Een stoere Noorman. Mo. 32. Vijf en Bïegentigste Jaargang- 1893. WOENSDA(i 15 MAART. Kiezerslijsten. Kiezerslijsten. Buitenland. FEUILLETON. ~T ALKMMRSCHE COURANT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- eu Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar/ 0,8©; franco door bet geheele rijk 1, De 3 nummers f ©,06. Prijs der gewone Advertentiën: Per regel D,lö. Groote letters naar plaatsruimte. Blieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer DRUKFOUTEN. Iu het artikel «Gladstone's voorstel tot bevrediging van Ierland", voorkomende in het nummer van Woens dag 8 Maart, staat in de 3o kolom regel 16 v. o. «naar de eenheid van Ierland." Men leze snaar de eischen van Ierland." In het artikelAltijd de hooge politiek", voorkomende in het nummer van Zondag 12 Maart, moet in de 2e kolom, regel 21, v. o. uit de zinsnede »in de landen die nog niet tot het rijk van den Sultan behooren" het woord «niet" vervallen. Munplctoire geiueenteA»egrootlng. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennisdat eene 2e suppletoire gemeente-begrootingdienst 1892door hen aan den Gemeenteraad aangeboden, gedurende 14_dagen ter inzage nedergelegd en tegen betaling der kosten in afschrift ver krijgbaar is. Burgemeester en Wethouders voornoemd f Alkmaar, A. Maclaine Pont. 14 Maart 1893. De Secretaris, Nuhodt van dbr Veen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat de lijsten der kiezers voor leden van de Tweede Kamer der Staten - Generaaldo Provinciale Staten en den Gemeenteraadop heden vastgesteld ten raadhuize aangeplakt en gedurende 14 dagen des morgens van 9 tot des namiddags 2 uren, op de secretarie dezer gemeente voor een ieder ter lezing nedergelegd zijn. Bezwaren tegen die lijsten kunnen gedurende dien tyd, onder overlegging der noodige bewijsstukken, op ongeze geld papier bij den Gemeenteraad worden ingediend. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. Maclaine Pont. 14 Maart 1893. Do Secretaris, Nuhout van der Veen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen naar aanleiding van het tweede lid van art. 35 der wet van 4 Juli 1850 (Staatsblad No. 37) bij deze ter algemeene kennisdat bij do herziening iler lijsten, aanwijzende de personen die bevoegd zijn tot het kiezen van leden voor de Tweede Kamer der Staten-Gen er aalde Provinciale Staten en den Gemeenteraad, de namen der volgende personen wegens het verliezen van een of meer der gevorderde vereischten of uithoofde van overlijden, daarop zijn geschraptals A. Wegens het verliezen van een of meer der gevorderde vereischten Evert van Amerongen Otte AndriesmaWalra ven Graaf van den BergLeendert van den Berk Jan Eldert BestSytske Eelkes BeijlRein Bezaan, Mr. Arent Jan Blom, Franciscus Wilhelmus Adrianus Brom, Jacob Bruiu Cornelis Brugman Pz., Joseph Guillaume BurggraafIzaak ContantPetrus Her- manus van DaalhoffAbraham DeenBarnardus Vis Diepering Gerrit Doets Simon Druiven, Pieter Dijksen Jacob EdelJan Glorie Cornelis Gootjes, Cornelis Ferdinand Gottmer, Aegidius Griffijn, Wil lem de Haart, Hendricus Jacobus HabichCornells Hendricus Hars veld Jan van Heerdon Johannes Hermanus Anna Marius Heinsius Hendricus Heme- sath. Albertus Hennoke Maitinus Jemmink, Dirk Kager, Matthijs van Kleeff Cornelis KloetPetrus Knuist Jan Karei Petrus Kraan Jan Gijsbertus Lugten Simon Nieuweboer, Jan Nierop, Fredenk Plaatsman, Pieter Portegijs Arnold Hendrik Frede- rik PostTeeke ReeAdrianus Johannes Robbers Klaas Ruijter Tennis Schekkerman Hugo Schut Johan Herman Schuurman Mr. Focko Wichors ter Spill, Dirk TerhaakLambert Top, Simon Vador, Cornelis Velzeboer, Jan Hendrik Vinkenburg, Jacob Visser, Leendert Barend van der WaalSebastiaau Alexander Wagenaar, Andries Wallaart, Johan Mar tin van Walsem Johannes Augustinus Winterstein, Gerrit WitHendricus WitSimon Wit, Adrianus Wolzak Gerrit WolzakJan Wonder Pz., Jacobus van 't Woud Dirk IJpelaan Petrus Zeegers Jan Hendrik Zimmer, Maarten Zwakman en Hendrik Zwerver. li. Wegens overlijden Dirk Bakker Petrus Nicolaas BontArnoldus Hubertus Driesen Jan Droog, Hendricus Hermanus Eenhorst, Abraham Joachim ElteDirk van dei- Ent Dirk de Vries Gertenaar, Petrus Gerardus GraafDirk Hoekmeijer, Tado Hulst Gerrit Kerk hoven Dz., Johannes Keuris Mr. Matthijs Anthonij Kluppel Willem Klijn Pieter Koopman Petrus Bernardus Kraakman Dr. Jacobus Kraakman Ja cobus Kramer, Jan Latensteiu van VoorstJo36ph Izaak ManheimKlaas van der Meer, Arend Mei boom Hendrik MetmanHendrik Herman Momma, Jacob Olij, Hendrik Over Sr., Franciscus Padberg, Anthonij PieterseCornelis Johannes Reiziger Sr., Pieter TjallewalDirk Veth, Coenraad de Visser, Jan Vogelezang Albertus Johannes Walraven, Klaas Zeegers. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar A. MACLAINE PONT. 14 Maart 1893. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. FRAÜKRIJH. Te Montpellier is de woning des burgemeesters door studenten bestormd, omdat hun de vergunning tot het houden van een optocht geweigerd was. Brisson nam ontslag als voorzitter der enquête commissie maar de commissie besloot, dit niet te ver- leenen. Verder werd besloten de ministers Ribot en Bourgeois uit te noodigen, in eene zitting der commissie inlichtingen te géven over de maatregelen, genomen om Arton aaa te houden over de uitlevering van Herz en over de verzegelde stukken. Den 9 werd in het Panama-geding het verhoor van De Lesseps voortgezet. In antwoord op eensy vraag van den advocaat der civiele partij, verklaarde hij, dat eene som van 2 millioen, aan Reinach en Obernhöffer ter hand gesteld de belooning was voor denkbeeldenaan de Maatschappij aan dê hand gedaan. De voorzitter ondervroeg Fontane, die zijne betrekking tot Blondin verhaalde. Deze verklaarde, dat de door hem ontvangen gelden voor kosten van openbaarheid strekten. Fontane verklaarde nog, dat do naamlooze bons strekten om roovers te betalen, die tusschen het struik gewas op den loer lagen. Hij noemde alle verklaringen door den oud-minister Baïhaut afgelegdeen weefsel van leugens. Baïhaut echter hield de waarhoid zijner verklaringen staande. Sans Leroy kwam in verzet te^en zijne inhechtenisneming en trachtte de door hém uitgebrachte stem, waardoor eene meerderheid verkregen werd te rechtvaardigen. Hij ontkende m de commissie tot onderzoek van 't leening-ontwerp van ge dachten veranderd te zijn en voegde daarbij te zullen ophelderen waar de fr. 100.000 vandaan zijn gekomen, die hij belegd had. Dat geld was afkomstig van den bruidschat zijner vrouw, welke fr. 200.000 beliep. Hp zou de desbetreffende notariëele akte overleggen. Hij had dit niet vroeger te kennen gegeven om te voorkomen dat hij buiten vervolging werd gesteld want hij gaf er de voorkeur aan vrijgesproken te worden. Hij was overtuigd, dat Arton zich beroemde op veel meer dan deze werke lijk gedaan had. Naar zijne meening was de lijst van Stephan onder voorzegging van De Reinach geschreven om Herz rekenschap te geven van de besteode gelden van twijfelachtige of van in het geheel geen waarde. Béral verklaarde, dat zijn ehèque van fr. 40.000 strekte tot betaling van honorarium. Zijn advocaat legde bij het Hof de bewijzen over. Dugué de la Fauconnerie deelde mede dat zijn ehèque van fr. 25.000 zijn aandeel ver tegenwoordigde iu de winsten van het syndikaat. °Gobron en Antonin Proust verklaarden geld ontvangen te hebben voor bewezen diensten. De Lesseps gewaagde met lof van de rechtschapenheid van Proust. Den 10 begon in de Panamazaak het getuigenverhoor van den deskundige Florij. Deze zeide dat de werken 558 millioen francs verslonden. Alle uitgaven waren overdreven. De kosten, voor openbaarmaking bestemd, ten bedrage van 105 millioen francs, dienden waarschijnlijk, om zich van medewerking te verzekeren. Het tegenwoor dige actief bedroeg 200 millioen. De Lesseps kwam dien dag herhaaldelijk tegen verschillende afgelegde verklarin gen op. Bij de ondervraging van Stephan over de lijst der gecompromitteerdenzeide dezedat wijlen baron Reinach hem de lijst voorlas, in een omslag sloot en be val die aan Clémenceau te brengen. Hij had haar aan een huisknecht van Clémenceau afgegeven. Clómenceau ontkende haar ontvangen te hebben. Getuige Dechamps bekende, dat hij sedert de vlucht van Arton in betrek king had gestaan tot Andrieux. n ihw "raaaneei Een roman, naar het Engelsch, van Edna Lyall. 46) o Weer hoorde hij het getrippel van kleine voetjes en daarop Cecil's heldere, zachte stem«Welke geschiedenis hebt gij het liefst «Lees van de drie mannen in den oven en de too ver godin, die bij hen kwam," zeide Lance dadelijk. »Het was geene toovergodin, Lance." «O, ik meen een engel", zeide hij, zich verbeterend. Zij' las hem de geschiedenis voor van koning Nebu- cadnezer, het gouden beeld en de drie mannen, die het niet wilden aanbidden. «Gij ziet", zeide zij tot bosluit, «zij waren brave man nen zij wilden niet doen, wat zij wisten dat zonde was. Zoo moet gij ook worden." Er volgde eene stilte, die door Lance werd afgebroken. «Ik zal alleen in bout spijkers slaan," zeide hij ern stig. Wat bedoelt gij vroeg Cecil, die den samenhang niet goed begreep. »Niet in tafels en stoelen," zeide Lance, die blijkbaar had gezondigd op dit punt en met vermakelijken eenvoud de geschiedenis op zich zeiven toepaste. »Dat is braaf," zeide Cecil. «God zal over u tevreden zijn." »God ziet ons, maar wij kunnen Hem niet zien," zeide Lance op kinderlijken toon, in volle vertrouwen de waar heid uitsprekende, die menig man wenscht te kunnen gelooven. Een oogenblik later kwam hij den tuin inspringen, in zijne korte krullen speelde het zomerkoeltje, zijne wangen gloeiden, zijne bruine oogen straalden van geluk. Hij ziet er uit als een verpersoonlijking van onbe zorgdheid," dacht Frithiof. En toen herinnerde hij zich, wat Roy hem van zijn vader en moeder had verteld en hij dacht er over, hoe veel verdriet het arme kind wachttehij voelde den zelfden vurigen wensch, dien Cecil had gevoeld, dat zijne opvoeding hem in staat zou stellen de booze neigingen, die hij misschien had geërfd, te overwinnen. «Indien iets hem kan redden, is het het leven in zulk een huis als dit," dacht hij. Cecil kwam naar buiten onder de warandehij voegde zich bij haar, en samen wandelden zij langs een der be schaduwde paden van den tuin. »Ik heb uw leerling zooeven beluisterd," zeide hij jen beiden lachten zij over de eigenaardige opmerkingen van het kind. Dat was zeer goed, dat hij van de geschie denis practisch partij trok voor zichzelf. Hij is waarlijk gelukkig, dat hij u tot onderwijzeres heeft. Ik zou het wel willen weten hoe het komtdat een kind de ou- begrijpelijkste dingen in den hemel en op aarde zoo ge makkelijk aanneemt." »Ik denk dat het isomdat hij weetdat hij ze niet geheel kan begrijpen en bereid is op goed vertrouwen te gelooven zeide Cecil. «Indien iets hem op den goeden weg kan houden, als hij groot iszal het zijn wat gij hem hebt geleerd zeide Frithiof. Gij verwondert u dat ik dat erken. Een jaar geleden had ik het niet kunnen zeggen, maar ik begin to gelooven dat er eene sterke tegenhoudende kracht is in het oude geloof. Het moeielijke is, belang stelling te gevoelen in dat soort van dingen."^ «Gij spreekt, alsof het een wetenschap was," zeide Cecil. Dat is juist, wat het mij toeschijnt; evenals de een geboren wordt met eene neiging tot botanieeen ander tot sterrekunde zich voelt aangetrokken en een derde geheel geen aanleg heeft voor een wetenschap, maar van jagen en visschen houdtzoo is het, dunkt mij ook met den godsdienst. Gij allen hebt misschien de geschiktheid geërfd van uwe puriteinsche voorvaderen, maar ik heb de tegenovergestelde neiging geërfd van mijne voorva deren, de Vikings. Evenals zij heb ik mijn vriend lief en haat ik mijn vijand en ik leef, zooals mij het best bevalt. Ik lees niet veel en ik stel volstrekt geen be lang in die godsdienstige dingen." Wij spreken van verschillende zaken," zeide Cecil. Gij spreekt alleen van het geraamte van den godsdienst. Het zal wel waar zijn, dat velen worden geboren zon der smaak voor theologie, voor preeken of voor kerke lijke geschiedenis. En wij zijn zeker niet verplicht ons geweld aan te doen om er belang in te stellen." «Maar als dat alles geen godsdienst is, wat is het dan Gij zijt niet als juffrouw Charlotte, die frasen ge bruikt, zoDder zich rekenschap te geven van hare betee- kenis. Wat verstaat gij onder godsdienst «Ik versta er onder, God te kennen en lief te hebben, zeide zij, na een oogenblik te hebben nagedacht. Zij sprak zeer eenvoudig en volstrekt niet op een katechiseerenden toon. In God geloofd heb ik altijd in zekeren zin, zeide Frithiof langzaam, „maar hoe kunt gb Hem leeren kennen «Ik geloof ongeveer zooals de menschen elkander lee ren kennen," zeide Cecil. „Neef James Horner, bij voor beeld, ziet mijn vader iederen dag; hij heeft dikwijls met hem in hetzelfde huis gewoond en in zekeren zin, hem gekend zoolang hij leeftmaar eigenlijk kent hij hem in het geheel niet. Hij geeft zich nooit de moeite, iemand te leeren kennen. Hij ziet het uitwendige van mijn vader dat is alles. Zij hebben nauwelijks iets gemeen." »De heer Horner is zoo ingenomen met zich zelf en met zijne eigene meeningendat hij een man als uw vader nooit naar waarde kan schatten." Toen bespeurende dat zijn eigen mond hem veroordeelde, zweeg hij. «Wat is uw middel om iemand te leeren kennen?" zeide hij daarop met een glimlach. «Vooreerst," zeide zij ernstig, «het verlangen hem te kennen en de bereidwilligheid, gekend te worden. Dan, geloof ik, moet men zooveel mogelijk zich zelf vergeten en trachten de gevoelens de woorden de handelingen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1893 | | pagina 1