Een stoere Noorman. No. 143. Uier en Negentigste «Jaargang. 1892. ZONDAG 2? NOVEMBER. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. EERSTE BLAD. FEUILLETON. V: AMÏMAAKSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers O.Ofl. ÏAR iaVÏ Telefoonnummer3 Prijs der gewone Advertentlën Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Tweede Kamer. De minister van koloniën vervolgde den 23 zijne den 22 aangevangen rede. In de eerste plaats be sprak hij de sluiting der Atjehsche havens en de scheep- vaartregeling. Het doel der blokkadestrekkende om onze overmacht ter zee te doen gevoelen, is niet bereikt en nu moet de scheepvaartregeling strekken als doel matig middel om van ons meesterschap ter zee partij te trekken Onder de vroegere werking van zulk eene re geling is het gelukt een genoegzaam toezicht op den in- en uitvoer ook over land uit te oefenen. Dit is geen nieuwe zwenking in onze staatkunde tegenever Atjeh. In het koloniaal verslag was het ook reeds medegedeeld. Dat een grooter scheepsmacht noodig zou zijn geweest voor de blokkadeis niet gebleken en de indische re geering was zelfs van oordeeldat bij de betrekkelijke rust ter Oostkust eene grootere machtsontwikkeling eer na- dan voordeelig zou zijn. Hij deelt ook niet het gevoelen van den heer Mackay, dat eene uitgebreider blokkade noodig ware geweest. Welke gevolgen de scheep vaartregeling zal hebben, hiertoe wijst hij op de uiteon- loopende adviezeu der militaire hoofden. Thans zijn alle autoriteiten in Indië het eens, dat de seheepvaartregeling het eenig mogelijke middel is om onze positie te doen eerbiedigen, waarvoor zeer zeker groote krachtsinspanning noodig zal zijn; zij legt ons de verplichting op, kracht dadig te steunen hendie welwillend jegens ons zijn en niet, gelijk tot dusver, dezen aan hun lot over te laten. Want dit is hethetgeen ons in de schatting der Atjehers het meest heeft benadeeld. Hij zet dit verder uiteen. In het gebeurde bij Kalvot ligt geen reden om den toestand in Groot-Atjeh te donker in te zien zoo iets komt in alle koloniale oorlogen voor. Het geheele voorval is te wijten aan overdreven ijver van een officier. De overige besproken punten zal hij bij de artikelen behandelen. Hij deelt het gevoelen van den heer Kielstra over den toestand op Sumatra's westkust. Het plantloon voor de koffie aldaar kan niet worden verhoogd zonder een overeenkomstig equivalent. De heer van Houten, voorop stellende dat hij bij zijne beschouwingen noch door sympathienoch door antipathie jegens personen geleid is gewordeu, blijft van oordeel, dat zoo min in Indië als in Nederland nieuwe belastingen opgelegd mogen worden, in het vooruitzicht van latere hoogere uitgaven die misschien noo dig zijn. Hij dringt zeer aan op verbetering van het kadaster in Indië en komt terug op de financiëele decen tralisatie. Het uitblijven van eene afdoende regeling van dit vraagstuk schijnt wel degelijk in gemis aan krachtige leiding bij den gouverneur-generaal te moeten worden gezocht. De Raad van Indië voldoet tegenwoordig ook niet aan zijne roeping; hij zet zulks uiteen. Ten slotte gelooft hijdat de minister van de scheepvaartregeling, Een roman, naar het Engelsch, van Edna Lyall. 3) o TWEEDE HOOFDSTUK. De villa in Knlvedalen. De heer Caclk woonde in een van de nette, eenvoudige huizen in Kalvedalen, die meest aan de rijke kooplieden van Bergen toebehoorden. Het huis stond ter rechterzijde van den wegomringd door een aardigen tuin. Het was lichtbruin geschilderd en als de meeste huizen te Bergen, van hout opgetrokken. In de vensters zag men bloemen en achter deze, witte mousselinen gordijnen. Het dak was met donkere pannen gedekt. Dicht er achter verhief zich een begroeide heuvel, met hier en daar een grijs rotsstuk, dat tusschen het zomergroen der boomen uitstak, terwijl de ramen aan de voorzijde uitzagen op een fraai terras met zorgvuldig onderhouden bloembedden en verder langs eene begroeide glooiing, beneden op het meer de Lun- gegaarsvand met purpere en grijze hoogten aan den anderen oever en aan eenen kant eene opening tusschen de bergen met een vriendelijke strook open land. Aan de linkerzijde verhief zich in de verte de reusachtige Ulriken, soms glanzend en schitterend, soms donker en sombermaar altijd schoonterwijl rechts Bergen was te zien met zijn eigenaardigen kerktoren en in de verte het fjord, dat als een glimmend zilveren lint in de zon schitterde. Toen Frithiof over het grasveld van het terras ging, kon hij uit het huis de tonen van een piano hooren iemand speelde een zeer vroolijke wals en zoodra hij aan het openstaand lage raam van zijns vaders kamer was vooral wat de kosten betreftte hooge verwachtingen koestert. De heer G u ij o t blijft van oordeel, dat eene scheep vaartregeling nog ontijdig is omdat het doel der blok kade nog niet bereikt is. Die regeling zal naar zijne verwachting feitelijk weer lot herstel der blokkade hier en daar moeten leiden. Hij acht wenschelijk de blok kade maar geen s c h ij n -blokkade nog eenige maan den vol te houden. De heer M. Mackay blijft ook volhouden, dat het oogenblik voor de invoering der scheepvaartregeling nog niet gekomen is. Voorts blijft hij versterking der zee macht wenschelijk achten bij invoering dier regeling. De heer Geertsema merkt op, dat op Sumatra's westkust het grootste deel der bevolking uit handelaren bestaatzoodat geen grondbelasting nevens de bedrijfs- en beroepsbelasting daar kan worden ingevoerd. Daar mede zou men bedrogen uitkomen. De minister dankt voor laatstgenoemden wenk en verdedigt nader de scheepvaartregeling. De heer van Löben Seis acht de geldelijke zijde dier regeling niet voldoende toegelicht. De militaire kosten zijn sedert den Atjeh-oorlog met 17 millioen toe genomen. En welke versterking van materieel en perso neel zal nog noodig zijn. De minister verwijst naar den toelichtenden staat. Er is geen kwestie van millioenenmaar van 8 ton hoogstens één millioen Nadat beiden nog nader hunne cijfers volgehouden haddenwerd de algemeene beraad slaging gesloten en tot de behandeling der onderdeelen overgegaan. Bij art. 5 wordt door den heer Lev yssohn Nor man aangedrongen op hervorming der Algemeene Se cretarie, in het belang van de vereenvoudiging van het beheer. De gouverneur-generaal moet meer in persoon lijke aanraking komen met de directeuren der depar tementen. De minister zegt dank voor de wenken, geput uit den rijken schat zijner kennis. Bij do afdeeling justitie zogt de minister den heer v. d. Velde toedat de Staats-commissie voor het inlandsche privaatrecht den rechtstoestand der inlandsche christenen ernstig ter hand zal nemen. Op art. 47, koffiewaarbij de motie van den heer van Houten in 1889 ingediend en nu weder aan de orde gesteldstrekkende om geleidelijk te streven naar de opheffing van het koffiemonopolie in behandeling werd genomen, stelde de commissie van rapporteurs voor, om het artikel uit te trekken op 10.710.309, en de heer Kielstra om de onder-afdeeling met 286.400 te ver minderen. In de avondzitting werd na langdurige beraadslaging de motie van Houten aangenomen met 35 tegen 29 stem men trok de heer Kielstra zijn amendement in nadat de minister verklaard hadin beginsel met hem mede te gaan en werd met 42 tegen 24 stemmen aangenomen eene door den heer Geertsema voorgestelde motie lui dende: »De Kamer, van oordeel dat het wenschelijk is gekomenzag hij een vreemd paar dansers. Een slank klein meisje van tien jaar met korte rokjes en lang gou den haar in een enkele vlecht, hield bij zijn voorpooteu een fraaien eskimoschen hond vastdie er plezier in scheen te hebben en heel netjes danste en sprong, terwijl hij gedwee zijn kop op den schonder van het kind liet rusten. Het was zulk een grappig gezicht, dat Frithiof lachend bleef staan kijken, totdat hij, zijn eigen lust om te dansen niet meer kunnende bedwingen, plotseling Lillo den hond riep en met de kleine Swanhild in de snelle wals, waarin de Noorwegers genoegen scheppen, met haar ronddraaide. De lustelooze bevalligheid van oen Lon- densche balzaal zou hem niet hebben kunnen bekoren hij danste onstuimig, vol vuur en Swanhild danste ook zeer goedhet was hun aangeboren. »Dat is beter dan Lillo", verklaarde het kind. «Het is wel wat lastig om hem rond te krijgen. Zijn de Engelschen gekomen Hoe zien zij er uit »0dat gaat nog al", zeide Frithiof, «behalve het nichtje zij is allerliefst." »Is zij mooi?" «Mooier dan iemand, die gij ooit hebt gezien." «Toch niet mooier dan Sigiid", zeide het kleine zusje met overtuiging." «Wacht, totdat gij haar ziot", zeide Frithiof. «Zij is eene brunette en ziet er werkelijk bekoorlijk uit. Daar hebt gij het al!" vervolgde hij, toen de muziek ophield. «Sigrid heeft haar linkeroor voelen suizen en weet nu, dat wij kwaad van haar hebben gesproken. Laat ons naar haar toe gaan en vergiffenis vragen." Met zijn arm om het kind geslagon, ging hij de nette vroolijke kamer aan de rechterzijde binnen. Sigrid zat nog voor de piano, maar zij had zijn stem gehoord en zich omgewend met eene uitdrukking van ongeduldige ver wachting op haar gelaat. Broeder en znster leken veel op elkauder beiden baddeu dezelfde fijn besneden grieksche trekken, maar FrithioFs gelaat was breeder en forscher en men kon duidelijk zien dat hij de ontwik keldste was van de twee. Daarentegen bezat Sigrid een natuurlijk kalm gezond verstand en zelden faalde haar het koffiemonopolie in de Minahassa te doen vervallen gaat over tot de orde van den dag." Het tweeledig amendement der commissie van rappor teurs (aanstelling van een wetenschappelijk adviseur voor de koffiecultuur en diens adjunct en verlaging van het krediet van lj miljoen tot A miljoen) werd aangenomen met 46 tegen 18 stemmen. (Wordt vervolgd') Den 24 heeft de katholieke kiesvereeniging in het district Zevenbergen voor lid der Tweede Kamer candi- daat gesteld met 143 stemmen den heer Emille v. d. Kun te 's-Gravenhage. De heer A. op de Laak te Noord- wijk bekwam 43 en het oud kamerlid Borret 11 stem men. Schoorl. Benoemd tot onderwijzer aan de school te Groet, de heer J. van der Veer te Lemmer. Ook het hoofdbestuur der Hollandsehe Maatschappij van Landbouw heeft zich met een breedvoerig adres tot de Tweedo Kamer gewend, waarin met het oog op den toestand op het platteland als eene dringende eisch wordt verzocht, bij de peraequatle het percentage op 5 pet. te bepalen. Beiintngbroek, In den laatsten tijd is het aan tal stemgerechtigde leden der ned. herv. kerk tot 105 goklommen. Dienvolgens zal men moeten overgaan, om aldaar een kiescollege samen te stellen. Spanbroek. Voor de veehouders van Spanbroek en omstreken bestaat een onderling veefonds, in de wan deling bekend als het Koggefonds. Sterft een rund van een der leden, dan betaalt de vereeniging aan den eige naar 100 4 j 120. Nu worden er niet alleen koeien, die eene waarde van f 250 in opgenomen, maar ook beesten, die geen f 60 konden opbrengen. Hierin ligt naar onze berichtgever opmerkt eene groote on billijkheid en daarom denken er vele boeren ernstig over bovengenoemd fonds vaarwel te zeggen. Dat goed weiland nog lang niet weggeschonken wordt, kon men opmaken bij de verkooping van de boerenplaats van den heer Oortman Gerlings te Opmeer op den 23. Deze, groot 19 bunders 79 roeden, bracht op 41855, dus ruim 2000 per bunder. Broek in Waterland is bekend wegens de zindelijkheid zijner bewoners. Men kome binnenkort eens kijken in Spanbroek, Hoogwoud, Wognum en andere omliggende dorpen. Dan is de «groote schoonmaak gehouden" en ziet alles er keurig uit. De gemeentebesturen n.l. volgen het voorbeeld van eene hollandsehe huismoeder en houden er van eens in het jaar alles eens flink op te knappen. Als de jveemarkten gehouden zijn worden in do ge meente allo straatwegen geschrobd, zeer ten genoegen van het publiek. Uitgeest. Tot onderwijzer is benoemd de heer G. Blok, Wormerveer. Het Fanfare-gezelschap te Uitgeest gaf den 21 eene openbare uitvoering, afgewisseld door verschillende voor drachten in zang. De belangstelling bij het publiek was groot, en algemeen was men zeer voldaan. Een gezellig bal besloot dezen genoegelijken avond. oordeel, terwijl zij. als de meeste noorweegsche meisjes, bekoorlijke, eenvoudige manieren en eeDe ongekunstelde opgeruimdheid bezatdie het goed deed te zien. «Wel! welk nieuws brengt gij?" riep zij uit. «Zijn zij goed aangekomen Zijn het aardige menschen «Aardig is het woord niet. Bekoorlijk, schoon Morgen zult gij zien of ik te veel heb gezegd." Hij zogt, dat zij nog mooier is dan gij, Sigrid", zeide Swanhild ondeugend. «Mooier dan gij ooit hebt gezien." «Zij Wie is zij «Juffrouw Blanche Morgande dochter van het hoofd van de firma." «En de andere?" «Dat weet ik niet recht, ik heb niet veel naar haar gekeken; de anderen leken mij gewone engelsche touristen te zijn, maar zij nu ge zult haar morgen zien." «Ik wenschte weldat zij reeds van avond kwamen 1 Gij hebt mij nieuwsgierig gemaakt, en vader is zoo opge wonden over hun komst. Ik heb hem in langen tijd niet over iets zoo in zijn schik gezien." .Is hij thuis?" «Neen, hij is gaan wandelen hij had weer hoofdpijn. Dat is het eenige, wat mij ongerust over hem maakt. Die hoofdpijn schijnt in het laatste jaar bijna chronisch te zijn geworden." Eene schaduw kwam over haar vroolijk gelaat en ook Frithiof zag ernstig. «Hij werkt veel te hard", zeide hij «maar zoodra ik meerderjarig ben en in de zaak kom, zal hij meer tijd hebben om rust te nemen. Thans zou ik evengoed in Duitschland kunnen zijnwant hij wil ter nauwernood mij iets laten doen om hem te helpen." «Daar komt hij! daar komt hij!" riep Swanhild, die naar het venster was gegaan en allen liepen zij naar buiten om het hoofd van het huis te begroeten, terwijl Lillo voor hen uit holde en vroolijk tegen zijn meester opsprong. De heer l alck was oen man van ongeveer vijftig jaar met eeu aangenaam uiterlijk hij had dezelfde trekken als Frithiof, het breede voorhoofd, scherp getrokken wenk-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1892 | | pagina 1