Allerlei.
doen eerbiedigen. Minister Ribot heeft den vertegen
woordiger van den Cougo-Staat onmiddellijk voldoening
en het intrekken van zijne posten aan de grens gevraagd.
De minister van oorlog de Freycinet, de tegenwoordige
overdreven ren- en loopwoede bedenkelijk achtende voor
de gezondheid van middelbare gestellen, heeft aan mili
tairen van alle rangen verboden het deelnemen aan
hardlooperijen enz. bniten het leger.
Den 31 hadden de verkiezingen voor de provinciale
raden plaats. Van 1335 zetels is de nitslag bekend. Ge
kozen zijn 1040 republikeinen en 201 conservatieven
terwijl 114 herstemmingen moeten plaatshebben. De repu
blikeinen wonnen 201 zetels, de conservatieven slechts 9.
It 3 IC It 10 \li l>. De handelsovereenkomst met
Frankrijk is tot 31 December verlengd.
IVOOKWEUEAL Het voorstel, om bij de volgende
troonswisseling het inkomen des Konings tot op 100.000
kronen per jaar te verlagen is op voorstel van den
voorzitter, dit jaar niet in behandeling gebracht.
VEREE1*T«»E STATE*. Den 29 hadden te
Nienw-York 98 plotselinge sterfgevallen plaatswelke
rechtstreeks of zijdelings aan de verschrikkelijke hitte
toegeschreven worden. Dien dag stierven in het geheel
223 personen, waarvan 111 kleine kinderen. Het aantal
door zonnesteek getroffen personen was buitengewoon
groot en de gasthuizen waren overvol van zieken. Ook
te Chicago was de sterfte groot; Aldaar heerschte gebrek
aan water.
Zl'lU-AFRIHA. De Volkraad van den Oranje-
Vrijstaat heeft het voorstel goedgekeurdom in den
geheelen Slaat aan nieuwsbladen vrij postvervoer te geven.
Het is bekend dat de meerderheid der engelsche ge
neeskundigen voor zoover zij invloed uitoefenen op de
handelingen der regeering geen heil zien in quarantaine
maatregelen, als voorbehoedmiddel tegen het overbrengen
van besmettelijke ziekten.
Niet omdat wij het met deze zienswijze eens zijn
schrijft de N. Rott. Ct. maar omdat er in het ge
voelen van een man van zulk eene rijke ondervinding
als sir Robert Rawlinson altijd iets is dat de moeite
waard is vernomen te wordenlaten wij hier volgen
hetgeen deze deskundige in de Times over cholera
schrijft.
Sir Robert verhaalt eerst een paar gevallen uit zijne
jeugd, om te bewijzen dat de domheid van het russiscbe
gepeupel, dat geneesheeren en hospitalen vermoordt en
in brand steekt uit ongeloof in de geneeskundige weten
schap vijftigzestig jaren geleden nog de domheid
was van de onderste lagen der beschaafdste volken.
Gedurendo de cbolera-epidemie van 1831 —32 zag sir
Robert onder zijne oogen het groote hospitaal in Tox-teth-
parkte Liverpooldoor het grauw in brand steken,
de dokters op de straten nazetten, de zieken en ster
venden uitdrijven. De begrafenissen moesten 's nachts ter
sluiks plaats hebben, door mannen op sokken, ten einde
het achterdochtige gemeene volk geen aanstoot te geven.
In dit opzicht gaat sir Robert voort zijn wij
vooruitgegaan, maar onze regeeriug is nog niet veel
wijzer geworden en gelooft nog, evenals vóór vele jaren,
aan het overbrengen van cholera. Ik schaam mij over
de kort geleden uitgevaardigde waarschuwing tegen den
invoer van lompen. Het staat officieel vast, dat er in
een tijdsverloop van veertig jaren, honderdduizende tonnen
linnen, katoenen en wollen lompen, in balen, in Engeland
zijn ingevoerd uit Indié Rusland TurkijeEgypte
overal van daan waar ze maar te krijgen waren, afkom
stig zoowel uit de huizen als altoos met besmettelijke
zieken gevulde hospitalen. De balen zijn hier te lande
opengemaakt en verwerkt, maar er is nooit ziekte uit
voortgekomen. Waarom doet de engelsche regeering alsof
zij dit niet wist en alsof zij nog in het nut van quaran
taine gelooft?
en op wier gelaat de sporen van het nachtwaken niet
achterwege waren gebleven. Toch waren zij voortdurend
bezig met het boeken der ontvangsten en het aftellen
van klontjes suiker op de kleine metalen schaaltjes.
Hier scheen wel het verzamelpunt te zijn voor de
voorname jongeheoren, waaronder eenige, evenals George
en Martin in rok en witte das dien avond »uit" ge
weest en op den weg naar huis nog even in het café
aangeland warenook eenige fatsoenlijke damesdie
hare met bloemen getooide haren onder de kap en de
lage japonnen onder de .sorties" verborgen hielden,
hadden hare nieuwsgierigheid niet kunnen bedwingen en
keken nu rond met het aangename gevoel, dat zij eigen
lijk niet hier thuis behoorden. Voorts zag men nog jonge
officieren in uniform en in politiek, kunstenaars, studen
ten, afgevaardigden, journalisten, goedmoedige provinci
alen alles bont dooreen daar naast en daar tus-
schen echter ook een hoop leegloopers en personen, die
overal in een kwaden reuk stonden, net gekleed gespuis
en vrouwenwier beroep voor niemand een geheim
meer was.
Strelitz maakte Nordstetten opmerkzaam op een forsch-
gebonwd heer, met een zwaren, grijzen, zoogenaamden
keizermantel omdie juist was binnengekomen. Zijn
scherp geteekend gelaatmet den gebogen neusde
groote, breede kin, en de zware kakebeenen deed aan
een roofvogel denken. Hij liet zijne groote, doordringende
oogen met eene zekere geoefendheid over het gezelschap
glijdon en wisselde met dezen en genen een vluchtigen
groet.
»De rechter-commissaris Beijer, onze handigste dieven
vanger Een oude bekende van Molkenmarkt." zeide
Strelitz.
Op dit oogenblik verscheen een kellner aan hun tafel
tje met de woorden; »Als de heeren zoo beleefd willen
zijn," schoof de beide onbezette stoelen een weinig ach
teruit en verzocht twee bezoekers, die met een wanho
pig gezicht naar eene plaats rondkeken, daar te gaan
zitteneen heer en eene dame. De heer groette eerst
onverschillig, maar toen hij Strelitz herkende, maakte
bij eene eerbiedige buiging en vroeg met eene zeer wel
luidende stem
»Is het geoorloofd
»Gaat uw gang antwoordde Strelitz zonder eenige
Sir Robert Rawlinson herinnert vervolgens aan de ge
zondheids-commissie die gedurende den Krim-oorlog, op
aandringen vooral van de Times, werd uitgezonden om
te trachten in den toestand van het door besmettelijke
ziekten vreeselijk geteisterde Engelsche leger verbetering
te brengen. Die commissie met uitgestrekte, bijna dicta
toriale macht bekleed toog terstond na hare aankomst
aan het werk om alles te laten schoonmaken, zuiveren en
luchten om zooals hij dat uitdrukt .goten- en
riool-reinigers op groote schaal te wezen."
Den 6den Maart 1855 begon zij de bovenste ruiten in
hospitalen en barakken te laten uitbreken ij duizenden,
ten einde de versche lucht toegang te verschaffen. Zij
deed zuiver water brengen wasschen kalken schrob
ben ververschen overal waar het maar mogelijk was.
De uitslag wasdat terwijl er vóór Maart 1855 in
minder dan een jaar, op de 33,000 man van het leger,
21,000 gestorven waren, de gezondheidstoestand in het
kamp tegen het einde van den zomer van 1855 beter
was dan hij in de kazernes van het moederland ooit
geweest was en beter ook dan bij de Franschen, die toen
nog niet tot het benoemen eener gezondheidscommissie
waren overgegaan.
Sir Robert vat ten slotte de overtuiging, die ervaring
en wetenschap hem ten aanzien van het weren van be
smettelijke ziekten geschonken hebben, bijeen in zeven
raadgevingen, welke ieder, men moge over quarantaine
zijne meening deelen of niet, den engelschen hygiënist
zonder eenigen twijfel na zal zeggen
I. Laat alle havensstedendorpen en gehuchten
schoonmaken en schoon blijven, onder zoowel als boven
den grond.
II. Laat alle smerige krotten schrobben en kalken,
en predik van de daken, dat de lucht ververscht moet
worden, door het openzetten van ramen en deuren op
de buitenlucht.
III. Gebruik geen water en melk, anders dan gekookt.
IV. Roer niet in beerputten in het tegenwoordige
jaargetijde.
V. Bezoedelde rivieren veroorzaken geen ziekten, doch
dit is geen reden om toe te laten dat zij bezoedeld
worden.
VI. Maak in deq komenden winter de beerputten
schoon en vernietig allo vuil waar gij bij mogelijkheid
af kunt komen.
VII. Laat de gezondheidsraden toezicht houden op de
zindelijkheid in alle zeehavens, en op het reinigen (kalken)
van alle zeemanshuizen en logementen. Over quarantaine
behoeven wij dan verder niet te praten.
De afdeeling .Knollendam, Markenbinnen en Omstreken"
der Hollandsche Maatschappij van landbouw heeft polder
en gemeentebesturen attent gemaakt op ondervermelde
circulaire zij wenscht die circulaire aan de verschillende
landbouw-afdeelingen rond te zenden, opdat in de alge-
meene vergadering der Hollandsche Maatschappij van
landbouw, 8 September a.s., ieder afgevaardigde met de
zaak bekend zij en medewerking kan verleeneu. Het adres
luidt als volgt
Aan de ajdeelingen der Hollandsche Maatschappij
van Landbouw.
De afdeeling .Knollendam, Markenbinnen en Omstre
ken" der Hollandsche Maatschappij van landbouw neemt
de vrijheid het volgende onder uwe aandacht te brengen
Het zal aan de meesten uwer wel bekend zijn, dat de
waterstand van Schcrmerhoezeiti in den herfst en in
den winter somtijds eene verbazende hoogte bereikt, zoo
hoog zelfs in de laatste jaren, dat het scheen alsof er
boven peil gemalen werd, hetgeen echter, naar beweerd
wordtniet het geval wasen dat die hooge waterstand
voor verschillende polders zeer nadeelige gevolgen heeft,
is evenzeer algemeen bekend.
Wat het gevolg is van eene dijkbreuk, hebben we nog
kort geleden te Mij zen kunnen zien. Maar niet alleen
dat er in den loop der jaren, ingeval er geene verbetering
in den waterstand gemaakt wordtwel meer zulke pol
derrampen zullen voorkomenook de dijken die op veen
uitdrukking in zijne stem en wendde zich onmiddellijk
weder tot George, als wilde hij te kennen geven, dat hij
niet van plan was een gesprek aan te knoopen.
De nieuwe bezoeker was tamelijk groot en goed ge
bouwd; zijn dik, glanzend zwart haar was een weinig
gekruld, zijn zware zwarte knevel stijf opgedraaid en
zijn donkerkleurig gelaat had iets leerachtigs; hij zager
afgeleefd uit, de uitdrukking van zijne oogen was niet
aantrekkelijk, ja, had zelfs iets brutaals. Hij was blijk
baar met zorg, maar in het oog loopend, gekleed en droeg
een lintje in het knoopsgat, waarvan de herkomst moei
lijk te bepalen was.
De dame, die hem vergezelde, was een mooi, jong per
soontje van ongeveer dieëntwintig jaar. Zij droeg een
kolossalen hoed a la Rembrandt met eene groote, don
kere veer, een nauwslnitenden engelschen ulster van
lichte stof met groote ruiten, en mooie, rood-bruine, met
zwart afgezette handschoenen uit het borstzakje kwam
de punt van eene blauw-zijden foulard te voorschijn. De
zachte, lichtblonde haren bedekten het voorhoofd bijna
geheel en waren met het friseerijzer een weinig gekruld.
Zij had ronde, frissche wangen, helderwitte tanden en er
lag eene vriendelijke uitdrukking in hare oogen. Het ge-
heele gelaat maakte den indruk van jeugdige frischheid
en opgewektheid. Hoewel geheel onnoodig, was de toi
letkunst daarbjj te hulp geroepen. De wenkbrauwen
waren geverfd, de wimpers met de zwarte stift aange
streken. Haar gelaat kreeg daardoor iets vreemds iets
wat haar op een kleinen kater deed lijken. Wangen
neus en kin waren sterk gepoederd en de oorlelletjes
waarin valsche diamanten knopjes schitterden, meer dan
natuurlijk rood. Zij rook daarenboven erg naar parfum.
.Wat wilt ge gebruiken vroeg de nieuw aangekomene.
.Een glas grog."
.Twee glazen grog!" bestelde hij den wachtende kell
ner. Zonder zich er om te bekommeren dat met zijne
heldere klankvolle stem ieder woord door George en
Martin moest gehoord worden zette hjj met de jonge
dame het gesprok voort, dat vermoedelijk op straat reeds
was begonnen .Wees toch niet dwaasVernieuw het
contract niet! Het is al te bespottelijk! Zestig mark
's maands."
.Het is toch beter dan niets
.Die hebt gij voor uwe handschoenen alleen aoodig!
of andere gronden gelegen zijn en die zijn er niet
weinige ondervinden door den hoogen waterstand veel
last en schade van het kwelwater ook in verschillende
buitenwijken van steden en dorpen berokkent het groote
schade en hinder aan de bewoners. Het is tevens over
bekend dat er vele polders zijn in wier midden flinke
dorpen zijn, en wanneer nu in zulk een polder door den
hoogen waterstand eene dijkbreuk ontstaatdan zou dit
wel eene zóó groote ramp zijndat het aller belang
stelling waardig iseen grondig onderzoek in te stellen
naar de middelen tot afwending daarvan. Als van een
deel der burgers het bestaan wordt vernietigd, dan lijdt
daaronder de gansche maatschappij. En nu gaat het niet
aan te zeggen .de meren met hooge dijken hebben er
geen belang bij en daarom moeten de minder begunstigde
polders zich maar zien te redden", eendrachtig samen
werken in het belang van allen is ieders plicht, en indien
het nu mogelijk was dat door betere spuiing of het daar-
stellen van grootere stoomkracht het peil-water bijna of
liefst in het geheel niet meer kon voorkomen, dan waren
allen gebaat.
De afdeeling bovengenoemd neemt de vrijheid u voor
te stellen, dit schrijven in uwe eerstvolgende vergadering
in behandeling te willen nemen en vertrouwt op uw aller
belangstelling in de zaak. Zij verwijst u verder naar het
voorstel, dat door haar aan het hoofdbestuur is opge
zonden, en zooals dit in het .Landbouw-weekblad" van
9 Juli is opgenomen. Het luidt aldus:
»Do afdeeling wenschte aan de algemeene vergadering
.mede te deelen den treurigen toestand, die van tijd tot
.tijd zich voordoet, omtrent den waterstand van Scher-
.merboezem. De belangrijke schade, groote last en soms
.dreigend en werkelijk gevaar daaruit voortkomende, is
„zoozeer in het oog loopend en betreft een belangrijk
.deel inwoners, landbouwers en alle belanghebbenden bij
.de welvaart van den landbouwstand, dat zij meent wel
»de moeite waard te zijn, deze zaak hier ter algemeene
.kennis te brengen, en beleefd te verzoeken tot de me-
.dewerking om hierin verbetering te brengen.
»De afdeeling meent genoegzaam overtuigd te zijn, dat
„deze soms onhoudbare toestand zeer zeker voor verbe-
.tering vatbaar is, dat ook de verschillende polders, die
hun water op Schermerboezem uitmalenzeer gebaat
.zullen worden. Zij twijfelt niet, wanneer op de alge-
.meene vergadering een en ander nog eens zakelijk zal
worden toegelichtde vergadering gaarne gehoor ge-
»vende aan wat in de wet der Maatschappij art. 2 ali-
»nea 4 wordt uitgedrukt, om mede te werken, het geacht
.hoofdbestuur te verzoeken een commissie te benoemen
.om dezen toestand en de middelen tot verbetering in
»al zijn onderdeelen grondig te onderzoeken en te trach-
»ten, deze belangrijke zaak tot stand te doen brengon, en
»om voor noodzakelijke onkosten te maken door de te
.benoemen commissie, een bedrag van 300 of meer of
minder, zooals de vergadering goedvindtbeschikbaar te
.stellen. Zij meent, de moeite en kosten in deze gemaakt
.zullen zeker met rijke vrucht worden bekroond en met
.dankbaarheid door het tegenwoordige en toekomende
geslacht worden gewaardeerd."
Komt deze zaak op de algemeene vergadering, die ge
houden zal worden den 8 September, in do stadsgehoor
zaal te Leiden, als afdeelings-voorstel in behandeling, dan
hopen en vertrouwen wij dat ook uw afgevaardigde zijn
stem voor dit voorstel zal uitbrengen. De onderstaande
heerenpolder- en gemeentebesturen hebben ons reeds
voorloopig hunne instemming met deze zaak betuigd en
ons vergund van hun naam aan den voet dezes gebruik
te maken.
Wij maken u nog opmerkzaam, dat het niet onze be
doeling isom met zekerheid te zeggen dat het ge-
wenschte doel kan bereikt worden, ofschoon wij verrnee-
nen dat zulks wel kan. Wij zullen ook geen bepaalden
weg aanwijzen, waarlangs men gaan moet, maar wenschen
grondig onderzoek of en hoe deze onhoudbare toestand
te verbeteren is, en dat het bewijs worde geleverd dat
de zaak voor uitvoering vatbaar is, of dat de toestanden
van dien aard zijn, dat verbetering als onmogelijk kan
Zoo iets kunnen wij eiken dag voor u vinden
.Jawel," antwoordde de blondine „en intusschen zit
ik mij wanhopend te vorvelen."
»Is het dan zoo amusant dertigmaal 's maands in de
zelfde operette en in hetzelfde kostuum op te treden en
denzelfden nonsens valsch te zingen?"
.Dat is toch beter dan op de canapé te zitten gapen."
.Maar op die wijze komt gij niet vooruit! Met uwe stem
ik wil u nu niet boos maken maar erken het zelve
»Nu ja, spot maar een beetje met mij."
.Ik heb heele andere plannen met u. Gij kunt u op mijn
kennersblik verlaten. Er steekt in u meer dan gij zelve
vermoedtmaar het moet er uitgehaald worden. Vóór
alle dingen echterweg van het operettentooneel. Gij
hebt aanleg om een goede tooneelspeelster te worden.
Gjj zijt jongmooi, gij hebt gevoel en een goed orgaan,
gij spreekt tamelijk zuiverLieve Hemel als alle
damesdie door mijne bemiddeling eene goede plaats
hebben gevonden zóóveel goede eigenschappen hadden
meegebracht als gij Laat mij maar eens voor u
•zorgen
.Maar, mijn best directeurtjevoor eene operette kan
het er nog door, maar voor comedie ben ik waarlijk te
dom 1"
.Laat dat nu maar aan mij over! Ik neem u als kwee-
keling aan op mijne tooneelschool. Dat is reeds eene
aanbeveling op zich zelf, want ik ben moeielijk in mijne
keus, dat weten de directeuren. Ik zelf zal mij met uwe
opleiding belasten. Gij bestudeert met mij eenige rollen...
en dan moet de duivel de hand in het spel hebben, wan
neer gij tegen het voorjaar niet reeds kunt optreden."
»Nu en dan ben ik er zeker uit
.Zoo?! Dan is uw geluk gemaaktGij zult zonder twij
fel voldoen Laat dat maar aan mij over Daar speelt
gij voor onze eerste directeuren voor de invloedrijkste
criticivoor de koningin der aarde de pers. Eerst
wordt het publiek een weinig voorbereid. Gij helpt ver
der door erg beleefd te zijn en door uw spel
natuurlijk. Op zekeren dag leest men dan in de krant
.Eene nieuwe ster laat ons deze jeugdige actrice in
eere houden en zoo voort." Nu Dat klinkt beter, hé,
dan Julie Lessen figurante aan het Friedrich-Wilhclm*
theater
Wordt vervolgd.