N ieuwj aarswenschen.
Een stoere Noorman.
No. 15 4,
Vier en Negentigste Jaargang
1892.
Y R IJ 1)AG
23 DECEMBER.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
EERSTE blad.
Nieuwj aarswenschen
a 21 cents a contant,
IJ skelder.
PARIJSCHE BRIEVEN.
FEUILLETON.
u.kuvwtscm: oonuvr.
Deze Courant wordt Dinsdag., Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers 0,06.
Prijs der gewone Advertcntlën
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
In het nummer van den Ondenjaarsavond
Zaterdag den 31 December, zal weder gele
genheid bestaan tot het plaatsen van
van 1 tot 5 regels.
DE UITGEVERS.
S.Y1EDEKIJ.
Burgemeester en Wethouders van ALK
MAAR brengen ter algemeene keunis dat zij in hunne
vergadering van 20 dezer aan HENDRIK HEKKET, op
zijn verzoek verguuning verleend hebben tot het oprich
ten eoner smederij in het perceel aan de oostzijde
van het Groot-Nieuwland te Alkmaar No. 1.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MAOLAINE PONT.
20 December 1892. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene konnis dat de lJSREIiDER der
gemeente in het jaar 1893 wederom in eigen beheer door do
gemeente zal worden geëxploiteerd. Zij die ten behoeve
van bijzondere personen in geval van ziekte ijs noodig
mochten hebben, kunnen, voor zoover er ijs beschikbaar is,
een gewone emmer ijs laten halen tegen betaling
van één gulden: voor hen, die lid zijn van een
der alhier gevestigde ziekenfondsen tegen betaling van
vijfilg cenien: voor hen, die van gemeentewege
genees- of heelkundige hnlp ontvangen, kosteloos. In
ieder geval moet nit eene schriftelijke verklaring van
een genees- of heelkundige blijken dat het ijs voor een
zieke benoodigd is. De aanvrage ter bekoming van ijs
nit dien kelder moet geschieden van zonsop- tot zons
ondergang aan de Stadst immer werf, Zontkeetgracht n°. 1
en van zonsondergang tot zonsopgang aan hetpolitie-bureau.
Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
22 December 1892. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
CXXXII.
Parijs, 15 Dec. 1892.
Paul Ollendorff gaf dezer dagen een boekdeel nit, het
welk door alle Hollanders die in Parijs wonen, verdient
Een roman, naar het Engelsch, van Edna Lyall.
13) o
Hij zag weder de uitdrukking in zijns vaders oogen,
trots, liefde en zorg te gelijk, waarmede hij hem had
aangezien, toen hij ongaarne van hem afscheid nam eu
toch hem gaarne liet vertrekken. Zon hij die hoop te
leur stellen Zou hij opzettelijk en in het volle bezit
van al zijne vermogens iets doen, wat vreeselijk lijdon
moest brengen over hen, die hem lief waren? En toen dacht
bij er voor het eerst aan, dat zijn vader reeds door zorg,
verlies en verdriet was getroffenhij wist zeer goed
boe zeer hem het verlies van het engelsche agentschap
zou spijten en hij stelde het huis te Kalvedaleu voor als
getroffen door een nienwe en ongewone ramp, totdat, in
plaats van naar den dood te haken, een edeler verlangen
in hem opkwam het verlangen, terug te keereu en te
helpen, het verlangen, zijn vader het verlies en het ver
driet te vergoeden. Hij begon zich te schamen over dat
andere verlangen, hij begon in te zien, dat er nog iets
was, waarvoor hij kon leven, ofschoon het leven hem even
droevig toescheen, als het in duisternis gedompeld park
met de grauwe mist en de doodsche verlatenheid.
Maar toch wilde hij leven die audere gedachte ver
lokte hem niet meerzijn mannelijke kracht keerde
terngvastberaden maakte hij zich los van het visioen
van Blanche, dat spottend voor hem oprees. Hij stond
op en verliet het park.
Toen hij weder buiten Hydepark in het drnkke ver
keer kwam. gevoelde bij veel sterker zijuo verlatenheid
dan op het stille voetpad aan de Serpentine. V oor de
eerste maal voelde hij pijnlijk, dat hij in eene vreemde
te worden gelezen. »Les Gneux de mer" (de watergeuzen,)
geschreven door den admiraal Jnrien de la Gravièrelid
der Académie Framjaiseis een boekwerk, waarin die
zeehelden door eenen franscheu admiraal bijzonder worden
geprezen; ik kocht het boek voor fr. 2,75 op den groo-
ten Bonievarden maak van de gelegenheid gebruik er
op te wijzendat alle boekendie otficieel frs. 3,50 kos
ten hier verkocht worden met een algemeen rabat van
75 centimes. Tegen dien prijs kan men de werken van
de grootste schrijvers verkrijgenzoodat het samenstellen
eener bibliotheek niet al te dnnr zou kostenware het
niet dat hier zoo buitengewoon veel wordt voortgebracht
op het gebied der letterkunde. Om bij Les Gneux de mer"
te blijven, willen wij zien hoe dit door de parijscho kri
tiek beoordeeld wordt, en geven daarom het woord aan
Edmond Lepelletier:
Jnrien de la Gravière is zoo vol geestdrift voor do
vroegere zeevaarders, dat hij slechts woorden van lof
weet te vindeu voor deze Watergeuzen der zestiende
eenw, die niet alleen de schrik wareu der spaansche
vloten, maar evenzeer alle beschaafde koopvaarders met
angst vervulden. Het is zonder twijfel de eerste maal
dat men een admiraal ontmoet, die de zeeroovers ophe-
melt. Want de Watergeuzen waren inderdaad niet an-
ders als zeeroovers. Men moet echter toegeven dat zij zeer
veel hebben bijgedragen tot de onafhankelijkheid der
•Nederlanden. Hollanddat heilige toevluchtsoord der
vrijheid, waar de stichters der moderne maatschappij
konden denken, studeeren, schrijven, drnkkon, terwijl
elders de gedachte, de wijsbegeerte, de kennis in boeien
•geslagen waren, heeft dns tot wieg een roovershol.
Jurien de la Gravière beschrijft in groote trekken
dien heldhaftigen tachtigjarigen oorlog, die de republiek
der Vereenigde Provinciën schiep. De groote Zwijger
bevalt hem niet bjjzonder, maar toch doet hij recht we-
•dervaren aan de deugden van dit hoofd der opstande-
liugen, die zoolang weerstand bood aan den machtigsten
vorst van Europa, zijn land vrijmaakte, en een onneem-
bare vesting schiep voor de verdraagzaamheid en voor
de vrijheid van geweten.
Die stoute wapenfeiten der Watergeuzen, de inneming
van Den Briel, de zeeslag op de Zuiderzee, het beleg
van Haarlem eu van Leiden, de gevechten op de dijken,
waar één enkel man met den bijl in de vuist deu weg
verspert aan een geheel leger, en zoodoende den terug
kocht der geuzen naar hunne schepen dekt, vormen de
levendige tooneelen van dit boekdeel, geheel gewijd aan
de verueerlijking dier beroemde vaderlandslievende zee
roovers die aangevoerd werden door Guillanme de la
Mark, Lumbos, Lancelot de Brederode, Sonoz en audere
•beroemde en woeste zeelieden."
Wij slaan een gedeelte der kritiek over, en willen nog
even het slot dier beoordeeling vermelden
Do admiraal bewondert alles in die zeeroovers der zes -
tiende eenw, tot zelfs lmune rnwe taal voi medeklinkers
Het doet hem leed dat hij als zee-taal niet het hol-
landsch machtig was.
Ik heb geleefd in een tijd, zegt hij, dat het de goede
•gewoonte was met de keel te bevelen het ruwe
stad waseen ziekelijk verlangen naar Noorwegen, naar
het dierbare, oude Bergen, naar de bekende gezichten,
de vriendelijke groeten der voorbijgangers. Eenige minu
ten stond hij stil, onzeker welken weg hij zon inslaan,
niet weteude, hoe hij de akelige uren van dien avond
zon doorkomen. Dicht bij hem stond een jonge man met
een ander te praten met iemand in een rijtuigje hij
hoorde, bijna onbewust, een paar woorden van hun gesprek.
•Is het vonnis al bekend
Ja, vijf jaren gevangenis; het is niet meer dan hij
verdient."
De arme kinderen! Wat moet er van hen worden!"
»Zijt gij tegen tien nnr thuis?"
Ja, zeker. Zeg aan vader, dat Sardoni den avond
dien hij hem wil hebben, vrij isik heb hem zoo even
gesproken. Goeden avond." Toen, tot den koetsier»Naar
huis 1"
Dit woord schrikte Frithiof op en deed hem weer aan
zijne eigen zaken denkeu hij wist niet waar hij was en
moest den weg vragen. Hij wilde dozen man aanspreken,
die iets minder haast scheen te hebben dan de rest van
de wereld.
Wilt gij de goedheid hebben mij te zeggen, hoe ik
naar het Arundol hotel moet gaan
De jonge man keerde om op het geluid van zijn stem,
zag hem een oogenblik scherp aan en stak hem toen ziju
hand toe.
Hoe vaart gij?" riep hij uit. »Wat een gelukkig toe
val, dat wij elkander hier in het donker tegen het lijf
loopen Zijt gij al lang in Engeland.
Bjj de eerste woorden dezer hartelijke begroeting zag
Frithiof verschrikt op en in het beneveld gaslicht zag
hij het eerlijk engelsch gelaat eu de vriendelijke oogen
van Roy Boniface.
•bevel, zoo ruw en rauw mogelijk verving toen den
roeper. Toen vreesden wij de medeklinkers niet, wij
verachtten slechts de klinkers. Om met één enkelen
•galm elfhonderd in beweging te krijgen schreeuwde
•men niet, men brnlde Hollandsch is eene taal gemaakt
•voor zeelieden. Stelt n Tromp of de Ruiter voor, hunne
bevelen gevend met de lippen, zooals een Oreooi of
•Italiaan zon doen!""
Het is thans de maand der geschenken. Noël en Jour
de l'An naderen en loont het vooral do moeite een blik
te werpen in de prachtige magazijnenwaar zooveel
fraais en kostbaars wordt tentoongesteld.
Wij willen daar dezer dagen een bezoek brengen en
weten reeds dat do Groote Magazijnen van het Louvre
dit jaar eenen Kerstboom zullen hebben van 25 ellen
hoogtevol met hondorden electrische lampenzang
vogels, speelgoed enz. enz.
Niet allen zullen dit jaar vroolijk feest vieren. Pana
ma, waarhij wij toch wedor even moeten stilstaan is
en blijft eene allertreurigste zaak Thans heeft weder
de overigens zeer verdienstelijke minister van financiën,
de heer Rouvier, zijn ontslag genomenen niet omdat
hij beschuldigd wordt van to zijn omgekochtmaar het
is genoeg geweest, dat »Figaro", het bekende dagblad,
een sensatie-artikel schreef, aau het slot waarvan werd
vermeld dat de heer Ronvier nog in aanraking was ge-
woest met baron de Reinach den dag vóór diens dood
om den minister te nopen zijn ontslag te nemen. En dat dit
ontslag van deu heer Rouvier nog al van gewicht is
bleek aau de lichte paniek aan de benrswaar vele
fondsen onmiddellijk daalden. Do 3 pet. verloor 55 cen
times de Bauqne do France 10 francs, de Banque d'Es-
compte fr. 2.50 het Crédit Foncier fr 25Lyonnais
fr. 2.50 enz. enz. Het artikel van de Figaro" heeft
hier een buitengewoon leven gemaaktvier namen wer
den er tegelijk mede in het vuur van den strijd geworpen:
Rouvier, Reinach, Clémenceau en Cornelias Herz. De
couranten werden letterlijk verslonden door oen publiek,
hetwelk ongezond nieuwsgierig isen steeds tuk op
schandaal.
Baron de Reinach is doodnaar alle waarschijnlijk
heid door zelfmoord maar Cornelias Herz is in Londen.
Deze laatste heeft alleen twee checks ontvangen, elk van
één miljoen franken hij is de zoon van Beiersche ouders,
en wat men hier noemt »nn brasseur d'affaires." Hij
begon met niets was niets noch ingenieur, noch uit
vinder, noch kapitalistmaar hij was een handig ge
slepen tnsschenpersoon een indringer van de eerste
soorten hij moet wel geboren zijn voor znlke zaken
daar hij de beste relatiën wist aau te knoopen met de
grootste lieden in verbinding stond en door drie minis
ters achtereen werd voorgedragen eerst als officier, daar
na als commandeur, en eindolijk als grootofficier van het
legioen van eer. Van minister Cochery kreeg hij de
concessie der telephoonlijnen in Parijs eu verkocht dit
met eene buitengewone winst aan eene Maatschappij »Le
Crédit Mobilier." Vervolgens werd hij commanditair ven
noot van »la Justice", het dagblad van den afgevaardigde
Clémenceau welke laatste met den heer Rouvier den ba-
HOOFDSTUK VII.
Rowan Tree House.
Intnsschen was het rijtuigje snel weg gereden en de
twee damesdie er in zaten, hadden het zich gemakke
lijk gemaaktalsof zij een langen rit voor zich hadden.
Zijt gij warm genoeg, kind Laat mij aan dezen kant
het raampje neerlaten en haal gij het nwe op", zeide
mevrouw Boniface met moederlijke zorg naar het lieve
gezichtje naast haar ziende.
•Gij bederft mijlieve moeder", zeide Cecil. Waar
lijk gij behoeft u over mij niet ongerust te maken. Ik
bon sterk als gij het maar wildet gelooven."
Nu, nu, wij willen het hopen", zeide mevrouw Boni
face met een zucht, >maar gij ziet er niet naar uit."
En de moeder dacht aan de twee graven op het verro
kerkhofwaar Cecil's zusters rustteneu zij herinnerde
zich met bittere smartdat slechts een paar dagen ge
leden een vriendin met de onnadenkende openhartigheid
van eene babbelaarster had gezegdCecil ziet er tegen
woordig heel lief nit, maar zij heeft iets teringachtigs."
Deze woorden maakten de moeder ongerust, ofschoon de
dokters haar hadden verzekerd, dat volstrekt geen reden
tot ongerustheid bestond.
Ik ben blijdedat wij dr. Royston hebben gespro
ken", zoide Cecil, »want nu znlt gij niet ongerust meer
zijn, moeder. Het zou vreeselijk zijn te moeten denken
dat men zjjn geheele leven een soort halve invalide zal
zijn, ofschoon sommige menschen het niet onaangonaam
moeten vinden, want dr. Royston zeide, dat de helft van
de meisjes in Londen ziek zijn, omdat zij niets verstan
digs hebben te doen. Ik geloof haast, moeder, dat dit
ook mijn kwaal is", en zij lachte.
Mot u, mijn lieve kind!" zeide mevrouw Boniface.
Gij zit zeker t'huis niet ledig. Dit kan niemand van u
zoggen."
Maar ik moet telkens iets bedenken om mij bezig te
honden", zeide Cecil. Moeder, ik heb een plan bedacht,
dat mij vijf jaren werk zou geven eu ik zou zoo graag
hebben, dat gij »ja" zeidet."
Telefoonnummer3