Zondag 16 April 1893. No. 46. Tweede blad. Vijf en UTegentigste Jaargang. de brug in de Yoormeer, Grondwetsherziening in Belgie. Binnenland. Stadsberichten. ALR11AARSCHE COURANT. Stremming van het verkeer. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis dat van af lö April tot nadere aankondiging het verkeer voor VOËT6AWOEKI, RIJ- en VOERTUlbGIS over over de Schelphaven wegens de herstelling dier brug zal zijn gesloten. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. Maclaine Pont. 14 April 1893. De Secretaris, Nuhout van der Veen. ESfCOBIjAlVO. De Lord-Mayor van Londen heeft in het Mansion-House een banket aangeboden aan kardinaal Yaughan, de engelsche katholieke bisschoppen, de verdere voorname katholieke geestelijken en aan aanzienlijke en gelsche katholieken waaronder de hertog van Norfolk In het geheel waren ongeveer 300 gasten aanwezig. De Lord-Mayor stelde een dronk in op den Paus en de Ko ningin, die met groote geestdrift begroet werd. Kardi naal Vaughan dronk op de gezondheid van den Lord- Mayor en prees zijne rechtschapenheid en eerlijkheid als engelschman en katholiek. Iiagerhuis. Den 13 deelde de onder-minister van koloniën, Sydney Buxtonmodedat de gouverneur der Kaapkolonie, de heer H. Loch, den 18 April eene bijeen komst met Paul Kruger zal hebben. De overeenkomst met Transvaal eindigt niet vóór Au gustus, en alleen dan, ingeval zij vóór 8 Mei is opgezegd Wijziging of verlenging der overeenkomst zal afhangen van den uitslag der bijeenkomst. De regeering kan niet beloven aan het parlement een eventueele verbintenis voor te leggen, voordat deze geteekeud is, maar het parlement zal zoodra mogelijk in de gelegenheid worden gesteld te oordeelen over hetgeen de rogeering heeft gedaan. De regeering heeft nog geen bericht gekregen dat de over eenkomst reeds opgezegd zou zijn. Labouchère vroeg, of de beraadslaging over de tweede lezing van het Home rule-outwerp niet den 14 kan ge sloten worden. De minister-president Gladstone antwoordde, dat dit niet mogelijk was. Eindelijk is het in de Belgische Kamer tot een be slissing gekomen omtrent de verschillende voorstellen tot grondwetsherziening ten aanzien van het kiesrecht. Al de 14 voorstellen zijn verworpen, de meeste met een vrij aanzienlijke meerderheid. Dat van den heer Janson, tot invoering van het algemeen stemrecht op den leeftijd van 21 jaren (de gewone Belgische meerderheid) kon niet meer dan 26 stemmen verkrijgen; 115 leden stemden er tegen, en 3 stemmen werden in blanco uitgebracht. Nog geen vijfde alzoo van de 144 leden verklaarde zich voor dat voorstel. Een voorstel om het kiosrecht teregelen in een afzonderlijke wet, waarover met de gewone meer derheid van stemmen beslist zou kunnen worden in plaats van met 2/3 der stemmen, die voor eeu herziening der Grondwet vereischt worden, werd mede verworpen met 113 tegen 31 stemmen. Een ander voorstel om het kiesrecht toe te kennen aan allen die den leeftijd van 25 jaren hebben bereikt en twee jaren op dezelfde plaats gevestigd zijn, onderging hetzelfde lot met 112 tegen 37 stemmen. De kansen voor de invoering van een algemeen of na genoeg algemeen stemrecht blijken alzoo niet gunstig te staan. Ofschoon die uitslag met grond kon worden ver wacht heeft hij in Brussel en onder de sociaal-demo craten en de werkliedenpartij in het geheele land vrij wat opschudding verwekt. De algemeene raad van laatst genoemde partij heeft onmiddellijk een proclamatie uit gevaardigd, waarin wordt verklaard, dat »het volk" met dezen uitslag geen vrede kan hebben en onverwijld tot een algemeene werkstaking moet overgaan. De meeste stemmen verwierf het voorstel-de Smet, dat door de Regeering werd ondersteund, en het kies recht wilde verleeneu aan allen die een woning van zeker gehalte bewonen of blijken van eene of andere bijzondere bekwaamheid hebben gegeven; 91 stemmen verklaarden zich er voor, en 61 tegen. Vermits echter voor de aanneming 2/3 der stemmen noodig zijnis ook dit voorstel verworpen. Een verwerping van 14 verschil lende voorstellen moet wel een benauwenden indruk ma ken. Toch heeft de Belgische Kamer den moed niet op gegeven. Er kunnen nu andere voorstellen gedaan worden, en onmiddelijk zijn er eenige ingediend. Uit de gehouden stemmingen is licht te scheppen en zijn berekeningen te maken omtrent het vermoedelijk lot van andere voor- stellen en zoo zal het wellicht gelukken een regeling te ontwerpenwaarvoor bij een volgende gelegenheid een meerderheid van 2/3 der stommen te vinden zal zijn. Aanvankelijk was er sprake van, dat men reeds den volgenden Dinsdag de beraadslaging over de nieu we voorstellen zou hervatten. De meerderheid was echter zoo verstandig den dag nog niet te bepalen. Zij begreep, dat er een ernstige poging moet beproefd wor den om ten slotte een regeling van het kiesrecht samen te stellen, waarvan de aanneming na al het voorgevallene nagenoeg zeker is te achten, opdat niet de Kamer on machtig blijke het bestaande kiosrecht, dat zij afgekeurd heeft, door eeu ander te vervangenen voor kalm beraad en onderling overleg is tijd noodig. Een voorstel van den heer Nyssens schijnt voorloopig eenige kans te hebben. Het gaat uit van het denkbeeld, dat wel ieder burgerdie zekeren leeftijd bereikt heeft en niet om bijzondere redenen het kiesrecht onwaardig moet worden geoordeeldeenigen invloed moet hebben op de samenstelling der volksvertegenwoordigingmaar dat daarom nog niet ieder juist evenveel invloed moet kunnen uitoefenen. Kan ieder aanspraak maken op een stemaldus redeneeren de voorstanders van dit voorstel, dan moeten er ook zijn die twee of drie stemmen kunnen uitbrengen. Het kan moeielijk ontkend worden, dat aan zulk een kiesstelsel een gezond denkbeeld ten grondslag ligt. Vraagt men in hot algemeen, of het niet billijk zou zijn, den burger met een schat van kenuis en ervaring, den man die zijn land groote diensten heeft bewezen of de wel vaart en ontwikkeling zijner medeburgers verhoogdbij de stembus wat meer invloed te geven dan aan de minst beduidende zijner meerderjarige landgenooten dan zullen vermoedelijk velen geneigd zijn die vraag bevestigend te beantwoorden. Ongelukkig is het maar zoo moeilijk die burgers van buitengewone verdiensten aan te wijzen. Volgens het voorstel van den heer Nijssens nu zou ieder Belg van 25 jaren die gedurende een jaar zich in zokore plaats gevestigd heeft, ééne stem hebbenmaar allen die den leeftijd van 35 jaren bereikt hebben gehuwd of weduwnaar zijn met ten minste één kind en ten minste 5 francs personeele belasting betalenzouden er nog een tweede stem bij krijgen. Ook reeds op 25jarigen leeftijd zou men een extra-stem kunnen verkrijgen, zoo wel door het bezit van onroerend goed van 2000 francs waarde of een inschrijving op het grootboek of op de spaarbank, die een rente geeft van 100 francs, als door het bekleeden van zekere in de wet te bepalen ambten betrekkingen of beroepen en zelfs door het bewijs dat men hooger of middelbaar onderwijs heeft genoten Zoo zouden er kiezers zijn met één, twee of drie stemmen. Meer dan drie stemmen zou niemand kunnen uitbrengen. Van een algemeene werkstaking is ondanks de procla matie van den algemeenen raad der werklieden-partij nog niet veel gekomen. Het plan vindt geen voldoenden bij val. Alleen onder de mijnwerkers in sommige streken, waar de toestand reeds min of meer gespannen was, is de werk staking uitgebroken, maar zelfs daar is zij niet algemeen. Baldadigheden zijn gepleegd, glazen ingegooidbetoogin gen gehouden, revolutionaire liederen gezongen, oproerige kreten aangeheven, gelijk te Brussel en elders in België bij dergelijke gelegenheden te doen gebruikelijk is. Leve de werkstaking! leve de revolutie! weg met den koning! heeft men hooren roepenpolitie-agenten en gendarmen hebben handen vol werk en worden hier en daar met stee non geworpen, op sommige plaatsenis de schutterij onder de wapens geroepen, maar ongeregeldheden van ernstigén aard hebben tot nog toe niet plaats gehad. Ofschoon hier en daar de roode vlag is ontplooid, schijnt er dus uiet veel gevaar te bestaan, dat zij, gelijk oen volksrede naar op de markt te Brussel voorspeldealdaar weldra van het stadhuis zal wapperen. Het geroep »weg met den Koning" was bij deze gelegenheid al bijzonder onbe grijpelijk. Niet alleen had in deze zaak de Kamer ge sproken en niet de Koningmaar bovendien heeft de Koning zich niet onvoorwaardelijk tegen het algemeen stemrecht verklaard. Volgens hetgeen vroeger omtrent zijn gezindheid is gebleken, zou hij er vreemd genoeg vrede mede hebben, indien hij tegenover do beslissingen der Kamer beroep had op het volk. Men zou meenen dat zoo iets bijzonder in den smaak moest vallen van de democraten maar de kreet »weg met den Koning" schijnt bij oploopen en wanordelijkheden altijd gepast te zijn. Tot hoofd-ingeland van het ambacht Drechterlacd is bij herstemming gekozen de heer N. Sluis Pz. te Enkliuizen met 63 stemmende heer R. J. D. Hart kamp, burgemeester van Enkhuizen, verkreeg 40 stemmen. De Noord-Zuidhollandsche Stoomtramwegmaat schappij HaarlemLeiden keert over 1892 7 pet. divi dend uit. De regeering heeft eene nieuwe regeling betreffende de grensscheiding tusschen Amsterdam en Nieuwer-Amstel, waarbij alleen het landelijk gedeelte van Nieuwer-Amstel op zich zelf zal blijven reeds in handen van laatstge meld gemeentebestuur om bericht en raad gesteld. Het marmeren grafmonument van Frederik Riccen, heer van Purmerend, baljuw van de Beemster enz., in de herv. kerk te Purmerendmet beeld- en lofwerk toegeschreven aan Quellinusheeft in veiling ƒ4600 kunnen opbrengen. Kerkvoogden hebben het niet gegund. Hendrik Visser die bij de laatste onlusten voor het gebouw Concordia te Amsterdam de menigte had opgewektom indien zij geen brood kreegde Beurs te nemen en daarvoor door de arr. rechtbank te Am sterdam was ontslagen van rechtsvervolging, is door het Hof in hooger beroep schuldig verklaard aan opruiïng en veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf. Hef hof veroordeelde tevens een anderdie door de rechtbank vrijgesproken was van beleediging van een inspecteur van politie tijdens die ongeregeldheden, in hooger beroep tot 2 maanden gevangenisstraf. Te Almeloo is eene arbeiderswoning afgebrand, be woond door een ploegarbeider aan den spoorwegdie door de maréchaussées gevankelijk naar het huis van be waring overgebracht is. De heer J. W. Repelius Jr., gemeente-secretaris van Velsen, is benoemd tot adjunct-controleur bij de stede lijke belastingen te Amsterdam. Ged Staten van Friesland hebben hunne goedkeu ring onthouden aan het besluit van den gemeenteraad van Wonseradeel tot opheffing der openbare school te Eksmorra. De gemeenteraad van Castricum hoeft aan den onderwijzer C. H. B. Tollenaar, met ingang van 1 Juni, eervol ontslag verleend als onderwijzer. Ter behoorlijke inrichting van het lager onderwijs is boven en behalve de bijdrage, bedoeld bij art. 45 der wet op het lager onderwijs, o. a. subsidie verleend aan de gemeente Anna-Paulowna f 2500, Assendelft f 1000, Edam, f 1500, Graft f 1400, Landsmeer f 2500, Middelie f 700, Oostzaan f 1500, Spaarndam f 1475, Terschelling f 4350, Texel f 7000, Urk f 4650, Vlieland t 2965, Westzaan f 3800. Oudkarspel. Den 23's namiddags 3 uren wordt de tentoonstelling geopend van huisvlijt-artikelen, uitgaande van het hier gevestigde departement der Maat schappij tot nut van 't algemeen, in een der lokalen van den heer G. Slotemaker Jz. Van voorwerpen die te koop zijn, moet de prijs worden opgegeven terwijl winkeliers en vereenigingen niet mogen inzenden. Zij is te bezich tigen des zondags van 27 uren, de overige dagen van 2—5 uren. Gelegenheid tot inzending bestaat op donder dag den 20, van 2—7 uren, in het lokaal der tentoon stelling. De toegangsprijs bedraagt des zondags 10 ets., de overige dagen 25 ets. de persoon. De tentoonstelling, die slechts 8 dagen duurt, belooft veel. Cadettenschool Bij het met 1 Mei a.s. in werking tredende reglement voor deze inrichting is o. a. bepaald, dat hier te lande het toelatingsexamen jaarlijks afgenomen wordt in Juli en Augustushet tijdstip van aanvang wordt door den mi nister van oorlog bepaald. Volgens bij kon. besluit vast te stellen bepalingen, kan aan jongelieden, die aan de bij art, 15 der wet gestelde eischen voldoen, worden vergund in Nederlandsch-Iudië dat toelatingsexamen afteleggen. Het aantal ten behoeve van deze jongelieden open te stellen plaatsen bedraagt in den regel jaarlijks niet meer dan zes. De samenstelling van de commissiën, met het geneeskundig onderzoek der adspiranten hier te lande te belasten, alsmede de tijdstippen waarop en de gemeente, waar dat onderzoek wordt gehoudenworden jaarlijks door den minister van oorlog bepaald. De toelating heeft jaarlijks plaats omstreeks het midden van September de juiste dag wordt telkens door den minister van oorlog bepaald. Het leerjaar wordt gerekend aan te vangen op 16 September. In het eerste studiejaar wordt behalve de vacantiën, waarvoor bestemd zijn 10 12 dagen tegen het einde van het jaarde dagen van Goeden Vrijdag tot en met den dag na Paschen, de maand Augustus eu ongeveer de eerste helft van September, onderwijs gegeven in den aanvaDg van het leerjaar tot omstreeks 15 Juni d. a. v. Het overgangsexamen heeft in de tweede helft van Juli plaats: van 15 Juni tot 15 Juli wordt gerepe teerd met uitbreiding van de gelegenheid tot eigen studie voor de leerlingen. Het tweede studiejaar loopt van den aanvang van het leerjaar tot 1 Juli. Van 1 Juli tot het begin van het toelatingsexamen wordt gerepeteerd met in inachtneming zoo oven genoemde uitbreiding. De directeur wordt bij kon. besluit als zoodanig benoemd en ontslagen en staat onmiddellijk onder de bevelen van den inspecteur van het Militair Onderwijs. Art. 21 luidt als volgt: Van het betalen der bijdragen, bedoeld bij art. 10 der wet, wordt met inachtneming van het bepaalde bij art. 22, tweede lid van dit regle ment verleend a. geheele vrijstelling, ten behoeve van 1°. den cadetbestemd voor den dienst in Neder- landsch Indie 29. den cadet, bestemd voor den dienst hier te lande wiens vader in den dienst van den Staat gesneuveld of binnen één jaar tengevolge van in dezen dienst voor den vijand bekomen wonden overleden is b. gedeeltelijke vrijstelling ten behoeve van den cadet zoon van: 1°. een officier, een eervol ontslagen of een gepensioneerd officier, hetzij in leven of reeds overleden; 29. een verdienstelijk onderofficier of gepensioneerd onderofficier, hetzij in leven of reeds overleden en zulks voor zooveel men tot het betalen van de ge heele bijdrage voor oen cadet als onder 1°. en 2°. bedoeld, niet in staat is k. geheele oj gedeeltelijke vrijstellingten behoeve van den cadet, die tijdens zijn verblijf aan de Cadettenschool zijne ouders of een hunner verliest en voor wien de bijdrage dientengevolge verder niet meer of slechts ge deeltelijk meer kan worden betaald zoodat hij verplicht zon zijn de Cadettenschool te verlaten. Art. 22. De vrijstellingen bedoeld onder b en c van art. 21, worden jaarlijks bij koninklijk besluit bepaald. Aan niet meer dan van het aantal der cadetten, die in beide studiejaren voor den dienst hier te lande zÜn geplaatst en die als leerliug op de Cadettenschool verblijf houden, mag gedeeltelijke vrijstelling worden verleend. Wanneer het aantal van hen die voor gedeeltelijke vrijstelling in aanmerking komen het in het vorige lid aangeduide maximum overschrijdthebben de reeds ge plaatste cadetten voor de toekenning den voorrang en is- de toekenning voor de nieuw benoemden afhankelijk van het bij het toelatings-examen verkregen rangnummer. De eerste helft der bijdrage (welke de som van f 400 uiet te boven zal gaan) wordt betaald aan den Raad van Administratie dor Cadettenschool vóór of op 1 October, de tweede helft vóór of op 1 April. De kleeding, huisvesting en voeding en liet wekelijks uit te keeren zakgeld komt voor rekening van het Rijk. Tot het doon geven van godsdienstonderwijs als be doeld bij art. 5 der wet, treedt de directeur in overleg met de godsdienstleeraren van de betrokken gezindte te Alkmaar. Het gebruik van sterken drank is den cadetten ten strengste verboden hun kan worden vergund in hunnen vrijen tijd voor eigen rekening les te nemen in de muziek. Het opleggen van straften geschiedt naar de beginse len nedergelegd in de artikelen 53 en 54 van het re glement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande. Het programma van het toelatingsexamen, waarvan hei mondeling gedeelte plaats heeft te Alkmaar, en het schriftelijk in de daartoe aangewezen gemeenten, omvat het volgende a. Rekenkunde. De hoofdbewerkingen met geheele ge tallen, gewone en tiendeelige breuken, zoomede de eigen schappen waarop die bewerkingen berusten het metrieke stelsel van maten en gewichten de kenmerken van deel baarheid en de leer der evenredigheden met hare voor naamste toepassingen oplossing van vraagstukken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1893 | | pagina 5