Een stoere Noorman.
Mo. 50.
Vijl en Negentigste Jaargang.
1893.
WOENSDAG
26 APRIL.
Gemeente- Burger a y ondschool
TENTOONSTELLING
INSCHRIJVING.
Noodeloos vergoten bloed.
FEUILLETON.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar/ 0,8»; franco door het
gehoele rijk j 1»
De 3 nummers f 0,06.
Frys der gewone Advertentlën:
Per regel j 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brioven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer3.
Od 3© April enl Mei 1893 zullen iu hot
gebouw der Burgeravondschool de TEERESIN-
«EN»die door de leerlingen dier school gedurende den a -
geloopen cursus vervaardigd werden, tentoongesteld zijn
Deze tentoonstelling is voor leder belang
stellende kosteloos toegankelijk en zal beide dagen
geopend zijn van 1 tot 5 uur 's namiddags.
De Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs,
Mr. N. H. DE LANGE Yoorz.
A. E. KEMPEES, Secretaris.
en eindelijk zij die zich niet vóór 1 Juni hebben doen
inschrijven door het plaatselijk bestuur ingeschreven eu
in eene geldboete verwezen worden terwijl zij daaren-
boven zonder loting bij de schutterij wordeu ingelijfd
indien het blijktdat er tijdens de verzuimde inschrij
ving geeue redenen tot uitsluiting of vrijstelling te
hunnen aanzien bestonden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
25 April 1893. De Becret» ris,
NUHOUT van dek VEEN.
Burgemeester en wethouders van Alkmaar;
Gezien de wettelijke bepalingen omtrent de schutterijen;
Roepen bij deze ten einde zich in de daartoe gereed
gemaakte registers te doen inschrijven op alle mans
personen, ingezetenen dezer gemeente, op 1°. Januan
1893 hun 25ste jaar ingetreden en alzoo de geborenen
van het jaar 1868 alsmede hen die, ofschoon in andere
gemeenten ingeschreven sedert de laatste inschrijving
binnen deze gemeente zijn komen wonen en op 1 Ja-
nnari 1.1. hun 34ste jaar nog niet hebben voleindigd
alzoo de geborenen van de jaren 1859 tot en met 1^67,
de vreemdelingen van denzelfden ouderdom die
sedert de laatste inschrijving in de termen gevallen zijn,
om als ingezetenen te worden beschouwd benevens de
gepasporteerde miliütairendie_ zich tot dusverre met
voor de schutterij hebben laten inschrijven.
Zij makeu tevens de ingezetenen bekend dat
de inschrijving zal geschieden van 15 Mei tot en met
31 Meiin een der vertrekken op het raadhuisop
iederen Dinsdag en Donderdag, van des mid
dags 12 tot des namiddags 2 ure
een iegelijkzonder onderscheidof hp mocht ver-
meenen al of n i e t onder de bij de wet vrijgestelden
of nitgeslotenen te behooren verplicht is zich voor de
schutterij te doen inschrijven;
zijdie in meer dan eene gemeente hun verblijf hon
den of den zetel van hun vermogen hebben gevestigd
tot de inschrijving verplicht zijn binnen die gemeente
waar eene dienstdoende schutterij aanwezig isen djj-
aldien in die verschillende gemeenten alleen dienstdoende
of alleen rustende schutterij bestaatzich te doen in
schrijven in die gemeentewaar zij ambtshalve ver
plicht zijn hun verblijf te honden
Wat wij in ons artikel van 16 April 1.1. waarschijn
lijk noemden, is inderdaad geschied en over dien uitslag
ma» men zich van ganseher harte verhengen al heett
de beslissing plaats gehad onder omstandigheden, die
men niet minder van ganscher harte moet betreuren.
Welk een jammerlijke font heeft de Belgische Kamer be
gaan toen zij den 12den April al de veertien voorstellen tot
herziening der Grondwet ten aanzien van het kiesrecht vei-
wierp en, zonder iets te hebben beslist, haar beraadslaging to
een nader te bepalen dag moest uitstellen! Bij de groote span
ning der gemoederen moest deze voorloopige mislukking nood
wendig het land in onrust en beroering brengen en kon
zij hoogst bedenkelijke gevolgen hebben. Maar de schul
dige was niet de Kamer, de schuldige was de Regeering,
die aan de behandeling der zaak geen leiding gaf, geen
ere vestigde meening had en blijkbaar zelve niet wist wa
zij wilde. Zij liet de Kamer plannen maken, voorstellen
doen, beraadslagen en stemmenom daarnit licht te
scheppen in de hoop dat de weg zou worden aangewe
zen die men ten slotte zonder bezwaar zon knnnen in
slaan! Nu moest de Kamer met 2/3 dor stemmen een
keus doen uit 14 voorstellen. Die ernstig wil nagaan
hoe in zoo'n geval bij vele leden de gedachtengang moet
wezen zal er zich niet over verbazen dat ten slotte
geen enkel voorstel werd aangenomen. Men bedenke, dat
het voor de aanneming van een voorstel noodig is dat
van de 150 personen ten minste 100 er zich voor ver
klaren en dat in den regel betrekkelijk weinigen met
eenig voorstel in alle opzichten zijn ingenomen. In een
groote vergadering, waar 2/3 der leden voor een voorstel
gewonnen moeten worden, kan men slechts bij zeldzame
uitzondering op alle punten zijn zin krijgen. Nu komt
het eerste voorstel in stemming. Een aantal leden
hebben er wel geen onoverkomelijke bezwaren tegen
maar zijn toeh eigenlijk met een of ander van de volgende
voorstellen meer ingenomen. Eeuigen zonden bij voorbeeld
aan het tweede voorstel, anderen aan het derde, sommigen
aan het vierde, vijfde of zesde, enkelen aan het tiende,
elfde of twaalfde de voorkeur geven. Ja, als zij wisten
dat al die andere voorstellen verworpen zouden worden,
zonden zij ten slotte aan dit eerste voorstel wel hun
stem willen geven maar ieder van hen gelooft dat tiet
voorstel, dat hij boven alle zou verkiezen, wel kans zal
hebben van te worden aangenomen, en daarom begint
Een roman naar het Engelsch, van Edna L y a 11.
63)
o-
Er was iets in zijn stem dat haar hare laatste woor
den deed berouwen zij zag, dat hij weder een van zijne
neerslachtige buien had.
»Ja, dat deden wij en wie weet of gij het nog niet
wordt. Het was altijd na allerlei onaangenaamheden, dat
in de oude verhalen de hoogste wensch werd verkregen.
Denk maar aan «De wilde zwanen." En zelfs in «Assche
poetster" wordt die gedachte uitgedrukt. In onze eerste
kindsheid leeren wij het al. En ik geloof, dat, ofschoon
het ook zijne bezwaren heeft zulk een leven onder het
volk eene uitstekende voorbereiding is. Men kan zijne zor
gen beter begrijpen."
»Ik zon hebben gedacht dat gij aan uwe eigen zor
gen genoeg hadt", zoide hij somber, «en u niet met die
van anderen behoefdet te plagen."
»Maar sedert onze eigen zorgen zijn begonnen, stel
ik, ik weet niet waarom, meer belang in die van anderen;
ik ben niet meer als vroeger bang voor zieken of voor
hen die pas betrekkingen door den dood hebben ver
loren. Ik voel mij integendeel tot hen aangetrokken."
»Sigrid", zeide hij wanhopend »kunt gij nog zelve een
nieuwe zorg dragen Ik heb heden avond slecht nieuws
voor Ti."
Haar hart scheen stil te staan.
»Roy"? vroeg zij ademloos onwillekeurig dacht zij het
eerst aan hem.
Op iederen anderen tijd zon Frithiof uit die bevende
vraag die haar onwillekeurig was ontsnapt, de waarheid
hebben opgemaakt. Maar hij was te ongelukkig om er nu
op te letten.
„O Roy is nog te Parijs. Zij hebben vandaag gehoord
hij al vast met tegen het eerste voorstel te stemmen.
En zoo gaat het ook bij de stemming over de volgende
voorstellen. Als zij ten slotte alle verworpen zijn,
is de toestand dadelijk anders. Nu velen gezien
hebben dat er voor hun lievelingsdenkbeeld geen meer
derheid te vinden is zijn zij bereid hunne stem
te geven aan het voorstel, dat er het naast bijkomt;
sommigen van hen echter niet dan met eenige wij
ziging.0 Er is iets in hot voorstel waarmede^ zij zich
onmogelijk zouden kunnen vereenigen en dat iels moet
er uit worden weggenomen of althans veranderd. Zij
wier voorstel de meeste kans heeft gehadhebben uit al
de stemmingen die hebben plaats gehad kunnen op
maken welke bedenkingen tegen hnn voorstel daaraan
eenige stemmen hebben ontroofd, en bevlijtigen zich om
dion° steen des aanstoots nit den weg te ruimen. Men
gaat opnieuw aan het werk overlegt nog eens en nog
eens, neemt uit het voorstel van een ander iets over,
laat uit het zijne iets wegen als zulkjj een voorstel
dan in stemming komtdan heeft het kans met groote
meerderheid te worden aangenomen. Met groote
meerderheid; alleen zij die er zich volstrekt niet
moe vereenigen kannenwier beginselen er lijnrecht
tegenover staan, in wier schatting het niet anders dan
verderfelijke gevolgen kan hebben alleen zij stemmen
er ten slotte tegen. Maar allen die ongeveer dezelfde
richting nit willen gaan en die uit de vorige stemmingen
hebben geleerd dat in dio richting dit gewijzigde voor
stel het eenige is dat kans van slagen heeftdie allen
stemmen er ten slotte voor.
Toen op 12 April al de 14 ingediendo voorstellen wa
ren verworpen, werd het voorstel van den heer Nyssens
onmiddellijk ingediend. Men zag toen blijkbaar reods
duidelijk in, langs welken weg de vereischte meerderheid
van 2/3 der stemmen gevonden kon worden. Toen dit
voorstel nu zes dagen later in stemming kwam werd
daarop een wijziging voorgesteld door den heer Graux
86 leden verklaarden zich daarvoor 47 stemden tegen,
12 stemmen werden in blanco uitgebracht. De meerder
heid der vergadering bleek dns met een regeling van het
kiesrecht, volgens den heer Granx, nog meer ingenomen
te zijn dan met het voorstel Nyssens; maar de heer
Graux kon geen 2/3 der leden met zich krijgen, en zijn
voorstel werd alzoo verworpen. Het voorstel Nyssens
bleef alleen over, en ten slotte gaven op 18 April velen
van hen, die zich voor de wijziging volgens den heer
Graux hadden verklaard, ook aan dit voorstel hnnne stem.
Zij wisten nu zeker, dat er in hnnne richting geen andere
oplossing mogelijk was.
Wij hebben deze geschiedenis nog eens in herinnering
gebrachtom op te komen tegen een eenzijdige en daar
om onjniste voorstellingdie thans van den loop der
zaak wordt gegeven. Men beweert namelijkdat het
voorstel-Nyssens zijn aannemen heeft te danken aan de
werkstaking en de oproerige houding van een deel der
bevolking. Ons komt het voordat de eenvoudige ge
schiedenis der zaak de onjuistheid van die bewering dui
delijk aantoont. Na de verwerping der 14 voorstellen op
dat hij niet bij tijds voor het concert kan terug zijn. Ik
ben het, die u dit verdriet heb veroorzaakt. Ofschoon, hoe
het gekomen is, weet God alleen. Luister, ik zal u precies
vertellen hoe alles is gebeurd."
Zij hadden nu een park bereikt en zij zetten zich op een
bank onder een grooten boom. Frithiof kon bet niet van
zich verkrijgen Sigrid aan te zien hij dorst de uitwer
king zijner woorden niet gade slaan hij vestigde zijne
oogeu op de schapen, die op het grasveld tegenover hen
weidden. Toen vertelde hij bedaarden uitvoerig alles, wat
dien namiddag was gebeurd.
»Ik ben blijde", riep zij uit toeu hij zweeg «dat de
heer Boniface zoo goed voor u was. Maar hoe is het mo
gelijk dat hij zoo iets van u kan gelooven
«Gelooft gij het dan niet?" vroeg hij haar scherp
aanziende.
«Wat! gelooven, dat gij het zoudt hebben genomen,
zonder het te weten dat gij het nit de lade hebt genomen
en in uw zak gespeld Natuurlijk nietAls iemand ijlt
kan hij, geloof ik, alles doen, maar gij zijt gezond. Natuurlijk
hebt gij bet niet gedaan, niet bewust en niet onbewust."
»Maar bet was toch in mijn zak en de logische gevolg
trekking is, dat ik het er in heb moeten steken," zeide
hij met spanning haar aanziende.
«Ik geef niets om logische gevolgtrekkingen," riep zij
met eene driftige beweging van haar voet. Ik weet alleen
dat gij het niet hebt gedaan. Al moest ik er voor sterven,
ik zon het tot mijn laatsten ademtocht volhouden."
Hij greep haar hand en hield die vast.
»Indien gij nog in mij gelooft", zeide hij, »is het ergste
voorbij. Voor de rest van do wereld is mijn goede naam
verloren maar daaraan is niets te doen."
»Maar er moet iets aan te doen zijn zeide Sigrid.
Iemand moet de schuldige zijn. De andere man in den
winkel heeft het zeker in nw zak gestoken."
»Waarom zon hij het hebben gedaan zeide Frithiof
treurig. «En hoe zon hij het hebben knnnen doen, zonder
dat ik het bespeurde?"
»Dat weet ik nietzeide Sigrid die nu de moeie
lijkheid eener voldoende oplossing begon in te zien. Wat
is hij voor een man?"
«In den beginne mocht ik hem niet lijden en hij had
natuurlijk een hekel aan mij omdat ik een vreemdeling
was maar in den laatsten lijd konden wij vrij goed over
weg. Hij lijkt een fatsoenlijk man en ik geloof geen oogen-
blik, dat hij zou kunnen stelen."
«Een van u beiden moet het hebben gedaan zeide
Sigrid, »en daar ik zeker nooit zal gelooven, dat gij het
zijt geweestmoet de ander schuldig zijn."
Frithiof zweeg. Als hij haar dat niet toegaf, moest hij
dan niet de verklaring van den heer Boniface aannemen
Het vreeselijk raadselachtige dezer zaak was haast meer
dan hij kon dragen het verleden was treurig genoeg ge
weest maar hij had nooit de ellende gevoeld, onschuldig
te zijn en toch zijne onschuld niet te kunnen bewijzen.
Sigrid die hem bezorgd aanzag kon zelfs in het half
duister zien dat eene zorgvolle uitdrukking zijn gelaat
overschaduwde. Zij liet de onoplosbare vraag rusten, hoo het
geheim kon worden opgehelderd en poogde de zaak zoo
licht op te vatten als mogelijk was.
»Hoor eens, Frithiof," zeide zij, «waarom zonden wij
tijd en moeite verspillen met er over te tobben Voor ons
zeiven maakt het geen verschil. De werkuren moeten na
tuurlijk zeer onaangenaam zijnmaar t'huis moet gij al
het onaangename vorgeten t'huis zijt gij mijn held, on
rechtvaardig beschuldigd die de straf draagt van eens
anders misdaad."
Hij glimlachte even getroffen door haar hartelijken
toon en iu weerwil van zieh zelfopgebeurd door haar
volkomen vertrouwen in hem. Maar den geheelen nacht
zocht hij in slapelooze wanhoop, naar eene mogelijke
oplossing van het raadsel van dien namiddag en martelde
hij zijn brein om zich alles te herinneren wat hij had
gedaan sedert het ongelukkige oogenblikdat Sardoni
had gevraagd de banknoot te wisselen.
Het natuurlijk gevolg was, dat hij den dag begon met
doffe hoofdpijn; hij sprak nauwelijks bij het ontbijt en
toen hij uitgingzag hij er zoo ziek uitdat Sigrid
vreesdedat hij zijn werk niet zon knnnen afdoen. Het
was onbegrijpelijkdacht zij, dat het noodlot zoo onver
biddelijk hem vervolgde en dat, nu eindelijk zijn leven
dragelijker scheen te worden bij het slachtoffer mo es