Stadsberichten. Vrede aan de hntten, oorlog aan de paleizen. Koedijk. Den 18 gaf ons fanfare-corps »Aurora" ijrae eerste uitvoering in dezen winter. Wisten wij uit de hulp, ter gelegenheid van ons schoolfeest, dat het corps sedert verleden jaar reeds groote vorderingen had ge maakt. dit kwam nu nog in sterkere mate aan den dag. Be zaal was vrij goed bezet, maar het zal den leden minder aangenaam geweest zijn, dat dit publiek van op schoten jeugd en vau >ballnstigen" niet aangevuld was door wat meer menschen van leeftijd. Wij gelooven niet, jut velen der kunstlievende leden zelf waren verschenen. Dot het bal in trek was, behoeft na het voorgaande niet neer gezegd te worden. IJrseni. Voor het herhalings-onderwijs, dat 1 Nov. jLmoest aanvangen, hebben zich geen leerlingen aangemeld. Den 12 trad de heer F. Domela Sleuwenhuls op in het lokaal Diligentia. Hij bad voor zijn de bovenstaand motto gekozen. De zaal was goed bezet, i hoofdzaak geven we sprekers voordracht hier weer. Vrede aan de hutten oorlog aan de paleizen. Dat een kreet niet uit het laatst der 19e eeuw want zij keeft ook vroeger geklonken. De scherpe tegenstellingen het maatschappelijk leven van de armoede die gele- _j wordt door werkloozen, met het bestaan van hen diegenieten kunnen, dagteekenen niet alleen van dezen tijd. Die tegenstelling treedt in de laatste eeuw scherper i den voorgrond en wordt met den dag scherper. Er ontstond een klassenstrijdhet werd een kwestie van staan en niet bestaan, arbeid zonder genieten en klas- n, die genieten zonder te arbeiden. Men spreekt en maakt werk van geestes-ontwikkeling, _iar dat is hemeltergend. Daarmede kan de klove niet gedempt worden, zoolang het bezittend deel organiseert, verdruktvertrapten kiezer is. En zou nu onze broederschap geen reden van bestaan hebben, waar die tegenstellingen ons treffen op eiken tp en zoo men bewustzijn heeft van eigen lot Dezelfde oorzaken hebben steeds dezelfde gevolgen. Dat kan niet misloopen. Nog onlangs konden we sterk sprekende voorbeelden vernemen o. a. een geval te Beets in Friesland. Spreker leest een stuk voor uit het blad »de Klok", waarin wordt beschreven hoe een arbeidersgezin van manvrouw en 6 kinderen aan ellende ten prooiuit gemeente werd verwijderdhoe zij daarals werke- loozen weder teruggekomen, hardvochtig werden behandeld, waarhij ook de marechaussees hunne diensten verleenden. Met het oog op dit geval vraagt sprekeraan wien i schuld als het volk ontwaakt en ontevreden wordt? En zoo iets heeft niet plaats gehad in Rusland, neen, in ons eigen land in de beschaafde maatschappijdie ach ook wel christelijk noemt. Wat moet men hiervan leggen Maar dit feit is geen uitzondering dergelijke handelingen komen meermalen voor. Is nog niet onlangs, bij een onderzoek te Sneek geblekenin welke krotten een deel der bevolking voortleeft Wij zonden nog lang hnnen voortgaan op deze wijze. De reeks van dergelijke gebeurtenissen is zoo grootdat men beter het begin dan het einde ervau vindt. En denkt nietdat zoo iets ook bij n niet gevonden wordt. Ook in deze gemeente heeft een geval plaats gehaddat veel gelijkt op wat te Beets voorviel. Ik bedoel dat gezin waarvoor v. d. Veer hier optrad om bet onder dak te brengen. Multatuli heeft gezegd„het volk is uitgeputver- twakt", en dat is jnist. Het volk heeft jarenlang ellende doorstaan en geleden 'au geslacht op geslacht. De arbeider ziet zijn kinderen wegkwijnen ook hij sterft vóór zijn tijd vóór hij oud ban worden genoemd. En zou het dan nog geen tijd worden, eene poging te doen om hierin verandering te brengen Aan de hand van het Haagsche Dagblad geeft spreker (ene beschrijving van de sierlijke inrichting der konink lijke stallen bij ons Hof, van de uitstekende verzorging en geneeskundige verpleging der paarden en ponnij's al daar, en zegt dan zóó de dierenmaar met de menschen bomt het er minder op aan dat zijn maar arbeiders «tints. De beschaafde maatschappij wil het zoo. 't Is meer n erg en toch heeft die maatschappij nog verdedigers. Maar er is nog veel meer achter een breed gordijn verborgen. De stille armoede lijdt nog veel erger dan rij die aan den weg timmeren. Ook die neemt hard boe, al laat zij haar stem niet hooron om zich te ver- letten. «Vrede aan de hntten, oorlog aan de paleizen" is een kreet, die thans sterker wordt gehoord dan eenige jaren geleden omdat het bewustzijn van de ellendedie ge leden wordt toeneemt. Door nieuwe uitvindingen wordt het er niet beter op, »el slechter, vooral ook door de uitvindingen van nieuwe machineswaardoor velen die naar werk zoeken dat liet vinden. Schaamtelooze redaktenrs en krantenschrijvers ver krijgen dat wel, doch maken daarmee den toestand niet anders. Het getal der weikeloozen stijgt met den dag «n dat is niet te ontgaan. Daarbij komt nog de omstan- digheiddat de middenstand en de kleine boerenstand worden gedrukt en velen ten onder gaan. Ook die komen terecht in de geledoren der werkeloozen. En toch moet er steeds meer worden betaald aan be tastingin 1867 bedroeg 's lands schuld 467 millioen, 'n 1880 1030 millioen, dus in 20 jaar verdubbeld Ook op het platte land drnkt dit en als het zoo voort gaat, dan staan wij spoedig op den rand van den afgrond, iele boeren worden van hunne hoeven verwijderd, maken bet getaldat met kleine negotie aan den kost ziet te komen, steeds grooter en doen mede om de tegenstelling scherper nog te doen uitkomen. Maar niet de machines bij de industrie in gebruik doen dat. Alleen een bekrompen oordeel is vijandig te- gos de machines gestemd. Zij toch sparen arbeid, doch d® arbeider wordt door hen op straat gezetomdat ze d"" niet toebehooren zooals 't wezen moest. Neen niet ve9 met de machines, maar hier met de machines, moet er geroepen worden. Zij behooren in het bezit te zijn dor arbeidende klasse en dan zou men die machines De arbeider staat niet tegenover zijn arbeidsmiddelen, sjn werktuigenmaar tegenover de bezitters ervande fabrikanten de kapitalisten. Zij maken het telken jare slechter zij leggen over sparen maar niet in den ge wonen zin. Natuurlijk als zij het niet opkunnen moet er gespaard worden. De arbeider kan niet sparen zelfs de meest bevoor rechte nietof hij moet het ontstelen aan zijn levens middelen. En toch houdt men vol, den werkman hiertoe aan te sporen, terwijl de druk elk jaar wordt verzwaard. Maar dat zijn van die liberale praatjes. De toestand wordt intusschen al erger en over 10, 20 jaar zal het al weer el lendiger zijn dan thans terwijl de weelde met too- melooze vaart toeneemt. Zoo wordt er haat gekweekt tegen de rijken en in- stinktmatig ingeprent. Uit verschillende landen somt spreker tal van voor beelden opdie de kolossale fortuinen en verbazende verkwisting van sommigen aantoonen met cijfers om van te duizelen. Die kapitalen zijn niet verdiend, maar verkregen door den arbeid van anderen. Die arbeid wordt afgescheept met een hondenloontje de rest is voor de kapitalisten" Er zijn er die hemden dragen welke per stuk meer kosten dan een arbeider in een geheel jaar verdientJa, het is hemeltergend. Als zulke rijkdommen zich paren aan de grootste el lende is het dan te verwonderendat men de lenze aanheftvrede aan de hutten oorlog aan de paleizen Dat is uit andere streken, maar hior zijn de tegen stellingen ook sterk. Kom eens in de grootere steden, daar wordt men getroffen door groote weelde naast diepe armoede. Dat is geen vooruitgang, doch daar bekomme ren zich de heeren hier niet om. Dat is zoo erg niet. Toch ontbreekt het den laatsten tjjd niet aan voor beelden. Uit het officieele rapport van bedeeling kan men berekenen, dat er in ons land ruim 850,000 perso nen worden bedeeld, dat is dus 19°/0 of l/5deel der be volking. Is die toestand uiet vreeselijk Die cijfers liegen niet en zij blijven nog ver beneden de werkelijkheid. Winschoten heet een welvarende stad en toch worden daar 1/4 der inwoners bedeeld, zoo vertelt ons de Nieuwe Rotterdammer. Is het te verwonderen, dat de misdaden tegen den eigendom toenemen en de prostitutie grooter wordt Er zijn in ons land 41 gevangenissen. Dat is veel, maar wat erger is dan dat, ongeveer 2200 zoogenaamde misdadigers ontgaan hun straf, want zij kunnen niet geplaatst worden Alles is vol. Er zijn gelden toegestaan voor een nieuw rijksopvoe dingsgesticht en nu durft het Handelsblad schrijven, heel leuk, dat men er wel 4 mocht bouwen. Dat komt, om dat de liberale partij ons jaren lang prulwerk leverde. Zoo iets moet uitloopen op een zedelijk bankroet. Laten de heeren maar voortgaan met werkeloos te blijven, met nalatig te zijn verbetering aan te brengen door veran dering, des te spoediger zal die tijd er zijn. Het kiesrecht heeft men steeds het volk, den arbeider onthouden, maar waarom Naar het heet, omdat het volk er nog te dom voor is. Nu, ik zal de laatste zijn om te beweren, dat het volk niet dom is. Maar aan wien ligt de schuld Aan de vruchten kent men immers den boom Ja, ja, die liberalen zijn allen knappe lui, dat zijn bekwame lieden, die kiezen en regeeren kunnen. Het is me eon stelletje, als we die bekwaamheid eens nagaan. Luisteren we daartoe naar den minister zelf, en wel naar dien van financiën. Spreker geelt een lijstje van de Staatsschuld, door hem tekorten genoemd, over de laatste zes jaren, en roept, na het uitspreken van al die millioenen, uitals die heeren nu niet knap zijn in het opmaken, dan weet ik het niet. En toch zal de zaak vooreerst op dezelfde wijze voort gezet worden. Er bestaat anders een eenvoudig middeltje om het verwijt van opmaken te ontgaan. Laten zij de tering naar de nering zetten. Dat is een verstandige zaak. Dat doet ieder verstandig mensch, die tekort komt, maar de liberalen die zetten de tering nooit naar de nering. In de Tweede Kamer, ja, daar spreekt men veel, ook wol over die tekorten, maar dat helpt weinig, en wie moet de rente van het geleende geld betalen Natuurlijk het volk. Maar het volk heeft lange ooren en laat zich aan die ooren trekken, het laat zich trappen, uitzuigen. Nu kan men zeggen, die zich aan de ooren laten trek ken, verdienen dat er aldus met hen gehandeld wordt, maar het volk heeft van wetten geen verstand, het heeft niets te zeggen en is gedwongen toe te zien. Nu kan men de volksvertegenwoordigers daarover hard vallen, hen veel verwijten, maar het kwaad zit bij de kiezers, die moet men er over aanspreken. De Tweede Kamerleden worden door hen aan het werk gezet en nn zijn die heeren lang genoeg bezig geweest, om te kunnen zeggen die kiezers willen niet anders. Ja, het is een merkwaardig volk. Spreekt met winkeliers, klerken, ambtenaren, onder wijzers, iedereen klaagt en jaren lang. En al die klagers stemmen steeds weer dezelfde men schen. Is het dan te verwonderen, dat zij worden uitge zogen en vertrapt? En zoo ze zich dat niet voortdurend laten doen met engelengeduld, wanneer er stemmen op gaan, die de heeren wijzen op het werk, dat zij afleveren, dan wordt dat een daad vau opruiërsoproerzaaiers genoemd. En waarlijk het volk zou het er niet slechter kunnen albrengen dan de heeren. Zeker, het volk zou fouten maken, maar dat doen de heeren ook, en zij hebben het nu al reeds zoo lang ge daan, dat ze wel hebben getoond niet berekend te zijn voor hun taak. Wij zien in ons land dergelijke toestanden als in andere landen voorkomen, en toch, ons land is rijk, misschien wel het rijkste land der aarde. Wanneer n« in zoo'n rijk land zooveel, zoo ontzettend veel geleden wordt, is dat dan niet meer dan erg Het is moeielijk, zelfs bij benadering, te zeggen hoe rijk wij hier zijn. We hebben wel eenige gegevens, naar aan leiding van voorgestelde inkomstenbelastingen, maar die betreffen een minimum. Zoo was de raming van minister Gleichman 7000, van Vissering 9000 en van Pierson 10.000 millioen galden belastbaar inkomen, maar die cijfers zijn veel te klein. Nemen we evenwel het laagste cijfer van 7000 millioen, dan zon er, tegen 5°/0 berekend, 350 millioen aan belas ting voldaan moeten worden en we weten allen, dat er 200 millioen betaald wordt. Waar blijft nu die rest Is dit geen bewijs, dat er met die belasting geknoeid wordt De minister behoeft zijn eigen vermogen maar te be schouwen en dan zijn aanslagbiljet even in te zien, om overtuigd te worden dat hij wel niet te veel bijdraagt Van Assen neemt aan, dat de nationale rijkdom 22.000 millioen bedraagt. Dat is wat nader aan de waarheid, maar dit cijfer werd dan ook aangenomen naar andore gegevens, dan die de heeren gebruikten. Onze tegenstanders vertellen dat wij socialistener ,ar streven dat het ons hoofdbeginsel uitmaakt om tot een deeling te komen. Maar dat is een praatje en weten wel beter, want we hebben het altijd tegen gesproken, maar dat geeft niet. Zeggen we voor de 100e maal dat het lengen is, voor de 101e keer ver tellen ze het weer, want die leugen i3 voor hen een argument om ons te bestrijden. Toch is het voor hen een gevaarlijk argument. Wan neer we gelijk op moesten deelen zou het volgens hen een gemeenschappelijk armoê lijden zijn. Maar laten we hun dit eens even voorrekenen. 22000 Millioen voor 4".2 millioen zielen geeft voor elk een vermogen van f 5092. Per hoofd zou ieder dus hebben te verteeren f 254 s jaarsd.i. voor een gezin vau 5 personen f 1273 of 25 per week. Zouden de meesten uwer niet gaarne ruilen Ja, het is een gevaarlijk argumentwanneer het door ons werd opgeraapt, het zou een aanklacht worden tegen hen. Do arbeidersklasse zou zeggen »uu laat ons den boêl maar deelen. Wanneer men in Frankrijk de opbrengst der granen onder de bevolking verdeeldezou ieder gezin van 5 personen eiken dag 4 K.G. toeloopen. Dat is alleen nog maar brood. Neemt men den wijn dan zou daarvan zoodanig gezin 545 liter per jaar toekomen. Ze zouden dus vooreerst nog geen dorst behoeven te lijden. Laten de heeren toch met dit argument voorzichtig zijn. Nemen we vleesch. In ons land zon elk gezin van 5 personen dagelijks toeloopen 3/4 kilogram. Dat is nu wel niet buitengewoon, maar vraagt het den arbeiders of ze het krijgen Waarlijk, heeren wees toch voorzichtig Dan hebben we nog de vruchten van de industrie, de producten van den landbouwdie moeielijk onder cijfers zijn te brengen. Maar er is genoeg voor allen, meer dan genoeg. Niet de natuur draagt de schold, zij geeft genoeg. Hoeveel streken in ons land en in andere landen zijn er wel, die nog niet ontgonnen zijn. Er is meer dan genoeg en toch voor een groot deel des volks niets dan kommer en ellende. Neener mogen geen hntten zijn en geen paleizen. Alle menschen hebben recht op behoorlijke voeding en kleeding. Alles behoort aan allen En toch doet men een poging om het leed te ver helpen, dat de liberalen verzuimden, dan ontvangt men tot loon den naam van volksmisleider. Ge kunt aantooueu, trachten te overtuigen, ze luis'eren niet. Neen, wij moe ten niets van hen hebben. Geven wij vergaderingen bepaald met discussiezij schitteren door hun afwezigheid. Later kan men dan in de couranten allerlei onzin lezen en gaan ze mij uit schelden. Maar dat is juist voor mij een bewijs dat ik op den goeden weg bon. Het is beter door hen geschol den dan geprezen te worden. Vraagt men naar de oorzaken van de elleudedan geven wij tot antwoord dm schuilen in het privaat-be zit. Zoolang dat bestaat is er geen beterschap te wachten. Dat bezit is bij de liberale partij regel. Zij staat op den bodem van het privaat-bezit en wij vragen afschaffing. Laat die partij maar stilletjes kibbelen om de zetels zij staat toch vlak tegenover ons. De klove, die ons scheidt, kan alleen gedempt worden door afschaffing van het pri vaat-bezit, dat zijn ontstaan niet verschuldigd is aan ge bruiken maar aan misbruiken. Privaat-bezit is niet anders dan de som van misbrui ken. Strijd tegen prostitutie, strijd tegen misdaad zal en kan niets geveD, want bet privaat-bezit is de kwaal. Daartegen te strijden blijft hoofdzaak en daar hebben wij het recht aan onze zijde. Wij gaan uit van de onderstelling, dat ieder behoefte heelt om te arbeiden on aan den anderen kant het recht, dat de arbeidsmiddelen voor hem toegankelijk zijn. Zoo lang nu die middelen bij enkelen berusten, zoolang kan nen niet allen werken. Bij honderden, duizenden loopen ze rond, die werken willen, werken kunnen en die niet mogen werken. Dwazer kan het toch niet, dat is toch het toppunt van onge rijmdheid. Het zijn de eigenaars, de bezitters, die het goede werk der oplossing belemmeren. Zij laten arbeiden voor een hongerloon en strijken zelf groote winsten, vruchten van den arbeid, op. Geen plichten zonder rechten, maar ook geen rechten zonder plichten. Werd dat wat boter begrepen, het zon ten goede komen aan de ganscöe maatschappij. Maar wij maken vorderingen. Ons beginsel dringt door. Het ziet er soms wel raar uit, dat beginsel, doch dat hindert niet. Velen zijn den laatsten tijd besmet geworden. Zelfs de paus is ook al aangestoken. Wij kunnen dus reden hebben om ons te verhengen. Spreker leest een gedeelte van oen Encycliek voor, waarin over de verhouding van werkman en patroon wordt gesproken, en vervolgt dan Ja, wjj maken vor deringen, de Paus zegt het nu zelf. Hij is in ons schuitje terecht gekomen en wij zijn dankbaar dat hij on3 helpt. Laat hij zijn gang gaan met ons dat rekruten-werk uit handen te nemen, want dat is juist de lastigste arbeid. Wij meenen aangetoond te hebben wat de oorzaak is van de ellende en armoede, die wij in de wereld aan treffen, terwijl we de middelen, tot verbetering aanwezen. Opheffing van het privaatbezit, dat de oorzaak is van alles. En nu is de hoofdzaak dat wij willen. Ieder op zich zelf is daartoe onmachtig, maar te zamen gaat dit beter. Daarom doen wij een beroep op allen tot samen werking. Het is een zaak onafhankelijk van iemands geloof, want daar vragen wij niet naar. Het goede moet men overal zoeken. Het moet ons streven zijn de ellende de wereld uit te helpen. De 18e eeuw was de eeuw van staatkundige vrjjheid, de 19e is die van economische vrijheid.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1892 | | pagina 3