Be Brig naar M festen. No. 136. Vier en Negentigste Jaargang. 1892. V R IJ I) A (1 11 NOVEMBER. PARIJSCHE BRIEVEN. FEUILLETON. Buitenland. AMiMAAKSCHE COlïllAVT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers 0,06. Prijs der gewone Advertentlën Pei^ regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer3 J3XXVII. Parijs, 6 Nov. 1892. Gisterenmorgen lazen wij in de dagbladen eene bijna éénstemmige kritiek vollot en toejuichingen van eene nieuwe opera-comique, welke op het theater der »Bouffes Parisiens" voor de eerste maal het voetlicht zag, en daar de han deling ons in Holland verplaatst, zoo haastten wij ons gisterenavond naar den schouwburg. De kritieken hebben niets teveel gezegd, wij hebben ons uitstekend vermaakt. Wij bevinden ons te Haarlem, waar wij met genoegen kennis maken met den heer van Beek, een schatrijk in gezetene, die al zijn tijd doorbrengt met recht genoeglijk te leven, en lekker te eten en te drinken. Die heer van Beek is wel zeer rijk, doch zijn fortuin behoort hem slechts toe onder eene zekere voorwaarde, want al zijn geld en goed beeft hij te danken aan eene overoude na latenschap, voor lange jaren geleden aan zijne familie vermaakt door twee nichten, twee vrome oude vrijsters, die haar geheele lortnin aan do familie van Beek nalieten op voorwaarde, dat minstens één maal in de honderd jaren eene mejuffrouw van Beek in een klooster zal gaan. Wordt deze conditie niet nageleefd, dan komt de geheele erfenis aan de stad Haarlem. Van Beek is volkomen gerust, zijne dochter Hortensia heeft hem beloofd zij wil den sluier aannemen, maar hij heeft buiten den waard, of' liever buiten Haarlem's burgemeester gerekend. Deze heer, Krabbe geheeten, loert voor de stad op deze prachtige erfenis, hij maakt daarom het hof aan Hortensia, en schaakt haar. Van Beek is radeloos, nu moet hij al het geld teruggeven, hij klaagt steen en been, maar daar komt redding in de gedaante van eene natuurlijke dochter, welke van Beek in zijne jeugd gekregen heeft. Die kleine Freya zal zijn fortuin redden, zij is in een klooster opgevoed tot haar zestiende jaar, kent niets van de wereid, en droomt slechts van heiligen en vroomheid. Papa van Beek past goed op zijn dochtertje, hij houdt haar steeds voor hoe de duivel zon kunnen trachten zich tusschen haar en hare klooster roeping in te dringen, en hij slaapt weer gerust, maar weder heeft hij gerekend buiten burgemeester Krabbe, die ditmaal met zelf den verleider speelt, doch er een jong zeeofficier op afstuurt, aan wien het gelukt het hart van Freya te veroveren. Eindelijk loopt alles toch nog goed af voor van Beek en met een dubbel huwelijk van Krabbe, Hortensia, Ludwig en Freya. Deze opera-comique heeft een welverdiend succes, ten eerste door het livret van Maxime Boucheronden schrijver van Miss Helyett, welke laatste operette hon- derdenmaleu achtereen op ditzelfde tooneel vertoond werd. Ten tweede door de muziek van Audran, den componist van de Mascotte, le Grand Mogol, enz. enz.; deze muziek is ditmaal van eene meer verhevene soorten heeft Audran stellig nooit iets fraaiers geleverd. Ten derde door de meesterlijke decoratie van Amable en Gardy, die drie echt hollandsehe tafreelen schilderden, door de fraaie costumes, en eindolijk door de meesterlijke vertolking. 53) o Julie was tevreden. Zij behoefde zich geen enkelen wensch te ontzeggen, had mooie kleeren, mooie sieraden, met name een fraai hoefijzer met kleine brillanten bezet; zij had een mooie woning en kon, in eene opwelling van kinderlijke liefde, nu en dan eens tien Mark aan haar vader zenden, den kleedermaker Lessen in de Acker- strasse, voor wiens bezoeken zij overigens bedankte. Halmanski was ook tevreden. Hij nam gewoonlijk van de verwacht wordende winsten een vrij groot gedeelte vooruit, zoodat hij een zorgeloos leven kon leiden en rookte Gustaafs fijne sigaren. En Ehrike zelf was ook tevreden en gelukkig. Hij was de hoofdpersoon en werd geacht en geëerd. Zoo leidden zij met hun drieëen een vrij, een vroolijk leven, een leven vol zaligheid de profeet Gustaaf rechts de profeet Halmanski links en het kind van de wereld, Julie Lessen, in het midden. Even onopgemerkt als Gustaaf op zekeren dag in het Westen was aangeland, was hij op een anderen dag ver dwenen. Stephanie, die voor den lichten rouw geheel nieuwe nuancen had gevonden, die hare vindingrijkheid eer aan deden, was als gewoonlijk in Engadin geweest, en had te St. Moritz graaf Pracks en hare »chère amie", gravin Leonie, weder aangetroffen. Wilprecht voelde zich in dat voorname gezelschap evenzeer gevleid als misplaatst. Hij had het bij het voornemen, dat het anders worden moest, laten blijven en voor zijn geweten was het vol doende, dat hij dit goede voornemen dagelijks vernieuwde. Hoogst onaangenaam was het hem, dat Stephanie niet Eene overzetting in de nederlandsche taal zal dan ook wel niet uitblijven, en zal deze opera-comique stellig in Holland het succes hebben van de klokken van Corneville den jongen Hertog enz. enz. Terwijl de eene componist geniet van zijne glorie, sterft een andere, n.l. Hervé, die ook veel succes heeft gehad met verschillende operettes-bouffes, en al was hij ook niet zoo ongekunsteld koddig als b.v. Offenbach, en al schenen zijne heiden ook dikwijls als ontsnapt uit een gekkenhuis, zoo zullen toch zijne L'oeil crevé, Chilpéric Le Petit Faust, Les Tnrcs, Don Quichotte nog lang in onze herinnering voortleven. In de laatste jaren was Hervé zeer prikkelbaar geworden, hij kon geene kritiek meer verdragen, zijne laatste operette Bacchanale had niet dat succes, waarop hij meende te mogen rekenen, en schijnt dit zijn dood te hebben verhaast. En thans alweder eene werkstaking, doch gelukkig is ditmaal niet de politiek in het spel en kunnen wij op het terrein der kunst blijven. Terwijl wij zoo uitstekend ons vermaakten in het Theatre des Bouffes, werden de toe schouwers in den schouwburg der Opéra Comique op een negatief vermaak onthaald. Daar zijn de koorzangers van oordeel, dat hunne verdionste, zijnde honderd francs vast salaris per maand, niet voldoende is, zij verlangen dus eene verhoogiug, doch de directeur, Carvalho genaamd, dezelfde, onder wiens bestuur voor eenige jaren geleden de schouwburg in de rue Favart afbrandde, gaf aan zijn personeel ten antwoord, dat hij niet maar zoo dadelijk zijn budget kon verhoogen. De mannelijke koristen spra ken daarom af niet te zingen zaterdagavond speelde men le Barbier de Séville en Cavalleria Rusticana. In den Barbier zijn slechts een vijftiental koristen noodig, dus werd deze opera zonder stoornis gezongen, maar toen de drie slagen vernomen werden, welke het begin van Caval leria aankondigden, verklaarden de koristen aan hun chef, dat zij besloten waren den mond niot te openen. De chef riep den régisseur; men waarschuwde den heer Clément, commissaris van politie, die zijn sjerp omdoed en tnsschen de heeren kwam staan. Het eerste koor wordt achter de schermen gezongen, de koristen zwegenbij het tweede koor verschenen zij wol op het „ooneel, doch toen zij zouden invallen met De tous cótés l'on voit de belles filles Semer les épis d'or sous leurs faucilles speelde het geheele mannenkoor voor stommetje. Wat zou do heer Clément doen proces-verbaal werd opge maakt en daarmede liep de zaterdagavond af. Een enkel persoon uit het publiek vroeg zijn entréegeld terug, op grond dat men hem een opera zonder koor had gegeven. Thans is men aan het onderhandelen, de koristen willen wel op het tooneel komen, doch weigeren te zingen, daar om heeft de directie hun voorloopig den toegang tot den schouwburg ontzegd. Gisterenavond zong men Manon met koren bestaande uit vrouwen, een vijftal mannen, die het werk niet staakten eu eenige artisten, die hunnen directeur in dit lastige geval niet in nood willen laten. Hot is niet gemakkelijk goede plaatsvervangers te vinden, want om een degelijk koorzanger van de opera-comique te worden, zijn wel vijf jaren noodig, en om het geheele van eenige onvoorzichtigheden was vrij te pleiten, welke door booze tongen verkeerd uitgelegd konden worden, hetgeen ook werkelijk gedaan werd. Het ontging hem niet, dat men het in zijne tegenwoordigheid met opzet vermeed den naam zijner vrouw met dien van den ge zant, zelfs bij de meest onschuldige voorvallen, samen te noemen en geschiedde het onwillekeurig, dan zag hij een medelijdend lachje over de gezichten zweven, dat zijn toorn opwekte en hem diep beleedigde. Hij was door drongen van de noodzakelijkheid om er een einde aan te maken, maar een gevoel van schaamte hield hom tel kens terug, wanneer hij die netelige quaestie wilde aan roeren. Stephanie's kalmte bracht hem geheel in de war, hare onbezorgdheid verbaasde hem. Zij speelde met hem als de kat met de muis. Wilprecht besloot daarom zich tot graaf Pracks te wenden. Hjj wilde den fijngevoeligeu man door ernst en waardigheid laten merken, dat deze allengs intiemer wordende verhouding hem ergerde. Hij was bescheiden genoeg, om, als hij in zijne alleenspra ken uiting gaf aan zijne gewaarwordingen, het beeld te gebruiken van het paard en den ezel, die zich niet voor denzeltden wagen laten spannen. Bij den gezant kreeg hij echter weinig troost. De beleefde, voorname man be greep hem niet of wilde hem niet begrijpen. Toen Wilprecht bij zekere gelegenheideene weloverlegde poging deed om den graaf te interpelleereu, vroeg doze bui tengewoon vriendelijk, of hij soms aan hoofdpijn leed en bood hem zijn migraine-stift aan. Daarna praatte hij zoo ongekunsteld mogelijk met Stephanie door en wan delde, vroolijk lachend, met haar door den tuin tus schen de beide groote hotels, terwijl Wilprecht met de sortie van zijne vrouw over den arm, in de vervelendste stemming achteraan kwam. Dienzelfden avond nam hij zich vaster dan ooit voor aan de zaak een einde te ma ken en den volgenden morgen bracht hij Stephanie met een zekeren trots een ruiker van alpenrozen en Edelweiss, dien hem de gezant zooeven, in tegenwoor digheid van prinses X. en markies Y. voor zijne vrouw had tor hand gesteld. Zoo werd hij voortdurend heen en weer geslingerd répertoire goed en zonder haperen te kennen stellig wel tien jaren. De kroniek der misdaden is weder met eenige hoofd- stnkkon vermeerderd. In rue Botzaris achter het park van de Buttes-Chaumont is een in aanbouw zijnd huis, hetwelk nooit voltooid werd. Daar vond een voddenraper een pak, en bjj opening bleek dit bet lijk te bevatten van een vrouw in stukken gesneden. Verdere details zal ik maar achterwege laten. In Choisy-le-Roi. vlak bij Parijs, is een jong meisje van veertien jaren vermoord door een negentienjarigen knaap om eene reden, die wij met stilzwijgen zullen voorbijgaan, en welke de lezer alzoo wel raden kan. Treurig. J. M. T. MEEitilE. Den 8 des nachts waren te Laeken kleine biljetten aangeplakt, waarin tot werkstaking werd aangespoord. De politie nam ze weg. Des morgens vroeg liepen te Brussel talrijke groepen werklieden door de stad met eene kaart op de petwaarop de woorden leve het algemeen stemrechtZij scheurden de biljetten van de muren, waarin de bevolking uitgenoodigd werd, »leve de koning!" te roepen. Te kwart over tienen kwam een troep van 300 socialisten voor de venstors van het ministerie, roepende >weg met den koning van papier 1" en zingende de Carmagnole. Bij het voorbijgaan van ambtenaren of officieren werd gezwaaid met wimpels waarop de woorden: »leve het algemeen stemrecht!" Toen de koning van het paleis naar de Kamer reed waren vele socialisten achter het cordon van de troepen en van de burgerwacht vereenigd, die »leve het algemeen stemrecht' riepen en de Marseillaise zongen. Uit de burgerwacht werd van enkele leden dezelfde kreet ver nomen terwijl anderen riepen »leve de Koning!" Om 1 uur 10 min. kwam de koning in de Kamer aan, waar twintig minuten vroeger de koningin vergezeld van de gravin van Vlaanderenprinses Clementine en onder scheidene hofdames, reeds aangekomen en door de afge vaardigden met gejuich begroet was. De radicale afge vaardigden van Brussel riepen bij de aankomst des konings»leve het algemeen stemrecht!", doch worden door het geroep van »ieve de koning overstemd. Van de stampvolle tribune voor het publiek werden een groot aantal papiertjes in de zaal geworpen, waarop »leve het algemeen stemrecht te lezen stond. Bij het verlaten van het gebouw door den koning deden zich dezelfde mani- festatiën voor. Een lid van den Algemeenen Raad der werkliedenpartij, die een pak manifesten naar den koning wierp, word in hechtenis genomen; gelijk lot viel te beurt aan twee personen, die »weg met den koning" riepen; een hunner was een werkman zonder ondorkomen en de ander beambte eener verzekeringmaatschappij. De koningin werd bij haar vertrek door de menigte levendig toege juicht terwijl de socialisten floten en met papieren zwaaiden, waarop »leve het algemeen stemrecht" te lezen stond. Reeds in den vooravond trokken verschillende nu eens voelde hij zich gevleid dan weder bekroop hem de angst voor eene belachelijke rolbovendien wist hij zeer goed, dat iedereen het aandeel kende, dat hij in de zaak-Ehrike gehad had. De een had het hom botweg in het gezicht gezegd, den ander las hij het duidelijk in do oogen. Hij had geen enkelen vriend. Hij kon er niet aan twijfelen of zijne positie in den kring, waarin hij tot nog toe verkeerd had, was er niet op verbeterd en hij voelde maar al te goed, dat Stephanie hem eigenlijk boven water hield. Zooveel te meer moest hij dus thans zorgen, dat de laster haar niet achterhaaldezelfs de minste schijn moest vermeden worden eu daarom kwam hij nogmaals tot het besluit, dat het anders moest wor den. Die goede voornemens waren hem eene aangename gewoonte geworden. Toch bleef alles bij het oude. Hij was zich volkomen van het onwaardige in zijne positie bewusthij voelde de beleedigeude geringschat ting, waarmede Stephanie hem behandelde. Te midden van al de woelde, die hem omringde, leidde hij een ellen dig leven. De hardste straf, die een mensch zich den ken kan, was hem opgelegdhij kwam zich zelveu ver achtelijk voor. Hij was juist slim genoeg om dat aan zich zelveu te bekennen, maar tevens te laf, om er veran dering in te brongen. Achter hem lag een verleden zon der veel vroolijke herinneringen, het tegenwoordige ver schafte hem geene vreugde en wat had hij van de toe komst te hopen? Een vervelende oude dag, een oubetreurd einde Over de verbreking van het huwelijk der Ehrike's en het voorvaldat hieraan den doorslag gegeven had, was intnsschen reeds eenige tijd heengegaan en in dien tijd was er weder zóóveel anders gebeurd, dat de opmerk zaamheid getrokken en den babbelaars Htof tot praten gegeven had dat dit avontuur in het vergeetboek zou zijn geraakt, indien de hoofdpersonon niot de gevierde componist Nordstotten en de jongebekoorlijke Lolo waren geweest. Men was nog altijd een 'weinig ver legen tegenover Nordstetten; men wist niet hoe men zich houden moest, wanneer hij de vroegere betrekkin gen weder wilde aanknoopen. Over Lolo's uitsluiting

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1892 | | pagina 1