Buitenland. Binnenland. gaan om te zien comedie spelen, het was waarlijk deze laatste avonden op de groote Boulevards al aardig ge noeg. Er bestaat hier natuurlijk eene officieele fond- senbeurs waarvan de koersen officieel zijn welke van 's middags twaalf tot drie uren duurt en waar braaf geschreeuwd wordt. Behalve die groote beurs was echter tot j.l. Maandag eene kleinere avondbeurs in werking n.l. op den Boulevard des Italiens in het gebouw van het Crédit Lyonnais. De wisselagenten hadden tegen het bestaan van die kleinere beurs geprotesteerd, op grond dat het houden er van onwettig is, en moeten wij aan nemen dat zij gelijk hadden, want van hoogerhand kwam bevel niet langer de deuren van het Crédit Lyonnais aan die kleine-beurs bezoekers te openen. Het gevolg daarvan was dus, dat de »coulissiers" thans vergaderden in de opon lucht vóór de Passage de 1' Opéra, en het verkeer dus woldra gestremd werd, vooral toen de voor bijgangers staan bloven en allerlei dwaze bemerkingen maakten. De politie liet echter stil begaan, maar in- tusschen zoeken de heeren van de kleine beurs eene meer geschikte gelegenheid, want dat vergaderen in de open lucht is bij het gure weder en mot- of plasregen verre van aangenaam. Morgen opent eene nieuwe gelegenheid om ons te vermaken n.l. De Noordpool, eene zaal, waarin wij op glad ijs kunnen schaatsenrijden. Daarover dus nader zoo deze inrichting werkelijk aan de verwachting be antwoordt. J. M. T. BKIjGIK. Het Staatsblad bevat een besluit, waarbij de in- en doorvoer verboden wordt van rundvee uit Nederlandbehalve langs den spoorweg in verzegelde wagens, zonder overlading. Do Senaatscommissie voor de herziening verwierp het stelsel van vertegenwoordiging der belangen en dat der verkiezing met twee trappen. Daarentegen vereenigde zij zich met het voorstel, om de Senaatsleden door hetzelfde kiezerskorps als dat der Kamer te doen verkiezen. Den 19 kwamen te Mechelen zes cholera-ge vallen voor, waarvan twee mot doodelijken afloop. OUlTSdil.AlVU. Van den 17 des middags tot den 18 des middags zijn aangegeven 8 ziekte- en 3 sterfgevallen aan cholera. Daarvan kwamen op den 17 7 aangetasten en 2 overledenen. Van den 18 des mid dags tot den 19 des middags 11 ziekte-gevallen en 1 sterfgeval. Den 18 werden 8 aangetast en stierf één persoon. Dr. Mezger zal met 1 April 1893 Wiesbaden verlaten en zich te Parijs vostigeu. Zijne villa te Wiesbaden is te koop of te huur gezet. De heer Zelle, de nieuw benoemde burgemeester van Berlijn, is door den Keizer ten gehoore ontvangen. De Keizer heeft f 30000 geschonken aan de noodlij denden te Hamburg. EÜGKIiAXD. Do Koningin heeft de orde van den Kouseband verleend [aan graaf Roseberry, minister van bnitenlandsche zakenin de plaats van den overleden hertog van Sutherland. FRAMRIJH. Een der te Carmaux in hechtenis genomen personen wegens aanranding der gendarmes is door de rechtbank veroordeeld tot 6 dagen gevangenis straf en 15 frcs. boete. De te Hévre ingestelde bijzondere geneeskundige dienst is geëindigd. De minister van onderwijs Bourgeois besprak den 17 op een feestmaal te Nantes de hereeniging der conser vatieven met de Republiek. Laat ons zeide hijdeze steile helling beklimmen die naar den bergtop leidt waar wij hopen den vrede te viuden, die gegrond is op den eerbied voor het recht en het plichtsgevoel. Wij moeten hen helpen die zelvon slechts langzaam vooruit kunnen gaan. Deze rede werd zeer toegejuicht. De Raad van beheer der mijnen te Carmaux heeft de verklaringen van den directeur Reille in de Kamer goed gekeurd. ten het voor zijne overtuiging toegankelijk te maken Zij zou geen vroolijk uur moer hebben «Waarde vriend viel de geheimraad hem in de rede, terwijl hij op zijn stoel heen en weer draaide. >Gij moet het mij niet kwalijk nemen, maar alles, wat gij daar zegt, komt mij ja, hoe zal ik het uitdrukken een beetje erg gemakkelijk voor. Gij weet hoe vrij ik ben in mijne opvattingen gij weet ook hoeveel ik van u bei den houd en hoezeer ik u het beste toewensch. Maar ik zon huichelen, indien ik beweerde, dat ik nu bijzonder veel medelijden met mevrouw Lolo zou hebben, als ik wist, dat zij een veilig dak gevonden had bij een gees telijke met overdreven godsdienstige begrippen. Het mag wellicht niet vroolijk zijn maar op vroolijkheid mo gen wij ook voorloopig niet rekenen. Gij vreest, dat mijnheer uw oom zich genoopt zal voelen, mevrouw Lolo het gebeurde en haar aandeel daaraan, in al te af schrikwekkende kleuren af te schilderen dat is mo gelijk ik weet echter niet of dit meer kwaad zal stich ten dan eene luchthartige opvatting, die zeer licht zou kunnen wortel schieten indien alles maar zoo geheel en al naar wensch ging. Want het is en blijft een ern stige geschiedenis 1 Gij zelf voelt behoefte met de hulp van uwe familie, van uw vader, uwe zaak voor de oogen van de wereld in een gunstig licht te plaatsen, en ik kan niet anders dan u daarin volkomen gelijk ge ven. Gij ziet hoe uw bravo vader or over denktMijnheer uw oom heeft in ieder geval den moed u toe te staan wat uw vader weigert. Ik zou mij nog eens bedenkon Ik zou over alle bijzaken heenstappen en de aangeboden hand dankbaar aangrijpen. Kan mevrouw Lolo het er wer kelijk niet uithouden welnu, zij zit immets niet achter slot en grendel, zij legt geene gelofte af dan kunnen wij immers altijd nog raad schaffen. Ik moet echter ronduit bekennen, dat ik voor mijne jonge vriondin nog meer achting zou gevoelen, indien zij het wel uithield." George wilde antwoord geven, maar Lolo, die nog steeds met neergeslagen oogen voor zich had zitten kijken, voor kwam hem. »Zoo gij mijn wensch wilt vervullen," sprak zij op zeer beslisten toonterwijl zij het hoofd ophief, »dan vertrek ik nog heden avond naar den edelmoedigen man, Hamer. Den 18 heeft de heer Baïhaut een voorstel ingediend tot herziening der wet van 1810 betreffende den eigendom der mijnen. Ook zijn voorstellen ingediend betreffende de in- en uitgaande rechten. Verschillende interpellation waren aangekondigd om trent het te Carmaux gebeurde. De beraadslaging daar over werd geopend. De heer Millerand stelde als motie van orde voor aan de regeering te vragen dat zij het algemeen stemrecht doe eerbiedigen en dat de Mijnmaatschappij van Car maux eerst onder toezicht worde gesteld en later van hare rechten vervallen worde verklaard. Baron Reille zeidedat Calvignac door de Maat schappij was afgedankt wegens afwezigheid. De heer Clémenceau verklaarde zich voor eene scheids rechterlijke uitspraak in het bestaande geschil, waarmede baron Reille instemde. De heer Dupuy verkondigde den lof der werkstakers te Carmaux. Hij vroeg bescherming voor de mijnwerkers tegen de Mijnmaatschappij die de wetten had geschon den. (Toejuiching aan de uiterste linker- z ij d e.) De heer Desprès die daarentegen de Mijnmaatschappij beschermdewas genoodzaakt de tribune te verlaten daar hij zóó herhaaldelijk in de rede werd gevallen dat hij niet aan het woord kon komen. Minister Loubet zeide dat de regeering haren plicht had gedaan on dat de Mijnmaatschappij niet van hare rechten kon worden vervallen verklaard. De algemeeno beraadslaging werd hierop gesloten. De voorzitter, de heer Floquetkondigde aan dat hij vijf motiën van orde had ontvangen lo. van Dupuy en Millerand 2o. van Basley3o. van Gerville-Réache 4o. van Evard en Granger r 5o. van Mazerel. De motie van Basley stelde voor de scheidsrechterlijke uitspraakin de laatste drie motiën werd vertrouwen geuit in de geostkracht der regeering. Mgr. Hulst stolde als motie van orde voor, tot de eenvoudige orde van dag over te gaan doch deze motie word met 449 tegen 38 stemimn verworpen. Do heer Millerand vroeg den voorrang voor zijne motie, eene wenschwaartegen de regeering zich niet verzette. Zij verklaarde tevens, zich met het voorstel betreffende eene scheidsrechterlijke uitspraak te vereenigen Al de motiën van orde werden echter ten slotte in getrokken. Alleen werd het bovengemeld voorstel van den heer Baïhaut aangenomen. Naar men verzekerde, zou minister Loubet er in hebben toegestemd als scheidsrechter tusschen de werk lieden en de Mijnmaatschappij van Carmaux op te treden. In den Senaat is eene interpellatie aangekondigd over het congres der socialistische gemeenteraden van Saint- Ouen. 00*TE*EtlJKilO\G\ll3JE. Van middernacht tot den 17 des namiddags 4 uren zijn te Budapest aan gegeven 26 ziekte- en 6 sterfgevallen aan cholera. In de hongaarsche delegatie heeft graaf Kalnoky in eene rede over de bnitenlandsche staatkunde het drievou dig verbond verdedigd, dat een zuiver verdedigend ver bond isvolstrekt niet gericht tegen Rusland. Het drievoudig verbond beschermt de belangen der vereenigde lauden en die van geheel Europa. Hij verklaardedat men overal den vrede wenscht. Sprekende over de oostersche staatkunde van Oostenrijk betuigde hij, dat deze verzoenende en lijdelijke staatkunde van Oostenrijk niets anders beoogt, dan de eerbiediging van het verdrag van Berlijn. In de den 17 door de oostenrijksche delegatie gehouden zitting zeide de heer Eym, dat de niet-duitsche bevolking der monarchie zich ernstig bezorgd maakte over het drievoudig verbond. De band, daardoor tusschen Oos tenrijk en Duitschland ontstaan, wekte een wantrouwen, dat door eene langjarige ondervinding gewettigd werd. De czechen verlangen geon te nauw verbond met de duitschers. Hij was ook tegen een verbond met Italië. Graaf Boubois verklaardedat de gevoelens van den heer Eym niet door de bevolking werden gedeeld. die voor een vreemde, over wie hij niet dan slecht kan deukenzijn huis opent. Ik ben niet bang voor hem. Met een man, die tot zoo iets in staat is, wien de zucht om iemand, die in nood verkeert, te helpen, alles doet vergeten on trotseoren met zulk een man zal ik mij wel leeron verstaan, al verschillen wij ook nog zooveel. Zijne bestraffingen zullen mij minder hard vallen dau de beleedigende lijdzaamheid en het gehuichelde mede gevoel van de omgeving, waarin ik tot nog toe verkeerde. Ik verlang werkelijk het aanbod van den predikant aan te nemen en smeek er u zelfs om." De dokter had iederen volzin van Lolo met een toe stemmend knikje begeleid en evenals zijne vrouw, die zich tot nu toe niet in het gesprek gemengd had, gaf hij Lolo gelijken na lang heen- en weer praten, werd George's tegenstand, die telkens op nieuw betuigde, dat Lolo in de Barmensche pastorie helsche pijnen waren beschoron, eindelijk gebroken. Hij troostte zich met de hoop, dat Lolo's verblijf in Barmen niet lang zou duren, want zonder twijfel zou zijn vader spoedig met haar verzoend zijn. Mevrouw Stephanie had iutusschen alles met de grootste omzichtigheid en voorbeoldigen tact in orde gebracht. In den namiddag werden Lolo's bijzondere eigendom men, in twee koffers gepakt, bij dr. Lohausen bezorgd. Des avonds ging Lolo op reis en op haar eigen ver zoek alleen Op de meest besliste wijze had zij Geor ge's aanbod om haar te begeleiden, afgeslagen. Lohau sen en George brachten haar naar het station zij was in eene hoogst ernstige stemming, maar buitengewoon kalm en stortte geen enkele traan. George kwam nog oven aan het geopende portierraam en scheen iets in zijn zak te zoeken. »lk moet u toch nog een aandenken geven," bracht hij met moeite uithij wist zelf niet wat. Daar viel zijn blik op zijne hand. Snel trok hij een zwareu, mooien, ouderwetschen ring van zijne pink er was een Medusahoofd in gegraveerd en hi) had hem jaren geleden van zijn vader ten geschenke gekregen. Hij drukte Lolo den ring in de hand en moest toen vlug van de treeplank afspringen, want de trein zette zich in beweging. Toen George den trein zag wegrijden, drukte hij de Te Praag zijn 50 voor de mijnen bestemde- dynamiet- patronen gestolen. In eene bijeenkomst der liberale partij ie een voorstel van den minister Szapari aangenomenom aan de ont hulling van het monument der Honveds een militair karakter en eene verzoeningsgezinde strekking' te geven. VKREGAIODE STATEAI. President Harrison is door de ziekte zijner vrouw verhinderd de feesten te Chicago bij te wonen en nu heeft Cleveland bericht, dat bij daar evenmin tegenwoordig wenscht te zijn, omdat hij geen voordeel wil hebben van de treurige familie omstandigheden van zijn mededinger naar het presi dentschap. Tweede Hamer. Zondagsrust van Schutterijen. Blijkens het afdeelingsverslag over het wetsvoorstel van den heer Donner tot wijziging van art. 42 der schutterij, maakten verscheidene leden de opmerking, dat dit voor stel aan den vooravond der regeling van den dienstplicht ontijdig is, waarop geantwoord werd, dat de voorgestelde wijziging vau geringe beteekonisis en het bovendien niet waarschijnlijk geacht kan worden, dat de regeling van den dienstplicht in den eersten tijd tot stand komt. Het voorstel zelf vond bij een deel der leden groote instemmingomdat h. i. art. 42 der schutterijwet in strijd is met art. 167 en 168 der grondwetmet den geest van Zondagswet en arbeidswet en met het christelijk volkskarakter. Enkele voorstanders wilden zich echter meer bepaald plaatsen op het algemeen maatschappelijk standpunt, dat aan niemand de vrije beschikking word® ontnomen over zijn Zondag, dien een ieder te gebruiken heeft naar eigen wensch. Bij verscheidene andere leden vond het voorstel krach tige bestrijding. Vooreerst is het. van eigen standpunt des heeren Donner, onvolledig, daar hij ook de inspectiën op Zondag zou moeten verbieden, hetgeen echter met het oog op bet brandpiket niet zou gaan. Daarenboven laat de wet de oefeningen op Zondag facultatief en heeft men die sedert jaren zonder bezwaar naar de plaatselijke om standigheden geregeld. Voorts moeten de oefeningen plaat» hebben na afloop van alle godsdienstoefeningenbehoort het handboogschieten in onze zuidelijke provinciën zelfs tot do meest geliefkoosde uitspanningen op Zondag en kan de geoefende schutter al spoedig van de oefeningen worden vrijgesteld. Maar bovendien in bepaalde gemeenten kunnen er wel degelijk redenen zijn om de oefeningen juist op Zondag te houden omdat daardoor de werk lieden hun loon niet inboeten. Toen de schutterijwet tot stand kwam in 1827, werden geene gemoedsbezwaren ingebracht tegen de Zondags oefeningen en werd de Zondag na kerktjjd juist aan sport, als: kolven, kegelen, handboogschieten enz. besteed. Men wees ook op het voorbeeld van Zwitserland en België en achtte de gemoedsbezwaren van enkelen hier te moer mis plaatst, omdat, wanneer daaraan gevolg werd gegeven, ook de belangrijkste katholieke feestdagen en de israëli- tische sabbath zouden moeten uitgezonderd worden, ter wijl dan ook het bezwaar der Mennonieten tegen het dragen der wapenen zou moeten, gelden. De voorstanders bleven volhouden dat de wet de ze kerheid moest verschaffen,- dat uergons aan de godsdienstige overtuiging der ingezetenen op dit stuk geweld kon worden aangedaan. Op particuliere spelen kon men zich niet beroepen, want deze zijn vrijwillig. Onbetaalde dien sten ten behoeve van het Rijk zullen wel nooit kunnen vermeden worden, en uit dat oogpunt zijn er ook geen bezwaren gerezen tegen de schutterij-oefeningen, -te min der omdat onderscheidene werkgevers het werkloon toch uitbetalen, terwijl men overigens zou kunnen zorgen, dat het werkverlies geringer werd, door de bepaling te doen vervallen, dat de oefeningen een half uur voor zonson dergang moeten zijn afgeloopen. Het beroep op België en Zwitserland ging niet op, terwijl in België daarenbo ven een sterke aandrang tot verandering op dit punt zich in don laatsten tijd heeft geopenbaard. Door katho lieken en israëlieten waren geene bezwaren tegen de tanden vast op elkander, reikte, zonder een woord te kun nen spreken, zijn beiden vrienden de hand en verliet ylings het station. De Lohausens reden alleen naar huis terug. Met ongeëvenaarde snelheid had zich het gerucht van hetgeen den vorigen dag was voorgevallen, door de ver schillende kringen in den Thiergartenwijk verspreid. Op het groote feestdat heden in Believuestrasse gege ven werd, werd over niets anders gesproken. »Weet gij het reeds?" Zoo begon ieder gesprek. Hoe dikwijls men de geschiedenis ook al gehoord had, men liet haar zich met blijkbaar genoegen nog eenmaal ver tellen, met alle ware bijzonderheden, die geen mensch wist hoe bekend geworden en met alle wonderlijke opsieringendie er langzamerhand bijgevoegd waren. Voorloopig maakte de geheele geschiedenis nog een vroo- lijken indruk, want men zag in de eerste uren slechts opgewekte gezichten. Gustaaf Ehrike werd zacht en ook luide uitgelachen. Langzamerhand verdween de vroolijkheid en het ge lach verstomde. Nordstetten en Lolo hadden toch onver antwoordelijk gehandeld. Zoo iets mocht in geen geval geduld worden Waar moest het heen indien Het duurde niet lang of de schuldigen werden veroor deeld, zonder eenigo verzachtende omstandigheid, ja, men raakte hoe langer hoe meer verbitterd tegen de misda digers 1 Hoe kon iemand om zoo iets lachen Die arme Ehrike 1 Al had hij ook dat deed er niets toe! Dat maakte de zaak voor Lolo niets beter Zij had haar plicht op schromelijke wijze verzaakt zij had alle eischen van zedelijkheid met voeten getreden zij kon doen wat zij wilde de kring waarin zij verkeerd had, was voor goed voor haar gesloten En die gewetenlooze Nordstetten, die het huwelijksgeluk van een paar rnen- schen opoffert aan eene luim van het oogenblik O, die kunstenaars Zij meenen altijd dat zij er een eigen hand boek over de zedelijkheid op na kunnen houden. Men moest werkelijk wat voorzichtiger zijn in de keuze van zijn omgang 1 Iemands goede naam de rust in huis dat was toch geen speelgoed Het was de plicht van iederen man van eer de oogen goed geopend te houden, de plicht van iedere reine vrouw elke gemeenzaamheid

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1892 | | pagina 2