De Dmi naar iiei Westen. No. 107. Vier en ÏMegentigste Jaargang. 1892. WOENSDAG 7 SEPTEMBER. De jachtwet veroordeeld. FEUILLETON. UkHAABSCHE COIIBANT. Deze Conrant wordt Hlnsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar O,SO; franco door het geheele rijk 1,- De 3 nummers f 0,06. Telefoonnummer: Pr(|s der gewone Advertentlën: Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. De grieven tegon de jachtwet zijn bekend. Herhaal delijk zijn zij in het licht gesteld, herhaaldelijk hebben belanghebbenden aangedrongen op tegemoetkoming aan hunne bezwaren. Nog onlangs hield de Tweede Kamer zich met dit onderwerp bezig, en den 29 Augustus 1.1. werd het te Maastricht op het Nederlandsche-Juristen congres behandeld. Do uitslag van de beraadslaging in de Tweede Kamer moet velen hebben teleurgesteld, Zooals men zich zal herinneren, had zij plaats naar aanleiding van een aantal bij de Kamer ingekomen adressen, waarop volgens ge woonte inlichtingen waren gevraagd van de Regeering en die daarna met de ontvangen inlichtingen in handen waren gesteld van een commissie. De meerderheid van deze commissie wenschte een regeling van de jacht, uit gaande van het beginsel dat den eigenaar van den grond het onbeperkte recht toekomt om zich het wild, dat zich daarop bevindt, toe te eigenen en met gunstige be palingen omtrent den afkoop van het jachtrecht op gronden of wateren van anderen. De meerderheid dei- Kamer kou echter niet besluiten met dien wensch in te stemmenwel was die meerderheid zeer gering, maar ten slotte wordt toch de conclusie van de meerderheid der commissie met 41 tegen 37 stemmen verworpen. Aangenomen werd daarentegen met 43 tegen 37 stem men, de conclusie der minderheid, die de beginselen der jachtwet onaangetast liet en zich bepaalde tot het uitspreken van den wensch, dat de bevoegdheid van den Minister van Justitie, om buitengewone machtigin gen te verleenen tot het schieten of bemeesteren van wild of schadelijk gedierte, met vrijgevigheid zou worden toe gepast of uitgebreid en ten aanzien van eenden grof wild en schadelijk gedierte in 't bijzonder konijnen en ganzen, doelmatige bepalingen in de wet zouden worden opgenomen Een derde voorstel, dooreen paar andere leden gedaan, om den wensch uit te spreken, dat de bezwaren voor den landbouw weggenomen zouden worden door een wet regelende de vergoeding .van door wild veroorzaakte schade, kwam door de aanneming van het voorstel der minderheid van de commissie niet in stemming. Geef zelf, of laat door de Commissarissen der Koningin wat meer buitengewone machtigingen uitreiken oin wild of schadelijk gedierte te bemachtigen dan tot nog toe gebruikelijk was, zeiden 43 van de 80 leden der Tweede Kamer die aan de stemming deel namen, tot den Mi nister van Justitie, of doe een voorstel om aan het ar tikel der jachtwet, dat u deze bevoegdheid toekent eenige uitbreiding te geven en in die wet daarenboven eenige doelmatige bepalingen op te nementen aanzien van herten en reeën, eenden, ganzen en konijnen zulk een voorstel zal hier gunstig ontvangen worden. Werd die wensch vervulddan zou alles ten slotte weer af hangen van de inzichten van den Minister en de Com missarissen der Koningin. De Juristenvereeniging was met ztplk een pijnstillend middeltje niet tevreden. Het bestuur had omtrent het 26) HOOFDSTUK XV. Morgen was dus de beslissende dag. Overal in de stad stond met groote letters aangeplakt «Morgen, Woensdag, 15 Januari 1879. Voor de eerste maali Bath-Seba." Groote opera in drie acten van George Nordstetten. Ouder persoonlijke leiding van den compo nist. Daarna volgde de opsomming der handelende per sonen Koning David,; Joab zijn veldheer; Uria, de Hethieteen krijgsman; Bath-Seba, Uria's vrouw; Nathan de profeet, enz. Alle hoofdrollen waren door kunstenaars van den eersten rang bezet. George las de biljetten op verschillende plaatsen hij had weer goeden moed. De groote repetitie was naar aller genoegen afgeloo- pen. De regis-eur, de zangers en de leden van het orkest hadden een uitstekenden indruk van het werk gekregen. Niemand twijfelde aan den goeden uitslag. Eenigen waagden het zelfs buitengewoon succes te voorspellen. George had aan Lolo beloofd haar om drie uur bericht te brengen over den afloop der repetitie, maar zij wachtte hem te vergeefs. Het was reeds half vier. Zij werd on gerust. Daar kwam Strelitz, die de repetitie had bijge woond. Hij was opgewonden en kon natuurlijk over den afloop veel onbevooroordeelder spreken dan de componist «Het is een prachtig, gezond, degelijk geheel met ver rassende, treffende passages!" riep hij in zijne oprechte bewondering uit. «Wanneer daar morgen de accoustiek van eeue goed bezette zaal bijkomt, dan zult gij eens hoofdpunt in de eerste plaats deze vraag gesteld lu. Moet het den eigenaar of den gebruiker van den grond vrijstaan om daarop ten allen tijde en door alle middelen wild en schadelijk gedierte te bemachtigen of te doen bemachtigen Mocht echter zulk een onbeperkte vrijheid naar het oordeel der vergadering te ver gaan, dan moet zij de gelegenheid hebben om zich voor minder afdoende maat regelen te verklaren daarom had het bestuur voor dat geval nog de twee volgende vragen gesteld 2°. Moet dit hem alleen met aan te wijzen middelen geoorloofd zijn 3°. Moet hem dit slechts gedurende een deel van het jaar geoorloofd zijn Maar men kwam aan deze vragen niet toe; de eerste vraag werd door de vergadering met groote meerderheid, met 35 tegen 13 stemmen bevestigend beantwoord. Zij was van oordeel, dat het den eigenaar of gebruiker van den grond moet vrij staan om het wild, dat hij daarop vindt, in eiken tijd van het jaar, in den zomer en in den winter, bij nacht en bij dag, met alle middelen die hij daartoe geschikt achtmet geweren met netteu of strikken etc. te bemachtigen of door andere te doen be machtigen. Hij zal dus naar het gevoelen van 35 der 48 tegenwoordige zijnde leden zijn veldvruchten tegen ongenoode gasten moeten kunnen verdedigen zonder naar gesloten of open jachttijd te vragen, zonder zich om spoorsneeuw te bekreunen. Dat deze beslissing ons genoegen doet, behoeven wij wel niet uitdrukkelijk te verzekeren. Men kan zich daarover verheugen zonder eenige ingenomenheid tegen het jacht vermaak, zonder eenige geringschatting van de waarde van het wild, om de eenvoudige reden dat het kleinere belang voor het grootere moet wijken, dat het wild het veld moet ruimen voor den landbouw en dat er ten slotte geen algemeen belang bestaat van zooveel ge wicht, dat de Staat er het recht aan zou kunnen ontleenen om den eigenaar van den grond te verbieden gedurende een groot gedeelte van het jaar het wild te dooden, dat zich daar bevindt en zich daar te zijnen koste voedt, om van hem gedurende het overige gedeelte dos jaars een zeker bedrag te vorderen voor het gebruik van zijn jachtgeweer, om hem te straffen als hij in plaats van een geweer een net of een strik of iets anders gebruikt, en hem machteloos te maken tegen het schadelijk ge dierte, dat zijn gewassen eet on vernielt, omdat hij ook wel een stnk wild zou kunnen treffen. Wordt de wet overeenkomstig het gevoelen van de Juristen vereeniging gewijzigddan zal voortaan ioder eigenaar vrij wezen om het wild op zijn grond te dooden en te bemachtigen of met vrede te laten. Die het wil sparen en zich van tijd tot tijd het vermaak van de jacht wil verschaffen, zal het wild op zijn eigen grond moeten ontzien; en is die niet uitgestrekt genoeg om aan het wild een schuilplaats te geven, dan zal hij van zijn buren de verplichting moeten koopen om ook op hun terrein het wild te sparen en hem het recht te verleenen om er op te jagen. Maar aan wien zou het recht om het wild te bemach zien hoeveel indruk zijne opera maaktIk heb in lange jaren niet zulk een rein genot gesmaakt als heden. Onze vriend Nordstetten weet zelf niet waartoe hij in staat is Lolo liet hem geheel uitspreken. Hare oogen schitter den. Had hij toch maar doorgepraathad hij datzelfde nog maar eenmaalnog duizendmaal gezegd Zij kon het niet genoeg hooren Strelitz was werkelijk een waar vriend een onzelfzuchtig kameraad «Hoe jammer," voegde de journalist er bij, dat wij den avond niet in het gezelschap van den componist kunnen doorbrengen Ik zou mij zoo gaarne vermeid hebben in zijn triomf. Graaf Pracks had zijn bal evengoed op een anderen avond kunnen geven en wanneer het dan be paaldelijk morgen avond moest doorgaan had hij onzen vriend ten minste niet behoeven uit te noodigen «Wees toch niet zoo egoïst! Neem een voorbeeld aan mij. Ik houd bijzonder veel van Dr. Nordstetten en zeker zijn er weinig menschen die zich over zijn triomf zoo zullen verheugen als ik. Toch spijt het mij volstrekt nietdat wij na do voorstelling niet bij elkander kunnen blijven. Ik gun het hem van harte, dat hij nog denzelf- deu avond in het schitterendste gezelschap, dat hij zich wenschen kan, de vruchten van zijne overwinning pinkt. Juist in zulk een gezelschap van menschen, die hem minder of meer vreemd zijn die het beste gezien en gehoord hebben en gewoonlijk spaarzaam met hun enthou siasme, maar tevens veel vrijer in hun oordeel zijndan de vrienden en de zoogenaamde vrienden juist daar zal Dr. Nordstetten den waren indruk zien dien zijne opera gemaakt heeft. En wanneer die indruk goed is dan kan hij gerust naar den gezant gaan «Gij zijt veel minder egoïst dan ik gjj denkt alleen aan onzen vriend en ik denk ook een weinig aan mij zeiven. Ik zou morgen ook zoo gaarne mijn aandeel hebben aan zijn succes; en indien wij gezellig in een kleinen kring «Ja als men zich zijn gezelschap kon uitzoeken Maar wie zal zeggen dat wij onder ons blijven. «Dat is waarzei Strelitz met komischen ernst. «Wie zal dat zeggen!" Hij had niet aan den blonden tigen toegekend moeten worden dus luidde een andere vraag aan den gebruiker, in den regel alzoo aan den huurder of pachter van den grond, of aan den eigenaar? De Juristenvereenigiug beantwoordde deze vraag in dien zin, dat dit recht moet toekomen aan den gebruiker huurder of pachter, voorzoover het bij overeenkomst niet aan den eigenaar is toegekend. Wordt dus in een huur contract niet uitdrukkelijk bepaald, dat de eigenaar het recht heeft om op den verhuurden grond te jagen, dan zou de huurder ten aanzien van wild en schadelijk ge dierte meester zijn op het terrein. Dit is trouwens reeds onder de bestaande jachtwet het gevalen het is goed ook want den huurder dient hef vrije gebruik en genot van den grond toe te komen en van alles wat do grond oplevert, onverschillig of de aarde die vruchten uitzich zelve voortbrengt of dat zij door bebouwing wor- deu vorkregen, ook van het wild en het schadelijk ge- dierto dat zich daar ophoudt en waartegen de huurder do vruchten van den grond moet kunnen beveiligen. Wordt dus omtrent het jachtrecht tusschen eigenaar en huurder geen bijzondere bepaling gemaakt, dan heeft de huurder ook het uitsluitend recht tot bemaehtiging en toeëigening van het wild. Het spreekt van zelf, dat men dit onbeperkte recht aan den gebruiker van het land alleen wilde toekennen, zooals trouwens ook de meerderheid der commissie in de Tweede Kamer wenschte, behoudens voor schriften in het belang van de openbare veiligheid en van het behoud van nut tige dieren. Als noodzakelijk gevolg van deze beslissingen werd ten slotte de vraag, of het bemachtigen van wild op eens anders grond zonder toestemming van don rechthebbende strafbaar moet zijn, met bijna algemeene stemmen in bevestigenden zin beantwoord. In dit opzicht zou de jachtwet dus in hoofdzaak onveranderd en het toezicht op wildstrooperij gehandhaafd moeten blijven. Ook omtrent de zoogenaamde heerlijke jachtrech- ten heeft de Juristen vereeniging een beslissing geno men doch zeer in het algemeen. Niet overal is na melijk in ons land het jachtrecht met den eigendom van den grond vereenigd. In sommige streken behoort het als gevolg van vroegere heerlijke rechten aan anderen. Die toestand dagteekent van 1815; na dien tijd is dit recht meestal herhaaldelijk door erfenis of koop van den een op den ander overgegaan daarom zou het zeer onbillijk zijn, de tegenwoordige bezitters dit recht te ontnemen zonder schadevergoeding. Onze tegenwoor- dige jachtwet bepaalt reeds, dat het door den grondei genaar altijd zal kunnen worden afgekocht, ook al ware het tegendeel bedongen. Sinds 1852 mag het bij ver vreemding niet meer van den grond worden gescheiden. De Juristen vereeniging sprak den wensch uit, dat de afschaffing dezer rechten, met schadeloosstelling der recht hebbenden daarenboven, vanstaatswegezou wor den bevorderd. Met algemeene stemmen verklaarde de vergadering zich daarvoor, al bleek groot verschil te bestaan omtrent de middelen waardoor dit zou kun nen geschieden. Gustaaf gedacht. «Wel!" riep hij George toe, die juist binnentrad. «Is dat een gezicht voor een generaal op den vooravond van een beslissenden slag 1" George zag er bepaald ontstemd uit. Hij had dieuzelfden morgen een brief van zijn vader ontvangendie hem ongerust maakte. De oude Deecken was ernstig onge steld en de geheimraad had de vraag geopperd of hij het voor zijn geweten kon verantwoorden thans, louter voor zijn genoegen, eene reis naar Berlijn te ondernemen en den ouden beproefden vriend zwaar ziek achter te laten i In elk geval wilde hij den volgenden dag en de uitspraak van den docter afwachten. Zoo even had George het volgende telegram ontvangen «Dokter vindt Deeckens toestand hopeloos. Moet tot grooten spijt van reis afzien. Heb Wilprecht geseind om Stephanie voor te bereiden. Mijne beste wenschen vergezel len u morgen. Zendt na iedere acte dringend telegram. Uw vader. «Dit laatste zal ik van u overnemen", zei Strelitz. «Gij zelf zoudt daar geen hoofd voor hebben." Lolo begreep George's ontstemming volkomen want zij wist hoe hij zich verheugd had op de tegenwoordig heid van zijn vader. Zij kon ook niets vinden om hem te troosten. Telkens herhaalde zij, dat het zonder twijfel treurig, maar toch geen ongeluk was, dat de hoofdzaak was en bleef: zijn succes! Eu hij zou succes hebben! En Strelitz, die beloofde een afzonderlijken telegraafdienst aan het operagebouw t.e organiseeren, zou het eeno zege bulletin na het andere naar Elberfold zenden. Dat was nu alles wol goed en hartelijk gemeend, maar het bracht toch geen wijziging in George's stemming, zoodat, toen de heeren afscheid namen, Lolo den jour nalist influisterde: Blijf bij hem! Hij is zoo zenuw achtig Martin knikte haar veelbeteekenend toe. Toen Lolo George de hand reikte, lachte zij op eene eigenaardige wijze, alsof zij iets verzwijgen wilde iets aangenaams.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1892 | | pagina 1