Bin n en land,
De afgevaardigde de Salis antwoordde op eene vraag
van den advocaatden ond-ministor Yves Guyot, te heb
ben hooren verzekeren dat hij den minister Constans in
eene zitting van den ministerraad had hooren zeggen
dat hij in zijne portefeuille eene lijst van meer dan 100
personen hadbij de Panama-zaak gecompromitteerd, De
gewezen afgevaardigde Ohantaguel verklaarde dat hem
aanbiedingen van geld gedaan waren doch dat hij deze
afgewezen had. Het verhoor van Ploquetdie ontkende
de juistheid van de door den heer de Lesseps afgelegde
verklaringengaf aanleiding tot oorverdoovend geweld
zoodat de voorzitter dreigde de zaal te doen ontruimen.
Hij erkende Arton 2 of 3 keeren te hebben gesproken.
Den 11 werd de heer Andrieux, te midden van leven
dige nieuwsgierigheid, gehoord. Herz had hem verhaald,
zeide hij, dat De Reinach stukken aan de (antisemietisohe)
Libre Parole had medegedeeld, om tegen hem begonnen
aanvallen te doen staken. Herz had hem ook te Londen
de lijst der ehèques gegeven, welke hij (Andrieux) aan
de commissie van onderzoek overgelegd had en welke Herz
verzekerde van De Reinach te hebben ontvangen. Hij
erkende, de stukken van Arton met staatkundige bedoe
lingen te hebben gezocht.
In antwoord op eene vraag van den advocaat Lagasse
zeide hij, dat De Reinach hem weinig vertrouwen inboe
zemde en tot alles in staat was. De door Stephan ge
schreven lijst van 104 namen achtte hij niettemin zeer
vertrouwenswaard, omdat die niet voor openbaarmaking
bestemd was' en alle daarop voorkomende personen vrien
den waren van De Reinach.
Een der gezworenen vroeg, wat de letter F. op Flo
quet's chèque van 300.000 frs. beteekende en of deze
som op de boeken der Panama-Maatschappij voorkwam
De Leseps antwoordde, dat deze lettor stond voor Faire,
d. w. z., dat voor openbaarmaking tot dat bedrag toe
kon worden uitgekeerd. Zijn advocaat zou de boeken in
verband met die chèque nazien.
De heer Roux gaf rekenschap van zijn bezoek bij den
minister De Freycinet met den heer Clémenceau, hetwelk
uitsluitend ten doel had, een voor de republiek in dien
tijd van Boulangisme nadeelig proces te verhinderen.
De afgevaardigde Bory herhaalde, dat men hem had
pogen om te koopen. De Lesseps kwam hiertegen op
doch getuige voegde er bijdat hij verscheidene zijner
ambtgenooten over de zaak gesproken had.
Den 11 deelde mevrouw H. Cottu, als getuige k de
charge optredende mede, dat zij door den heer Goliard
namens den beer Soiuoury, het hoofd van den openbaren
veiligheidsdienst bij het ministerie van binnenl. zaken,
in zijn bureau op het ministerie ontboden was, al waar
hjj getracht had haar te bewegenalle voor afgevaar
digden der rechterzijde compromitteerende stukken aan
de regeering uit te leveren, tegen belofte van onmiddellijke
vj ij stelling van haren echtgenoot. De wijze, waarop zij
de bijzonderheden van het voorgevallene mededeelde, gaf
aanleiding aan den advocaat-generaal om te eischen, dat
de heeren Soinoury, Goliard en Guillot gehoord zouden
worden, welke heeren daarna per telefoon ontboden wer
den. De secretaris van baron Cottu, Bertrand, bevestigde
in allo opzichten de verklaringen van mevrouw Cottu.
Bij het verhoor van genoemde heeren behaalde mevrouw
Cottu in alle opzichten eene overwinning. Hare verkla
ringen maakten op de menigte een diepen indruk en ga
ven verder aanleiding tot het vragen van ontslag
door den minister van justitie Bourgeois, daarvoor als
De heer Yves Guyot liet weten, dat hij niet
kon komen getuigen omtrent het in den ministerraad
voorgevallene. De president gelastte hem echter te verschij
nen. De advocaat-generaal was van gevoelen, dat er perken
moesten gesteld worden aan het hooren van getuigen.
De heer Bourgeoisvoor het Hof verschenen ,°merkte
op, dat men het had doen voorkomen als ware hij als
minister van justitie bereid geweest om zekere diensten
aan te nemen of zekere beslissingen te beloven. Nooit
had hij echter iemand gemachtigd om in zijn naam
stappen te doen en met verontwaardiging kwam hij daar
tegen op. Alleen had hij mevr. Cottu toegestaan wat
vrijer met haren echtgenoot in aanraking te komen.
Goliard, de agent die tot tusschenpersoon diende voor
het onderhoud van mevr. Cottu met den chef der afdee
iing Algemeene Veiligheid, zeide, dat hij geheel zelfstan
dig gehandeld had, zonder iemands bevelen.
Kamer. Den 11 antwoordde de minister-president
op de vraag van den heer Lamarzelle, wat geworden
was van de door Herz aan eenige regeeringspersonen
gezonden telegrammen, dat volgens de bestaande bepa
lingen de afschriften slechts gedurende zes maanden be
waard bleven en dan vernietigd werden. Hij had gelast
in de bureaux van de afdeeiing algemeene vrijheid te
onderzoeken, of de aan die afdeeiing gezonden afschriften
Mochten zij te vinden zijn, dan
de Kamer en de justitie medege-
aan
nog te vinden waren,
zouden de stukken
deeld worden.
Na eene onstuimige zitting is den 13 de volgende
motie, waarmede de regeering zich vereenigd had in
stemming gebracht «De Kamer van oordeel dat der
«justitie alle vrijheid moet worden gelaten tot vervulling
«harer taak, ten einde alle licht te ontsteken de ver
sklaringen der regeering goedkeurende, gaat over tot
«de orde van den dag." Het eerste lid dezer motie werd
aangenomen door het opsteken der handen het tweede
gedeelte met 297 tegen 228 stemmen.
BITITSCMLAND. Den 11 is des namiddags te 2
uren te Dresden het internationaal gezondheidscongres
in het gebouw van het ministerie van buitenl. zaken ge
opend. De minister van staat, Metsch wees op het groote
gewicht dezer bijeenkomst. De pruisische gezant, graaf
von Doenhoff, werd tot voorzitter gekozen. De zittingen
vangen den 14 a,an.
I£ijksdag0 Bij de behandeling der legerbegrooting
op den 11 verklaarde de minister van oorlog van Kal-
tenborn-Stachauin antwoord op eene vraag van den
nationaal-liberaal Marquardsen dat de geweren uit de
fabriek van Löwe zoo goed bruikbaar voor den oorlog
en^ zoo voortreffelijk waren als eenig ander wapen der
duitsche infanterie. Men kon met volle vertrouwen de
toekomst te gemoet zien. De bewering van Ahlwardt, dat
60,000 uit Solingen aan de firma Löwe geleverde geweer-
loopen reeds vroeger door Italië als onbruikbaar waren
geweigerd, is van allen grond ontbloot. Uit Solingen
zijn geene geweerloopen ontboden de aan Löwe gele
verde staven waren afkomstig van de Rijkswerkplaatsen
te Spandan.
Richter wees er op, dat Ahlwardt afwezig was en
onwaarheid had gesproken.
reden opgevendedat hij iedere verdenking van eene
eerlooze daad wilde wegnemen en dat hij dus geheel vrij
moest zijn, om de noodige bewijzen te kunnen verzamelen.
In eenen den 12 gehouden ministerraad hebben de mi
nisters pogingen aangewend om hem op zijn besluit te
doen terugkomen. Ook kwam ter sprake het ontslag
van den heer Soinoury.
Bij het voortgezette verhoor op den 13 verlangde een
advocaatdat de afgetreden minister Bourgeois dadelijk
zon worden gehoord. (Beweging.) De president gaf daar
toe bevel.
De afgevaardigden Mège en Caffarelli bevestigen, dat
volgens verklaring van den oud-minister Yves Guyot de
heer Constans een lijst der gecompromitteerde afgevaar
digden aan President Carnot had ter hand gesteld.
De advocaat Lagasse verlangt, dat de heer Constans
gehoord worde.
van dengene, die men wil kennen, in het licht van zijn
geheele leven, of van zooveel als men kan te weten ko
men en niet alleen uit het tegenwoordige, te begrijpen.
En dan moet men ookhiervan ben ik overtuigd met
elkander alleen zijn, want anders kan men over ernstige
zaken niet vrij spreken."
Hij zweeg en poogde hare woorden toe te passen op
zijne behoefte.
«Dus gelooft gij niet, als sommigen, dat als wij maar
eerst ons ernstig iets voornemen, al het overige gemakke
lijk is en wij het zonder inspanning kunnen verkrijgen
«Neen," zeide zij«dat geloof ik niet. Als wij niet zoo
traag waren, geloof ik, dat wij allon God beter zouden
kennen. Maar het schijnt moeielijk te zijn zich daarvoor
evenveel moeite te geven, als voor iets anders."
«Het kan toch zeker niet moeielijk zijn voor n; het
schijnt altijd voor vrouwen gemakkelijk te zijn, maar voor
ons, mannen, is het dat niet?"
«Weet gij dat zeker?" vroeg zij bedaard.
«Ik heb het mij altijd verbeeld," hernam hij. «Alleen
de gedachtezich alleen op te sluiten om te bidden
het is zoo iets onnatuurlijks voor een man."
«Ik veronderstel, dat het des te noodiger is, omdat
het zoo moeilijk valt," zeide Cecil. «Maar onze Heer bad
niet altijd op bergenhij leefde bedaard als een gewoon
mensch en hij moet het even druk hebben gehad als gij."
Hare woorden troffen hem; alles, wat betrekking had
op het christendomwas voor hem zonder leven onwe
zenlijk, niets dan een vorm geweest iets dat geheel
buiten het dagelijkscho leven lag van een man in de ne
gentiende eeuw. Zij had hem gezegd, dat voor haar de
godsdienst was «weten'' en «liefhebben" en hij bespeurde
nu, dat zij met «liefhebben" bedoelde het handelend leven
van den christen, het voortdurend streven, den wil van God
te doen. Zij had het niet uitdrukkelijk in zoovele woorden
gezegd, maar hij wist beter, dan indien zij het had uit
gesproken, dat dit hare bedoeling was.
Wordt vervolgd.
ENGELANU. De markies van Salisbury, de heer
Balfour en de heer Randolph Churchill ontvingen den 10
des namiddags ten huize van eerstgenoemde te Londen
eene groote deputatie uit Ierland, waarvan de leden als
vertegenwoordigers van de handelsbelangen des lands
mogen aangemerkt worden. Behalve uit voorname koop
lieden en fabrikanten, bestond zij uit den gouverneur en
twee directeuren der Bank van Ierland, uit directeuren
van iersche Spoorweg-Maatschappijen en leden der kamers
van koophandel. Het hoofd der deputatie las een adres
voor, waarin betoogd werd, dat de Home Rule-wet de
thans wassende voorspoed van Ierland zou tegenhouden.
De directeur der iersche «Great Northern" Spoorweg-
Maatschappij voegde daaraan toedat de waarde der
spoorwegaandeelen gedurende de laatste weken een half
millioen ponden sterling gedaald was.
Salisbury gaf zijne hartgrondige ingenomenheid met
de deputatie te kennen en raadde haar aan, niet ont
moedigd te zijn, daar zich gelukkig voorteekenen ver
toonden, dat de openbare meening in Engeland al luider
en luider zich tegen Rome Rule zal verzetten.
De heer Balfour verklaarde in zijn antwoorddat
Home Rule den ondergang van Ierland beteekende.
Gladstone's ongesteldheid is een begin van influënza.
Lagerhuis. Gladstone stelde den 10 voor, den 11
eene zitting te houden. Balfour verklaarde zich daar
tegen, als ongebruikelijk. De heer Harcourt, kanselier
der schatkist, zeide, dat het houden dier zitting volstrekt
noodzakelijk was wegens de kunstmatige belemmering
van de zijde der oppositie. Hanbury stelde als amende^
ment voor, dat voor die zitting het reglement van Woens
dag zou gelden. Dit door Gladstone bestreden amende
ment werd verworpen met 252 tegen 231 stemmen.
Daarna werd Gladstone's voorstel tot het houden eener
zitting op den 11 aangenomen met 256 tegen 229 stemmen.
In die zitting verklaarde minister Gladstone op eene
vraag van den heer Morton, dat de egyptische regeering
zich sterk verzette tegen een voorstel om aan Arabi°
pacha toe te staan naar Egypte terug te keeren. Zij
beschouwde het terugkeeren van het voormalige hoofd
der opstandelingen als een gevaar voor de veiligheid des
lands en daarom had de engelsche regeering gemeend
daarop niet langer te moeten aandringen. Verschillende
leden der oppositie vielen de regeering heftig aan haar
beschuldigende van verwaarloozing der belangen van het
Rijk om zich alleen n:et Ierland bezig te houden.
Den 11 deelde de minister van oorlog mede, dat
nog geen besluit genomen was over het al of niet zenden
van een bataljon der garde naar Egypte. Minister
Mundella verklaarde, dat de regeering het aan de leden
overliet de verwerping te vragen van het wetsvoorstel
tot aanleg van den kanaaltunnel en deelde verder mede,
dat zij nog geen officiëel bericht ontvangon had van de
Vereenigde Staten betreffende de inlijving van Hawaï,
maar dat waarschijnlijk het voorstel tot inlijving uit het
congres terug genomen zou worden.
Den 11 deelde de heer Harcourt, bij afwezigheid van
Gladstone, die ongesteld was, mede, dat wegens de ver
traging in de behandeling der suppletoire kredieten, de
regeering, zeer tegen haren zin, besloten had, de tweede
lezing van hot Home Rule ontwerp uit te stellen tot na
de Paaschvacantie.
Hij zeide verder dat het niet in de bedoeling der
regeering ligt, de verwerping te vragen van het voorstel
betreffende den kanaaltunnel.
De onder-secretaris voor buitenlandsche zaken, deelde
het volgende mede De regeering ontving in Februari
1892 bericht, dat de spoorweg in Opper-Egypte in aan
leg was tot aan Girgeh en over bijna één jaar zou gereed
zijn. Ten opzichte van de verdere uitbreiding der lijn
is nog niets bepaald.
Door T. W. Russell werd voorgesteld het supple
toire krediet voor tijdelijke commissies met 2170 pd. st.
te verminderen. Het doel van dit voorstel was op te
komen tegen het gebrek aan onpartijdigheid in desamen-
stelling en in het rapport van de commissie, belast met
heu onderzoek naar de uitgezette iersche pachters. Het
voorstel is, na bestrijding door de regeering, verworpen
met 287 tegen 250 stemmen.
In eerste lezing is aangenomen de internationale over
eenkomst betreffende den verkoop van alcoholische dranken
op de Noordzee.
ITALIË. De oud-minister Crispi heeft de opsluiting
van zijnen zoon in een verbeterhuis gevraagd. Deze
leidde een zeer losbandig leven en verkocht, om aan het
noodige^ geld voor zijne uitspattingen te komen, allerlei
belangrijke brieven van MazziniGaribaldi enz. voor
hooge sommen aan de tegenstanders van zijnen vader,
aan wieu hij deze stukken ontstal.
De Paus heeft zich in een onderhoud met een franscheii
bisschop, die op zijne doorreis Rome bezocht, op krachtige
wijze verklaard voor eene besliste aansluiting bii de
republiek.
l®OOffiVVEfiK]V. Den 10 en 11 heeft de Storthing
beraadslaagd over de twee voorstellen, ingediend in zake
het consulaatwezen. Daarbij is den 11 nog de volgende
motie der linkerzijde gevoegdDe Storthing geeft als
hare meening te kennen, dat de gedachtenwisseling met
de zweedsche regeering betreffende de behandeling der
diplomatieke aangelegenheden slechts kan geschieden op
den grondslag van volkomen wederzijdsche vrijheid. Dit
geldt ook voor de betrekkingen met het buitenland
krachtens het recht, zoowel van Zweden als van Noor
wegen, om die onder eigen verantwoordelijkheid op
grondwettelijke wijze te regelen.
OOSTEHRIJM-HOMABIJE. In het hon-
gaarnsche Volkshuis heeft de oud-minister Koloman Tisza
den 10 met groote warmte het vorplichte' burgerlijk
huwelijk verdedigd. Den 11 verklaarde diezelfde spreker
opnieuw met nadruk, dat de bewering van Asboth on
gegrond was, als zou de Paus door de regeering aangezocht
zjjn, om zijn invloed aan te wenden, opdat de verkie
zingen in Hongarije ten gunste van de regeering mochten
uitvallen, waartegen de regeering zou afzien van do in
voering van het verplicht burgerlijk huwelijk.
Ill liUARIJE. De gemeenteraad van Sofia heeft
een krediet van f 50000 toegestaan voor de toebereid
selen tot de ontvangst van prins Ferdinand eu zijne ge
malin na het huwelijk in het laatst van April (oude stijl).
SEBIAIE. De verkiozingen schijnen wel aan de
liberale regeering de meerderheid verschaft te hebben;
voor zoover bekend, zijn gekozen 65 liberalen, 64 radi
calen en 4 progressisten. De radicalen beschuldigen de
regeering van onwettigen invloed op de verkiezingen te
hebben uitgeoefend en raakten hier en daar met de libe
ralen handgemeen.
VEREENIGUE STATE*. Den 10 des avonds
is te Boston een geweldige brand, uitgebroken, welke een
groot deel van de handelswijk, het magazijn van de
fabriek van Singer's naaimachines, een groot hotel en
andere groote magazijnen vernielde. De schade wordt
°P 7,500,000 begroot. Er waren drie doodeu en der
tig gewonden.
Tweede Kamer.
Drankrerkeop op de Noordzee.
Than3 is ingekomen een wetsontwerp tot goedkeuring
van het op 14 Februari j.l. te 's-Gravenhage onderteekend
protocol betreffende de uitvoering van de internationale
overeenkomst van 1887 tot het tegengaan der misbruiken
voortvloeiende uit den verkoop van sterken drank onder
de visschers op de Noordzee.
In de toelichting wordt er op gewezendat die over
eenkomst tot dusver niet is kunnen worden uitgevoerd
omdat de fransche regeering steeds niet bij machte is
tot de bekrachtiging mode te werken. De overige mo
gendheden hebben nu bij protocol vastgesteld de over
eenkomst ook zonder medewerking van Frankrijk ten
uitvoer te leggen, In het protocol is de bevoegdheid
der fransche regeering uitgedruktom indien zij dat
later verlangen mochtalsnog tot de overeenkomst toe
te treden.
Voorts is nu de opzegging der overeenkomst verge
makkelijkt door verkorting van den duur van 5 tot 1
jaar, met verlenging telkens van 1 jaar, indien zij niet
3 maanden te voren is opgezegd. Dit is geschied met
het oog op de mogelijkheid dat ten gevolge der ont
houding van Frankrijk de handel in spiritualiën op de
Noordzee mocht toenemen, en het doel der overeenkomst
daarmede dreigen mocht verijdeld te wordon.
Bedrijfsbelasting.
De memorie van antwoord van den minister van
financiën met een gewijzigd wetsontwerp is den 13 ver
schenen. De invoering der belasting wordt thans voorge
steld op 1 Mei 1894 en de naam van het ontwerp is
veranderd in „belasting op bedrijfs- en andere
Inkomsten". Art. 1 zegt: wie belastingplichtig zijn
en art. 2 waarvoor belasting betaald moet worden met
onderscheid tusschen hendie wel en die niet in de
vermogensbelasting aangeslagen zijn. Alleen de zuivere
winst in bedrijven is belastbaar en als zuivere winst
wordt aangemerkt wat verdiend is boven de rente. De
vrijstelling der landbouw-winsten is behoudenmaar
coöperatieve boter- en andere fabrieken worden niet
vrijgesteld. De vrijstelling is niet toepasselijk wanneer