. Verder geven God. Staten te kennen betrekkelijk de verpleging van jeugdige idioten, dat het weuschelijk kan worden genoemd, de jeugdige idioten voortaan, in plaats van te Meerenberg, in een of meer der idiotengestichten te doen verplogen en daarheen zelfs, zooveel mogelijk, du thans te Meerenberg aanwezige jonge idioten te doen overbrengen. Daarom stellen zij voor, hen te machtigen, de noodige stappen te doen om de jeugdige idioten uit Noordholland, wier verpleging door gemeente- (of armbesturen) bekostigd wordt, te doen opnemen in de voor zulke lijders bestemde inrichtingen, die als krankzinnigengestichten zijn erkend, en voor hunne verpleging aldaar aan de gemeente- of armbesturen ge lijke bijdrago nit de provinciale fondsen te verstrekken, als is toegestaan voor de verpleging in andere gestichten, van krankzinnigen voor wie te Meerenberg" geene plaats aanwezig is, of die in de termen vallen van het besluit van Prov. Staten van 9 November 1888 no VII Bij kon. besluit van deu 30, is met ingang van 16 Juli a.s. de heer D. E. C. Knuttel te Leiden benoemd tot Rijk-bouwmeester. Men schrijft uit Ursem Den 1 mocht mojuffrouw N. Schagen-Costerhet feest harer veertigjarige werkzaamheid als verloskundige in deze gemeente vieren. Aangenaam werd zij verrast, toen haar door den burgemeester namens de gemeente een fraai aandenken werd aangeboden terwijl door de hier bestaande permanente feestcommissie, namens vele inge zetenen, haar een keurig geschenk bij monde van den heer N. v d. Sluijs, werd vereord. Hoewel zij reeds eenigen tijd lijdende isneemt zij nog steeds ijverig hare plichten waar. Do raad der gemeente (•■aft heeft in zijne verga dering van don 1 benoemd tot onderwijzer te West- Graftdijk den heer H. Bakker te Haarlem. Met den benoemde waren op de voordracht goplaatst de heeren: H. Jousma te Bolsward en B. H. v. d. Veen te Kampen. zijn horloge. Er ontbraken nog slechts weinige minuten aan den bepaalden tijd. Graaf Albrecht von Iseneck en vorst Ulrich hadden zich langzaam van elkander verwijderd. De beide artsen begroetten elkander nogmaals, drukten elkaar de hand en begonnen fluisterend een gesprek. De vier secondanten lootten. Het lot besliste, dat baron Von Heddersdorf de leiding van het duel op zich zon nemen. Do oudste secondant der tegenpartijde gezant graaf Pracks, zou hom hierbij ter zijde staan. Het terrein was uitstekend geschikt voor het doel. Id het midden werden de beide standpunten, die met het oog op het licht en de omgeving, volkomen gelijk waren, en eenen afstand van vijftien pas bepaald. De door Berwitz meegebrachte pistolen werden na aandachtig onderzoek volkomen bruikbaar bevonden. Het lot besliste iutussohen ten voordeele der pistolen die Heddersdorf had meegobracht. Daarna word weder het gebruik van elk pistool afzonderlijk den tegenpartijen door het lot toegewezen. Met de grootste zorgvuldigheid werd geladen eerst het pistool van deu graaf door baron Heddersdorf, daarna het pistool van den vorst door graaf Pracks. De laadstok werd nog eens in den loop van elk pistool gestoken om de volkomene gelijkheid der ladingen vast te stellen. Vervolgens werden de tegenstanders geroepen. »Mag ik den heeren verzoeken, hunne overjassen nit te trekken", vroeg baron Von Heddersdorf. L)e heeren kunnon huune jassen aanhouden. Doch wanneer de heeren vaste voorwerpen in de zakken hebben dan verzoek ik hun vriendelijk, mij die te geven." Graaf Albrecht en vorst Ulrich hadden hunne zware overjassen reeds bij de eerste woorden uitgetrokken. Daarna reikten zij aan de secondanten hnn horloge, hunne portemonnaie, hunne sleutels over. Uit den linkerborst zak haalde Ulrich eenen brief te voorschijn, dien hij ook wilde overgeven. „Den brief mag Uwe Doorluchtigheid behouden. Het is eenvoudig maar te doen om voorwerpen die weerstand zouden kunnen bieden."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1892 | | pagina 1