08 Drang naar liet Wasten.
lVo. 105.
Vier en IMegentigste Jaargang.
1892.
V R IJ I) A (j
2 SEPTEMBER.
Onbestelbare Urieven,
Amsterdamsclie Brieven.
FEUILLETON.
A l.klNAABSCHE COIMAXT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,86; franco door het
geheele rijk J 1,
De 3 nummers f 6,66.
Prj|s der gewone Ad verten t lën
Per regel O,IA. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer: 3.
Silcedcnklopperijen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis dat zij in hunne verga
dering van gisteren, op het daartoe gedaan verzoek, ver
gunning verleend hebben tot het maken eener gelegen
heid tot kleedenklopperij:
a. aan M. MANTEL zadelmaker en stoffeerder alhier,
aan de stelling van den molen van den heer P. Koorn,
aan het eindo van den Tienonwal
b. aan W. A. TIMMER, zadelmaker en stoffeerder alhier,
op een stuk grond bij het perceel wijk F, No. 8,
gelogen aan den Schermerweg en het Groot Noord
hollandsch Kanaal.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. Maclaine Pont.
31 Augustus 1892. De Secretaris,
Nuhout van dek Veen.
verzonden in de le helft van Augustus 1892
L. Christmann, Amsterdam; K. Schuit, Haarlem; wed.
J. Holtkamp, Steenwijk; H. van der Vaart, Vreeswijk;
mej. M. Bruin,
Hulpkantoren:
Van Heorhugowaard
T. Maasen,
Van Noordscharwoude:
F. de Jong, Utrecht.
L XX I I.
De cholera is in de stad dat was de Jobstijding,
die in de afgeloopen week in de hoofdstad van mond tot
mond ging. 't Bleek, dat een der matrozen van een nit
Hamburg gekomen stoomboot in het Noordzee-Kanaal
plotseling aan hevige buikkramp was bezweken en de
ziekteverschijnselen alle overeenkomst hadden met die
van de gevreesde choler» asiatica. Sedert hebben de
groote bladen óf gezwegen over de cholera te Amsterdam,
öf beweerd, dat geen verdere gevallen zijn voorgekomen.
Dit laatste schijnt niet overeenkomstig de waarheid te
zijn wantal is 't niet te ontkennen dat de ziekte te
Amsterdam tot hiertoe geen snelle vorderingen maakt,
toch mag evenmin verheeld worden dat enkele slacht
offers zijn gevallen. Uit zeer vertrouwbare bron werd
mij dat althans verzekerd.
Tegelijkertijd komen echter de mannen van het vak
hierin overeen datbij voortduring van de verlaagde
temperatuur, Nederland, althans dit jaar, de gevaarlijko
epidemie wel zal ontgaan. D i t jaar hebben wij hen
telkens hooren verklaren alsof zij verwachten dat een
volgenden zomer eeno herhaling zal plaats vinden.
Als de vijand niet te ontkomen is, dan hopen wij, dat
die voorspelling van uitstel zal worden bewaarheid. Nu
de vreeselijke ziekte reeds bij enkelen heeft getoond, hoe
weinig het menschelijk weerstandsvermogen tegen haar
is opgewassen is bij honderden en duizenden zoodanig
de schrik om het hart geslagen, dat de onverschilligheid
ten opzichte van voorzorgsmaatregelen als door een too-
verslag verdwenen is. De tijd voor krijgstoerustingen is
thans evenwel te kort, vooral op plaatsen, waar men tot
hiertoe de voorschriften der hygiëne jaar in, jaar uit op
de schromelijkste wijze heeft verwaarloosd.
Geen kwaad zoo groot, of daaraan is altijd nog een
goede kant. Zoo is t ook met de cholera, die menigeen
heelt wakker geschud uit den dommel, waaruit veeljarige
sanitaire waarschuwingen hem niet konden wokken.
Plaatselijke gezondheidscommissies, van wier aanwezigheid
men dikwijls geen flauw vermoeden had, doen thans van
zich spreken en in hare vergaderingen komt aan het
licht, hoeveel er nog te doen valt, eer men den aanval
met eenig zelfvertrouwen kan afwachten.
Onder de gemeenten waarop deze opmerkingen van
toepassing zijn, wordt een beschamende plaats ingenomen
door Aieuwer-A instel. Met eigen oogen hebben wij
ons daar overtuigd van enkele toestanden, waarvoor men
zich in bet meest afgelegen stadje schamen zou en die
hier, onder den rook van Nederland's hoofdstad, van de
eene week op de andere onbelemmerd voortduren. De
Fiederiksstraat in Nieuwer-Amstel is een van de spre
kendste bewijzen, hoe weinig sommige gemeentebesturen
zich nog bewust zijn van hunne verantwoordelijkheid voor
de gezondheid dor burgers.
an Amsterdam komende, is de JFredertksslraat de
laatste zijstraat van den Overtoom vóó de schutsluis. Gelijk
de meeste der andere zijstraten uit de omgeving is zij
ontstaan, toen de toenemende bevolking van Amsterdam
in Nieuwer-Amstel tot heelwat speculatie-bouw aanlei-
dmg Plattelandsgemeente als Nieuwer-Amstel des
tijds was, waren de bouwers daar aan zeer weinig be-
peikonde voorschriften gebonden. Terwijl tegenwoordig
bij het aanleggen van een nieuwe straat rioleering en
bestrating zich de goedkeuring van den gemeente-op
zichter moeten verwervenwaarbij door de bouwers
meestal gebruik gemaakt wordt van de bepaling, dat de
gemeente de zorg voor aanleg en onderhoud dier bestra
ting en rioleering op zich neemt, indien door hen 3'/2
gulden per vierk. el in de gemeentekas wordt gestort
was men vroeger volkomen vrij. Zoo hield dan ook de
aannemer Scheewe weinig rekening met de gemeente,
toen hij op grond van den heer Schroder de eerste
huizen der t rederiksstraat bouwde. Het verhuren dier
huizen ging echter niet zoo vlug als men had gehoopt,
en om aan zijne verplichtingen te kunnen voldoen, moest
de heer Scheewe achtereenvolgens de verschillende wo
ningen van de hand doen. Aan zijn houtleverancier, de
hi ma van Voorst Kist, werd door hem voor eenige
honderden guldens de door hem aangelegde en gerio-
leerde straat overgedaan.
Het feit, dat straat en perceelen in verschillende han
den waren, moest op den duur miu gewenschte toestan
den in het leven roepen, daar de waarde der eigendom
men van de huiseigenaren geheel afhankelijk was van
de luimen der bezitters van de straat. Daarom had men
mogen verwachten, dat de gemeente vóór eenigen tijd
met beide handen het voorstel der heeren van Voorst
24)
HOOFDSTUK XIV.
Berlijn, 29 December 1878.
Innig geliefde George
Nog vijf dagen Ik ben zoo innig gelukkig, dat uwe
familie u niet langer terughoudt. Ik weet niet hoe het
fflet u gesteld is, maar de vreugde, die mij uwe heer-
hjke brieven verschaffen, wordt met iederen nieuwen
grooter en de laatste is ook telkens de heerlijkste. Zoo
blijde als ik heden was, was ik nog nooit, want het
staat nu immers zwart op witGij komt bepaald den
3den Jannari. Ik martel mij af met de gedachte hoe ik
het wel zal aanleggen om u af te halen van het station.
Maar al mijne slimheid heeft mij verlaten, hoewel ik het
in de laatste jaren al ver meende gebracht te nebben in
de kunst van veinzen. Maar ook de liefde is eene goede
'eermeesteres. Ik sta verbaasd over mijn moed. En alles
gelukt mij. De Voorzienigheid meent het goed met ons.
In mijne zuster Lili, die gij uit mijne vorige brieven
a' goed kent, zooals gij trouwens alles weet wat met
■Dijn vroegere leven op eenigerlei wijze in betrekking staat,
cn. \n mijn besten huisarts, die bepaald een vriend van
ml> '8> heb ik goede bondgeuooten. Zij helpen mij trouw,
zonder te vermoeden welke groote diensten zij mij be
wijzen. Ik was ditmaal bang voor het Kerstfeest. Gij zult
het aan mijne brieven niet gemerkt hebben, want ik
wilde uwe feestelijke stemming niet bederven en heb
u jnist in die dagen de lange brieven over mijne jeugd
geschreven. Gij wildet alles weten en voor mij was het
eene behoefte u alles te vertellen. Ik had u zóóveel uit
het verleden mede te deelen, dat ik het tegenwoordige
geheel kon laten rusten.
Een feestdag zonder u Het was mij onmogelijk fees-
teljjk gestemd te zijn. Onze beste dokter Lohausen die
mijne snelle en volledige genezing aan zijne behandeling
toeschrijft en trotsch is op zijn succes de beste man
schrijft mij alles voor wat ik wensch en zelve aangeef.
Gij kent hem nog niet, dien goeden Lohausen. Gij moet
trachten vriendschap met hem te sluiten. Hij is een
uitnemend mensch, die mij waarachtige vriendschap toe
draagt. Gij zijt trouwens buren; hij woont ook in de
Stülerstrasseeen paar huizen van u verwijderd. Hij
vond het uitstekend, dat ik vooreerst en vooral gedu
rende de afgeloopen dagen, geen deel nam aan de fees
telijkheden en mij zoo kalm hield als ik juist wenschte.
Lili hielp mij over een ander nog grooter bezwaar
heen. Zij bewerkte de Hemel weet na hoeveel strijd
dat wij op Korstavond bij de Mölldorfs werden genoo-
digd. Ik zette mij over den kunstmatigen gedwongen
vorm der uitnoodiging heen, maar zij was er op berekend,
dat wij haar zouden afslaan. De heeren hebben twist
gehad en deze plechtige uitnoodiging was zeker niet ge
daan met het doel om eene verzoening teweeg te bren
gen. Daarom reed ik om acht uur alleen naar de Engel
haven.
Ik was zóó opgeruimd voelde mij in de omgeving
waarin ik ben opgegroeid, te midden van de onde meu
bels waarvan ik elk stuk ken zóó op mijn gemak en
zóó gelukkig in het gezelschap van Lilide beste en
trouwste zusterdie gij n denken kunt, dat de koelheid
van mijn zwager niet den minsten indruk op mij maakte.
In den loop van den avond begon Mölldorf een weinig
te ontdooien.
Lili en ik babbelden zoo levendig over onze kinder
jaren waaraan ik in den laatsten tijd zooveel gedacht
en waarover ik u zooveel geschreven hebdat mijn
zwager zelts spraakzaam begon te worden en eindelijk
o wonder eenige streken uit zijn studententijd vertelde,
Kist zou hebben aangegrepen om de bewuste straat voor
1000 over te nemen. De spreekwoordelijke wijsheid
der vroedschap was echter op dat oogenblik in Nieuwer-
Amstel ver te zoeken; dat deze nog wel eens meer door af-
wezigheid schittert, bleek o. a. ook, toen de buizen der
waterleiding in de Frederiksstraat heel goedig gelegd
werden, waarbij het gemeentebestuur echter heel leelijk
voorbijzag, dat zij daarin een geschikt middel bezat om
de woerbarstigen wat inschikkelijker te stemmen. Het
aanbod der houthandelaren werd hooghartig van de hand
gewezen, waarna voor deze het oogenblik was gekomen
om op wraak te zinnen een opzet, dat nog voedsel
kreeg door de gespannon verhouding tusschen de heeren
van Voorst Kist en den heer Schrödor, die verschil
lende woningen der Frederiksstraat in eigendom heeft.
Het eerste bedrijf der wraakneming is geweestafsnij
ding der moeste huizen van het riool, zonder daarvan,
naar men mij verzekerde, vooraf aan de eigenaars kennis
te geven. De toestand, daardoor ontstaan, is in één woord
afschuwelijk. Zoo min het hemelwater als het gootsteen-
water kan worden afgevoerd onder de huizen verzamelt
zich dit en overstroomt de tuintjestotdat de hoogte
voldoende is om de onreine vloeistof langs een greppel naar
het riool van het Vondelpark, dat achter de straat aan
sluit, te doen vloeien. Die stroom is echter niet krachtig
genoeg om vaste stoffen mee te voeren deze bezinken
en overbodig is het zeker te zeggen, dat dergelijke rot
tende gootsteen-producten een kwaadaardigen stank ver
spreiden.
Maar, zoo zal wellicht een lezer vragenzijn er dan
geen wettelijke bepalingen, die een dergelijk optreden ten
uadeele van andoren beletten Die vraag is niet onge
rechtvaardigd, althans t schijnt, dat ook de meermalen
genoemde firma zich deze heeft voorgelegd en daarop
geen beslist ontkennend antwoord heeft durven geven.
Om zich voor minder aangonamo gevolgen van gerech
telijke inmenging te vrijwaren heeft zij het raadzaam
geacht, haar eigendomsrecht op haren meesterknecht over
te dragen wien door de gemeente Nieuwer-Amstel niet
zoo licht een proces zal worden aangedaan omdat hij
toch niet tot het betalen eener schadevergoeding in staat
zal zijn. Het tweede bedrijf in do tragedie van de Fre
deriksstraat komt op rekening van dien meesterknecht.
Tot zes a zeven meters van den Overtoom verwijderd,
heeft hij allo steenou en trottoirbanden uit de straat
laten opbreken, zoodat het terrein daar thans aan eene
woestijn gelijk is. Altijd met uitzondering van de
droogte, die wij aan het begrip woestijn onafscheidelijk
verbonden achten, want men zal zich kunnen voorstellen,
dat het gootsteen- en hemelwater het bloot gekomen zand
als een uitmuntende gelegenheid begroette om zich te
verspreiden. De aschman ziet geen kans om met zijn kar
langs dien drassigen bodem de huizen te bereiken en
't schijnt goed gevonden te worden, dat hij dagelijks de
Frederiksstraat kalmpjes voorbijrijdt. De menschen moe
ten echter hun vuilnis, zooals asch, afval van groenten,
aardappelenschillen, toch ergens kunnen kwijt raken; zij
werpen nu maar alles aan het einde van den zandpoel,
tegen het Vondelpark aan, neer, zoodat zich daar een
waarvoor ik den steeds op zijne waardigheid bedachten,
stijven schoolmeester niet in staat had geacht.
De avond vloog om. De knechtdien ik om elf uur
besteld hadmoest meer dan een half uur wachten en
het was middernacht toen ik thuiskwam.
Zondag speelde ik den geheelen dag met de kinderen
van mijne zuster, die ik bij mij genoodigd had. Ingevolge
den wensch van Lohausennam ik na het eten een
weinig rust in mijno eigene kamer. Langer dan vier
uren heb ik daar aan mijne schrijftafel gezeten om aan u
te schrijven en ik heb mij nog nooit zóó wel gevoeld.
Den 26sten heb ik eenige onvermijdelijke bezoeken af
gelegd. Ik had de Wilprechts nog niet bedankt voor den
avond, waarop ik met u kennis maakte, voor de prach
tige cadeaux op mijn verjaardag en voor al hunne
attenties gedurende mijno ziekte. Stephanie was de
beleefdheid en de voorkomendheid zelve. Ik weet dat zij
niet veel van mij houdt en ik zon onwaar zijn als ik
zeide, dat zij eeno bijzondere plaats in mijn hart inneemt,
maar zij heeft toch vele goede eigenschappen die ik
dikwijls niet kan nalaten te bewonderen. Zij bezit eene
mate van zelfbeheerschingdie mij somtijds angstig
maakt en een onvergelijkelijken tact om menschen te
ontvangen. Men moet haar zeker beter kennen dan ik
om te weten wie tot hare vrienden behooren en wie
niet. De wijze, waarop zjj met mij omgaat, zou mij kun
nen doen geloovendat ik op hare vriendschap onvoor
waardelijk kan staat maken. Ik weet echter, dat ik geen
vriendiu van haar ben en verlang dat ook niet te zijn.
Zij is beleefd en voorkomend, maar schenkt mij volstrekt
haar vertrouwen niet. Hare kleine ijdelheden, hare on
schuldige vreugde wanneer ik in hare salons een paar
olijfkleurige gezanten nit, wie weet welk land, meer
opmerk dan bij een ander, hare rusteloosheid wanneer
in een salon waarmede zij wedijvert, de een of andere
Excellentie verschijntdie tot nog toe voor haar onbe
reikbaar is geweest haar angstdat haar toilet in het
bericht over een of ander bal, niet genoemd zal worden,
haar leedwanneer haar naam ontbreekt in het comité
van een weldadigheidsbazar tot verstrekking van wollen