Mr. A. P. de Lange te Schagen. opend geweest voor de behoeftigen dezer gemeente om gedurende den winter in hun onderhond te kunnen voorzien. Wegens de aanhoudende droogte doet zich bij sommige ingezetenen, die slechts een regenton of een zeer kleinen regenbak hebben, de behoefte aan drinkwater gevoelen. '■**-Westgraftdijk. Den 4 hield de rederijkerskamer Oefening Volmaakt" hare laatste openbare, druk bezochte vergadering in dit seizoen. Opgevoerd werden »Het Goudvischje", drama in 3 bedrijven door W. G. van Nouhuis en «De man is niet volmaakt", blijspel in 1 be drijf naar het Franseh van L. Thiboust. Kginonden. Bij het naar zee gaan stootte de Eg- monder bomschuit van schipper Zwaan, op haar anker, waardoor een gat in de boeg ontstond, zoodat het vaar tuig weldra vol water liep. Pluks werd het zooveel mogelijk ontdaan van zijn inventaris, zoodat er nog kans bestaat dat het zal behouden blijven In de laatste bijeenkomst in dit seizoen van het Nuts departement «de drie Egmonden" werd den voorzitter den heer ds. A. H. Claassen, bij diens aanstaand vertrek naar Uitgeest, eene ware verrassing bereid. Uit erkente lijkheid voor al het goede door hem gedaan gedurende zijn veeljarig verblijf en tot heil van 't algemeen was in alle stilte eene feestcommissie gevormd, welke in op dracht had een gezelligen avond te bereiden en zij is daarin uitstekend geslaagd. Als inleiding werd voorge dragen: «Een scheidende vriend", aan het slot waarvan den heer Claassen een prachtexemplaar van de Camera Obscura werd aangoboden. De avond werd verder door gebracht met een zeer wel gekozen afwisselend program ma, waarvoor de scheidende voorzitter zijne diepgevoelde erkentelijkheid en dank betuigde. De heer Dornela Nieuwenhuis, die te Roermond eene redevoering zou houden, is niet aan het woord kunnen komen doordat het ter vergadering aanwezige publiek steeds nationale en anti-socialistische liederen zong. Do kapitein der maréchaussée liet ten slotte de zaal ontruimen. Bij het vertrek naar het station werd den heer Nieuwenhuis uitgeleide gedaan door eene tal rijke menigte, die steeds nationale liederen zong. Volgens officieele berichten hobbon de nederl. indische troepen, die strijd voeren tegen Nja Makam in Tamiang, een voordeel op de Atjehers behaald. Eene premie van 2500 is uitgeloofd voor hem, die den moordenaar kan aanwijzen van den wachtmeester der maréchaussée te Oss. Don 24 Mei wordt te Amsterdam de 107 aige meene vergadering der Maatschappij tot Nut van 't Al gemeen gehouden onder het voorzitterschap van den heer mr. G. A. van Hamel. Mej. Jansen, onderwijzeres te Hoedijk, is benoemd tot onderwijzeres te Harlingen. De Koningin en de Koningin Regentes zullen van den 11 tot den 17 te Amsterdam verblijven den 12, des voormiddags 10 uur, geeft de Koningin-Regeutos audiëntie aan militaire en civiele autoriteiten en co: missiën en op den 13 aan particulieren. Een 20jarig meisje, dochter van den Haarlemschen schipper te Leiden sprong nabij Sassenheim van het balkon der in volle vaart zijnde tramtoen zij bare zus ter en een harer kennissen zagniettegenstaande een reiziger haar nog trachtte tegen te houden. Zij geraakte onder de tram waardoor drie wagens over haar gingen. Beide beenen waren even onder de knie zoo goed als afgereden. Daar geen geneeskundige hulp aanwezig en de geneesheer te Sassenheim ook afwezig was werd het meisje in een wagon naar het academisch ziekenhuis te Leiden vervoerd alwaar zij bij aankomst tengevolge van bloedverlies reeds overleden bleek te zijn. Het door den gemeenteraad van Zandvoort bij besluit van 28 Februari geschorste Raadslid, de heer H. Driehuizen, is door Gedeputeerde Staten van Noord holland vervallen verklaard van hot lidmaatschap van den Raad. Den 3 was Cornelis Knijnenberg vijftig jaren knecht bij de firma H. P. Pieper en Zonen te Wormerveer, die dien dag feestelijk liet vieren en hem het volle week loon als pensioen schonk. Een valsch geroep van brand heeft den 3 des avonds in het gebouw van Kunsten en Wetenschappen te 's-Gra- venhage aanleiding gegeven tot een paniek. God alleen is 't die mij hoort God alleen die kan zien Den strijd bitter en zwaar in mijn borst Hoe kalm ik ook uiterlijk schijn. «Heer, hoe gaarne zou ik zijn Veilig en stil onder uw schild Maar leer mij kennen uw wil Opdat ik nimmer bezwijk Zooals mijne handen nu Zoo wacht mijn wil Gevouwen uw heilig bevel Vrij van iederen angst. «Maar als met felle pijn Mijn banden zich klemmen saam Zoo staat mijn wil weer vast Sterk als nimmer voorheen. Niets dan volkomen vertrouwen En liefde van Uw volmaakten wil Kan mij uit hot stof verheffen En mijn vrees doen zwijgen. «O heer Gij verbergt uw gelaat En de benauwdheid van den strijd neemt toe O Schenk mij uw dierbre genade Opdat ik niet bezwijk, Strijdend alleen van nacht Met een luid kloppend hart O, Heer Jezus in den strijd O, laat mij niet alleen Hij maakte geen enkele opmerking, toen zij had ge ëindigd, maar het gedicht had andere gedachten in hem opgewekt. En de schemerige, stille straten, die zij doorgin gen, en het allengs sterker wordend licht in het oosten schenen hem een beeld van zijn eigen leven, want in zijne droefheid daagde voor hem een helderder openbaring van het onzienlijke, dan waarmede hij ooit was begenadigd. Wordt vervolgd. -- Bij de verkiezing van een lid der Tweede Kamer op den 4 kwamen in het district Harlingen 2609 van de 3370 kiezers op. Van de geldige stemmen bekwam de heer mr. Th. Heemskerk, gesteund door a. r. en kath., 1281 en A. Bonman, lib., 883 stemmen. De heer mr. M. W. P. Treub, rad., had 323, de heer de Vries oud-kamerlid 86 en de heer Poutsmasoc, dem., stemmen. De Hooge Raad heeft den 4 vernietigd de vonnissen van den kantonrechter te Hoorn en de rechtbank Alkmaar, waarbij een ingezeten van Enkhuizen wegens het zonder verlof van den ambtenaar van den burger lijken stand doen begraven van een kinderlijkje was ontslagen van alle rechtsvervolging, en hem veroordeeld tot één gulden boete. Kantonrechter en rechtbank meen den dat niet bekl., maar de doodgraver in deze ver antwoordelijk was en dat nu laatstbedoelde voor het begraven zonder bekomen verlof niet strafbaar is ge steld ook beklaagde niet kon worden gestraft wegens het doen begraven zonder verlof. De Hooge Raad over woog echterdat de al of niet strafbaarheid van den doodgraver wegens het begraven van geen invloed is op die van beklaagde voor het doen begraven zonder het vereischte verlof. Den 5 is de nieuw benoemde burgemeester van Maarten»de heer jhr. J. W. G. Boreel van Hoge landen, als zoodanig geïnstalleerd. Zijpe. In de den 4 gehouden vergadering van den gemeenteraad waren afwezig de heeren J. v. Beusekom en K Francis. Terstond nadat de leden in de raadkamer waren getreden en nog bij hunne zitplaatsen stonden, opende de voorzitter de vergadering en bood den heer Bier steker, die wegens zijn hoogen leeftijdals wethouder heeftbe- dankt, onder eenige van waardeering getuigende woorden uit naam der gemeente een fraaien, gemakkelijken stoel als herinnering aan. De heer Biersteker betoonde zich zeer ingenomen mot dit geschenk en dankte den raad hartelijk voor dit blijk van achting en toegenegenheid. Nadat nu vervolgens de secretaris de notulen der vo rige vergadering had voorgelezen en deze wai'en goed gekeurd deelde de voorzitter mededat de heer vau Beusekom bericht gezonden had dat hij wegens onge steldheid de vergadering niet kon bijwonen en dat de heer Francis door bezigheden verhinderd was. Tot onderwijzer te St. Maartensbrug werd benoemd de heer J. Gorter van Hoogcarspel. Met den benoemde stonden op de voordracht de heeren J. G. Schwantje van Achtcarspelen, en J. v. Solkemavan Deventer. De in dienst treding van den heer Gorter werd bepaald op 1 Juni a. s. Het verslag van den toestand der gemeente over 1892 werd aangeboden en besloten dit bij de leden ter lezino- te laten rondgaan. Naar aanleiding van oen adres van 25 ingezetenen houdende verzoek om met honden te mogen rijden, stelde de voorzitter de vraag, of het, met het oog op de spoedige behandeling eener provinciale verordening, wol wenschelijk wasde verordening nu nog te herzien. Over een paar maanden kon misschien de provinciale verordening in working treden en dan vervallen de gemeentelijke verordeningen. De heer Biersteker wenschte met de behandeling van het adres te wachten totdat het pro vinciaal bestuur heeft beslist. Hij acht regeling door hooger bestuur van deze zaak beter. Bovendieu zou eene nu te maken verordening met het oog op eene provinciale regeling een kort leven hebben. Zoo ook denkt de heer Schuit er over. De heer Nobel heeft nog steeds de overtuiging, dat het wenschelijk is net rijden met honden toe te staan. Als thans de verordening ver anderd wordtdan kan men 2 a 3 maanden eerder met honden rijden. De heeren Biersteker en de voorzitter willen de behandeling van het adres uitstellen. De hoer Paarlberg en Zeeman willen dadelijke behandeling. Ook de heer Waijboer verklaart zich daarvoor. De heer Kruijer meentdat nu de tegenwoordige verordening zeer veel wordt overtreden, men het rijden met honden maar zoo spoedig mogelijk moet toestaan. Met 5 tegen 4 stemmen werd daarna besloten, het adres dadelijk te behandelen. Het verzoek zelf nu in stemming gebracht, werd met 6 3 st van de heeren de WitSchuijt en Biersteker besloten, het rijden met honden toe te staan en de ver- ordoning te herzien. De heer Nobel stelde voor, art. 103 der politiever ordening in te trekken en te vervangen door eene gelijk luidende bepaling als voorkomt in het ontwerp der provin ciale verordening. De voorzitter meende, dat het beter is onze politie-verordening in eene volgende vergadering te herzien opdat voor eene goede redactie kan worden gezorgd. Bovendien kan hij zich niet vereenigen met de bepalingen in het provinciaal ontwerp. Als de honden met een muilband moeten loopen, moet dit geschieden volgens een bepaald model. Onder hot trekken moet de hond geen last van den muilkorf hebben en eerst nadat hij is afgespannen van een muilkorf worden voorzien ook wenschte hij de trekhonden in geen geval onbeheerd te laten staan. De heer Kruijer en anderen zijn het daar mede eens. Het voorstel Nobel werd daarna verworpen met 7 tegen 2 stemmen. De voorzitter stelde nu eene andere redactie voor, waarbij het rijden met honden wordt toegestaan in dier voege dat in de kommen der gemeente niemand op de wagens mag geplaatst zijn ook niet bij het voorbijgaan van rijtuigen, terwijl de bestuur der zal moeten uithalen en zich vóór de houden plaatsen een aangespannen hond mag niet onbeheord op den weg staan en een iosloopende hond van een muilkorf moeten zijn voorzien volgens model ter secretarie aanwezig en op de wagens moet de naam en woonplaats van den eigenaar zijn geschilderd. Dit voorstel werd met alge- meene stemmen aangenomen. De heer Biersteker gaf nu nog te kennendat hij wenschte te bedanken voor de betrekking van ambtenaar van den burgerlijken stand, waarop de voorzitter mede deelde, dat in een volgende vergadering een opvolgei kan worden benoemd. Met algemeene stemmen werden b. en w. gemachtigd, nu weder lOjarige tafels op de registers van don burgerlijken stand moeten worden ge maakt om daarmede als vóór 10 jaren te handelen, n.l. ze te laten vervaardigen door de ambtenaren ter secre tarie pn daarvoor beschikbaar te stellen de som van f 150. De vergadering werd daarna gesloten. De heer mr. A. P. de Lange, van Alkmaar, trad den 5, des namiddags te 1 uur. te Schagen als spreker op, in de kolt baan van het Noordhollandsch Koffiehuis Door de kiesvereeniging voor de Provinciale Staten in het hoofdkiesdistrict Schagen was hij uitgenoodigd, eene be spreking in te leiden over de door de regeering inge diende wetsontwerpen betreffende het kiesrecht. Bij afwezigheid van den heer J. Breebaart Kz., werd het voorzitterschap waargenomen door den heer Th. J. Waller. Sprekers rede luidde in hoofdzaak als volgt De wetsontwerpen van den Minister Tak°beloven ons een bijna algemeen stemrecht. Ieder meerderjarig Nederlander zal kiezer zijn, die eene aanvraag kan schrijven om te worden geplaatst op de bedeelcf'Sten' 611 laatSt verlooPen Jaar niet is Verder zijn van het kiesrecht uitgesloten: veroordeelden, nalatige belastingschuldigen en eenige categoriën van onwaardigen. Deze kiezers zullen de leden van de 2de kamer en van de Prov. Staten kiezen. Deze wet brengt ons 800.000 kiezers, 74 °/o der man nelijke meerderjarige bevolking volgens eene andere be rekening 79 °/0. Zij verandert dus den grondslag van ons staatsbestuur. Zij brengt het politieke overwicht over bij het grootste getal. De wet zal naar niets anders vragen, dan naar het grootste getal. Uit welke elementen dit grootste getal zal zijn samengesteld onderzoekt de wetgever niet. Waarom de regeering verondersteltdat het recht, de waarheid en hot belang van allen hunne uitdrukking zullen vinden in den wil van het «grootste getal", wordt ons niet medegedeeld. Do toelichting tot deze revolutionaire daad van wet geving is zoo mager mo'gelijk. De memorie van toelichting is geschreven in den vorm eener nota van verontschuldigingen, wil men liever als een verklaring van onmacht om te voldoen aan het grondwettig voorschrift. Art. 80 der grondwet schrijft voor, dat de kieswet moet aanwijzen de kenmerken van geschiktheid en maatschappelijken welstand alsmedo den leeftijdwaaraan de uitoefening van het kiesrecht zal zijn verbondon. De regeering zegt nu, dat zij niet in staat is zoodanige kenmerken aantewijzen en noemt die bekentenis van onvermogen «uitvoering van art. 80 der G. W". Zij zegt het onderhoud van zich zelf en van zijn eigen gezin is een voldoend kenmerk van welstand. Dan laat zij volgen indien gij in het laatste jaar niet be deeld zijthebt gij uw gezin onderhouden en ik, regeering, stel voor dat «welstand" te noemen Ware het zoo, hoe gemakkelijk ware de sociale kwestie opgelostNiet be deeld zijn een kenmerk van welstand De welstand van den bedelaar, van den schamelen arme, van den arbeider, die zich door een bangen winter heenslaat met behulp van de bank van leening; de welstand van hot bekla genswaardig slachtoffer van een barbaarsch sweating systeem Het ontwerp houdt voor kenteekenen van geschiktheid geluk kig zegt het ontwerp nietdat het zoo is de kennis van lezen en schrijven. Zij acht die kennis bewezen door hot schrijven van eene eigenhandige aan vrage om op de kiezerslijsten te worden gebracht. Waarom 11 u iemand die een beetje lezen en schrijven kan geschikt is om in aller belang het kiesrecht uit te oefenen, zegt de regeeriug niet. 4 van de memorie van toelichting is in dat opzicht van onovertroffene naïvieteit; de rogeering zegtde noodige geschiktheid om te kiezen wordt stellig gemist bij hen die niet kunnen lezen en schrijven; aan hen, die die kunst wel verstaan, kan als zij 't vragen, die bevoegd heid niet worden betwist! Waarom Daarover zwijgt do Memorie De Memorie stelt ons grootendeels te leur. Men had daarin billijk mogen verwachten eene prin- cipieele uiteenzetting van de redenen, die eene zoodanige uitbreiding van het kiesrecht thans in het belang der geheele natie noodig of wenschelijk maken. Wat de regeering niet gedaan heeft, en had behooren te doen, moet iedereen nu voor zich verrichten. Gemakkelijk valt dit niet. Vooreerst, hoe beschouwt men de kiesbevoegdheid Als een recht voor het individu, alseen op zichzelf begeerlijk goed, als iets dat in zich zelf waarde heeft? Of is het slechts een middel om te komen tot eene het belang van allen behartigende regeering? Het eerste meenen een goed deel der socialisten en der radicalen. Tengevolge van deze zonderlinge wet die men heeft willen uitdrukken door te spreken van den «kringloop der menschheid" zijn deze partijmannen thans weer aangeland op het standpunt van Rousseau en het contrat social Daar kies- en stemrecht ten slotte toch niets anders is, dan het recht van de grootste helft om zijne beginse len op te dringen aan de kleinste helft, daar de uitoefening van dit recht ieder individu op zijne beurt in de min derheid brengt, meenen wij liberalen, dat er van kiesrecht in den zin van een door de natuur gegeven recht geen sprake kan zijn. De natuur is gelukkig minder wreed dan de mensehen recht is geen optelsom Daar noch de waarheid, noch de wijsheid, noch de edelmoedigheid en het plichtgevoel, noch de kennis en de ondervinding noodwendig berusten bij de meerderheid, heeft de natuurals bron van recht gedachtaller minst iets te maken met eene regeling, die terwijl zij de helft plus één helpt aan de verwezenlijking harer begin selen, de helft minus één tot lijden en zwijgen doemt. Hoe dikwerf is in het vuur van den jarenlangen school strijd den liberalen verweten, dat zij van het recht van 't grootste getal eeD voor de minderheid ondragelijk ge bruik maakten. En was dat verwijt geheel ongegrond Het kiesrecht is het recht van den sterkste. De vorm is moderner, maar het wezen is hetzelfde. Of de sterkste partij in den staat regeert met geweld of met stembil jetten, is voor de minderheid hetzelfde. Algemeen stemrecht in een vuistrecht met handschoenen. Praciisch komt daar nu nog het bezwaar bij, dat de uitoefening van het kiesrecht door kiezers verdeeld in vele staatspartijen in ons landeke zijn er minstens

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1893 | | pagina 2