De Drang naar liet festen. No. 100*. Vier en Negentigste Jaargang 1892. Z 0 N 1) A G 21 AUGUSTUS. TWEEDE BLAD. Gemeente-Ontvanger. GROOTE PAARDENMARKT te ALKMAAR op Maandag 5 September 1892. Buitenland. FEUILLETON. Allerlei. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f O,NOfranco door het geheele rijk 1, Do 3 nummers 0,06. ^AR IA~tT>£ Telefoonnummer 3 COURANT. Prijs Uer gewone Advertentlën Per regel 0,15. Groote letters uaar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Zijdie voor de betrekking van Gemeente ontvanger te ALKMAAR in aanmerking wenschen te komen, worden verzocht zich vóór 1 September a.s. te wen den tot het Gemeentebestuur. De aan die betrekking ver bonden jaarwedde bedraagt f 1500,de toelage voor bureaukosten beloopt 750,— zoolang de titularis zelf in een kantoor moet voorzien doch wordt met 200,verminderd, zoodra de gemeente hem een kan toor in een gemeente-gebouw aanwijst. De borgtocht bedraagt f 2 3 5 0 0, Schrobben der straten. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar herrinneren, in verband met de vernieuwing van de be strating in de Langestraat.aan het bij artikel 205 der algemeene politie-verordening gestelde verbod om in - geval van vernieuwing der straatdie binnen zes weken te schrobben of af te spoelen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 18 Augustus 1892. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. Rijden In het Fnidsen. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar brengen in herinnering, dat het volgens artikel 173 der algemeene politie-verordening verboden is. In liet Fnidsen, van de Spekbrug tot aan de Appelsteegte rijden met rij- of voertuigen, bespannen met paarden of andere trekdieren. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. Maclaine Pont. 18 Augustus 1892. De Secretaris, Nuhout van der Veen. BEIjGIE. In de buskruitfabriek bij Arondonk, in Kempenland, heeft eene ontploffing plaats gehad, waarbij niemand omgekomen is. De burgemeester van Antwerpen, de heer Leopold de Wael, aldaar geboren 15 Juli 1823, werd den 14 door een nieuwen aanval van beroerte getroffen op het oogen- blik, dat hij zich gereed maakte om naar het station te rijden en daar den koning te verwelkomen, die de fees ten van het Landjuweel kwam bijwonen. Aan de ge volgen daarvan is hij den 17 overleden. 19) o HOOFDSTUK XI. Lolo's kamer geleek eene bloemententoonstelling. Uit alle vertrekken waren vazen en schalen bijeengebracht, om de prachtige bouquetten, die elkander in kostbaar heid de loef trachtten af te steken, op te nemen. En nog steeds kwamen er nieuwe bloemen bij, op allerlei wijzen geschikt, als omlijsting voor spiegels of photogra- phiën, in mandjes en korfjes, als lieren, waaiers, kus sens hoornen des overvloede, in smaakvolle en ook in smakelooze vormen. Uit de zijkamer had men eene tafel moeten halen, want de meubels in het kleine hoekka- mertje alleen hadden alle schatten niet kunnen dragen. Eenige jeugdige kunstenaars hadden keurige teekenin- gen, de goede vrienden van den huize allerlei overtollige luxe-artikelen gezondenzooals een Meiszener schaap herder met eene gebloemde jas en sierlijke schoenen met gespen en nog een bronzen beeldjeen nog een geëmailleerde flacon, en nog een allerbeeldigst korfje en nog andore zaken, die allen bij de andere gezet of ge legd werden. Wilprecht had een grooten wagen gezon den van ijzerdraad, geheel bekleed met bloemen en be vracht met grijs linnen colli's, waarop de letters L. E. waren gedrnkt. De colli's waren gevuld met bonbons en chocolade van Suchard. Stephanie zond een zeer smaakvol, klein handspiegeltje, omlijst door en liggende op gele rozen. Nordstetten had al zeer vroeg eene groote bouquet La France-rozen gezonden, waaruit Lolo er eene losgemaakt en als eenig versiersel op haar boezem ge stoken had. Gustaaf had zijne vrouw, evenals elk jaar, DFITSCHIjAAD. De Keizer noodigde bij zijn be zoek aau Helgoland eenige visschers uit, de parade op Tempelhoferveld te Berlijn te komen bijwonen. Den 17 zijn werkelijk twaaf personen van dat eiland in ond- friesche kleeding te Berlijn aangekomen. Zij werden door een hofbeambte in een keizerlijk rijtuig van den trein gehaald. ENGEEAND. Het Parlement is tot 4 November verdaagd. Tot onder-secretarissen zijn benoemd de heeren Ed ward Grey buitenlandscho zaken Herbert Gladstone binnenl. zaken Goorge Russell Indië en Sydney Bux ton, koloniën. Gladstono heeft aan zijn kiezers in Midlothian een schrijven gericht, waarin hjj de vernieuwing van zijn mandaat verzoektdat door zijn optreden als minister vervallen is. De oud-minister Salisbury heeft zich naar Frankrjjk begeven. FRANKRIJK. Don 16 des avonds is to Parijs brand uitgebroken in de steenkolen in de kelders van het restaurant Peters in de Passage des Princes. Veer tien brandweermannen zijn door den rook bedwelmd waarvan 3 in zorgelijken toestaud verkeeren. Do koetsiers te Parijs die den 15 het werk gestaakt haddenhebben den 19 het werk hervat. OOSTENR1JK-HONGA Hl JE. De hitte te Buda pest was den 18 onverdragelijk. Elf personon werden door zonnesteek getroffen. HUSIjAND. Te Petersburg zijn don 14, 2, den 15, 9, den 16, 5, den 17, 22 en den 18, 22 personen aan cholera overleden. MAROKKO. Toen do fransche gezant den 15 des avonds met den gezantschapssecretaris langs het strand reed, werd laatstgenoemde door een Moorsch soldaat met een pantoffel op de borst geslagen. In de hierdoor ont stane woordenwisseling trokken eenige soldaten de messen. Gelukkig kwamen juist eenige leden van het spaansehe gezantschap aan, waardoor voorkomen werd, dat de ge zant en zijn secretaris gedood werden. Toen de gezant den volgenden avond nitroed werd ook hij beleedigd en getart. PERZIE. Den 14 stierven te Teheran ruim 350 personen aan cholera. Den 16 was de sterfte, tengevolge van de koele winden zeer afgenomen. VEREEÜIGDE STATEN. Den 16 is tengevolge van eene vergissing van een wisselwachter een trein met materiaal bij Coshocton in Ohio in volle vaart tegen eenige ledige wagens aangereden. Tien wagens werden op elkaar gestapeld; zes werklieden kwamen om en 15 werden ernstig gekwetst. De vraag of de vrjje Congontaat schrijft de Am sterdammer den uitgebreiden opstand der Arabieren zal kunnen onderdrukken kan bezwaarlijk bevestigend worden beantwoord. Ook als hij de noodige soldaten, gewereu, kanonnen, schepen enz. kon bijeenbrengen, zou den hem toch de geldelijke middelen ontbreken om dit alles mobiel te maken en bovendien ontbreekt hem want ook staten, arm aan geld, kunnen oorlog voeren crediet. Op waarlijk treurige wijze heeft de Congostaat in den laatsten tijd getracht zich geld te verschaffen. Dat hij handel drijft, kan men hem niet kwalijk nemen; maar het komt er op aan op welke wijze men handel drijft. De Congostaat heeft aan verscheidene handelsver- eenigingen machtiging gegeven op zijn gebied haar han del uit te oefenen; maar nu doet de staat dezen vereeni- gingon niet alleen concurrentie aan maar maakt ook tegen deze gebruik van zijn eigenschap als staat. Weliswaar hebben enkele compagnieën gemeend dat alles wat op den Congostaat voor haar bereikbaar en verkrijgbaar was, ook aan haar toebehoorde. De staat had dus recht haar te herinneren, dat hij alleen eigenaar is van onbeheerde zaken, of dat bosschen zijn of olifantstanden. De staat kan om zekere redenen uitzonderingen maken, maar deze uitzonderingen moeten nauwkeurig in een verdrag zijn vastgesteld anders behoeft de staat de schending van zijn eigendomsrechten door de compagnieën niet te dulden. De Congostaat echter heeft deze grenzen van het recht van den staat overschreden, en behandelt de handelsver- eenigingen, die zelf toch door hem gemachtigd zijn, op een wijze die terecht van hare zijde protesten uitlokt. Men weet waarom dit gebeurt. Het water staat den Congostaat tot aan de lippen; elk jaar wordt de finan- cieele nood grooter. Gedurende een reeks van jaren was de Congostaat geheel afhankelijk van de vrijgevigheid van zijn stichter den Koning van België die zijn geheele vermogen men zegt twintig millioen in de Congo- onderneming stak. Toen deze onderneming bij de acto van de conferentie van Berlijn veranderd werd in den Congostaatgaf de Koning elk jaar aau den staat uit zijn civiele lijst van 3.300.000 frs. een subsidie van twee millioen, en toen dit subsidie niet voldoende was, laadde hij een aanzienlijke schuld op de civiele lijst. Toen de vrijgevigheid van den Koning ten einde was, werd de toevlucht genomen bij den Belgischen staat. Na eenigen tegenstand verschafte het koninkrjjk den Con gostaat, waarmede het door een personeele unie is ver bonden, eerst tien millioen voor een spoorweg en daarna twintig millioen ter bestrijding der uitgaven voor den loopenden dienst. België heeft dus reeds dertig millioen aan den Congostaat opgeofferd. Maar al deze sommen zijn niet voldoende om den staat een goede finantieele positie to verzekeren. De jaarlijksche uitgaven nemen voortdu rend toe; tegenwoordig bedragen zij zes millioen, terwijl de inkomsten, afgezien van het koninkljjk subsidie van twee millioen nog geen half millioen bedragen. Alle een snoer paarlen geschonken; dit was het vijfde aan den collier. Lolo was moe, zielsmoe. In den voormiddag had zij zich zóó ellendig gevoeld, dat zij niets liever gedaan had dan de deur sluiten voor alle bezoekers. Maar zij hui verde voor alles wat in het oog moest vallen zij wilde alle overbodig gevraag en gepraat vermijden en riep al hare geestkracht te hulp om hare moeheid te verbergen. Zij huichelde dezelfde vreugde over al de prachtige ge schenken, die zij in vorige jaren daarvoor werkelijk ge voeld had en geleiddo alle vrienden en bekenden die des middags met gelukwenschen en geschenken kwa men met dezelfde levendigheid en denzelfden blijden trots naar de rijkbeladenheerlijk geurende tafels als vroeger. Het salon was den geheelen middag vol bezoekers. Ook Nordstetten kwam zijne opwachting maken en was dadelijk omringd door een half dozijn personen, die hem meer of minder onverschillig waren en hem allen iets over »Bath-Seba" hadden te zeggen. En zijn geest was met zulke geheel andere dingen vervuld Lolo had hem op vriondelijken toon eene kleine bestraffing toegediend, omdat hij haar bevel overtreden had, maar onmiddellijk eene pleister op de wonde gelegd door hem te verzekeren, dat zij zich bijzonder verheugd had over hare lievelings bloemen. George had ook reeds met een vluchtigen blik opgemerkt, dat zijne bouquet, afgezonderd van de andere, op haar schrijftafeltje stondvlak voor het venster, waardoor zij hem des nachts had gadegeslagen, en dat eene van zijne rozen hare borst versierde. Hij alleen merkte op, dat Lolo iets gedwongens had. En ook tegenover hem alleen voelde zij zich genoopt fluisterend de waarheid te zeggen, toen zij hem de geschenken liet zien. »Ik ben zoo vreeselijk zenuwachtig 1" fluisterde zij. »Was deze dag maar voorbijIk moet u morgen spre ken. Ik heb u nog zóóveel te zeggen." Onmiddellijk daarna werd zij weder door nieuwe be zoekers in beslag genomen en toen weder eene dame met de meeste belangstelling naar »Bath-Seba" kwam informeeren nam George zijn hoed en ging heen. Hij was ontevreden met zich zeiven en op de wereld. Sedert haar huwelijk was Lolo's verjaardag telkens op dezelfde wijze voorbijgegaan. Na vier uur ontving zij geene bezoeken meer en om halfvijf kwam Lili met haar man. Om vijf uur werd gedineerd en den avond brachten de Ehrikes door bij de Mölldorf's. Op dr. Otto- mar Mölldorf's dringend verlangen gaven de wedorzjjd- sche familieleden elkander nooit cadeaux. De rector wilde zich door den veel rijkeren zwager niet laten overbluffen. De Mölldorfs leefden eenvoudig, maar genoten toch een zekeren welstand. Lili had bij den dood van den ouden Pauly, evenals Lolo, ongoveer zestig duizend mark geërfd, benevens alle meubelen, waarvan Lolo ten gunste van hare zuster had afgezien. Het inkomen van Möll- dorf was met de renten van het goed belegde kapitaal, bij de pijnlijke regelmaat, die in het huishouden heerschte, meer dan voldoende om de zeer bescheiden behoeften der familie te bestrijden. Het kleine vermogen groeide zelfs van jaar tot jaar aan daar Mölldorf zich door medewerker te worden aan een wetenschappelijk blad, eene nieuwe bron van inkomsten had weten te scheppen. Mölldorf was een echte schoolvos. Evenals hij zich zeiven en zijn geheele leven in vakken afdeelingen en onderafdeelingen verdeeld hadzoo categoriseerde en modelleerde hij ook allen en alleswaarmede hij in aanraking kwam. Hij stond iederen morgen op denzelf den tijd op werkte tot hetzelfde uur, nam eiken dag denzelfden tijd voor ontspanning, maakte steeds dezelfde wandelingen verkeerde sedert jaren op een bepaalden avond in de week, in denzelfden kring en ging eiken avond op hetzelfde uur naar bed. Elke afwjjking van den regeldoor welke omstandigheid ook teweeggebracht, was hem eene ergernis. Lili had zich langzamerhand gewend aan deze vreug- delooze eenvormigheid. Zij werd door haar echtgenoot, die steeds trouw al zijne plichten tegenover haar ver vulde en nooit iets deed, dat niet in den haak was, hoog geacht. Zij schreed in denzelfden regelmatigen gang kalm naast hem voort, juist even ver van hem af en even dicht bij hom als op hunne eerste wandeling in Lippspringe. Hij was nooit onvriendelijk tegen haar, al was da gave om vriendelijk te zijn ook nooit zijn deel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1892 | | pagina 5