Een stoere Noorman. No. 151. Vier en Negentigste Jaargang. 1892. V R IJ DAG 16 DECEMBER. PARI JSC HE BRIEYEN. FEUILLETON. Buitenland. ALkUAARSCHE COURANT. Deze Courant vrordt Dinsdag-, Donderdag- en Saterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele rijk 1, Do 3 nummers 0,tt6. Prijs der gewone Advertentiën Per regel «,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERHs. COS- TER ZOON. CXXXI. Parijs, 11 Dec. 1892. Hoewei Panama nog steeds aan de orde van den dag blijft en wij das om in volle »actualité" te zijn eigenlijk nogmaals bij die geschiedenis zouden moeten stilstaan, zoo willen wij heden maar net doen alsof er geene politiekgeene commissie van onderzoek en geene ver volgingen bestaan, en liever over geheel iets anders praten. Dan moet ik u verzoeken mij op j.l. Vrijdagmorgen te vergezellen op eeno wandeling door Parijs en kan u aanraden uw regenscherm gerust thuis te laten want het waait bjjzonder hard uit het Westen en Noorden tegelijk en de sneeuw dwarrelt ons onstuimig om de ooren. Is het voor voetgangers al mooilijk vooruit te komen en klagen deze over natte voeten gene over het gladde van overschoenen en »snow-boots", voor rijtuigen en omnibussen on trams ziet het er nog minder aange naam uit. Een geheel leger van baanvegers is op de been en houdt de groote wegen iu het midden der stad openzoodat daar de trams met verdubbeling der trek kracht, dus met vijf en zes paarden, vrijwel voortkomen, maar op de hoogte van Montmartre, Belleville enz. moe ten de diensten of gestaakt óf zeer vertraagd worden en vele vrachtwagens en dergelijke blijven in de sneeuw steken. Iets later op den dag verandert het plaveisel in een modderpoel, welke alle beschrijving trotseert, en maken wij fantastische sprongen om van den eenen ♦trottoir" naar den anderen te komen, bij welke gym nastiek wij tot in den hals bemodderd worden. Wij herinneren ons niet, in de tien jaren, dat wij hier wonen, nog ooit znlk e«n sneeuwval op één enkelen dag te hebben bijgewoond de Earijzenaars beweren dan ook dat zij zulks sinds het jaar '79 niet hebben aanschonwd. Wij spraken daareven van .snow-boots" en inderdaad zijn deze overschoenen hier slechts onder deze engelsche benaming bekend. Evenals men in Holland vele fransche uitdrukkingen bezigt, hetwelk bepaald bespottelijk klinkt, zoo begint hier de .anglomanie" overheerechend te worden. Eeeds hadden wij de .bookmakers", het theedrinken '8 middags om 5 uar, de lange platte laarzen, de geruite kleederen, de lawn-tennis, mail-coach enz. enz., alles door Engelseken ingevoerd maar sinds geruimen tijd bezigt men voor echt fransche zaken en toestanden echt engelsche woorden en spreken de Parijzenaars van een meeting, steamboat, lunch, cottage, speech, sketch, gentleman, «qaare, rail, wagon, sleeping ear, water-closet enz. enz., waarvoor de echt fransche woorden reunion publiqne, bkteau a vapeur, morceau sur le ponee, maison de cam pagne, discours enz. evengoed zoo niet beter door de Parijzenaara zouden begrepen worden. Dikwijls wordt aan do Franschen verwetendat zij zoo weinig hechten aan het huiselijk leven, en vooral de Parijzenaar al te vaak zijn geluk en vooral zijne ver strooiing buiten de deur en iu koffiehuizen zoekt. Dit moge oppervlakkig zoo lijkeninderdaad heerscht ook hier veel verborgen huiselijk geluk en naast velen die iT"i"i ~,7 jT,T|(u lanilm V W'"ïP~n" "ft Een roman, naar het Engelsch, van Edna Lyall. 20) VIJFDE HOOFDSTUK. Te Londen. Eene gebeurtenis die wij lang ongeduldig hebben te gernoet gezien, is zelden geheel zoo, als wij hadden ver wacht en Frithiof, die in de twee laatste maanden bijna ieder uur zich zijn aankomst in Engeland had voorgesteld, voelde zich een weinig gedrukt eu teleurgesteld, toen hij ep een killen Maandagmorgen het eerst den voet zette op engelschen grond. De zuiderling, die te Folkestone of Dover ®et hunne witte rotsen en zonnig licht aankomt, ontvangt een aangenamen indruk, als hij aan wal staptmaar de Noorweger, die zijne bergen en fjords heeft achtergelaten en regelrecht naar de morsige en leelijke stad Hall gaat. treft het zeer slecht. Er viel een fijne regen in den vroegen morgen zagen de smerige, verwaarloosde huizen er zoo slecht mogelijk nit. Hoopen morsige kinderen waren de straat opgejaagd en begaven zich naar school en honderden mannen en Trouwen liepen door de straten, allen met zorgvolle, ang- stige gezichten. Toen Frithiof naar het spoorwegstation wandelde, was hij geheel onder den indruk van de akelige omgeving. Geheel alleen tnsschen drukke, dringende nien- sohen, die hem terzijde stibteu eu zich haastten, also! hun leven er van afhing om hem heen de snel gesproken vreemde taal, met het eigenaardig accent alles deed hem scherp gevoelendat hij een vreemdeling was i" een vreemd land. Hij was blijde, toen hij weder in een spoorwegwagon zat, die ten minste hem niet vreemd blij zijn niet meer dan één, hoogstens twee kinderen te krijgen, zijn ook ouders die een talrijk kroost verzorgen en goed opvoeden. Het bewijs daarvan vond ik voor korten tijd geleden in het legaat Re^erdy. Deze heer Reverdy was oen braaf rentenier die in 1845 zijn tes tament maakte en toen aan de stad Parijs eene tweo- jaarlijksehe rente naliet van 3000 franken, met last aan den gemeenteraadiedere twee jaar deze som uit te reiken aan den werkmandie gezegend met een zeer groot aantal kinderen, toch steeds eerlijk eu braaf werk zaam was, niet alleen om in aller onderhond te voorzien, maar ook zorg dragende, dat zijne kinderen die opvoeding kregenals met zijn stand en zijne middelen overeen kwam. Do commissie, door den gemeenteraad benoemd, ontving zeer vele lijsten van eandidaten voor dit legaat en was het werkelijk jammer, dat siecht9 één enkel per soon bevoordeeld kon worden. In alle wijken van Parijs bleek het dat arme eerlijke werklieden waren gezegend met een groot gezin. Ditmaal werden de 30"0 franken gegeven aan een slotenmaker of smid, Delbouf genaamd, wonende op den B mlevard Montparnasse, en weduwnaar met twaalf kindereu. Verder zien wij op de candida- tenlijst staan een werkman met eene verdienste van 4 francs per dag en met 10 kindereneen ander met zeven weer een met achtmet negen tien kinderen allen met magere verdiensten. Voorzeker is dit in Hol land niets ongewoonsdoch wijs ik er hier op omdat men zoo gemakkelijk gelooft, dat een parijsch huisgezin steeds bestaan moet nit mau vrouw en twee kindereu. Gisterenavond waren wij in Dahomey, dat wil zeggen in het thóater van Porte Saint Martin. De lozers zullen wel weten, dat de Franschen daar in Afrika oorlog voe ren tegen den woesten negerkoning Behunziu en dat kolonel Dodds, thans generaal geworden, na een flinken veldtocht meester is van de hoofdplaatsen van dit zwarte rijk. De dagbladen hebben ons dag aan dag do helden daden der fransche soldaten vermeld en hoewel deze feiten lang niet zooveel kolommen druks in beslag nemen als die akelige Panama-historiezoo was de lezing er van des te verkwikkelijker. Alle echte Franschen voelen hun hart sneller kloppen vvanueer thans over Dahomoy gesproken wordt, en daarom was het denkbeeld al zeer goed gekozen er ten spoedigste een tooneelstuk in vijf bedrijven en tien tafreelen van te maken. De handeling is natnurlijk zeer eenvoudig, daar ze moet dienen tot kader van allerlei oorlogstooneelenwij zien er oen kolonel en echtgenooto een allerliefst jong meisje dat verliefd is op den zoon van den kolonel, welke zoon oen jonge losbol is en door speelschulden gedwongen, gedeser teerd heeft, maar toch heldhaftig zijnde zich weder heeft aangemeld bij het vreemdenlegioen daar onderofficier wordt en bij de bestorming van Kana de fransche vlag op de maren der heilige stad plant, daardoor het eere- kruis verdient en weer met zijnen vader verzoend raakt. Iu het eerste tafreal zijn wij aan boord van den Thibeth, waar wij kennis maken met kolonel Dubreuil en echt- genoote, met Marcelle. het lieve jonge meisje, met twee komieken (Dailly en Pericand), die dikwijls gelegonheid zullen vinden op onze lachspieren te werken met den leek. Maar weldra verdwenen al deze indrukken bij de alles beheerschende gedachte dat hij op weg was naar Blanchedat hij mocht hopen, haar den volgenden dag te zien. Gslukkig was 't dien volgenden dag prachtig najaars weer. Hij wilde niet vóór den namiddag naar den heor Morgan gaan hij dacht ook. dat hij hom vroeger niet t'hnis zon vindenhij slenterde das door Londen en zag viermaal iu het uur op zijn horloge, totdat eindelijk de tijd aanbrak, dat hij een rijtuig kon nemen om naar Lancas ter Gate te rijden. Er zijn huizen, die, zoodra gij ze binnen treedt, u aan veel geld doen denken. Zoo was het huis van de Morgans alles was onberispelijk in orde nwe voeten zonken in de zachtste vloerkleeden gij werdt bediend door de beleefdste dienstbodeuniets, wat goedkoop of gewoon was trof uw oog en gij voeldet, dat de stoel waarop gij zat, een van de beste soort was, dat alle schilderijen en ornamenten, de beste waren, die voor geld waren te krijgen en dat gewone menschen. die geen zeer groot inkomen hadden, in deze in het oog springend prachtige woning slechts op voet van dnlding werden toegelaten. Maar met al dat fraais was het geen hais, dat u in verzoeking bracht het tiende gebod te brekenhet boezemde een soort verbazing in en als de gasten eerlijk hadden gezegd, wat zij dikwijls dachten, zou het zijn geweest »lk zou wel eens willen weten wat hij er voor heeft gegeven het moet schatten hebben gekost." Toen Frithiof in de groote, ledige zijkamer met hare weelderige meubelen on bonte kunstwerken was gelaten, voelde hij even sterk als in de vnile straten van Huil dat hij een vreemdeling en niet op zijne plaats was. In de geheele kamer was niets, dat hem aan Blanche deed denken integendeel, alles was in strijd met do herinnering aan de dagen te Balholm en hun vrijen omgang. Hij voelde zich benauwd en ging onwillekeurig naar het raam eu zag naar het groeue gras van Kensington Garden eu de hooge olmen, met hun afwisselende na- jaarstint. Maar er waren slechts weinige minuten verloopon, of verrader Jacobsendie geweren en munitie aan den negers verkoopt enz. odz Het tweede en derde tafreel voeren ons aan de oevers van de Onémé en brengen ons tot het vierde tableau, de .factorie", waar de verrader Jacobsen zijne geweren aau den vijand levert en waar de twee komieken in handen vallen van de negers. Thans begint ook het schieten meé te spreken en in het vijfde tafreel, het gevecht bij Dogbi, zijn wij in vollen krijg en gewikkeld in den kruitdamp. In het zesde tafreel zien wij Bohanzin; de groote acteur, Tailladé, heeft zich niet pikzwart gemaakthij heeft zoowat de kleur van »café au lait". vervolgens krijgen wij de heilige stad Kana en het hof van Behanzin met een fraai balletuitgevoerd door de amazones, de Franschen bestormen de stad. en het scherm valt onder d« daverende toejuichingen en het handgeklap van hot geheele publiek De volgende ta freelen tooneu ons eene a-nbalance, waar Dailly een koddige gewonde is, en eindelijk het einde van den veld tocht de vlucht van Behanzinde verzoening van den kolonel met zijn zoon eu nog eindelijk een schitterend succes voor het stuk, voor de artisten, de decoratiën, de schrijvers enz. enz. J. M. T. DU1TSCHLAAD. Uijkndag. Bij de verdere, op den 12 gevoerde be raadslaging over de interpellatie van den nationaal-libe- ralen afgevaardigde Marquardsendeelde de Rijkskan selier von Caprivi mededat de papieren uit Wezel, door Ahlwardt iu het tegeu hem gevoerde rechtsgeding overgelegdniet met misbruik van vertrouwendoor ambtenaren gepleegd waren verkregen maar door ge wonen diefstal iu Ahlwardt's handen moesten gekomen zijn; hij moest echter de gewetenloozeonverantwoorde lijke pogingen om zulk.-? toe te schrijven aan nalatigheid der militaire overheid ten zeerste brandmerken. Deze woorden werden met stormachtigen bijval begroet. De saksische minister van oorlog verklaarde eveneensdat het doel der getuigen van Ahlwardt niet bereikt werd. Daarop volgde de interpellatie van den conservatieven afgevaardigde von Mirbach over de duitsche mnntstaat- kundein verband met de mnntbijeonkomst te Brussel. Von Caprivi antwoordde, dat hij den indruk had verkregen, dat men het anti-semietisme en de muntkwestie voor den zelfden wagen wilde spannen. (Bijval, rumoer.) De duit sche staatkunde in zake de munt was eene goedede regeering beoogt geene veranderingen. De gebeurtenissen der laatste weken behoorden tot de bodroevendst van zijn leven. Als het anti-semietisme zich van het bimetallisme wilde bedienen om aan de munt kwestie eene demagogische wending te geven moest de regeering des te meer op hare hoede zijn. De munt kwestie is eene te gevaarlijker zaak voor het wekken van beroering, naarmate zij in het algemeen minder goed be grepen wordt. Het zon zeer te betreuren zijn indien de afgevaardigden hunne verhouding tegenover de militaire wetsontwerpen van het bimetallisme af hankelijk maakten, de heer Morgan kwam binnen, hij groette beleefd, doch een weinig stijf. .Het doet mij genoegen, kennis met u te maken," zeide hij, nienwsgierig hem opnemend, »Ik heb natnurlijk van u gehoord van mijnen broeder. Zij waren allen u veel verplicht, gij hadt hun zulk een mooi reisplan door Noorwegen aan de hand gedaan." Had Blanche dan niet over hem gesproken Had zij haren vader niet voorbereid Of zon zijn verzoek eene verrassing zijn Dat waren de gedachten, die bij Frit hiof opkwamen toen hij tegenover den Engelschman zat en zijne regelmatige trekken netten grijzen baard kort gesneden haar en wel wat koude oogèn opmerkte. Wie hen beiden had gezienzou zich geen grooter contrast hebben kunnen voorstellen de jonge Noorweger, ongeduldig en vol hoop, op zijn gelaat de uitdrukking van iemand die de geheele wereld nog voor zich heeft de Engelschman van middelbaren leeftijd, die zijne ervaring had betaald en iD wiens hart de geestdrift, het onbezorgd genieten van het leven eu het vertrouwend geloof inunderen lang waren gestorven. Toch, ofschoon de heer Morgan een hardvochtig en koel man was, had hij een weinig mede- lijdeu met zijn bezoeker en hij dacht ook, dat deze flinke jonkman beter dan zijn zoon Cyril geschikt was voorde betrekking te Stavanger. .Het is vreemd, dat gij juist heden komt," merkte hij op, nadat het gewone praatje over het, weor en do reis en den eersten indruk van Engeland was afgeloopen. .Eerst heden is definitief beslist, wat wij al lang hadden over wogen dat wij een tak van onze zaak te St vanger zullen vestigen. Misschien hadt gij er al van hooren spreken." »Ik heb er niets van gehoord," zeido Frithiof, »miju vader heeft er geen woord van gesproken". .Hot is haast niet denkbaar, dat hij niets van bet plan zou hebben vernomen," zeide de heer Morgan. .Toen ik u zag, dacht ik eerst, dat hij n daarom had gezonden. Maar gij zijt, geloof ik. nog niet in de zaak." «Ik zal dit najaar er een aandeel in krijgen," zeido Frit hiof. »Ik ben pas meerderjarig geworden, daarop lieoit het. gewacht." Telefoonnummer 3

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1892 | | pagina 1