Een stoere Noorman.
No. 55. Tweede blad. Vijf en Negentigste Jaargang,
1893.
ZONDAG
7 MEI.
Buiten de grenzen.
FEUILLETON.
PARIJSCHE BRIEVEN.
uktiuRstin: comm.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar f O,SO; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers 0,06.
Prijs der gewone Advertentiën s
Per regel O,IA. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer3
Zijn in Frankrijk de hekken verhangen Durft een
Minister een afgevaardigde een volksvertegenwoordiger,
onder het oog brengen dat er ook voor hem een wet
bestaatwaaraan hij zich heeft te onderwerpen als ieder
gewoon burger Waagt hij het, van hem gehoorzaamheid
te eischen aan de bevelen der overheid met de uitvoe
ring der wetten belast? Van zulk een ongewoon schouw-
spel zijn wij dezer dagen getuigen geweest. Toch ligt
het ons nog versch in het geheugen dat leden der Fran-
sche Kamer, met driekleurige sjerpen omhangenals
onschendbare personen een oproerige menigte tegen po
litie en gewapende macht beschermden en aan de hand
havers van het gezag wisten te beduiden dat zij zich
behoorden terug te trekken zoodra een volksvertegeu -
woordiger kon goedvinden hunne taak over te nemen en
zijn wil en inzicht te stellen tegenover de wet. Thans
wordt een afgevaardigdedie op 1 Moi te Parijs dezelfde
rol wilde spelendoor de politie gearresteerd en als
hij zich wil verzetten, wordt er geweld tegen hem ge
bruikt. Zijn geheiligd hoofd komt in onzachte aanraking
met den stok van een gewonen politie-agent. De beleedigde
afgevaardigde beklaagt zich daarover in de Kamer, en
zjj springt op van verontwaardiging over zulk een schen
nis van de majesteit der natie Zij jaagt den Minister
wegdie zulk eene wandaad ongewroken laat Niets
daarvan De Minister antwoordt kalm en eenvoudig, dat
leden der Kamer behandeld worden en behandeld zullen
worden als gewone burgers dat men hen in verzekerde
bewaring zal nemen wanneer zij wanorde stichten en
dat men ook tegen hen zoowel als tegen ieder ander ge
weld zal gebruiken indien zij zich gewelddadig verzet
ten. De Kamer hoort hetgeeft den Minister gelijk
en verklaart met groote meerderheid zelfs een nader
onderzoek van het gebeurde onnoodig!
Het schijnt alzoodat Regeering en Volksvertegen
woordiging in Frankrijk zich de ondervinding van den
laatsten tijd ten nutte hebben gemaakt en door schade
en schande wijs zijn geworden. Opruiende leden der Ka
mer worden in hechtenis genomen; wethouders, die aan
verboden samenscholingen op de openbare straat deel
nemen worden in hun ambt geschorst. Er is dus weer
een Regeering aan het bewind, die haar plicht durft be
trachten en niet voor een interpellatie in de Kamer uit
den weg gaat. Die houding boezemt vertrouwen in. Een
zwakkeaarzelendezich verschuilende en verontschul
digende Regeering wordt omvergeworpen maar een Re
geeringdie voor haar taak berekend blijkt te zijn, orde
en wet met kracht handhaaft en zich niet stoort aan wat
rumoer en groote woordenwordt geëerbiedigd en ge
steundook door de Fransche Kamer.
Zal het lot der duitsche legerwet reeds beslist zijn
als deze woorden gelezen worden Uitzicht op aanneming
schijnt niet meer te bestaan. Vergeefs heeft de Rijks
kanselier Bismarck's voorbeeld navolgendegewezen op
de noodzakelijkheid die er voor Duitscbland zou kunnen
geboren worden om naar twee zijden front te maken, naar
Een roman, naar het Engelsch, van Edna Lyall.
68) o
»lk heb zoo verlangd te komen en met u te spreken,'
zeide zij >maar gister hadden wij het erg druk. Vader
en moeder spijt bet zoo en ze zijn boos op den heer Horner,
omdat hij zich zoo onvriendelijk heeft gedragen."
«Zij zijn zeer goed," zeide Sigrid lusteloos. «Natuurlijk
zonden de meeste patroons Frithiof hebben vervolgd of
minstens hem hebben ontslagen."
«Maar, S;grid hoe is het te verklaren? Dat moeten
wij uitvinden. Wie kan de banknoot in zijn zak hebben
gestopt
«Wat! riep Sigrid. «Zijt gij niet van de meening van
den heer Boniface, dat hij het heeft gedaan zonder bet te
weten
«Ik riep Cecil hartstochtelijk. «Nooit nooitIk ben
er zeker van dat hij het niet heeft gedaan."
Sigrid sloeg hare armen om haar heen.
«Oik heb u liefomdat gij dat zegtriep zij uit.
Het was de eerste werkelijke troostdien zij sedert
het ongeluk ondervond en ofschoon zij zich voor Frithiof
goed hield was zij in zijne afwezigheid vreeselijk bezorgd
en neerslachtig. Maar met den troost kwam een nieuwe
smartwant op dat oogenblik raadde zij Cecil's geheim
Misschien was het de gloeiende wa.ng, die tegen de hare was
gedrukt of misschien eene trilling in Cecil's stem, toen
zij zoo heftig haar vertrouwen in Frithiof uitsprak.
Die gedachte vervulde haar met bitteren toorn tecen
Blanche. «Heeft zij niet alleen het leven van Frithiof,
maar ook dat van Cecil ongelukkig gemaakt?" zeide zij
bij zich zelve. Eu wanhopig dacht zij aan de toekomst
en het treurig verleden. «Als Blanche er niet was ge
weest zou hij haar nnasehte-rt-hebbem-bemind ik go-
het westen en naar het oosten. Vergeefsch was zijn be
roep op de vaderlandsliefde van den Rijksdag ter wille
van de westelijke en oostelijke grenslandendie tegen
een vijandelijken inval volkomen veilig behoorden te zijn.
De uitbreiding onzer strijdkrachten, zeide hij, wordt niet
voorgesteld met eenig oorlogzuchtig doelmaar tot ver
zekering van den vrede. De sterke wordt ontzien en met
rust gelaten. Wij zouden een mogelijken oorlog niet
met dezelfde zekerheid tegemoet kunnen gaan als in 1870.
De eer, het bestaan, de toekomst van het vereeuigdeDuitsch-
land zijn met de aanneming van dit voorstel gemoeid.
Wij hebben Elzas-Lotharingen met Duitschland vereenigd,
en zijn verplicht aan de bewoners van dat Rijkstand
volkomen veiligheid te waarborgen. De diplomatie alleen
is daartoe niet voldoende, ons leger moet aan allen eer
bied inboezemen en van eiken aanval afschrikken. Van
ons zal geen aanval uitgaan, wij zullen den krijg niet
ontketenenmaar als hij losbreekt, behooren wij zoo
zeker van de overwinning te wezen als onze krachten
toelaten, en wat wij aan mannen en geld vragen gaat
onze krachten niet te boven. Wij moeten den oorlog, als
hij tegen onzen wensch onvermijdelijk mocht worden
aanvallender wijze kunnen voeren niet wachten totdat
do vijand over onze grenzen komtmaar het tooneel van
den strijd brengen op het vijandelijk gebied. Zoo alleen
kunnen wij ons doel bereiken een snellen korten oor
log, die van een nieuwen oorlog afschrikt.
Op die wijze sprak de Rijkskanselier, maar zijn woor
den hebben de gewenschte uitwerking gemist Het was
niet de eerste maal dat dit schoono lied werd gezongen;
men is er in Duitschland aan gewoon geraakt en zoo
is de machtige indruk die het eenmaal maakte, allengs
verloren gegaan. Men luistert niet meer, en bij de
treffendste woorden wendt de meerderheid van den
Rijksdag zich af. Dat kennen wij roept zij koel en on
bewogen uitdat hebben wij meer gehoord het is altijd
het oude liedmaar dat kan niet eindeloos worden her
haald wij kunnen niet telkens en telkens weer een
nieuwe aanvraag om versterking van strijdkrachten om
dezelfde redenen inwilligen. Er zijn zekere grenzen die
wij niet kunnen overschrijden en die grenzen hebben
wij bereikt.
Van het Centrum is een bemiddelend voorstel uitge
gaan. De afgevaardigde von Huene meende dat wel niet
het geheele voorstel der Rijksregeering kon worden inge
willigd, maar dat toch eenige uitbreiding van de bestaande
legersterkte kon worden toegestaan zonder de grenzen
van de draagkracht der Duitsche natie te overschrijden.
Slechts weinigen zijner partij zijn echter van dezelfde
meening, en zoo schijnt ook de verwerping van zijn
voorstel zeker te zijn, ofschoon de Rijkskanselier het
voor het Duitsche Rijk en voor Pruisen aannemelijk
heeft verklaard. De Keizer, van zijn bezoek te Rome
teruggekeerd, heeft de houding van Caprivi goedgekeurd
en hem, voor het geval van verwerping zoowel van de
wet als van het voorstel von Huene, bereids gemachtigd
den Rijksdag te ontbinden. Zoo wordt alhans vrij alge
meen verzekerd. Anderen daarentegen beweren dat de
keizer zijn toestemming om het bemiddelend voorstel-von
Huene aannemelijk te verklaren alleen heeft gegeven, omdat
Caprivi hem de aanneming daarvan als genoegzaam zeker
had voorgesteld. Mocht het nu anders uitvallen, dan zou
de Rijkskanselier naar hunne meening zelf wel eens ge
vaar kunnen loopen.
In Engeland stijgtnaarmate de beslissing nadert, de
spanning, waarin het gansche land door Gladstone's voor
stel tot toekenning van zelfbestuur aan Ierland gebracht
is. De oproerige beweging in het noorden van Ierland
die openlijk op een afstand doeltis voor het oogenblik
tot stilstand gekomen maar redevoeringen adressen
optochten en betoogingen tegen do wet blijven aan de
orde van den dag en getuigen van eene sterke verdeeld
heid. Gladstone handhaaft zijn ouden room als macht
hebber over het woord maar zijn welsprekendheidhoe
warm ook toegejuicht door zijne medestanders, maakt op zijn
tegenstanders geen indruk. Daarvoor is de zaak van te veel
gewicht en staan de gevoelens te scherp tegenover elkan
der. Even onverzoenlijk blijven de werkstakers onder de
dokwerkers tegenover de aaneengesloten reeders standhou
den. Ditmaal gaat de werkstaking niet uit van een ge
schil over loon of werktijd, zij is gericht tegen het in
dienst nemen van werklieden, die niet tot de vakver-
eenigingen behooren. Zoolang er nog werklieden te vin
den zijn die zich niet bij de vereenigingen hebben aan
gesloten aldus redeneeren de werkstakers, kunnen wij
do reeders niet dwingen. Het geldt hier dus niets meer
of minder dan de vrijheid van den arbeid. Dit maakt
den tegenstand der reeders begrijpelijk, hoe zwaar ook
reeds de verliezen voor den handel mogen zijn, en hoe
sterk het verkeer in sommige engelsche havens reeds
moge zijn afgenomen.
XIV.
Parijs, 30 April 1893.
De Cacao van Houten. Wie kent niet de cacao van
HoutenIn de geheele wereld is er wellicht geen product
hetwelk zoo bekend is als dit voortbrengsel van hollandsche
nijverheid. Geene schutting blijft langer dan 24 uren ledig,
dadolijk komt van Houten u vertellen dat zijne cacao de
beste is, zuiver en oplosbaar, in poeder, beter dan alle
mogelijke chocolade. Te Parijs tijdens de groote tentoon
stelling werden millioeneu kopjes cacao geledigd, ze smaakte
lekker zoowel op het Champ de Mars, in het echt hol-
landscn huisje, en geschonken door vier aardige boerinne
tjes; ze was ook eene welkome drank bij de cadetjes en
krentebroodjes in de bakkerij De Haan. Dagelijks wordt
in duizende huisgezinnen deze drank gebruikt als eerste
ontbijt, en tot voor weinige dagen wisten wjj niet beter
of ieder die ze gebruikte, bevond er zich welbij. Dames
en kinderen met zwakke magen verorberden iederen
morgen volle kopjes, en klaagden nooit dat hun dit in
ingewanden of verder organisme in het minste schaadde,
en zeker zouden wij ons geheele leven lang rustig het
product van den heer Scheffer doordrinken, en er misschien
honderd jaar oud bij worden, zoo niet plotseling van
loofdat hij het zou hebben gedaan. En o hoe ge
lukkig zou zij hem hebben gemaakt hoe geheel anders
zou zijn geheele leven zijn geweestMaar nu met schande,
schulden en een verzwakte gezondheid is dat alles voor
hem onmogelijk. Blanche heeft hem zelfs van de macht,
lief te hebben beroofd zij heeft zijn hart gedood. Hare
afschuwelijke coquetterie heeft het leven van twee rnen-
schen^ rampzalig gemaaktwaarschijnlijk van meer, want
Frithiof is niet de eenige man dien zij heeft bedrogen.
O waarom geeft God aan vrouwen de macht zulk eene
ellende in de wereld te brengen
Zij werd uit hare toornige gedachten gewekt door de
stem van Cecil, die weder zacht en bedaard, niet langer
heftig was
«Weet gij Sigrid," zeide zij «mijn hoop is op Roy
gevestigd.Hij komt heden avond t'huis en hij staat er
geheel buiten misschien kan hij het raadsel oplossen. Ik
ga hem afhalen van Charing Cross en als wij naar huis
rijden zal ik hem alles vertellen."
«Komt hij van avond t'huis?" zeide Sigrid. «O, wat
ben ik daar blijde om! Maar daar is Swanhild terug. Gij
moet er niet over spreken als zij er bij is want wij heb
ben het haar niet verteld er was geen reden om haar
treurig te maken en Frithiof vindt het aangenaam, dat een
ten minste niet door zijne zorgen lijdt."
«Ja, dat begrijp ik," zeide Cecil. «Swanhild is een
kind dat ieder voor verdriet zou willen bewaren. Hebt
gij' waarlijk er niet op tegen dat ik blijf? Zijt gij' niet
liever alleen van avond
«O neen neen 1" zeide Sigrid. «Blijf, als het u belieft,
Het zal voor Frithiof een bewijs zijn, dat gij niet slechter
over hem denkt na het gebeurde het zal hem zooveel
genoegen doen."
Zij gingen terug naar de zitkamer en begonnen het
avondeten gereed te maken en toen Frithiof weldra binnen
kwamwas het eerste wat hij zag Cecil's lief en open
gelaat. Zij stond aan de tafel de bloemen te schikken,
maar ging hem dadelijk te gemoet om hem te begroeten.
Haar kleur was een weinig hooger dan gewoonlijk, haar
handdruk een weinig warmer, maar overigens gedroeg zij
zich, alsof er niets was gebeurd.
«Ik heb mij zelve zonder complimenten op het avond
eten gevraagd," zeide zij, «want ik moet Roy om half
negen afhalen."
«Het is heel goed van u, dat gij zijt gekomen,"zeide
Frithiof dankbaar.
Zijn bezoek bij Donati had hem veel goed gedaan en hem
door een moeilijken dag in den winkel geholpen maar
ofschoon dit een goed begin was en hij zijn nieuw leveu
dapper had aangevangen en veel onaangenaams geduldig
had verdragen toch was hij erg moede en terneer gesla
gen juist in eene stemming om te verlangen naar men-
schelijke sympathie.
Dit heeft Lance voor u mede gegeven zeide zij
terwijl zij hem de passiebloem gaf, en hij glimlachte, toen
zij de woorden van het kind herhaalde.
Hij was aangenaam getroffen en het gesprek aan tafel liep
grootendeels over de kinderen. Hij vroeg bezorgd naar
den heer Boniface en toen spraken zij over het concert
van den vorigen avond en hij vertelde iets van Donati's
vriendelijkheid jegens hem. En toen Sigrid eu Swanhild
bezig waren in de keuken, verhaalde zij hem, wat zij wist
van Donati's vroeger leven.
«Ik heb nooit iemand ontmoetzooals hij zeide
Frithiof. «Als er heiligen en helden zijn is hij er een,
maar zonder een zweem van het ascetismus, dat iemand
bij de meeste goede menschen hindert. Dat de afgod van
de opera zulk een man is lijkt mij een wonder."
«Gij bedoeltomdat hij aan zooveel verleiding is bloot
gesteld
«Ja; men zou denken dat zulk eene groote populari
teit iemand verwaand en zulk een buitengewone stem
hem zelfzuchtig eu onverschillig voor anderen zou maken;
iemanddie zoo wordt nageloopen, moet zich licht boven
anderen verheven achten in plaats van zooals hij beruid
te zijn de vriend te wezen van ieder, die in nood ver
keert."
«Ik ben blijde dat gjj van hem houdt en dat gij met
hem hebt gesproken," zeide Cecil. «Maar zoudt gij mij nu
naar eon cab willen brengen Het wordt mijn tijd."
Het deed hem genoegen dat zij hem dat vroeg en
toen zij afscheid had genomen van Sigrid en Swanhild en.