Een stoere Noorman.
No. 24.
Vijf en ïffegentigste Jaargang.
1898.
Y RIJ D A G
24 FEBRUARI.
PARIJSCHE BRIEVEN.
FEUILLETON.
Buitenland.
ALKMAARSCHE COI RAM
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar O,80; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers f 0,06.
Prys der gewone Advertentie»
Per regel O,ld. Grooto letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer: 3.
VI.
Parijs, 19 Fobr. 1893.
Reeds hebben wij in een paar vorige brieven eenige
voorstellen besproken voor de aanstaande groote wereld
tentoonstelling in het jaar 1900 en willen thans zien
wat eenige andere heeren hebben bedacht. Slaan wij
eerst jden blik achterwaarts dan zien wij dat Parijs
reeds vier groote tentoonstellingen hield en wel in de
jaren 1855 1867 1878 en 1889. De eerste was ook
de kleinste en nam eeue plaatsruimte in van slechts 10
hectaren de tweede was slechts de helft grooterdus
slechts 15 hectaren in 1878 stijgt dat cijfer echter reeds
tot 50 en in 1889 tot 80. Thans komt de heer Berlier
met een plan, zeven maal grooter dan de laatste expositie.
ï.Deze heer is ingenieur en wenscht de tentoonstelling
te houden in het oosten van Parijs, in het Bois de Vin-
eennes hetwelk aan den Staat behoortzoodat de ter
reinen alvast niets zouden kosten, en met een groot deel
van het bosch verkrijgt de heer Berlier eene oppervlakte
van 560j hectarenhij wijst er op dat de ligging zeer
gunstig is uit een gezondheidsoogpuntdaar de groote
ruimte het geboomte en het omringende water het ge
vaar van besmettelijke ziekten tegengaan. Ook de mid-
delen|] van vervoer zouden zeer gemakkelijk zijn de
spoorlijn van jVincennes begint bij het station van het
Bastille-plein waarmede de ceintuurbaan en daardoor
alle>ndere lijnen in verbinding staan. De bootjes varen
totjOharenton en het ontbreekt voorzeker niet aan om
nibussen en tramlijnen. Minder aanlokkend lijkt ons het
plan (van een onderaardsch spoorwegnet onder het Bois
de Vincbnnes, dat valt hier niet bijzonder in den smaak,
de Parijzenaar ziet gaarne waar hij zich bevindten is
liefst boven den grond. Die onderaardsche banen zouden
uitkomen in het midden der tentoonstelling aan een groot
Centraalstationhetwelk den vorm zou krijgen van een
ronden hal van 110 el middellijn en eene hoogte
van 100 elen daar omheen eene 20 el breede
galerij, uitloopende op vier gebouwen, welke dienst doen
als in- en uitgang. Dit station zou gebouwd worden
van ijzer en versierd zijn met decoratieven in terra-cotta
en geëmailleerd aardewerk. De ligging midden in de
tentoonstelling ware voorzeker zeer praktisch, want zoo
doende wordt het bezoek aan die uitgestrekte terreinen
vergemakkelijkt. Verder bedenkt de heer Berlierdat
het voor vele tentoonstellers en evenzoo voor menig be
zoeker gewenscht zou zijn, dicht bij de expositie te kunnen
leven daar het heen en weer trekken naar Parijs voor
velen een groot bezwaar oplevert. Hij wil daarom ten
oosten der eigenlijke tentoonstelling eene tijdelijke stad
vormen bestaande uit hötels gebouwd en volgens de
typen der verschillende landen; het zou eene opeenvolging
worden van fraaie breede straten, avenues en boulevards,
en de benedenverdiepingen, aan de straat gelegen, konden
worden ingericht tot winkels, welke, verhuurd wordende
aan de leveranciers en exposanten zeiven aan deze
laatsten de gelegenheid zouden aanbieden, hunne goederen
Een roman naar het Engelsch van Edna Lyall
38) _o-
Haastig zag hij op en hij zag lady Romiaux niet
die Blanche, die in Noorwegen zijn hart had gewonnen,
want de lippen, die eens tegen de zijne waren gedrukt
geweest, hadden een harde, uitdagende uitdrukking en
de oogen, die hem hadden verlokt, bevestigden maar al
te duidelijk het verhaal, dat hij pas had gelezen. Hij
hoorde haar gemaakt lachenwaarin geen zweem van
vroolijkheid was te bespeuren en daarna was het hem,
alsof een donkere wolk op hem was neergedaald. Werk
tuigelijk ging hij verder en hij wist zelf niet, hoe hij in
den winkel was teruggekomen. gggg
«Goeden hemel 1 mijnheer Falck, gij liet er uit, alsof
gij ziek waart zeide de oudste bediende, toon hij hem
aanzag. «Het is maar goed, dat mijnheer Robert spoedig
terugkomt. Ik zou mij erg vergissen, als hij u niet onder
dokters handen stelde."
«Het komt van de vreeselijke warmte," zeide Frithiof
en om het gesprok niet behoeven voorttezetten ging hij
naar zijn lessenaar en begon te schrijven, ofschoon feder
woord hem pijnlijke inspanning kostte en als met geweld
uit hem werd geperst. Toen hot tijd was van thee drinken
ging hij de 'straat op, nauwelijks wetende wat hij deed
en altijd met het treurig veranderd gelaat vau Blanche
voor oogen. Toen hij terugkwam, ontdekte hijdat de
jongen, die den winkel schoon maakte, inkt had gemorst
op zijn bestelboek. Hij werd daardoor zoo driftig, dat hij
zijne zelfbeheersching geheel verloor, zoodat zij die er
getuigen van waren, zich over hem ongerust maakten.
Dit bracht hem tot bezinning, hij ergerde zich over zich-
op de plaats zelve te verkoopen. Deze verkoop was tot
heden in geene enkele der vorige tentoonstellingen ge
oorloofd.
Gaan wij thans na wat nog twee andere heeren be
dachten n.l. de heeren Itasse en Mariette.
De heer Itasse stelt Saint-Cloud voorook daar be
hooit het park aan den Staat de terreinen zijn berg
achtig en voor een groot deel beplant met bosschen de
rivier »la Seine loopt er langs en is als aangewezen
voor eene maritieme tentoonstelling. De fraaie waterval
van Saint-Cloud zoude s avonds een prachtige «cascade
lumineuss vormen. Spoortreinen bootjes en tramlijnen
zijn er in overvloedmeer dan op elk ander punt van
l arijs. Het plan van den heer Itasse komt ons zeer
artistiek voor,jjdoch nog niet bepaald duidelijk wij hooren
van eene wereldkaart van zestig meter diameter, zoodat
ieder bezoeker er zijn eigen land terugvindt van Parijs
boven en onder den grond, van een prachtig paleis, het
welk op den dag marmer gelijkt en 's avonds diamant
van prachtige vergezichten enz. enz.
De heer Mariette plaatst de tentoonstelling op eene
rechte lijn van 7 mijlen lengte in het noordwesten van
Parijs boven op de hoogte van Clignacourt bouwt hij
een toren van 250 el (dus een «pendant" van den
Eiffeltoren) en dan volgt hij den weg van Saint-Denis,
Clichy en Neuilly, en wenscht de tentoonstelling te ver
doelen in afzonderlijke groepen zoodat iedere tak van
nijverheid kan bestudeerd worden en alle landen in elke
groep samenkomen. Uit een artistiek oogpunt is dit plan
echter het minst fraaie van die welke wij tot heden
onder de oogen kregenen dus willen wij hiermede van
dit onderwerp afstappen, en komen allicht later terug
op het plan van de officieels commissie, welke Anteuil -
Bois de Boulogne aanbeveelt.
.1(Niet op hetj Champs de Mars zooals wij de vorige
maal bij vergissing schreven maar in het «Palais de 1'
Industrie" in de Champs Elysées wordt op het oogenblik
eene tentoonstelling gehouden van ethnographic (studie
en zedekundige beschrijving van verschillende natiën)
Daar kunnen wij kennis maken mot de «Mission" (zen
ding of reis) van kapitein Binger op de Góte d' Ivoire
en door Soudan, met Bondon kon Kong Djimini en
Diammalaen de photographiën bezichtigengenomen
door den heer Marcel Mounierdie lid was van deze
Mission. Verder zien wij daar de Mission Roullet Sé-
negal en de reis van kolonel Archinard enz. enz. Wij
willen daar een volgend maal heengaan en oven eenicre
wooiden wijden aan die moedige Afrika-reizigers Monteil
en Linger, aan wie beiden hier groote eer werd bewezen.
Zoo heeft de parijsche gemeenteraad hun eene herinne-
ringsmedaille aangeboden welke gegraveerd werd door
Chaplain en hierdoor toonde de gemeenteraad dat zij
in die koloniale vraagstukken belang stelt.
Het hoofddoel dier reizen was, dwars door Afrika een
weg te makenwelke de verschillende fransche koloniën
met elkander verbinden zou, en wanneer wij op de kaart
nagaan de reis, door commandant Monteil afgelegd, dan
zien wijdat de afstand groot is van Senegal over het
zelf en verzonk in een toestand van wezenlooze wanhoop.
Hij begreep zichzelf niet meer hij wist niet, wat hem
gebeurde en vroeg zich af, hoe zulk eene kleinigheid hem
tot onzinnige woede had kunnen verleiden. Hij zat met
zijne, pen in de hand, te ellendig en te ziek om te schrijven,
terwijl in wilde verwarring allerlei gedachten hem door
het hoofd gingen. Hij reed langs den Strangaden met
Blanche en sprak vroolijk over het genot van te bestaan;
hij roeide haar rond op het fjord en vertelde haar de
Frithiof sage hij redde haar op den berg en luisterde
naar de bekentenis harer liefde hij zat met haar in het
prieel bij den vlaggestok te Balholm en zij klemde zich
aan hem vast bij het afscheid, dat voor altijd was geweest.
«Ik kan het niet langer uithouden," zeide hij bij zich
zelf. «Ik heb gepoogd dit leven te dragen, maar vergeefs
vergeefs."
Do°h na een poos kwam eene gedachte bij hem op
die het martelend gevoel van mislukking en het verlangen
naar den dood verdreef, hij dacht aan het gelaat, dat
den vorigen dag zulk een grooten indruk op hem had
gemaakt en weder klonk hem het woord in de ooren
«Houd moed het ergste gaat voorbij."
"Wie was die man? Wat verschafte hem dien onge-
wonen invloed Hoe had hij zijn inzicht, zijn sympathie,
zijn geestkracht verworven Indien één man dat alles
zich had kunnen eigen maken, waarom zou een ander
het ook niet kunnen Zou het leven ook voor hem nog
niet eons iets kunnen bevatten, waarvoor het de moeite
waard was te leven De herinnering rees bij hem op aan
het laatste geuoeglijk oogenblik, dat hij had genoten
de herinnering aan het kind, dat gelukkig was geweest
met zijne bessen.
Eindelijk kwam de tijd om den winkel te sluiten. Met
moeite bereikte hij Vanxhallhij sloot zich op zijn onge-
ze lig kamertje op, trok de tatel aan het raam en begon te
werken aan do vertaling van den heer Sivertsen. Avond
aan avond had hij doorgewerkt met den stuggen moed
van de oude Vikings, zijne voorvaderen, gesteund door
denzelldeu fleren, strijdhaftigen aard, die hen tot den schrik
van het Noorden had gemaakt. Maar zijn kracht was
meer Tchad naar Tripolien dat verscheidene lange
dagmarschen noodig waren om te gaan van Saint Louis
naar den Nigervandaar naar Sikasso, de hoofdstad van
koning Tiébavan Sikasso naar Onaghadongon in de
Mossien van Say door den kortsten, maar tevens den
gevaarlijksten der drie bekende wegen naar het meer
Tchad. Die weg wordt gevaarlijk gemaakt door de benden
die de karavanen uitplunderen. Van Say trokken de
reizigers door verscheidene landen naar Sokotowaar
de Sultan hen zeer vriendelijk ontving, en van daar naar
Kanowelke stad twintig dagmarschen verder ligt en
waar vele kooplieden van Constatine Tunis en Tripoli
samenkomen. Monteil bleef zes weken te Kano en kon
door tusschenkomst van den sultan zijne reislvervolgen
hij had twee maanden noodig om|Kouka te bereiken
gelegen op den westeroever van 'het meer Tchaden
waar de Cheik hem zeer goed ontving en hem na een
verblijf van vier maanden een geleide medegaf om,(hem
tot Mourzank te vergezellen. Monteil volgde thansden
grooten weg welke de karavanen nemen die van het
Tripoliland naar het meer Tchad trekken, en welke reeds
bekend werd door de reizen van Rohls Barth en Nach-
tigal. Van Mourzank ging de tocht naar Tunis door
Tripoli en vervolgens stak Monteil naar Marseille over.
Overal op zijne reis heeft hij zich beijverdde landen
te plaatsen onder het protectoraat van Frankrijken
zoodoende op vredelievende wijze handelsbetrekkingen
voor zijn vaderland aangeknoopt en den weg geopend
van Tunis en Tripoli naar den Senegal. Een volgend
maal willen wij zien wat het Paleis de 1' Industrie ons
nieuws en merkwaardigs toont omtrent deze laatste reizen.
J. M. T.
DUITSCIIÏj A1VD. Er is eene telegrafische verbin
ding tot stand gekomen tnsschen Duitschland en Ka
meroen in Afrika. De voorzitter der afrikaansche
telegraaf-maatschappij zond den 21 aan minister Stephan
een begroetingstelegram.
Voor lid van den Rijksdag moet te Siegnitz herstemd
worden tusschen Junfer, vrijzinnig, met 9726 en Hertwig,
anti-semiet, met 5048 stemmen.
Rijksdag. Den 21 is het handelsverdrag met Egypte
na korte bespreking in eerste en tweede lezing aangenomen.
Den 22 is zonder beraadslaging het wetsontwerp be
treffende de invoering van den eenheidstijd bij derde
lezing aangenomen.
ENGELAND. De anti-Parnelliston hebben tot de
ieren in Amerika en Australië eene oproeping gericht
om geld te verzamelen voor een staatkundigen veldtocht,
die, met het oog op de houding der vijanden van ierschen
Home Rule dient te worden ondernomen en nog lang
en hevig zal zijn. De partij verklaart, dat zij zonder
bezwaar Gladstone's ontwerp voor Home Rule aanneemt
als een voor Ierland waardig eindbesluit voor de eeuwen
lang gebrachte offers.
eindelijk uitgeputzijne spieren trilden. Het was onmo
gelijk, nog langer te werken hij strompelde naar bed
met het verschrikkelijk bewustzijn, dat hij den strijd niet
kon volhouden, iets wat voor een man zoo zwaar valt
te dragen.
Neergedrukt door het verdoovend gevoel van zijne
eenzaamheid, verlamd door lichaamssmart, gemarteld door
do gedachte aan Blanche's schande, was er toeh nog iets,
dat hem oogenblikken van verademing schonk als een
kind spande hij zijne oogen in om de afbeelding van
Bergen te zien, die naast zijn bed hing.
Later, toen de schemering van den zomeravond was
overgegaan in den nacht en hij niet langer de haven en
de schepen kon onderscheiden, verborg hij zijn gelaat in
zijn kussen en snikte luide, zoo droevig wanhopend, dat
zijne moeder zelfs in het Paradijs er door moest hebben
geleden.
Roy Boniface kwam den volgendon dag uit Devons
hire terug. Hij had zijne vacantie eeu week moeten be
korten omdat een oom van den heer Horner was ziek
geworden. Daar er alle grond was om een legaat van
den ouden bloedverwant te verwachten, had de heer Horner
naar hem toe willen gaan om te zien of hij hem in
eenig opzicht van dienst kon zijn; en daar de winkel
nooit zonder een van de chefs werd gelaten moest de
arme Roydio het geheele geslacht der Horners verwensch-
te terugkomen en zoo goed hij kon do Augustus maand
in Londen in een ledig huis doorbrengen.
Evenals vele mannen van zaken verbrak hij de eento
nigheid van zijn dagelijksch werk met een of andere lief
hebberij. De zucht tot verzamelen was in Rowan Treehouse
altijd aangemoedigd geworden en op het oogenblik was
plantenkunde zijn liofhobberij. Misschien wijdde hij er
zelfs te veel tijd aan en Cecil zeide lachend, dat hij er
meer mede ophad, dan met alle mannen en vrouwen van
de geheele wereld. Hij was op den avond van zijn terug
komst genoegelijk bezig met zijne verzameling, toen James