Een stoere Noorman. No. 150. Vier en Wegentigste Jaargang 1892 WOENSDAG 14 DECEMBER. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. EERSTE BLAD. Onbestelbare JBrieven, Kiesrechtherziening. FEUILLETON. ALKMAARSCHE 001 RAAT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers 0,06. Prijs der gewone Advertentlën Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer 3 verzonden in de 2e helft van November 1892 Mej. J. M. Bakker, Amsterdam; Elsenburg, id.; O. Boots, id.; j. F. G. Slors Den Haag P. de Hooier, id H. Cor- des Utrecht. Van Schoorldam: A. Stoffers, Den Haag. Van alle wetsontwerpen, die bij de Staten-Generaal zijn ingediendis ongetwijfeld dat tot uitbreiding van het kiesrecht het belangrijkste. Volgens dat ontwerp zal het kiesrecht kunnen worden toegekend aan ruim 800.000 personen. Thans bedraagt het aantal kiezers ongeveer 300.000. Van alle meerderjarige mannelijke Nederlanders hier te lande zal aan omstreeks 74 percent de kiesbe voegdheid worden toegekend. Zoo zullen wij Engeland waar de verhouding van de kiezers tot de nationale be volking van den voor het kiesrecht vereischten leeftijd oogeveer 65 percent bedraagt, eensklaps vooruit zijn, en Frankrijk met zijn algemeen stemrecht naderenwaar die verhouding ruim -87 percent is. In Duitschland, waar voor den Rijksdag ook algemeen stemrecht bestaat is zij 90in Zwitserland 92 percent. Een voorstel tot aanzienlijke uitbreiding van de kies bevoegdheid was te wachten. De herziening der Grond wet had daartoe den weg gebaand, en vrij algemeen was de overtuiging gevestigddat van de vrijheiddie de Grondwet had gegeveneen ruim gebruik zou be- hooren te worden gemaakt. De Grondwet heeft aan den wetgever in dit opzicht groote vrijheid gelaten. Zij be paalt in het algemeen dat de kiezers moeten zijn Neder landers, ingezetenen van het Rijk en mannen, en dat de wet hun leeftijd op niet lager dan 23 jaar mag stel len. Overigens moet de wet kenteekenen bepalen van geschiktheid en van maatschappelijken welstand, die de kiezers moeten bezitten Waarin die kenteekenen moeten bestaan, zegt de Grondwet echter niet; de wetgever is geheel vrij ze naar eigen oordeel vast te stellen. Hij beslist geheel naar eigen goedvindenwat als een ken- teeken van geschiktheid is te beschouwen en wat als een kenteeken van welstand behoort te worden aangemerkt. Daarenboven bevat de Grondwet nog tweeërlei voor schrift. In de eerste plaats draagt zij aan de wet op te bepalen, in hoeverre de uitoefening van het kiesrecht wordt, geschorst voor militairen beneden den rang van officier, die het kiesrecht bezitten, gedurende den tijd dat zij onder de wapenen zijn. Al bezit hij overigens het kiesrecht, toch is de Nederlandsehe burger volgens een tweede bepaling van de uitoefening daarvan uitgesloten, indien hij in hechtenis is, bij rechterlijk vonnis het kies- 'Een roman, naar het Engalsch, van Edna Lyall. »Gij kunt gemakkelijk engelsche vertalingen van onze beste schrijvers krijgen," zeide hij. Gij moet de werken van Alexander Kielland lezen en van Björnson. Een ge dicht van Björnson maalt mij den geheelen dag door het hoofdwij zullen Sigrid vragen of zij het voor ons wil opzeggen, want ik ken alleen het refrein. Toen de wals was geëindigd, bracht hij haar naar zijne zoster, die met Roy bij de piano stond. »Wij komen u vragen, het gedicht van Björnson op te zeggen, waarvan het refrein is Het is juist een dag naar mijn zin." Ik herinner mij er niets anders van." »Maar het is eigenlijk een akelig gedicht," zeide Sigrid aarzelend. »0, laat het ons hooren, toe, doe het maar," zeide Blanche, die zich bij hen voegde. »Gij hebt mij nieuws gierig gemaakt." Sigrid wilde niet langer weigeren en zeide eerst het gedicht zelf en daarna de engelsche vertaling op The fox lay under the birch-tree's root Beside the heather And the hare bounded with lightsome foot Over the heather »To-day is just a day to my mind, All sunny before and snnny behind Over the heather And the fox laughed under the birch-tree s root Beside the heather; And the hare frolicked with heedless foot Over the heather recht of de beschikking of het beheer over zijn goederen heeft verloren, of in het voorafgaande jaar onderstand heeft genoten van een instelling van weldadigheid of een gemeentebestunr. Maakt de kieswet de kiesbevoegdheid afhankelijk van den aanslag in oen onzer Rijks directe belastingen of van het bezit van een grondslag vau zulk een belasting, dan is ook hij die zijn aanslag niet heeft vol daan, volgens de Grondwet zelve van de uitoefening van het kiesrecht uitgesloten. Onlangs is een wet tot stand gekomen, waarin bepaald wordt wie Nederlanders en wie ingezetenen van bet Rijk zijn naar die wet kan de kieswet dus, zoo noodig, ver wijzen. Wat den leeftijd betreft, stelt de Regeering voor, dien te bepalen op 23 jaren, de gewone burgerlijke meer derjarigheid. Hier zal zich reeds aanstonds oenig verschil van gevoelen openbaren. De opmerking is toch niet ge heel ongegrond, dat men in den regel in Nederland op dien leeftijd nog niet gevestigd is, zoodat men bezwaar lijk kan uitmaken of iemand van 23 jaren reeds zekeren maatschappelijken welstand bezit, en dat de geschiktheid voor de uitoefening van het kiesrecht bij iemand van zoo jeugdigen leeftijd nog vrij twijfelachtig is. Sommigen zouden daarom den leeftijd op 25 of 27 jaren willen stellen. In Denemarken waar het kiesrecht zoo uitge breid is dat men wel kan zeggen dat er algemeen stem recht bestaat, wordt een leeftijd van 30 jaren gevorderd. Waar het natuurlijk vooral op aankomt, dat zijn de kenteekenen van geschiktheid en maatschappelijken wel stand, die de kiezers moeten bezitten. De Regeering eischt in haar ontwerp voor eiken kiezer een kenteeken van geschiktheid en een kenteeken van maatschappelijken welstand dat is meer dan de Grondwet strikt genomen eischt. Wel moet de kieswet zoowel kenteekenen vau ge schiktheid als van maatschappelijken welstand bepalen maar de Grondwet vordert niet dat ieder kiezer een ken teeken van het een en van het ander moet bezitten de kieswet kan kenteekenen van geschiktheid noemen, die op zich zeiven voldoende zijn te achten om hem die er een bezit het kiesrecht toe te kennen. Zoo kunnen er ook kenteekenen van maatschappelijken welstand bepaald worden, die op zich zeiven de toekenning van de kies bevoegdheid rechtvaardigen en dus niet met een afzon derlijk kenteeken van geschiktheid aangevuld behoeven te worden. Maar evenzeer staat de weg open die door de Regee ring is ingeslagen. Zijn de kenteekenen die men bepaalt misschien wat zwak, dan kan het de voorkeur verdienen, voor de toekenning van het kiesrecht den eisch te stellen, dat iemand een kenteeken zoowel van de eene soort als van de andere bezit. Eindelijk laat de Grond wet toe, hetzij verschillende kenteekenen van geschiktheid en verschillende kenteekenen van maatschappelijken wel stand te bepalen, of wel één algemeen, voor allen geldend kenteeken van geschiktheid en daarnaast of daarenboven één algemeen kenteeken van welstand, dat voor allen beslissend zal zijn. De Regeering heeft aan het laatste de voorkeur gegeven, zoodat het ingediende wetsontwerp één kenteeken van geschiktheid en één kenteeken van maatschappelijken welstand bepaalt, en eischt dat de »I am so glad about everything »So that is the way you dance and spring Over the heather 1" And the fox lay in wait by the birch-tree's root Beside the heather; And the hare soon tumbled down her foot Over the heather »Why bless me! is that you, my dear However did you come dancing here Over the heather?"1) »Ik had vergeten, dat het zoo treurig eindigde," zeide Frithiof, even zijne schouders ophalende. »Maar dat doet er niet toe, het is maar een gedichtwij zullen de treu righeid aan dichters en romanschrijvers overlaten en het werkelijke leven genieten." Er werd een polka gespeeld en hij vroeg Blanche. »En toch moet er iets tragisch zijn in het leven," merkte zij op, »of het wordt schrikkelijk prozaïsch." jO," zeide Frithiof, toen hij met haar wegging, »laat ons dan in 's hemels naam prozaïsch zijn tot het einde der dagen." Cecil hoorde deze woorden; het scheen haar toe, dat zij gelukkig overeenstemden met de woorden van het gedichtzij zou het niet hebben kunnen ver klaren en zij trachtte niet te doorgronden, waarom die gedachte haar zoo pijnlijk aandeed evenmin had zij zich De vos lag aan den voet van den berkeboom op de heide en de haas sprong met vluggen voet over de heide. »Hei is jnist een dag naar mijn zin, met zonne schijn voor en achter, over de heide." En de vos lachte aan den voet van den berkeboom op de heide; en de haas sprong vroolijk met luchtigen voet, op de heide »Ik ben over alles zoo blijde. »Dat is het dus, waarom gij danst en springt over de heide En de vos lag op de loer aan den voet van den berke boom op de heideen de haas tuimelde neer aan haar voet op de heide. »God zegene mijZijt gij dat, mijn vriend Hoe kondt gij ooit komen dansen hier op de heide." persoon, wien het kiesrecht zal worden toegekend, zoowel het een als het ander bezit. Men kent de kenteekenen van geschiktheid en maat schappelijken welstand, die de Regeering voldoende acht om den persoon, die ze beide bezit, het kiesrecht toe te kennen. Het kenteeken van geschiktheid bestaat in de kennis van lezen en schrijven, en dat van maatschappe lijken welstand in het voorzien in eigen onderhoud en in dat van het huisgezin. Dat die kenteekenen met het oog op de Grondwet te hoog gesteld zijn, zal niet licht iemand bewerenniet weinigen zijn daarentegen van meening dat zij te laag zijn gesteld en inderdaad niet zijn wat zij door de Regeering ondersteld worden te zijn. Wat beteekent de keunis van lezen en schrijven op zich zelve vragen zij is het iets meer dan een mi d d e 1 om tot meerdere ontwikkeling te geraken Kenteekenen van geschiktheid kan men vinden in het bezit van een wetenschappelijken graadin het voldaan hebben aan de eischen van een of ander examenhet eindexamen van een hoogere burgerschool, van een bur geravondschool zou voldoende wozen en ook het bewjjs dat men van het gewoon lager onderwijs oen behoorlijk gebruik had gemaakt. Men betreurt het daaromdat ons schoolwezen niet zóó is ingerichtdat daarvan kan blijken. Verleen hun, die in eenig met goeden uitslag afgelegd examenook al zijn de eischen daarbij zeer laag gesteld of in de hun toevertrouwde betrekking een kenteeken van geschiktheid bezitten, het kiesrecht, zeg gen zijen vraag dan geen ander kenteeken. In de be voegdheid die zij door dat examen hebben verworven in de eigenschappen die hen lmnne betrekking hebben doen verkrijgen, bezitten zij daarenboven een voldoend intellectueel kapitaaleen middel van bestaandat zon der bezwaar ook als kenteeken van welstand kan worden aangemerkt. Overigens hechten zij die aldus redeueeren aan de kennis van lezen en schrijven geene of nage noeg geene waarde. Zij zien er zelfs tot zekere hoogte een bezwaar inomdat de wijze waarop die kennis aan den dag gelegd zou moeten worden allicht velen zou kunnen afschrikken wien men toch zeer zeker de noodige geschiktheid voor de uitoefening van het kiesrecht niet zou willen betwisten. Op een behoorlijk toeken van maat schappelijken welstand komt het aan zeggen zijen in zooverre zullen de meesten hun wel gelijk geven. Kan dan het voorzien in eigen onderhoud en in dat van het huisgezin worden aangemerkt als een kenteeken van maatschappelijken welstand? Die wanneer er van maatschappelijken welstand wordt gesproken, onwillekeurig denkt aan zekere weelde, zekere ruimte van middelen, zekere gegoedheid, zal onmiddelijk gereed zijn op deze vraag een ontkennend antwoord te geven maar zijne opvatting van hetgeen onder maatschappelijken welstand verstaan moet worden is naar onze meening niet juist. Uit de ge dachten wisseling bij de Grondwetsherziening blijkt zon neklaar dat met maatschappelijken welstand niets anders is bedoeld dan het hebben van een middel van bestaan, waardoor men niet van anderen afhankelijk ismaar uit eigen inkomsten of door eigen arbeid in eigen behoeften en in die van zijn gezin kan voorzien, ook al zijn die rekenschap kunnen geven van de rilling van afkeer, die zij gevoelde, toen Cyril Morgan haar naderde en haar belette Frithiof en Blanche verder te zien. »Mag ik de eer hebben u dezen dans te vragen zeide hij, op nederbuigenden toon. »Ik dank u, ik ben vermoeid," antwoordde zij, »te vermoeid om te dansen." »Ja," zeide Sigrid, haar aanziende, »gij ziet er afge mat uit. Het is een vermoeiende tocht geweest. Ga mede naar boven het is hoog tijd dat mijn zusje in bed komt." »Dat is het loon der deugd," zeide Cyril Morgan toen hij bij zijn nichtje Florence terugkwam. »Ik ben beleefd geweest tegen dit burger schepseltje en het heeft mij niets gekost. Op eene plaats als deze is het altijd goed, met iedereen op een goeden voet te zijn. Wij zul len die menschen waarschijnlijk nooit meer ontmoeten de kennismaking zal dus niet lastig worden." Hij sprak de waarheid. Die verzameling van verschil lende nationaliteiten zou nooit weer vereenigd zijn, maar toch zouden deze dagen van vertrouwelijke gemeenzaam heid een blijvenden invloed oefenen, ten goede of ten kwade, op het leven van ieder hunner. Den geheelen zondag was Blanche in bed gebleven, want ofschoon de opgewondenheid haar den vorigen avond had staande gehouden, gevoelde zij toch de gevolgen van haar val. Eerst maandag morgen kort vóór het aan komen van de stoomboot, kon Frithiof de gelegenheid vinden naar welke hij ongeduldig had verlangd. Zij wandelden in den kleinen tuin, schijnbaar om uit te zien naar de stoomboot en zij zagen ook inderdaad op de hoogte, waar de vlaggestok stond, de onwelkome, zwarte stip. Aan do andere zijde van de hoogte tnsschen boomen en struiken was eene beschutte zitplaats. Daar brachten zij de laatste oogenblikken door, daar luisterde Blanche naar zijne vurige liefdesbetuigingen, daar verzocht zij hem nogmaals te wachten tot October en gaf zij hem te gelijkertijd zooveel hoop en bemoediging, als zelfs den meest eischonden minnaar moest tevreden stellen. Al te spoedig bereikt 3 hen de drukte en de stoomfluit

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1892 | | pagina 1