No. 91.
Vier en Wegentigste Jaargang.
1802L
ZONDAG
31 J U LI.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
EERSTE BLAD.
Nationale Militie.
Buiten de grenzen.
Buitenland.
Binnenland.
Werkplaats van Koper- en Zinkwerk.
il.MI IIISCIII COl ll VAT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar f O,SOfranco door het
geheele rijk J 1,
De 3 nummers f 0,06.
Prijs der gewone Advertentie»:
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer: 3.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis dat beden op de gemeente
secretarie ter visie is gelegd het aan hen ingediend
verzoek, met de bijlagen, van M. A. ERKAMP om ver
gunning tot het oprichten van eene werkplaats voor
koper en zinkwerk in het perceel aan het Pnidsen, wijk
C No. 60, en dat op Vrijdag 12 Augustus 1892, 's mid
dags te twaalf uren, ten raadhuize gelegenheid wordt
gegeven om tegen het oprichten van die inrichting be
zwaren in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar. A. Haclaine Pont.
29 Juli 1892. De Secretaris,
Nuhout van der Veen.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR gelast, krach
tens bekomen aanschrijving de onderstaande hier wo
nende of tot deze gemeente behoorende verlofgangers,
om zich tot bijwoning der oefeningen, 's namiddags vóór
4 uren bij huu korps te vervoegen als volgt
4 Augustus 186.2. Ie Regiment vesting-artillerie, garni
zoen te Helder:
MATTHEUS DEKKER, CORNELIS
ROLIE, JOHAN JACOB KLOOSTER,
JAN BOS, ARI8 OUD CS JAN NA-
ROL D en CORNELIS EVERT MIJL-
HOFF.
Genietroepen, garnizoen teU tr ec h t:
CORNELIS ER1KS, ALBERTUS GE-
RARDUS ZEVENHUIZEN en THEO
DORES MESSELAAR.
t ,1e Regiment Infanteriegarnizoen te
Helder:
«CHRISTIAAN TROMP, JAN BEEM-
STERBOER en JAN BENJAMIN.
7e Regiment Infanterie garnizoen
te Leiden:
HENDRIK VIS.
6 2e Regiment veld-artillerie garnizoen
te Leiden:
GREGORIUS LUDOVICUS LEEU-
WENSTEIJN en JAN VAN DE NA-
DORT.
Ü6 opgeroepenen hebben recht op vrij transport naar
hun korps en daggelddat ter gomeente-secretario der
woonplaats tijdig moet worden aangevraagd.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd
30 Juli 1892. A. MACLAINE PONT.
Veel belangrijks valt er niet te vermelden onder het
geen er in de laatste weken buiten onze grenzen voorviel,
en veel goeds en opbeurends is daaronder zeker niet te
vinden. Uit Azië is da cholera Rusland binnengedrongen,
en ganseh Europa maakt zich op om den voortgang van
die ziekte te stuiten en zoo mogeljjk hare verspreiding
te beletten. Sc zuidoostelijk Rusland is de toestand treu
rig. De door hongersnood geteisterde bevolking heeft
luttel weerstandsvermogen behouden om de gevreesde
ziekte te doorstaan, en haar angst maakt het gevaar
voor besmetting en dood nog grooter. In verschillende
bladen werd dezer dagen een oosterseh verhaal medege
deeld, dat in dit opzicht een ernstige les bevat. Velen
onzer lezers zallen het zich herinneren voor hen die
het niet lazen zij het hier kortelijk vermeld.
Een priester reed door een eenzame streek naar de
stad, en trof onderweg iemand aan, die verzocht hem
achter op het paard te nemen, omdat hij ook naar de
stad moest. Op de vraag wie hij was, antwoordde do
onbekendeik ben de choleraop de volgende vraag
van dec ontstelden priester, hoevelen er in de stad dan
moesten sterven, luidde het antwoord vijftig. Dit getal
viel den priester niet tegen, want de stad waar hij heen
reed was groot. Weina, zoide hij, zoo gij mij uw woord
geeft, dat er door u niet meer dan vijftig zallen sterven,
wil ik u achter op mijn paard nomen en zoo naar do
stad brengen. De cholera beloofde het, en reed met den
priester naar de stad, waar de ziekte weldra uitbrak
maar er stierven veel meer dan 50 menschen. Toen de
ziekte eindelijk was geweken en ook de priester sinds
lang weor naar een andere streek was vertrokken, ont
moette hij daar toevallig opuienw de cholera. Gij hebt
mij bedrogen riep hij uitia plaats van 50 zijn er wel
1000 menschen gestorven. Gij vergist uluidde het
antwoordik heb er maar 50 gedood, al de anderen
stierven van angst.
Volgens de berichten die ons nit Rusland bereiken
dreigt daar een dergelijk gevaar. In Moskon en Peters-
burg schijnt de angst voor de nadering der ziekte bij
zonder groot te zijn en eldersin de groote steden
vooral, zal zij wel niet minder wezen. Men durft niet
alleen geen vruchten, maar ook geen groenten eten; men
weigert brieven of dagbladen, die uit besmette streken
komen aan te raken men vreest iemand een hand te
geven en draagt handschoenen om elke gevaarlijke aan
raking te voorkomen. Men noemt elkander eenige plaat
sen waar de cholera tot nog toe nooit i3 verschenen
daartoe behoort ook Peterhofen dat de Czaar na zijn
terugkomst uit Kopenhagen niet, zooals gewoonlijk, het
groote en prachtige paleis te Gatschina heeft betrokken,
maar zijn intrek heeft genomen in het veel kleinere en
minder geschikte slot te Peterhof, wordt alleen aan angst
voor do cholera toegeschreven. Misschien ook volkomen
terecht. Die angst doet het onwetendo volk daarenboven
alles gelooven wat een kwaadwillige of een door schrik ver
bijsterde goedvindt te vertellen. Er is geen cholera, roept
er een, het zijn gezonde menschen die men naar de hos
pitalen brengtde doktoren willen ben ziek maken en
laten sterven de regeering vindt, dat er te veel men
schen zijn, en nu wil men er op die manier een groot
getal laten omkomen. Hoe onzinnig, ook dit praatje vindt
ingang, de menigte loopt te zamen, dringt in het hos
pitaal, mishandelt of doodt den geneesheer en de oppas
sers die zij er vindt, sleurt de zieken naar buiten, waar
zij weldra bezwijken, en steekt het hospitaal in brand.
Intusschen schijnt de Russische regeering werkelijk goede
en krachtige maatregelen te nomen om de ziekte
tegon te gaau. Hoe ongunstig deze echter reeds op den
algemeenen maatschappelijken toestand werkt en in
sommige streken alle zaken doet stilstaan, blijkt wel uit
het verzoek, dat nit vele steden aan de regoering is gericht,
om een algemeen uitstel van betaling toe te staan. Han
delshuizen, fabrieken, bankinstellingen verklaren dat zij,
als dat uitstel niet verleend wordt, hunne betalingen
zullen moeten staken en hunne zaken laten stilstaan.
Zijn de berichten omtreut de bekende groote jaarmarkt
te Nischnei-Nowgorod juist, dau schijnen die verklaringen
inderdaad niet overdreven. De regeering heeft zich de
vraag gesteld, of zij bij het naderen der gevreesde ziekte
deze voor den handel van geheel Rusland zoo uiterst
belangrijke jaarmarkt, waarop het oosten het westen ont
moet, wel zou kunnen laten doorgaan. Het besef van
de geduchte schade die het verbod van de jaarmarkt zon
veroorzakenheeft dat verbod teruggehoudenmaar nu
wordt gemeld dat ook te Nischnei-Nowgorod ongere
geldheden zijn voorgevallen, dat de vreemde kooplieden,
die de markt waren komen bezoeken de stad reeds
weder verlaten, en dat de geheele jaarmarkt als mislukt
kan worden beschouwd.
In Midden- en Westelijk Europa neemt men maatre
gelen waarvan wetenschap en ervaring reeds het groote
nut hebben bewezen. Voor een tegenwerking van de
zijde der bevolking als waarvan Rnsland ons een schouw
spel geeftbestaat hier geen gevaar maar niet overal
waar men geon opzettelijke tegenwerking van de bevolking
heeft te vreezenkan men zich daarom in voldoende
medewerking verhengen. Toch is de medewerking van het
publiek van het grootste belang. Waar zij nit onver
schilligheid of zorgeloosheid ontbreektdaar kunnen de
beste maatregelen der regeering niet of slechte ten halve
baten. Of welk nut hebben voorschriften die heimelijk
worden ontdoken, en raadgevingen die niet worden op
gevolgd? Ook het ijverigst bestuur en de waakzaamste
politie kunnen niet op alles toezien, en in vele gevallen
kunnen en mogen zij niet verder gaan dan goeden raad
te geven.
Veel belangrijks valt er niet te vermelden, zeiden wij,
en naar wij meenen met recht, indien men het oog heeft
op gebeurtenissen die op zich zeiven belangrijken invloed
hebben op het lot der volken en onmiddellijk gewichtige
omkeeringen of veranderingen in den algemeenen toestand
te weeg brengen. Iets anders is het, wanneer men vraagt
naar de gevolgen die de gebeurtenissen der laatste dagen
in do toekomst kannen hebben. Plaatst men zich op
dat standpuntdan kan als een belangrijke gebeurtenis
vermeld worden de opstand in Marokko en het mislukken
van de bemoeiingen van den Engelsehen gezant bij don
sultan van dezen balf beschaafden staat. Daardoor toch kan
de vraag aan de orde komen, of niet de tijd is genaderd
waarop ook dit deel van Afrika onder Enropeesche voogdij
moet gesteld worden met de tweede niet minder be
langrijke vraagdie van de eerste onafscheidelijk is
welke van do Europeesche mogendheden meer bepaald die
voogdij op zich zal nemen, zij het dan ook min of meer
in het algemeen belang.
Van dat standpunt beschouwd is ook belangrijk de
strijd om het algemeen stemrecht, die thans in Belgie
wordt gevoerd en waarbij katholieke en sociaal-demo
cratische arbeiderszich als broeders en lotgenooten
hebben verbonden. Dan is tevens van groot belang de
overwinniug die in Groot-Brittanie en Ierland bij de
verkiezingen door Gladstone is behaald. Van groot be
lang voor de toekomst van het veroenigde koninkrijk
zelf, nu de »groote oude man" waarschijnlijk geroepen
zal worden om te tracliten aan Ierland een eigen bestuur
te geven, dat te gelijk de Ieren bevredigt en de eenheid
van den Staat niet vernietigt of in gevaar breDgt. Van
groet belang tevens voor de verhouding der mogendheden
op het vasteland en voor de kansen der bestendiging
van vrede en rust, met het oog op de mogelijkheid dat
ook de buitenlaodsehe politiek van Engeland door Glad
stone's zegepraal een verandering zon kunnen ondergaan.
Laat ons er bijvoegendat in de erkenning van die
mogelijkheid echter niet ligt opgesloten eenig geloof aan
de waarschijnlijkheid van een verandering van Engeland's
buitenlandsche politiek. De houding der engelsche
regeering ten aanzien van de belangrijke kwestiën die
de enropeesche mogendheden verdeelen en bij voortduring
tegon elkander in de wapenen honden, heeft in Engeland
zelf schier onverdeelde goedkeuring ondervonden, en het
is nauwelijks denkbaar dat Gladstone, hoe gereed ook
met een welwillend en bemoedigend woord voor elke
onbevredigde partij die zich bij hem beklaagt een
anderen weg zou willen inslaan. Maar zelfs al mocht hij
een anderen weg mogelijk en verkieslijk achten, dan nog
zon hij niet voorbij kannen zien, dat het engelsche volk
niet genegen zon zijn hem daarop te volgen, en de be
vrediging zoowel der arbeiderspartijen als der Ieren
levert voor hem bezwaren genoeg op, om de vermijding
van andere moeilijkheden voor hem tot strengen plicht
en noodzakelijke leefregel te maken.
BEEitSIE. De heer Edonard Pecher, aanvoerder der
liberale partij te Antwerpen en een der voornaamste
kooplieden aldaar, is den 27 des avonds plotseling over
leden.
De Indépendance bevat een schrijven van den heer van
Eetvelde, minister voor de binnenlandsche zaken van
den Congostaat, in antwoord op den brief van den heer
Wanters, algemeen secretaris der Maatsohappij van Ka-
tanga in hetzelfde blad. Daarin betoogt die minister
dat de staat het recht heeft, voorloopig een deel van
zijn grondgebied voor den handel te sluiten ten bate van
de openbare veiligheid. Het ware doel van den Staat
is echter landen voor den handel te openen
BUIT3CII1.AINB. De Keizer is den 27 des avonds
te tien uren te Potsdam aangekomen. De Keizerin ont
ving hem aan het station.
EWÖEEVIVD. De Gladstoniaan Lyell is als afge
vaardigde van de Orkneij- en Shetlandsoilanden herkozen
met 2617 stemmen tegen 1614 stemmen, op den candi-
daat der unionisten uitgebracht.
OOSTENRIJK HODlfi iBIJE. Al de te Weenen
uitkomende dagbladen hechten hunne goedkeuring aan
do terechtstellingen, welke te Sofia hebben plaats gehad.
WOOKWEEEIV. De Storthing heeft voor buiten
gewone legeruitgaven 2,769,000 kronen toegestaanin
plaats van de gevraagde 3 millioen.
SEA1VJE. De engelsche gezant had oen onderbond
met den minister van buitenl. zaken, die zich geërgerd
had over de onthulling der bodoelingen vau de spaansche
regeering ten opzichte van het Marokkaansche vraagstuk.
De Liberal handhaaft de juistheid zijner mededeeling
betreffende de vorming van een expeditiekorps.
VEIlEGTiltiUE STATEN. Te Nieuw-York heerscht
buitengewone hitte. Vele fabrieken worden gesloten en
er worden zeer weinig zaken gedaan. Ten gevolge van
de hitte is het aantal sterfgevallenvooral onder kinde
ren buitengewoon hoog.
Den 29 overleden o. a. te Nieuw-York tachtig personen
ten gevolge van de warmte. Den vorigen dag bezweken
ook 162 paarden.
Armwezen.
De commissie uit de Tweede Kamer, in wier handen
is gesteld het verslag over de verrichtingen aangaande
hot armbestuur over 1889, constateert, dat uit de verstrekte
opgaven blijkt, dat de cijfers, vergeleken bij 1888, over
het algemeen weinig verandering aantoonen het bedrag
door de gezamenlijke instellingen voor onderstand aan de
voornaamste categorie van armen (de huiszittende armen)
uitgegeven, was iets geringer dan in het voorafgaande
jaar. Een oordeel uit te spreken over vermeerdering of
vermindering van armoede in ons land is, ondanks de
breedvoerige toelichting, niet wel mogelijk.
Zij logt voorts nadruk op het gemis van gegevens om
trent de armenzorg, door bijzondere personen uitge
oefend.
Met genoegen heeft zij gezien, dat Ged. Staten van de
verschillende proviuciën in het algemeen bij voortduring
ingenomenheid betuigen met de werking van de Armenwet,
met leedwezen daarentegen, dat zich opnieuw gevallen
hebben voorgedaan van het zoogenaamd toeschuiven van
armen van een dezer gevallen in Friesland wordt uit
voerig melding gemaakt. Zij is echter geneigd te veron
derstellen dat die gevallen tot de zeldzaamheden be-
hooren.
Zij acht het intnsschen wenschelijk, na de indruk is
ontstaan dat het afschuiven van armen veel meer voor
komt dan uit de officieele mededeeliugen blijkt, al het
mogelijke in het werk te stellen om de werking der wet
op dit punt boter na te gaan. Demedewerkingvan
armbesturen is hiertoe noodig.
Zij is van meoning, dat, ter betere beoordeeling van
de zaak, allereerst een overzicht moet verkregen worden
van de personen, die binnen twee of drie jaren tot de
bedeelden gaan behooren.