Binnenland. zon onderwerpen aan het onderzoek der departementen I van buitenlandsche zaken en koophandelen kennis zou geven van den uitslag van dat onderzoek. Lord Dufferin vroeg den 9 Mei, of het verdrag reeds onderzocht was. Ribot antwoordde, dat de bepalingen hem onberispelijk voorkwamendoch gewaagde tevens van de loopende geruchten, dat de heer Euan Smith nog andere verzoeken dan in het verdrag voorkwamentot den Sultan zou gericht hebben. Lord Dufferin gaf daarop aan Ribot de verzekering, dat die geruchten ongegrond waren. In eene latere dépêche verklaarde de heer Euan Smith, dat het verdrag volkomen wettig was ofschoon de Sultan na de onderteekening de volmacht aan zijne ver tegenwoordigers ontnam. FRANKRIJK. Tusschen Grandjean en Taillebourg is de sneltrein van Parijs naar Bordeaux ontspoord. De machinist en de chef van den trein werden gedood de stoker werd zwaar gewond en vele andere personen ernstig gekwetst. UR1EKENLAND. De Kamer heeft de begrooting voor 1892 ongewijzigd aangenomen al de door de re geering voorgestelde fiscale maatregelen zijn aange nomen. De Koning is den 9 naar Aix-les-Bains vertrokken. 008TENRIJK-H0N0ARIJE. Den 9 is het handelsverdrag tusschen Oostenrijk en Servië geteekend. RUSLAND. Uit Helsingfors wordt gemeld, dat in den nacht van den 7 op den 8 de stoomboot Ajax. met 100 pleizierreizigers aan boord, met de stoomboot Rune- berg in botsing gekomen en terstond gezonken is. Van de reizigers zijn slechts tien gered. Reeds werden 35 lijken gevonden. ZWITSERLAND. De bondsraad heeft den veearts Guiberts, die een vurig bewonderaar van Ravachol was en zijn leedwezen betuigde, dat hij niet den moed gehad had hem te volgen, uit het land verbannen. VEREENIGDE STATEN. Het Huis van Volks vertegenwoordigers heeft met 131 tegen 83 stemmen 6.250.000 toegestaan voor de tentoonstelling te Chicago, dat onmiddellijk door den Senaat bekrachtigd werd. De afgevaardigde van het Huis Watson had onlangs tegen zijne medeleden de beschuldiging ingebracht, dat zij meerma len dronken ter vergadering waren gekomen. Deze beschul diging gaf aanleiding tot de benoeming eener commissie van onderzoek, die in haar verslag mededeelde, dat die beschuldigingen, zooals zij opgevat en uitgelegd waren, ongegrond en lasterlijk waren bevonden. Wel waren drie a vier leden in de vergaderzaal onder den invloed van sterken drank verschenendoch niet in den toestand, zooals de heer Watson dien had voorgesteld. PEKZIE. Den 9 stierven 60 personen te Teheran aan de cholera. Eerste Kamer. Den 10 werden alle den 9 nog niet behandelde wets ontwerpen aangenomen uitgezonderd de vermogens belasting. Daarna was aan de orde de interpellatie van den heer Lohman over de uitlating in den Belgischen Senaat omtrent de maatregelen hier te lande genomen tot wering der veeziekte. De heer De Savornin Lohman deed deze inter pellatie naar aanleiding van die in den belgischen Senaat op 29 Juli omtrent de bemoeielijking van grondbezitters, die land hebben aan de grens op het grondgebied van beide lan den bij invoer over de grens in Nederland. Toen heeft de mi nister van landbouw de Bruijn geantwoord, dat Nederland niet heeft willen te gemoet komen aan de conciliante bepalin gen en protectionistische maatregelen heeft genomen en daar aan de hand houdt en nog onlangs weer op meerdere faciliteiten is teruggekomen. De belgisclie minister achtte dit in strijd met het verdrag van 1839 en dreigde met strookjes papier. »Dus wij zien elkander straks terug 1 AdieuMet die woorden verwijderde hij zich snel. Lolo voelde zich verlegenveel verlegener dan vóór het middagmaal. Zij vond het aangenaam dat zij zich een oogenblik kon verwijderen. »Gij zult mij zeker wel vergeven dat ik u vijf minu ten alleen laat. Ik zal mjj vlug kleeden. Heel vlug Zij knikte George vriendelijk toe en wipte de deur uit. George zag haar lachend na met een gelukkigen blik. Daarna°keek hij naar de deur, waardoor de blonde Gus- taaf verdwenen was en weder lachte hijmaar anders. Hij was hem dankbaar, dat hij hem zulk een heerlijken avond bézorgd had. Op de tafel lag nog het albumwaarin Lolo in het schemeruurtje had zitten bladereuGeorge opende het en zijn gelaat werd hoe langer hoe opgeruimder. Zijn oog was gevallen op eene meesterlij ke teekening van Gavarnieen zeer zwaarlijvigeonzinnig voorgostelde manop wiens platbreed voorhoofd men onwillekeu rig iets mistdoet zijne jonge bekoorlijke vrouw die buitengewoon slim uit hare oogen kijktbittere verwij ten dat zij altijd zoo onvriendelijk is tegen dien braven, jongen, knappen man, zijn boezemvriend Gaston een exemplaar uit de verzameling Les maris me font toujours rire." Deze dikke, arglooze heer Coquardeau had eene merkwaardige gelijkenis met den heer Gustaaf Ehrike. De tijd duurde George lang. De groote vleugel van Bechstein lokte hem eindelijk tot zich; hij opende het instrument en sloeg staande een paar akkoorden aan daarna trok hij den stoel met den voet naar zich toe en speelde verder. Evenals altijd, wanneer hij zijne kunst beoefende nam zijn gelaat eene merkwaardige ernstige, zelfs sombere uitdrukking aan. Zonder de oogen op te slaan speelde hij verder motieven uit zijne eigene opera vermengden zich onwillekeurig met zijne fantaisieook toonzettingen van andere componisten en nieuwe inge vingen werden er doorheen gevlochten. loevallig keek hij op. Tegenover hem, met gekruiste armen op de piano geleund en voorovergebogen bovenlijf, stond Lolodie zacht was binnengeslopenen hij wist niet hoe lang zij zijn spel reeds volgde. Zij zag hem met een smeekenden blik aan en hij begreep dien blik. Hij speelde verder en Lolo bleef onbeweeglijk staan beduidde den huisknecht, represailles en sluiting der belgische grenzen voor ons vee. In strijd met zijn beweren van protectionistische neigingen is zijne verklaring, dat de Nederl. landbouwers zooveel belang hebben bij den invoer van Ned. vee in België. Hij heeft nooit gehoord van die protectionistische neigingen. Hij vraagt alleen of er eenige grond voor het beweren is. De minister van binnen 1. zaken bepaalt zich tot de vraag zelve. Sedert tal van jaren waren hier krachtige maatregelen noodig tot wering van het over brengen van veeziekte uit het buitenland. Wij leven on der de werking van de kon. besluiten van 1870 en 14 Augustus 1888. In beide besluiten is nevens een algemeen verbod vrijheid gegeven aan den minister uitzonderingen toe te staan. Vergunning tot invoer is steeds verleend als geen nadeel kon ontstaan, en den commissarissen der Ko ningin is daartoe de bevoegdheid overgedragen. Na de ern stige vrees voor mond- en klauwzeer in dit jaar is de door- loopende vergunning aan die commissarissen ingetrokken. Protectie is in dien maatregel geenszins gelegen. Ten stelligste verzekerde hij dit. In de bedoelde besluiten ligt geen beschermingsgezinde strekking. Hij verklaart dit stellig. De heer Fransen van de Putte constateert, dat dezerzijds steeds geklaagd is over maatregelen, van bel gische zijde genomen. Zeer heeft hem dan ook getroffen de zeer onbetamelijke taal van minister de Bruyn in den Senaat. De heer Lohman dankte voor het gegeven antwoord. De Kamer is uiteengegaan. Tweede Kamer. Bij het onderzoek in de afdeelingen van suppletoire kredietaanvragen op de oorlogs- en vestingbegrooting dienst 1892, betuigden verscheidene leden hun leedwezen, dat over een overschot op de middelen terstond beschikt wordt voor uitgaven van krijgskundigen aard. Omtrent de aanvragen tot het aanschaffen enz. van geweren en karabijnen van verkleind kaliberwenschte men nader ingelicht te worden ten einde 's ministers standpunt in deze bewapeningskwestie zooveel mogelijk te kennen. Zij, die het stadium der proefnemingen nog niet verlaten achtten, verklaarden zich met dit wetsontwerp ingenomen. Naar aanleiding van het wetsontwerp betreffende ber ging van wapenen en ledergoed te Leiden werden in lichtingen gevraagd omtrent geruchtendat voor een achtste lichting wapenen en ledergoed worden opgelegd. Het voorstel om zoetwatervijvers aan te leggen, ten einde in oorlogstijd de stelling van Amsterdam van drinkwater te voorzien lokte in alle afdeelingen bedenkingen van verschillenden aard uit. Het voltooien dier stelling be schouwde men als hoofdzaak en als bekroning daarvan de zorg voor het noodige water, eene meening, weersproken met do opmerkingdat zonder drinkwater aan geene verdediging valt te denken. Verschillende andere op lossingen van de drinkwaterkwestie werden aangeprezen, als verkieselijk boven de door den minister voorgestelde, o. a. het brengen van de bestaande prise d'eau van de duin waterleiding binnen de stelling de aanleg van een nieuwe leiding te Beverwijk; het zoeken naar een bevredigende I oplossing door onderling overleg tusschen de gemeentebe- I sturen van Amsterdam en Haarlem en het departement van oorloghet drinkbaar maken van het boezemwater in de stelling het distilleeren van brak water hot aanleg gen eener Lek-waterleiding. Tegen het voorstel van den minister werden overigens ernstige bedenkingen verno men van de zijde der leden die het te eenenmale on praktisch en onvoldoende noemden. Andere leden meenden, dat, in geval van beleg, met regenwater voor een goed deel in de behoefte aan drinkwater zou kunnen worden tegemoetgekomen, behoudens de noodige voorzorgsmaat regelen. Op een aantal punten verlangde men nadere inlichtingen, als o. a. omtrent de hygiënische deugde lijkheid van het water uit de bassins, en omtrent de mogelijkheid om het vijandelijk geschut op voldoenden afstand der nieuwe vijvers te houden. Ook wenschte men te vernemen, of de minister bij deze twee stellen vijvers zou blijven. die meldde dat het rijtuig voor was dat zij het verstaan had en bleef in de beschrevene houding luisteren. Nogmaals keek George haar aan. Het kleine meisjes achtige hoofdje zag er verrukkelijk uit onder het zachte, donkere mutsje, dat zij had opgezet en datevenals de mantel van sealskindie hare ronde vormen omsloot bijna dezelfde kleur had als het palissanderhouten instru ment. George voelde zijn hart met buitengewone snel heid kloppen. Nog nooit had een vrouwelijk wezen zulk een indruk op hem gemaakt. Wat was het toch, dat zijn hart zoo in opstand bracht, dat hem zoo vreemd en toch zoo ver trouwd toescheen waarvoor hij schrikte en dat hem toch met zooveel vreugde vervulde? Wat was het De jongebegaafde kunstenaar, die onder de meest gunstige omstandigheden was opgegroeid, zich eene veel omvattende kennis en in den omgang met knappe man nen en verstandige vrouwen de meest beschaafde vor men had eigengemaaktwas niet bjjna dertig jaar ge worden zonder dat het »ewig weibliche" in zijn leven had ingegrepen. Even goed als ieder ander had hij in de dagen zijner jeugd de onaangename gewaarwordingen ondervonden die aan geheime liefdesmart verbonden zijn. Even goed als ieder ander had hij gedweept met Heine's »Buch der Lieder" en in zwoele zomernachten bij de volle maan de bedriegelijke schaduw van een bloempot voor het hoofd van de geliefde gehouden, er smachtende blikken en duizend kussen heengeworpen. Zonder zijn naam of zijne opvoeding oneer aan te doen, was hij daarna getroost de wereld ingegaan, en hij hadevenals alle an deren behagen geschept in de publieke vastenavondbals en de soupers in de afzonderlijke »cabinets." Eindelijk had een ernstig voorval hem den smaak voor dergelijke minnarijen" van een oogenblik ontnomen. Eene schoone, beminnelijke vrouw had hem geboeid. Zijne jeugdhet vriendelijke in zijn geheele wezen, zijne kunstgaven, alles te zamen had hem een succes verschaftdat hem zelf verbaasde en hem verplichtingen oplegde. Hij had eene overwinning behaaldmaar toen de kalmte na den roes was ingetreden, begrepen, dat hjj de gevolgen van die overwinning zou moeten dragen zijne eerbiedige houding, de oplettendheden waarmede hij haar bleet omringen moesten dein opzettelijke zelfmisleiding voortlevende In verband met de aangevraagde kredieten voor zand- ophoogingen in het NW. front der stelling Amsterdam vroeg men naar de gevoelens van den minister van oorlog omtrent de inrichting van het noordwestelijk en het geheele westelijk front der stelling van Amsterdam, overtuigd als men wasdat de minister zijne plannen had vastgesteld en uitgewerkt zonder andere voorlich ting dan van nederlandsche specialiteiten. Men vroeg op welke plaatsen zandophoogingen zullen komen. In de vergadering van de afdeeling Zdjpe der Hollandsche maatschappij van landbouw den 8 aan de Schagerbrug gehouden, waren II leden tegenwoordig. Na voorlezing en goedkeuring der notulen werd aan de orde gesteld de behandeling van den beschrijvingsbrief voor de al- gemeene vergadering, te Leiden, op 8 September a.s. te hou den. Het voorstel »Beemster'Tom bij veeziekten en plotseling sterven van vee meerdere onafhankelijkheid en vrijheid van handelen te verleenen aan de plaatsvervangende vee artsen, vond algemeene ondersteuning en den afgevaar digden werd opgedragen dit voorstel te steunen. Het voorstel «Opmeer", dat het hoofdbestuur pogingen zal aanwenden bij de gemeentebesturen om bij weging van vee kaas enz. ook het '/2 kilo te gebruiken vond wel svmpathie, doch in den zin van het praeadvies van het hoofdbestuur, dat daarvoor door de afdeelingen der plaats of de omgeving moet worden gewerkt. Het voorstel Knol lendam" om eene commissie te benoemen tot onderzoek van den waterstand van Schermer boezem, werd algemeen afgekeurd. De tegenwoordige waterstand levert geene bezwaren op. Het peil van Schermerboezem AP is volstrekt niet te hoog en door dit peil te verlagen dat het doel van Knollendam schijnt te zijn zou de Zijpe en misschien ook wel andere polders in groote ongelegenheid worden gebracht. Den afgevaardigden werd dan ook opgedragen dit voorstel te bestrijden. Een ander voorstel van Knollendam dat het hoofdbestuur al zijn invloed zal aanwenden om verbetering te krijgen in het veevervoervond daarentegen aller waardeering. De tegenwoordige wijze van vervoer is in vele gevallen slecht. Veewagens staan soms uren achtereen op de stations zoodat het vee niet tijdig op de bestemmingsplaats aan komt en aansluitingen worden gemist. Betere regeling is dus wensohelijk en noodig. Met het voorstel van het hoofdbestuur om verkoop van producten bij het gewicht zooveel mogelijk verplichtend te stellen kon men zich vereenigen, hoewel twijfel werd uitgesproken of het goed was in deze de vrijheid te beperken. Omtrent het kiezen van de plaats voor de tentoonstelling in het volgend jaar en van een lid der finantiëele commissie werd den afge vaardigden vrijheid van handelen gegeven. Als lid van bet hoofdbestuur zal werden gesteund do heer J. v. d. Breg- gen Az. te Leiden. Tot afgevaardigden naar de algemeene vergadering werden benoemd de heeren M. Bossen en G. C. Hulst en tot plaatsvervangers de heeren W. Jim- mink en Jb. Bood. Als bestuursleden, in plaats van de met 1 Januari a.s. aftredende heeren G. C. Hulst, J. Marees en M. Bossen van welke alleen de laatste herkiesbaar is werden gekozen de heeren M. Bossen C. Mosk en A. Bakker. Het bestuur koos daarop uit zijn midden den heer W. D. Jimmink tot voorzitter en den heer M. Bossen tot penningmeester. Onder dankzegging aan de leden voor hunne belangstelling, werd de vergadering door den voorzitter gesloten. Wij herinneren belanghebbenden, dat aangifte van inzendingen voor de tentoonstelling te Lelden, door de Hollandsche maatschappij van landbouw aldaar van 7 tot 11 September a.s. te houden, moet geschieden vóór 14 Augustus a.s. Ds. P. H. Versteeg te St. Pancrasheeft voor het beroep naar Lienden (classis Tiel) bedankt. De heer C. A. Tak, gemeente-secretaris van Koog aan de Zaan, heeft tegen 1 Januari 1893 eervol ont slag gevraagd. Te Gouda is het lijk gevonden van eene 27jarige damedaar zij een bloem in de hand hield, vermoedt men, dat zij te water is geraakt bij het plukken van die bloem. vrouw wel in den waan brengen, dat hij haar nog lief had waaraan zij tot hare eigene rechtvaardiging behoefte gevoelde. Zij hadden eene stilzwijgende overeenkomst gesloten dat een hooger en edeler gevoel het voorbij gaande en laakbare van hunne verhouding, als het ware, zou verontschuldigen voor een hoogeren rechterstoel dan die der algemeen gangbare moraalgeen van beiden durfden zjj de deugdelijkheid van deze overeenkomst met het koele verstand onderzoeken. Deze grondslag van hun verbond moest onwrikbaar blijven. Dat hij wormstekig en wrak was, dat hij bij den eersten aanval jammerlijk ineen zou storten George voelde het op dit oogen blik met onheilspellende duidelijkheid. Het beeld van de begeerlijke, zigeunerachtige, schoone vrouw die hem tot voor weinige uren als eene zachte meesteres beheerscht, hem bij alles, wat hij deed of na liet, onwillekeurig een zeker ontzag ingeboezemd had verdween als eene nietige schaduw voor de liefelijke verschijning, die daar tegenover hem stond en wier lach hem met onweerstaanbaar geweld aantrok. Hij voelde hoe zijne wangen gloeidenhoe zijne ijskoude lippen zenuwachtig trilden zijn adem ontmoette den geheimen zucht, die onwillekeurig aan Lolo's borst ontsnapte. Zijn oog bleef op haar rusten terwijl zijne vingers zonder dat hij het zelf wistde wegslepende melodie speelden uit de tuin-scène van de »Faust", de smachtende ont boezeming van een verliefd meisjeshart. Hij stond op. Lolo bleef, gedachteloos voor zich uitsta rend aan de piano staan. Hij kwam achter haar, legde zijne rechterhand zacht op hare wangboog zich naar haar toe en kuste haar op den mond. Hij rilde toen hij voelde, dat hare brandende lippen den kus beantwoordden. Zij richtte zich op en deed eenige schreden achteruit. »George!" fluisterde zjj op een toon, waarin een op recht verwijt verborgen lag. »Ik smeek u Laat ons gaan Zij spraken weinigmaar dachten zooveel te meer toen zij met hun beiden in het lichte coupétje naar den circus reden. Er was iets tusschen hendat hen nog scheidde, iets, waarachter Lolo zich verborg en dat George niet durfde op zijde schuiven. Wordt veruolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1892 | | pagina 2