Beaufort) (Wijk-bij-Duurstede)BoreelRuys van der
Borch, Beelaorts, Hordijk, van Borckel, A. Maokay, Roy-
aards Keuchenius Kolkman van Karnebeek, Sanders,
A. van Dedem Dobbelmann G. van Dedom, Oppedijk
Vrolik en de Voorzitter.
De heer Conrad was tegenwoordig, doch had verzuimd
de presentielijst te teekenen.
De andere amendementen werden na die beslissing in
getrokken en het hoofdstuk Marine aangenomen met 56
tegen 35 stemmen van de heeren De Ram, Travaglino
van der Schrieck, De Ras, Bahlmann, Heldt, Kielstra, van
Houten Van Delden Ferf, d'Ansembourg, Zijp, Harte
LieftinckLambrechts, van den Bercb van Heemstede,
BorgesinsHnber Walter, Schepel, Kerdijk, Smits van
Oyen, Veegens, Hartogh, Zijlma, Van Vlijmen, De Geer,
Smit, Guyot, Viruly, Haftmans, De Kanter, ue Meijier,
Roessingh en Tijdens.
Na aanneming van het hoofdstuk NationaleSchuld
ving de beraadslaging over het hoofdstuk financiën
aan. De heer de Meijier drong op spoedige herziening
der personeele belasting aan. De heer K e r a ij k onder
steunde warm het verzoek om pensioen voor weduwen
en weezen van onderwijzers. Hij hoopte, dat de mi
nister dezo zaak zou aanpakkendie voor elfduizend
ambtenaren van zoo groot belang is. Voor wettelijke
voorziening bestaat alleszins reden; de pensioenlast be
hoeft echter niet geheel op den Staat te drukken. Maar
op dezelfde voorwaarden als de burgerlijke ambtenaren
kunnen de onderwijzers ook in het weduwen- en weezen-
fonds opgenomen worden. Zij znllen daartoe gelijke
storting doen als die ambtenaren. Voor de anderen zal
de Staat, zullen wellicht ook de gemeenten zich een offer
moeten getroosten. En gaat dit niet, dan voere men
die regeling althans in voor de nieuw aan te stellen
onderwijzers, dan zal men voor de toekomst althans be
ginnen te zorgen. Do minister verzamele de bouwstoffen,
opdat als de gelegenheid zich voordoetde regeling
ter hand kunne worden genomen. De heer Schepel,
voorzitter der commissie van rapporteurs, betreurde de
late indiening der voorstellen ter invoering van de ver
mogensbelasting, welke in de afdeelingen nog niet onder
zocht waren. De heer van Alphen achtte verbetering
van de positie der klerken op de ontvangers-kantoren
noodzakelijk, en deelde de bezwaren van den heer Sche
pel, daar het niet vaststaat, dat de vermogensbelasting
met 1 Mei zal worden ingediend. Hij vroeg o. a., of de
directeurs der registratie niet konden vervallen.
De heer van Karnebeek, voorstander van gelijk
tijdige invoering der vermogens- en bedrijfsbelasting, zal
voor stemmenmet dit voorbehoud, dat als dit denkbeeld
niet verwezenlijkt kan worden, de invoering der vermo
gensbelasting uitgesteld moet worden.
De heer Dobbelmann achtte verhooging van het
tarief van invoerrechten noodig. De heer V e e g e n s meent,
dat de vermogensbelasting wel een jaar lang naast de
patentwet kan staan. Het is ondoenlijk de bedrijfs- en
de vermogensbelasting gelijktijdig in te voeren en der
halve zou uitstel van de invoering der vermogensbelasting
zeer onraadzaam zijn.
De heer van Delden kwam op tegen de door de re
geering aan de afgevaardigden ter Muntconferentie te
Brussel gegeven vrijheid, om te verklaren, dat Nederland
wilde toetreden tot de bimetallieke unie, daar, zoolang
het gevoelen der Wetgevende Macht niet bekend is, het
nog niet zoo vast staatdat die toetreding goedgekeurd
wordt. De heer E e r f was tegen de opheffing der be
trekking van directeur der registratie. De heer A van
Dedem adviseerde in den bestaanden toestand niet te
wachten met de invoering der belastingwetten, totdat de
personeele belasting zal zijn herzien. Hij juichte de ver
dametje, na haren terugkeer, op zekeren avond een con
cert bijwoonde, was in de vrij lange pauze de verleiding haar
te sterk om het bij ons gehoorde niet weer aan haar
gezelschap over te vertellen, en ze deed dat luid genoeg
om ten minste gedeeltelijk door de dicht bij haar zittende
leden van de familie B verstaan te worden.
Het gevolg laat zich begrijpen, de familie die eerst
alleen uit trots tegen het engagement was, doch misschien
ten laatste toch zou hebben toegegeven, gevoelde zich zeer
gekrenkt toen het bleek, dat de naam van het jonge
meisje niet onbesproken was, en haastte zich, den luitenant
zeker niet op de meest verschoonende manier de zaak
over te brengen, en er op aan te dringen, het engage
ment thans te verbreken. Immers hij in zijne positie, kon
geeno vrouw huwen, over wie op die wijze werd gepraat.
De jonge man eerst ongeloovig, wilde terstond verlof
aanvragen, ten einde persoonlijk van Nancy eene ver
klaring te eischen van hetgeen er verteld werd, doch
zijn oude heer verbood hem dit bepaald en eischte, dat
hij terstond alle betrekking met hot meisje zou verbre
ken, daar er van een huwelijk met haar niets komen kon
en de jonge man gaf toe, maar vroeg overplaatsing naar
Indië, welk verzoek werd ingewilligd.
Slechts in een kort schrijven gaf hij Nancy haar woord
terug en meldde hij haar zijn besluit en nog eer het
arme meisje hem in een brief rekenschap had kunnen
vragen van zijne veranderde gezindheid, was hij reeds
op reis naar zijne bestemming. Natuurlijk heb ik die
bijzonderheden eerst later vernomen, toch hadden wij van
het verbreken van het engagement spoedig genoeg ver
moedens gekregen. Immers de dagbladen verkondigden
ons, dat luitenant B op eigen verzoek overgeplaatst was
naar Indië en het feit, dat hij vóór dien tijd vol
strekt niet meer in de stad gezien was, gevoegd bij de
doodelijke bleekheid van Nancy's gezichtje en de droef
geestige uitdrukking in hare oogon, als wij haar voor
het raam zagen zitten, gaf ons heel veel grond tot de
veronderstelling, dat alles tusschen hen uit moest zijn.
Maar daarenboven werden wij ook al spoedig door het
nichtje van Paulien ingelicht, want ook in de residentie
vinden kwade geruchten zeer spoedig hunnen weg.
Juist in dien tijd, dat deze afloop onze gemoedereu
bezighield werd mijn vader onverwacht geroepen bij
mevrouw Vermouth, die stervende was, en nog iets aan
haar testament wilde veranderd hebben en nu bleek het,
dat Nancy Vermouth, of zooals zij eigenlijk heette, Nancy
Vale, nog een jongeren broeder had, die korten tijd ge
leden naar Amerika was vertrokken. Die jongen was
zooals papa vernam, ovenals Nancy bij mevrouw Ver
mouth opgevoedhij was zelfs haar lieveling geweest.
In jeugdige onbezonnenheid had hij echter eeno misstap
zekoring van het lot der nagelaten betrekkingen van de
openbare onderwijzers toe, maar het mag niet geschieden
op Staatskosten. Hij is voorstander van gelijktijdige in
voering der bedrijfs- en der vermogensbelasting; dit is
noodzakelijk, omdat beide op zich zelf geplitste inkom
sten belastingen zijn. Veel beter ware het dan de invoe
ring van de vermogensbelasting uit te stellen. Hij besprak
daarna de Muntconferentie. Indertijd had men den
enkelen zilveren standaard moeten behouden. De thans
bestaande toestand was onhoudbaarmen kan op den
duur niet eene fictieve waarde voor den gulden behouden.
De heer van Beuningen vroeg herziening dei-
wet op den waarborg van gouden en zilveren werken,
ten aanzien van de stempeling van buitenlandsche wer
ken en ondersteunde het verlangen van den Dobbel
mann naar verhooging van het tarief. De heer de Ras
vroeg herziening der wet omtrent de heffing van accijns
op gedistilleerd. De heer B a h 1 m a n n bestreed den heer
van Beuningen en zon gaarnein het belang der bin-
nenlandsche nijverheid, art. 7 van de vermogensbelasting
voor een jaar buiten werking willen stellen.
De heer van Alphen kwam op zijn betoog nog
kort terug.
De heer T y d e n s wees in den loop der zitting op de
werkeloosheid in ons land, behandeld in het adres van
den heer Tindal. Hij vroeg verlofdaarover tot de
ministers van justitie, waterstaat en binnenlandsche zakon
eenige vragen te richten. Dezo interpellatie werd
toegestaan; de dag zal later bepaald worden.
Burg en weth. van Amsterdam hebben onder voor
behoud der goedkeuring van den gemeenteraad met de
Imp. Cont. Gas-association, ter beëindiging van het in
eersten aanleg door de gemeente verloren rechtsgeding
over den normaalbrander, eene overeenkomst gesloten,
waarvan de hoofdbepalingen hierop neerkomen.
Onder verbintenis der Maatschappij om gas te blijven
verstrekken van ongevoer gelijke lichtsterkte als het
thans geleverde, zal de gemeente haar betalen uiterlijk
1 Mei 1893 f 300.000 ineens, benevens f 0,0035 per
knb. el gas, bereid gedurende 1891 en 1892, uitmakonde
een bedrag van f 212.800, zoodat 1 Mei moet worden
betaald pl.m. f 512,800, plus rente ad. 5 pet. van 15
Januari 1893 tot den dag der uitkeering.
Na 1 Januari 1893 moet f 0,0035 per kub. el be
reid gas aan do Maatschappij worden vergoed, naai
den maatstaf van pl.m. 32.000.000 kub. el gas per jaar,
f 112.000 'sjaars vertegenwoordigende.
De Maatschappij stelt daarbij nog tot voorwaarde, dat
enkele bepalingen der concessie worden gewijzigd, terwijl
de gemeente wijziging heeft verkregen in de voorwaarden,
waarop zij verlaging van gasprijs kan vorderen. Bepaald
is, dat de jaarlijksche vergoeding, door de gemeente bij
verlaging van den gasprijs aan de Maatschappij te betalen,
verminderd wordt met 1 cent per kub. el gas, verkocht
boven de 27.500.000, kub. el. Het door die prijsverlaging
veroorzaakte verschil in de ontvangsten der Maatschappij
wordt daardoor niet meer geheel ten laste der gemeente
gebracht. Stel, dat door eene prijsverlaging van 9 tot 7
ct. per kub. el, de gasbereiding stijgt van 28 tot 40 mil-
lioen kub. el, dan zou volgens de bestaande concessie de
Maatschappij aan de gemeente uitkeeren f 328.100, maar
bij de gewijzigde f 433.100. Burg. en weth. stellen voor,
deze overeenkomst goed te keuren. Zij achten de ver
goedingen in overeenstemming met de meerdere kosten,
die de Maatschappij voor de bereiding van gas van hoo-
gere lichtsterkte heeft moeten besteden en dus, met het
oog op den stand van het proces, voor de gemeente aan
nemelijk. Zij verklaren zich daarmede tegen de aanneming
eener andere schikking, waarmede de Maatschappij ge-
begaan, waarvoor hij tot twee jaar celstraf was veroordeeld.
Mevrouw Vermouth, eene vrouw van strenge begrippen,
had hem sinds dien tijd uit haar hart gebannen en wilde
zelfs niet, dat zijn naam in haar bijzijn genoemd werd.
Toen zijn straftijd voorbij was, had een der regenten
van de gevangenis, die medelijden met den volstrekt niet
slechten jongen man had, wiens toekomst grootendeels was
bedorven, hem vrijen overtocht naar Amerika aangebo
den en zich zelfs bereid getoond hem van goede aan
bevelingen te voorzien. De jonge Vale had dit dankbaar
aangenomen, maar zijn vurige wenschzich vóór zijn
heengaan nog met de verzorgster zijner jeugd te verzoe
nen, was niet bevredigd, mevrouw Vermouth had ge
weigerd hem te ontvangen. Nu echter op haar sterfbed
had zij berouw over hare hardheid en wenschte zij aan
Nancy's dringende bede gehoor te geven en nog een
klein legaat voor hem te beschikken, tevens aan de lief
hebbende zuster opdragende, haar broeder de verzekering
harer vergiffenis over te brengen.
Mijn vader, die anders zelden heel spraakzaam was,
en vooral zich tegen mij over zijne zaken nooit uitliet,
vertelde mij des middags aan tafel dit alles uitvoerig
en zag mij, naar het mij voorkwam, daarbij uitvorschond
aanen ik, ik voelde het bloed mij naar de wangen
stijgen en moest onwillekeurig de oogen neerslaan en
toen papa aan het einde van zijn verhaal tot mij zeide
»Ik zou wel willen, Laura, dat gij eens naar dat
arme meisje toegingt, om haar een woordje toe te spre
ken, zij staat zoo alleen, nu hare tante overleden is,
want haar eenige broer is nu vèr weg en naar ik ver
nam, is haar engagement ook verbroken," barstte ik in
tranen uit en zei, »dat mij dat onmogelijk was."
Mijn vader haalde de schouders op, hij vond mij kin
derachtig en begreep niet wat die tranen beteekenden,
maar hij kon ook niet weten, welk een bitter zelfverwijt
zich plotseling van mij meester maakte, wijl door zijn
verhaal mij de oogen waren opengegaan en ik tot het
besef kwam, dat de jonge man, met wien wij Nancy op
dien avond hadden gezien, niemand anders was geweest
dan haar broeder, die vóór zijn vertrek naar Amerika
afscheid van haar was komen nemen, maar het in het
geheim had moeten doen, omdat hem de toegang in het
huis zijner tanle was ontzegd.
Ik had den moed niet mijn vader alles mede te deelen,
doch onze oude meid, voor wie ik spoedig mijn hart
uitstortte, nam die taak op zich, en deed haar best mij
daarbij zooveel mogelijk te verontschuldigen. Dat ik er
echter niet zonder een scherpe berisping afkwam, laat
zich begrjjpen, al keerde zich de toorn mijns vaders nog
meer tegen onze oude getrouwe dan tegen mij, omdat zij,
zooals hij zeide, verplicht geweest was, hem te waar-
noegen wilde nemen namelijk, om af te zien van voor
schreven vergoedingen, indien de wijzigingen in de con
cessie werden goedgekeurd en daarbij tevens de dagtee-
keuing van 1 Augustus 1897, waarop de gemeente het
recht heeft, de concessie onder zekere bepalingen in te
trekken, verschoven werd tot 1 Augustus 1907.
Den 14 is te Rotterdam eene protest-bjjeenkomst ge
houden tegen het Leger des Heilswaarbij oen zestal
gewezen officieren het woord voerden. Met klem werd
gewaarschuwd om er geen geld aan te geven of er zich
bij aan te sluiten daar het Heilsleger slechts gegrond
is op huichelarij en geen ander doel heeft dan naam te
maken, terwijl de gelden, er aan geofferd, in een bodem
loos vat vallen. Ten slotte werd medegedeeld, dat men
zich in een open brief tot de ned. herv. kerk had ge
wend, ten einde eene regeling in het leven te roepen tot
bevordering van de geestelijke en maatschappelijke be
langen des volks. Mocht dit plan slagen, dan was Booth's
leger voor ons land geheel overbodig. Te Amsterdam
heeft zich hetzelfde verschijnsel voorgedaan. Daar zijn
eenige gewezen officieren van het Leger des Heils ook voor
nemens om werkende in den geest van dat Leger en
gesteund door de Kerk, het Leger te verdringen.
In den nacht van den 14 op den 15 is in de
Groote Ket-k van de ned. herv. gemeente te Beverwijk
ingebroken. Twee offerbussen werden open gebroken en
geledigd gevonden van den in de consistoriekamer be
waarden kerkwijn nam de dief een proefje.
De gemeenteraad van Zaandam is den 15 terug
gekomen op zijn vroeger genomen besluit betreffende het
verbod tot het houden eener beerput en heeft thans op
voorstel van den heer Avis bepaald dat het houden
eener beerput geoorloofd isals deze volgens bepaalde
voorschriften wordt ingericht.
Mej. W. Heukels te Beemster heeft den 15 te
's-Gravenhage verkregen de akte A in de fransche taal M. O.
Den 16 des avonds te half twaalf werd brand
ontdekt in eeu der bovenvertrekken van de groote leer
looierij van den heer O Lammerts, aan den Singel weg
te Groningen, waarschijnlijk ontstaan door het vuur uit
een kachel. Weldra stond de geheele werkplaats in brand
en kon de brandweer niets anders doen dan trachten den
brand tot de looierij zelve te beperken. Deze pogingen
slaagden het aau de werkplaats verbonden heerenhuis
alsmede de op eenigen afstand gelegen knechtswoningen
bleven behouden.
Bjj kon. besluit van den 16 is de majoor B. R. F.
van Vlijmen van het 5e regiment infanterie op non-
activiteit gesteld te rekenen vau den dag waarop hij
het lidmaatschap der Tweede Kamer zal hebben aanvaard.
Den 16 is eene duitsche dame, komende van Glas
gow over Vlissingen onder geleide van een heer even
voorbij het station Woensdrecht uit den sneltrein ge-
sprongontoen haar geleider zich oven uit een coupé
le klasse verwijderd had. De heer vond bij zijne terug
komst het portier open en hare plaats ledig. Onmiddellijk
wilde hij, en ook andere reizigers, de noodrem laten werken,
doch zonder gevolg. De trein rolde in vliegende vaart
voort, voorbij Bergen op Zoom en Wouw en kwam eerst
te Rosendaal tot stilstaan. Pogingenom den trein
door roepen en wuiven te doen stoppen, mislukten mede.
Op telegrafisch bericht uit Rosendaal werden onverwijld
eenige spoorwegbeambten met een lorrie in de richting
van Woensdrecht gezonden en dezen vonden de dame
wezenloos tegen een afsluithek staande Zij was aan het
hoofd gewond en na den sprong ongeveer 2000 el langs
de lijn gewandeld in de richting van het station Woens
drecht. Zij werd vervolgens naar Bergen op Zoom vervoerd
en in het station verbonden. De hoofdwonde bleek niet
gevaarlijk te zijn. Met den eersten trein kwam haar
doodelijk ontstelde geleider aan, die zeer verheugd was
de aan zijne hoede toevertrouwde dame in vrij welva
renden toestand aan te treffen. Deze dame is lijdende
aan zware melancholie, ten gevolge van den dood haars
vaders. Beiden vertrokken verder naar Schimbeek, bij
Wezel, het doel hunner reis.
schuwen. Hoe dit echter zij, mijn geweten deed mij
strenger verwijten, dan mijn vader het zou hebben kun
nen doen. Hoe meer ik er over nadacht, hoe meer ik
gevoelde, hoe lichtvaardig wij in ons oordeel over Nancy
geweest waren, en hoe onvergeefelijk het was zulke ge
ruchten te verspreiden, zonder te onderzoeken of ze waar
heid bevatten. In welk een geheel ander licht verscheen
mij nu ook hare weigering om in de krans te komen
immers de gedachte aan haar broeder, de vrees dat er
over gesproken zou worden, hadden haar ongetwijfeld
er toe geleid om zich terug te trekken uit de conversatie.
Mijn vader begreep nu natuurlijk zeer goed, dat ik geen
moed had naar Nancy toe te gaan, en hij drong er niet
langer op aan.
Hij van zijn kant deed evenwel wat hij kon om het
meisje in de eerstvolgende dagen terzijde te staan. Ook
trachtte hij haar vertrouwen te winnen door haar op be
hoedzame wijze bekend te maken met de veronderstel
lingen welke door hare ontmoeting met haar broeder in
het leven waren geroepen. Op zijn aanbod echter om
stappen te doen ten einde eene verzoening tusschen haar
en haar vroegeren verloofde te bewerken, door laatstge
noemde te doen weten, dat zijn wantrouwen op een
misverstand berustte, had zij fier ten antwoord gegeven
»Ik dank u, mijnheer, voor uwen goeden wil, ik weet
dat de schijn tegen mij was, al begrijp ik ook niet, wie
er belang bij kan gehad hebben mij te bespieden, doch
waar vreemden iets kwaads achter de ontmoeting met
mijn broer gezocht hebben, daar had mijn verloofde mij
beter moeten kennen, en mij althans niet moeten ver-
oordeelen op losse praatjes, zonder verder onderzoek dat
hij dat w e 1 deed, bewijst, dat hij mij niet waarlijk lief
had, en waar dit het geval was, zouden wij misschien
toch niet gelukkig zijn geweest, daar de familie mjj toch
nimmer van harte in haren kring zou hebben opgenomen.
Ik zal de smart, welke mij getroffen heeft, wel weer te
boven komen en wat mijne toekomst betreftik ben
voornemens mij aan ziekenverpleging te wijden. Ik ver
lang zeer om van hier te gaan, hoe spoediger u dus af
werk maakt met den boedel van tante, hoe liever het
mij zjjn zal."
Slot volgt.
Stoomdr. van Herms. Coster Zoon Alkmaar.