Een stoere Noorman.
Patenten.
1 8 9 3.
Vijf en Wegentigste Jaargang.
1893.
TWEEDE BLAD.
Zondag 1 Januari 1893.
Nationale Militie.
Hondenbelasting.
Plaatselijke directe belasting.
BEKËNIJVUEN
FEUILLETON.
Onbestelbare -Brieven,
i A'»c es u a.r v i x u.
wegens in 1892 aan de gemeente ALKMAAR
gedane leveringen worden ingewacht vóór
10 Januari 1893wat betreft de gasfabriek
en de gemeente-reiniging hy den Directeur
van dien tak van dienst en wat de overige
takken van dienst betreftter gemeente
secretarie of, wat de openbare werken be
treft, bij den gemeente-architect.
De PATENTEN, 2e kwartaal 1892|93, aan
gevraagd tnsscben Augustus en November
j.l., en eenige volj aarspatenten,
liggen ter afhaling gereed ter secretarie
der gemeente Alkmaar, gedurende alle werk
dagen van 9 tot 2 uren, van 2 tot en
met 14 Januari 1893.
ALKMAARSCHE COURANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
maken bekend, dat de i n s c h r ij v i n g voor de Natio
nale Militie van de geborenen van 1874 geschiedt, in
de maand Januari 1893, in een der vertrekken van het
Raadhni8 alhierdes avonds van 5 tot 7 nren op
Dinsdag en Vrijdag, tot 20 Jannari 1893 en verder aan
de gemeente-secretarie.
Voorts wordt verwezen naar de op heden aangeplakte
bekendmakingwaarin opgenomen zijn de bepalingen
waar de personen ingeschreven moeten worden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar., A. MACLAINE PONT.
29 December 1892. De Secretaris,
NUHOÜT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTEE en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen in herinnering, dat volgens de op 20 September
1882 vastgestelde verordening op de heffing eener belas
ting op de honden ieder eigenaar, bezitter of houder
van een of meer aan de belasting onderworpen honden
verplieht is, daarvan jaarlijks vóór 31 Jannari ten kan
tore van den gemeente-ontvanger aangifte te doen.
Die aangifte geschiedt door de inlevering van een
behoorlijk ingevuld en door den belastingschuldige on
derteekend biljet kosteloos aan genoemd kantoor ver
krijgbaar.
De betaling der belasting geschiedt dadelijk bij de
aangifte tegen kwitantie en afgifte van een penning
onverminderd hot recht, om, zoo de aangifte onjuist
bevonden wordtherziening te doen plaats hebben.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
31 December 1892. De Secretaris,
NUHOÜT van der VEEN.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis dat de beschrijving voor
de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, voor
bet dienstjaar 1893 op Maandag 2 Jannari 1893 aan
vangt, en noodigen de belastingschuldigen dringend uit, door
spoedige invulling der besehrijvingsbiljetten mede te werken tot
eenen tijdigen afloop der beschrijving.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. Maclaine Pont.
28 December 1892. De Secretaris,
Nü.hoüt van der Veen.
Een roman, naar het Engelsch, van Edna Lyall.
17) o
De volzin word niet voltooid. Hij viel zwaar voor
over of hij dood was of bewusteloos, wist zij niet.
Zij liep naar de denr en riep om hulp en de dienst
boden kwamen haastig de kamer binnen. Zij hielpen den
heer Ealck op de sofa leggen en Sigrid vond een soort troost
in de verzekering van hare oude kindermeid, dat het
niets was dan een aanval van beroerte en dat hij spoedig
weder zou bijkomen. De goede, oude ziel wist er niets
van eu was ook niet zoo hoopvol, als zij voorgaf, maar
hare woorden hielpen om Sigrid staande te houden
zij sloeg er geloof aan zonder na te denken, zooals men
in zware droefheid altijd luistert naar hetgeen zelfs maar
eene flauwe hoop geeft.
«Ik zal Olga naar den dokter zenden," zeide zij zacht.
»Ja en ook naar uwen oom," zeide do meid. «Hj is
de broeder van uwe moeder hij behoort hier te zijn."
«Misschien," zeide Sigrid aarzelend. Ja, Olga, ga naar
den hoer Grönvold en zeg hem dat vader zieic is ge
worden. Maar eerst naar den dokter zoo ganw als
gij kunt."
Toen volgde een akelige tijd van spanning en wachten.
De heer Ealck was volkomen bewustelooser kwamen
trekkingen op zijn bleek gelaat, zijne oogen bleven ge
sloten. het hoofd was ter zijde gekeerd. Sigrid nam zijne
koude handen in de hare en hield haar vinger op zijn
pols zij kon hem nog voelen maar hij was flauw en
gejaagd. Zoo wachtten zijtotdat de dokter kwam. Hij
was een ond vriend en Sigrid gevoelde zich bijna gerust,
toen zij hem alles had verteld, wat hij moest weten over
den aanval en zijne oorzaak.
«Gij moet dadelijk om uwen broeder zenden," zeide
hij. «Hij is zeker op het kantoor?"
«O, neen," zeide zij bevend. «Frithiof is in Engeland,
Wij znllen dadelijk telegrafeerendat hij t'hnis moet
komen."
verzonden in de le helft van December 1892
H. Smits Nieuwer-Amstel H. LeetersDen Haag
Van Schermer horn:
S. Tolsma
Briefkaarten
W. Koot Amsterdam M. Volkenz id.; C. W. Reijn
ders id.
Brieven;
Amerika: Jan Los Rapid City.
Daar staat het nieuwe jaartal 1893 waarmede
de sinds lang verschenen almanakken en de staatsbe
groting met de verschillende provinciale en gemeente-
begrootingen voor dat jaar ons trouwens reeds vrij ge
meenzaam hebben gemaakt. Wat hoeft het vorige jaar
ons gebracht of voorbereiddas vragen wij, en wat be
looft ons het nieuwe?
Menigeen denkt daarbij, al is het dan ook niet in de eerste
plaatsaan de Aziatische ziekte, die door het ongewone
van haren loop het onverwachte van haar verschijning
en het snelle treffen van hare slagen meer dan eeiiige
andere in staat schijnt de gemoederen der menschen met
schrik te vervallen. Zij is niet verdwenen roept men
ons toezij schuilt nog hier en daar let maar op de
gevallen, die,zich van tijd tot tijd voordoen en met
den volgenden zomer zal zij opnieuw verschijnen gelijk
vroeger steeds het geval was, geduchter dan in het eerste
jaar. Inderdaad is er alle aanleiding om dit te vreezen;
maar we zijn intusschen gewaarschuwd; de maatiegelen
om de ziekte te weren en to beteugelenzoo hier
te lande als elders zijn beproefd wat er on
voldoende en gebrekkig in was is aan het licht geko
men, de leemten van elke voorziening zijn ontdekt Met
die ondervinding kannen en moeten wij ons voordeel
doen. Wie dit jaar voor het ontoereikende van de be
staande wettelijke bepalingen en de gegeven voorschriften
een verontschuldiging kon vinder in het ontbreken der
ervaring en het onverwachte der bezoeking na zoovele
jaren van verschooning zal zich niet ten tweeden male
daarop kunnen beroepen. Wij zijn gewaarschuwd; thans
van de ondervinding niet tijdig gebruik te maken zon
plichtverzuim zijn.
Van oorlogen bleef Europa in het afgeloopen jaar vrij,
en ook voor het nieuwe jaar bestaat er gegronde hoop
dat de krijg niet zal uitbreken. Hebben de volken dan
in dit opzicht met een onbeklemd en dankbaar hart
het Kerstlied «vrede op aarde" kannen aanheffen
Wij weten, helaas beter. Wij weten dat er
slechts vrede isomdat de groote natiënvan wel
ker verhouding en gezindheid het uitbreken of het
uitblijven van den oorlog afhangtalle tot de tan
den gewapend, gereed, slagvaardig en waakzaam zijn.
Wij weten, dat bij haar schier ieder weerbaar man tot
«Arm kindzeide de onde dokter vriendelijk «als
hij in Engeland isbaat het niet. Hij kan niet bij tijds
terug zijn."
Zij bedekte haar gelaat met de handenna eerst over
stelpte haar de smart.
«O, is er dan geen hoop?" snikto zij. «Volstrekt geen
hoop
«Denk er aanhoeveel hem is bespaard," zeide de
dokter zacht. «Hij lijdt niet. Hij zal in het geheel niet
meer Ijjden."
Zoo was het. Terwijl velen kwamen en gingen, terwijl
de beer Grönvold, toen hij van het faillissement had ge
hoord de kamer op en neer ging en terwijl Sigrid °en
Swanhild hare treurige wacht hielden, lag de heer Falck,
stilzonder pijn zijn gelaat zoo kalmdat als niet
van tijd tot tijd oene trilling door het verlamde lichaam
was gegaan zij zouden hebben gedachtdat hij reeds
dood was.
De uren kropen voort. Eindelijk bespeurde do kleine
Swanhild die op den vloer was neergezonken met haar
hoofd in Sigrid s schoot, dat er eenige beweging kwam.
Zij zag op en zagdat de dokter zich over haren vader
boog.
«Het is voorbjj," zeide hij met gedempte stem, terwijl
hij oprees en naar de twee meisjes zag.
En Swanhild, die nooit iemand had zien sterven, maar
in hare boeken van doodsstrijd bad gelezenwas ver
wonderd.
«Het is zoo stil gegaan," zeide zij later tot hare zus
ter. «Ik wist niet, dat menschen zoo stierven ik geloof,
dat ik nooit meer bang zal zjjn voor sterven. Maar o
Sigrid en het kind barstte uit in hartstochtelijk weenen,
«nu moeten wij alleen leven geheel alleen
Sigrid's boezem zwoegde. Helaas weinig wist het arme
kind van de zorgen, die haar wachtten zooveel mogeljjk
moest zjj het er onbekend mede houden.
«Wjj drieën moeten elkander heel lief hebben, lieve
ling zeide zijSwanhild in hare armen drukkende.
«Wij moeten ons best doen om alles voor elkander te zijn."
Deze woorden deden haar denken aan Frithiof en met
een smarteljjk verlangen naar zjjne tegenwoordigheid
ging zij naar beneden om te zorgen, dat hem een bericht
den gewapenden dienstplicht is aangewezen en, waar dit
nog niet ten volle het geval mocht zjjn, voorstellen in
behandeling zjjn om daartoe te komen. Wij weten, dat
ook de kleinere volken, met het oog op de mogeljjkheid
van zulke ontzettende worstelingen, voor eigen veiligheid
bedacht, zich verplicht achton alle krachten in te spannen
om in dien storm staande te kunnen bljjven en niet
medegesleept of vertreden te worden. Wij weten, dat op
het einde van deze negentiende eeuw het beschaafde, ver
lichte, Christeljjk Europa zacht onder het looden gewicht
van den gewapenden vredezijn vrijheid ziet bekneld
door den dwang, dien het zich tot zijn veiligheid genood
zaakt acht zich zolven op te leggen, zjn welvaart ziet
kwjnen door de zware offers, die de ontzettende midde
len van aanval en de daaraan beantwoordende middelen
van verdediging eischen van elk volk dat die treurige
noodzakelijkheid erkent. Is het wonder dat zich hier en
elders hetz j onwil, hetzjj aarzeling openbaart om op dezen
weg voort te gaan Is het wonder dat zich stem
men verheffen, die de onmogeljjkheid betoogen om
dezen toestand to bestendigen die het geneesmid
del erger achten dan de kwaal; die het mogelijke
gevaar niet groot genoeg rekenen om zich uit te putten
ten einde het te voorkomen die het dwaasheid noemen
met het oog op een onzekere toekomst reeds het heden
ondrageljk te maken
Men w jst op de vele maatschappeljke behoeften waarin
moet worden voorzien. De Staatzegt men, moet alles
doen wat in zijn bereik is om het lot van den minder
bedeelde te verbeteren. Ons volksonderwijs moet inder
daad algemeen worden geen kind mag daarvan versto
ken bijven tot zjn 12de, 13de, 14de jaar ook de hoo-
gore ontwikkeling moet bereikbaar zjn, zoo niet voor
allen zonder onderscheid dan toch zeker voor allen die,
ofschoon zj niet in staat zjn om iets in de kosten te dra
gen, door hun aanleg en de vruchten van het tot dasver
genoten onderwijs de onmiskenbare geschiktheid toonen
om haar deelachtig te worden. Voor eene goede opleiding
tot het handwerk moet gezorgd worden. Aan voldoende
voeding en kleeding mag het schoolgaande kind geen ge
brek hebben. De werkman moet verzekerd worden te»en
het gemis van loon als de ouderdom hom afroept van
zijn werk of een ongeluk hem voor verderen arbeid on
geschikt maakt. Ook in tjden van ziekte mag hj niet
zonder inkomsten blijven. Voor betere woningen moet
gezorgd worden. Tot ontwikkeling van den landbouw
zijn vakscholen proefvelden wandelleeraars noodig.
Daarbj moet te zware belastingdruk worden vermeden
en verhooging der jaarwedden van onderwijzerslagere
ambtenaren en beambten mag niet uitblijven. Aldus
luiden de eischen, die zich van verschillende kanten doen
hoorenen die wij in herinnering brachten zijn niet de
eenige. Bij al die maatregelen zou de tusscheukomst en
bijdo meeste de geldelijke steun van den Staat onver-
mjdeljk zijn. Waar mag men vragen zal de Staat de
inkomsteu vinden om die wenschen te kunnen vervallen,
terwijl reeds de zorg voor de veiligheid des lands zoo
hooge eischen stelt
Maar al werden al die wenschen ingewilligd, ook dan
nog zouden wij niet bevredigd zjn, roepen anderen. De
grond mag niet langer in het bezit van particulieren
blijven, maar moet door den staat, de provincie of de
gemeente worden onteigend, om tegen uitkeering van een
matig deel van de opbrengst aau de landbouwers in vast
gebruik gegeven, of voor den aanbouw van woningen
beschikbaar gesteld te worden. Niet alleen de grond,
voegen weer anderen er bj, maar alle middelen van
voortbrengiog en verdeeling van goederen, alle fabrieken
en werkplaatsen, alle mijnen eu alle werktuigen moeten
werd gezonden. De heer Grönvold had nooit veel op ge
had met zijn schoonbroeder en dit had hem van zjn neef
en zijne nichtjes vervreemd. Maar hj was de eenige der
familie tot wien Sigrid zich kon wendenen zj wist
dat hj haars vaders executeur was en bij alle beschik
kingen moest worden geraadpleegd. Als zij en Frithiof
niet, juist een week geleden, hnn een-en-twintigsten ver
jaardag hadden gevierd, zon de heer Grönvold hun voogd
zjn geweest en het was natuurlijk, dat hj er aanspraak
op maakte, de eerste stem in den familieraad te hebben.
Zij vond hem in de zitkamer. Zj was nog bleek en
zenuwachtig. Zj wist maar al te goed datal zou hij
geen woord van af keuring over haren dooden vader zeggen,
hj in zju hart hem toch altijd zou veroordeelen en °dat
hj de schande voor de familie meer dan iemand anders
voelde. Zj weerhield hare tranen ging zitten en begon
bjna kalm met hem te spreken. Het gevoel van hare
jeugd en nulpeloosheid was verdwenen z j gevoelde
zich oud, onbegrijpelijk oud; hare stem klonk haar in de
ooren als de stem van iemand anders koud en hard.
Hoe moeten wij het Frithiof mededeelen, oom
zeide zj.
«Daar heb ik over gedacht," zeide de heer Grönvold;
«Hj kan onmogelijk bj tijds terng zijn voor de begra
fenis. Hot is nu dinsdag namiddaghij kan de weke-
lijksche stoomboot, die heden avond ten negen uur van
Huil vertrekt, niet meer halen. Wij moeten het hem
telegrafeeren arme jongen Het beste, wat hj na kan
doen, is in Engeland te blijven en te trachten, daar
iets te vinden want hier is voor hem in het geheel geen
vooruitzicht."
Sigrid ademde zwaar.
«Bedoelt gj, dat hj zelfs niet moet terugkomen
«Ja, ik geloof, dat in Engeland alleen nog kan3 voor
hem is," zeide de hem- Grönvold, misschien niet vermoe
dende, welk een slag hj zjn nichtje toebracht. «Hij be
zit niets meer in de wereld en hier zal zelfs de naam
Falck zoo in minachting zijn, dat hj nooit vooruit zal
komen. Ik zal gaarne voor u en Swanhild zorgen, totdat
hij een te huis voor u heeft; maar hj moet in Engeland
blijven, daar is niets aan te doen."
Wordt vervolgd.