Binnenland. wijze was bijgedragen in den nood der behoeftige klasso en het liefdadigheidsbndgot toch al was overschreden Mocht het nienwe jaar aan bestnurderen de vindingrijk heid brengen om de giften mildelijk te doen vloeien Voor de amsterdamsche journalistiek waren vooral de laatste maanden van 1892 van groot belang. Veteranen in het vak herinnoren zich den tijd niet van zooveel be vorderingen en verplaatsingen. Voor een deel is de oor zaak daarvan te zoeken in het nienw op te richten dag blad „De Telegraaf', waarvan het eorste nummer 1° Januari het licht zal zien. De bureaux daarvan wor den voorloopig in de Kalverstraat gevestigd, terwijl do drukkerij zich in de Gravenstraat bevindt. Er wordt door deze ondernoming over een groot kapitaal beschikt hetgeen wel hieruit blijkt, dat alles op grooten voet wordt ingericht. Hoofdredacteur is de heer Obreen, bij do lezers der Nieuwe Rotterdamsche Courant om zijne Parijsche correspondentie welbekend. Eene door hem inge voerde nieuwigheid is de tjjdingzaal de Salie des dé pêches van voorname fransche couranten. Deze wordt geriefelijk ingericht en is voor iedereen kosteloos toegan kelijk. Aan do wanden worden de belangrijke telegram men geplakt, zoodat belangstellenden zich gratis op de hoogte kunnen stellen van hetgeen dien dag in binnen en buitenland voorvalt. Wil hij daarvoor vergoeding go ven doorals hij eens iets te adverteereu heeftdit in »De Telegraaf" te doen dan zal dat der administratie ongetwijfeld aangenaam zijn. Het groot aantal redacteuren geeft goede verwachting van den inhoud van het blad dat 's morgens zal ver schijnen. Voor andere dagbladen is dit het sein geweest om de zwakste gedeelten hunner redactie op te sporen en zoo noodig te verbeteren, 't Valt te betwijfelen of iedereen daarbij zoo gelukkig is geweest als de directie der »Amsterdamsche Courant", die er in geslaagd is, den heer Husen, een der amsterdamsche correspondenten van de »Nieuwe Rotterdamsche Courant", aan zich te ver binden. Het Handelsblad", waarvoor de concurrentie van »De Telegraaf" het meest te duchten valt, is in den laatsten tijd juist erg aan het tobben met zijne verslag gevers. Een hunnerde heer Wagenvoort meer be kend onder zijn nom de plume Vosmaer de Spie ging in het begin van dit jaar naar Amerikavanwaar hij zijne reisindrukken aan »Het Nieuws van den Dag" ter plaatsing zond, terwijl hij thans voor deze couraut en andere bladen te Berlijn werkzaam is. Een tweede verslaggever, de heer Vierhout, is den heer Husen opge volgd, zoodat juist de meest geroutineerde krachten van »het Handelsblad" in den dienst van anderen zijn over gegaan. Gelukkig, dat althans de derde bekwame ver- slaggever van dit blad, de heer van Heyningen, behouden bleef. Men moet niet vergeten, dat de taak van reporter aan een groote courant niet gemakkelijk naar den zin der lezers te vervullen is. Het publiek, dat op den vorm de toegevendheid in eigen persoon is, neemt 't een con rant erg kwalijk, als hare verslagen niet juist zijn of de quintessence van het gesprokene niet weergeven. Ook willen de menschen in de krant de nieuwste nieuwtjes lezen en bij intochten, opstootjes en dergelijke eene be schrijving vinden van hetgeen zij zelf niet konden of durfden gaan opnemen. 't Is dan ook zeer begrijpelijk, dat reeds lang bij vele amsterdamsche reporters de wensch levendig was, zich tot een bond te vereenigen om daardoor de wederzijdsche belangen te kunnen bevorderen. Van den >Jonrnalis- tenkring", waarvan het bestuur uitsluitend uit redacteu ren is samengesteld, hadden zij de ondervinding heeft het geleerd weinig te verwachten en zoo richtten zij dezer dagen de vereeniging »de Amsterdamsche Pers" op, waartoe reeds dadelijk velen toetraden. Op den zaam te zijnze toonde zich zeer ingenomen met dit voorstelen zooals thans gebleken is, heb ik ook met haar mijn doel bereikt. Agaath was juist het tegenbeeld. Zij zat het liefst tus scben de boeken en bekommerde zich alsdan al heel weinig over huiselijke bezigheden of kleine zorgen. Als ze aan eenigen anderen arbeid was, rustten hare handen vaak in haren schoot en keek ze nu eens met droome- rigen blik, dan weer met schitterende oogen, alsof ze iets van verre zag, voor zich uit. Vaak als wij haar dan iets vraagden, gaf zij verstrooid antwoord. Als ze zelf echter eens iets vertelde, wist ze alles zoo levendig te kleuren, dat wij allen met pleizier naar haar luisterden bn op zekeren dag, vond ik een schrijfboek van haar met allerlei losse opstelletjes, kleine gedichtjes en zelfs een vrij aardig geschreven fantastisch verhaaltje bij haar was talent aanwezig en we behoefden niet te vragen in welke richting zij zich zon kunnen ontwikkelen. Taal en letterkunde moest hare studie zijn. Trouwens op de school had zij voor die vakken ook altijd de hoogste cijfersin reken- of aardrijkskunde was ze zwak voor teekenen en handwerken had ze hoogstens voldoende. Tot nog toe heeft ze onze verwachting niet beschaamd. Zoo ik hoop, zal op akte A later akte B nog wel volgen; haast heeft dat echter nietdaar het ons niet zoo zeer te doen is haar tot onderwijzeres te vormen, dan wel haar in de gelegenheid te stellen, die kennis op te doen welke haar bij haren letterkundigen arbeid van veel nut zijn kan, en haar bewaren zal voor de moeielijkheden, waarmede zjj te kampen hebben, die niet in de gelegen heid zijn geweest, bij hun aangeboren talent ook de noodige wetenschappelijke ontwikkeling te verkrijgen. Ook zij heeft nu, zoo ik vertrouw, een wapen tegen het gevaar, van uit behoefte aan tijdverdrijf, de handelingen en woorden van andereu te bespreken, al zal het voor haar als schrijfster ook wel eens noodig zijn karakter- studie's te maken. Eu, wat nu mijn eigen dochtertje, Nella, aangaat, ik vertrouw, dat zij het voorbeeld van hare zusters wel zal volgen, is het niet zoo, meiske Nella knikte mama vriendelijk toe, en Lize zei lachende »Nel heeft in mijne afwezigheid zoo goed voor mijne bloemen gezorgd, dat zij wel botanie kon gaan studeeren; voor ziekenverpleegster zou ze wat dartel zijn." »En voor muziek is ze wat ongeduldig" zei Betsy, die juist het theegoed opgeruimd en wijn en gebakjes had klaargezet en nu in het voorbijgaan liefkozend over het donkere kopje van haar zusje streek. >Waar ze aanleg voor heeft," zei Agaath, »weet ik niet, dat zal mama wel uitvinden, evengoed als zij het bij ons heeft weten te ontdekken wat ik echter weet is, voorgrond is gesteld, dat de vereeniging in geen enkel opzicht zich wil plaatsen tegenover den »Jour nalistenkring" of de redacties der bladen. Wol wordt van de laatste gehoopt, dat zij aan billijke grieven het oor zullen willen leenen enom een voorbeeld te noemen eendrachtig zullen besluiten dat van vergade ringen op Zondag gehouden geen verslag geleverd be hoeft te worden. De lezers zonden daaronder niet te lijden hebben, want als zulk een besluit wordt genomen zullen de bijeenkomsten al spoedig op een anderen dag dan dien der rust worden uitgeschreven. Daarvoor ko men de woordvoerders veel te graag in de krant. Nog een enkel woord tot, n waarde lezers en leze ressenvoordat ik deze laatste correspondentie in het oude jaar slnit. Wellicht verkeert- gij in deze dagen in dezelfde gemoedsstemming als uw getrouwe briefschrijver en roept ook gij u het verleden weder voor den geest Waar aldus sombere herinneringen bij u worden opge wekt, wensch ik u toe, dat het nienwe jaar u ruimschoots lijdenst.roost zal schenken. En heeft de blijdschap in den doorleefden jaarkring bij u den boventoon gevoerd omocht gij datzelfde ook in December 1893 knnnen getuigen Nog verbergt een dichte gordijn hetgeen u te wachten staat in het volgende jaar; met eiken dag wordt daarvan een tipje opgelicht moge gij n tot dank baarheid gestemd gevoelen, als dit geheel is opgeheven Eerste Kamer. Pcraeq uafie-wet. Blijkens het afdeelings-verslag over het vaststellen van het bedrag der grondbelasting op de ongebouwde eigeu dommen verklaarde de meerderheid der leden, die met het beginsel der peraequatie-wet waren ingenomen, dat nu eenmaal daarmede was begonnen het wenschelijk was dat het ten einde word gebracht, zoodat zij zich dan ook niet tegen de aanneming van het wetsontwerp zouden verzetten. Tegen de wijze zelve, waarop de arbeid der herziening verricht waswerden verschillende be zwaren gemaaktdie zeer enkele zelfs er toe konden leiden tegen het ontwerp te stemmen. Het blijkt verder, dat nu eenmaal het cijfer der per centage op zes was gebrachtdoor do Kamer daarin berust zal worden. Omtrent de plannen des ministers ten aanzien van de plaats, door de grondbelasting voortaan in ons belasting stelsel in te nemen, had eene breede gedachtenwisseling plaats, maar de meeste leden wenschten de nadere voor stellen af te wachten, alvorens hun oordeel uit te spreken Voorts had eene zeer uiteenloopende gedachtenwisseling plaats over de gevolgen dezer wet voor de financiën der gemeenten en de maatregelenwelke in dit opzicht wenschelijk zijn. Met nadruk werd er in ééue afdeeling op aangedrongen, om zoo spoedig mogelijk er in te voorzien, dat do bui tenslands wonende eigenaren van onroerende goederen meer belast worden door de heffing bijv. van een com- penseerend recht. Men voorzag, dat uit de begunstiging in Nedorland van buitenslands wonende grondbezitters verschillende nadeelige gevolgen zouden voortvloeien welke zich in onze grensprovinciën in de eerste plaats zouden doen gevoelen. De commissie van rapporteurs moeut hare Instemming met dit denkbeeld te moeten betuigeu en wenscht ook van hare zijde de welwillende aandacht van den minister op deze aangelegenheid te vestigen. dat ik er nog nooit erg in gehad heb, dat wij drieën geen eigen dochters van mama zijn" »En ik hoor het nu voor het eerst, geloof ik," zei Nella. »Intusschen moet ik haar eens goed pakken voor haar mooie vertelling ik ben heel blij, dat ik die heb mogen hooren en zal wel zorgen, geen babbelkonsje te worden, maar mijn lief moedertje eer aan te doen." Mevrouw Voorhoeve beantwoordde de omhelzing van haar dochtertje met een hartelijken kus, en zei toen »Kom, vleistertje, ga nu je teekenportefeuille eens halen, dan zal ik onderwijl eens inschenken en kan Lize een gebakje presenteeren. Zoo, Gusta, bedien je eens, en zeg mij dan eens openhartig, of ge nn niet een weinig met mijn stelsel verzoend zijt." »Ik moet bekennen, mevrouw, dat ik uw verhaal met belangstelling heb gehoord en mij kan voorstellen, dat u er toegekomen zjjt, om de opvoeding van uwe dochters in die richting te sturen, ja, oprecht gesproken, zou ik ze haast kunnen benijden, en als ik niet al zóó oud was, zou ik er toe kunnen komen, mij ook nog op iets te gaan toeleggen, doch ik vrees, dat ik niet geschikt ben tot studie, en ik zou ook niet weten, waarvoor ik aan leg had, ik heb nooit een bijzondere voorliefde voor eonig vak gevoeld en geloof ook, dat het mij aan volharding zou ontbreken, om mij geregeld in te spannen." »0," zei mevrouw weer, »dat kan alle3 welwaar zijn, niet ieder is ook geschikt tot studeeren, nog veel minder om het in eenig vak tot een zekere hoogte te brengen, doch daarom is er toch voor u mogelijk wel iets te vin den om aangenaam en nuttig te zijn, er is in het leven zoo veel te doen en waar de w i 1 is, daar is ook een wegdaar praten we later nog eens over. Nu moogt ge, als ge er lust in hebt, Nella's teekeningen bezichtigen en dan krijgen wij als toegift van Betsy vast nog wel een stukje op de piano »Dat zal ik heel gaarne hooren, mevrouw," zei Augusta, terwijl ze meteende hand naar de teekenportefeuille uitstrekte. Weldra gleden Betsy's vlugge vingeren over de toetsen en juffrouw van Bergheimdie het, al bezat ze zelve ook geen groote talenten, toch geenszinsaan smaak ontbrak, genoot er evenzeer van als van de beschouwing der waar lijk bezienswaardige teekeningen van Nella. Ondertusschen was het laat geworden, bijna zonder dat men het had bemerkt. De thuiskomst van den heer Voorhoeve deed juffrouw van Bergheim opstaan met de betuiging, dat het voor haar hoog tijd word om te ver trekken. Lize echter stelde voor, eer men scheidde, nog een gemeenschappelijk lied te zingen en dit vond alge meen bijvalblijkbaar was het in dezen lieven huiselijken kring niets ongewoons. Gusta liet jzich dan overhalen, Den 17 des avonds is Jan Bruin to IIoogkar spel, die vóór het naar bed gaan zich op het over de de sloot bij zijne woning staande privaat wilde begeven, in de sloot geraakt en verdronken. Het lijk van den op den 18 te Leeuwarden over leden hoer P. J. Suringar, bekend kunstverzamelaar, zal naar Gotha vervoerd worden om te worden verbrand. Don 18 des avonds omstreeks elf uren ontving te Heesch (Noordbrabant) iemand onverwacht een slag op het hoofd, tengevolge waarvan hij een half uur later overleed De vermoedelijke dader is aangehouden. Het openb. ministerie bij de arr. rechtbank te 's-Gravenhage heeft den 19 zes jaren gevangenisstraf ge- ëischt tegen don handelaar in assurantiën, tevens schei kundige, die in Juni 1892 tot een bedrag van 434 op vervalschte postwissels ontving. In eene op den 19 gehouden vergadering der kies- vereeniging Vooruitgang te Rotterdam, ter bespreking van een candidaat voor lid der Tweede Kamer, in plaats van wijlen den heer Levyssohn Norman, zijn twee per sonen uitvoerig besproken, de heeren mr. J. A. van Gilse en A. Plato aldaar: den 23 zal de stemming plaats hebben. Den 20 stonden te Amsterdam bij het uitgaan der Beurs eenige groepjes sociaal-democraten die zich rustig hielden totdat omstreeks 23/4 uur de heer B. C. J. Blancke die voor den aanlegger der beweging tegon den heer P. van der Goes schijnt te worden gehouden, de Beurs verliet. Onmiddellijk drong men op hem aan en sukkelde met hem onder groot geschreeuw langs de huizen, om hem te beletten het gebouw der Groote Club te be reiken. De heer Blancke wist het echter zóó aan te leggen dat hij op de steentjes voor het Paleis terecht kwam, waar hij onder bescherming van de hoofdwacht was. Verder is hij vergezeld van een inspecteur van politie later per rijtuig naar huis gegaan. Op de 31/2 °/0 geldleening der provincie Noordbra bant, groot j 100.000, werd ingeschreven voor 825000, waarvan gegund werden 151 aandeelen van 500 tegen 100.51 en 49 aandeelen van 500 tegen 100.32. Van de 52 protesten, die bij den gemeenteraad van Slochteren ingekomen waren tegen de door burg. en weth. gestelde vragen bij de benoeming van een hoofd der school te Hollum, of de sollicitanten ook overhelden tot sociale of radicale neigingen, is volgens besluit van dien Raad geen notitie genomen. De jongeheer G. L. de R. uit Grebbe was onlangs door den kantonrechter te Wageningen bij verstek ver oordeeld tot 7 dagen hechtenis wegens het dragen van een verboden vuurwapen en van het schieten in de richting van ongeveer 20 personen, die op den Rijks straatweg liepen. Van dat vonnis werd in verzet geko men, doch opnieuw is hij tot dezelfde straf veroordeeld. Ds. W. J. Boelman te Venhuizen heeft bedankt voor de toezegging van beroep naar de gemeente Gie terveen. Tot onderwijzer aan de openb. school te Obdam is benoemd B. Bouwhuis te Losser. Ds. S. Oudkerk te Zalk heeft bedankt voor het beroep naar de geref. gemeente te Hoorn. Wijlen de heer C. Coolhaas heeft aan de diakonie der geref. kerk te Enkliuizen 100Ü vermaakt. Barsiugerliorn. Door den kerkeraad der doops gezinde gemeente Barsingerhorn c. a. is het volgende drietal opgemaaktwaaruit de leden der gemeente een nieuwen leeraar kunnen beroepen te weten de heeren J. Kooiman, Oudebiltzij 1P. A. Vis, Beemster en J. H. Siemelink Workum. nog eenige oogenblikken te toeven, en Betsy zette zich met de woordenzeker eerst moeders lievelingslied," opnienw voor de piano en speelde na een goed gekozen preludium de melodie van het schoone kerklied van onzen BöhringerRustloos werken vroeg en laat, Heiige wet van 't leven" enz. en waarvan de woorden vooral van het derde couplet zoo geheel in overeenstemming waren met hetgeen zooeven door mevrouw Voorhoeve tot Augusta gesproken was. Toen volgde, op verlangen van mijnheer, nog een ander lied en ten laatste stemde ook Gusta van heeler hart mede, in het bij ons alle bekende en om zijne schoone melodie zoo geliefde gezang Halleluja, Eeuwig dank en eere 1" als een waardig slot aan dezen zoo wel besteeden avond. Eer Gusta heenging, bedankte zij met tranen in de oogen mevrouw Voorhoeve en de meisjes voor het ge smaakte genoegen en beval zich in hare vriendschap, aan. Ook kon ze niet nalaten, tot den heer Voorhoeve, die haar om het late uur naar huis geleidde, te zeggen »Wat bezit u een groot geluk en wolk eene uitnemende moeder voor uwe meisjes hebt ge in uw tweede vrouw gevonden." Ja, juffrouw van Bergheim," was het antwoord, »dat zegt, ge wel. En wat de waarde van mijne Laura nog verhoogt is, dat zij bij dat alles zulk eene uitstekende huishoudster is en er wel voor zorgt, dat mijne dochters bij al hare studie dat- vak toch niet verwaarloozen. Ik houd natuurlijk liefst mijne meisjes zoo lang mogelijk om mij heen, en wij verlangen volstrekt niet, dat zij de wereld ingaan, terwijl er zoovelen anderen zijn die den strijd om het bestaan moeten strijden en die zeker niet ingenomen zouden zijn met de concurrentie van meisjes, voor wie dat niet bepaald noodig; is. Betsy's eenige leerlinge is op het oogenblik haar zusje en Agaath zal zich voorloopig althans ook niet tot het geven van onderwijs aanmelden, haar eigenlijk doel is dan ook iets anders. Maar toch verheug ik mij er in dat ze allen zonder onderscheid lust hebben in iets degelijks en de eer hunnen aanleg ontdekt te hebben komt uitsluitend aan mijne vrouw toe. Onze Lize zal waarschijnlijk wel de eorste zijn, die gebruik van haar diploma maakt, zij beeft er althans van gesproken, zich aan te melden bij het Witte Kruis." Nu, als zij er roeping toe gevoelt, zal ik haar niet tegenhouden." Ze waren nu aan de woning van juffrouw van Berg heim en namen afscheid maar de indruk van dezen ge- zelligen en leerrijken avond bleef Gusta nog lang bij, en gaf haar stof tol nadenken. Of z ij ook een weg vond om bezig en nuttig te zijn Lieve lezeressen, gij vraagt te veel. Ik gaf, wat de titel beloofde: het antwoord op de vraag: tffaarom!" En verder? Verder zoeke ieder voor zich zelve! Stoomdr. v. Herms. Coster Zoon Alkmaar.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1892 | | pagina 6