Een stoere Noorman. Nationale Militie. Nuhoot van dee Veen. Schutterij. No. 63. Tw.ede «.a. Vijf en Negentigste Jaargang, 1893. ZONDAG 28 M E I. Oproeping verlofgangers Onbestelbare JBrieven, Laatste dag der inschrijving DINSDAG 80 MEI, PARIJSCHE BRIEVEN. FEUILLETON. van des middags 12 tot 2 nur. ALKMAARSCHE Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers 0,06. COURANT. Prijs der gewone Advertentiën Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HBRMs. COS- TER ZOON. daarna «Siegfried" en eindelijk »la Crépuscule des Dieux". Een der talentvolste schrijvers, fijn dichter en groot ver eerder van Richard Wagner, de bekende Oatulle Mendès, heeft op zich genomen eene bespreking te houden van 1' Or du Rhin, met begeleiding van muziek en zang, waar door wij nog vóór don avond der grooto voorstelling werden onderwezen en ingewijd in het geheele drama en daardoor beter gevoelden wat de groote meester ons wilde toonen. Hoewel wij mogen aannemen dat de in houd van dit lyrisch drama bij vele lezers bekend is, zoo willen wij die toch nog even in het kort wedergeven. Zooals wij reeds zeiden, is de Walkyrie het tweede deel van de Tétralogie. Volgens de sage is het rijk der wereld verbonden aan een ring, welke door den geest Alboricht gesmeed werd uit het goud, hetwelk hij aan de «ondines" van den Rijn ontnam. Drie godenrassen, de Goden, de Niebelungen en de Reuzen betwisten elkander- dit rijk, en de proloog »1' Or dn Rihn" leert ons hoe die ring in de macht der Reuzen kwam. Erdade godin der aardeopenbaart aan Wotan opperste en vader der Goden, dat uit zijne liefde met eene vrouw der aarde twee kinderen zullen geboren worden, Siegmnnd en Sieglinde goheeten, die op hunne beurt het leven zullen geven aan een zoon, Siegfried, den held, die den ring aan de Reuzen zal ontnemen. In de Walkyrie aanschouwen wij de liefde van Siegmnnd en Sieglinde, en moeten wij hier natuurlijk niet denken aan wereldsche wetten en moraliteit, maar gevoelen dat hier twee jonge menschen zijnvan goddelijke» oorsprong beiden, te midden der gewone stervelingen, en daardoor waardig slechts uitsluitend aan elkander te behooren. Het eerste bedrijf toont ons de oorspronkelijke germaan- sche hut van boomstammen gebouwd en met huiden overdektde decoratieschilders Rubé en Chaperon geven ons daar een prachtig tooneel. Bniten woedt de storm, en wij zien een man binnenkomen, de kleeren in wanorde, uitgeput en ontwapend. Die man is Siegmnnd, die, ver volgd door eene bende vijanden eene schuilplaats vindt in de woning van zijn doodvijand, den woesten Hundig. Deze laatste is echtgenoot van Sieglinde, de jonge vrouw nadert den onbekenden gast en heeft medelijden, zij geeft hem te drinken, en dadelijk ontwaakt de liefdede jonge man is uitgerust en wil zich verwijderen. «Waarom reeds vertrekken", vraagt de vrouw, «en wie vervolgt u «Het noodlot vervolgt mij, waarheen ik ook ga, het nood lot nadert, waar ik mij ook ophond. Mogo het van u verwijderd blijven, vrouw, ik vertrek vaarwel 1" Maar wanneer hij reeds bij de deur is, roept Sieglinde hem terug. «Blijf, gij zult het ongeluk niet brengen in het huis, waar het ongeluk reeds woontBeiden hebben elkander begrepen en hij blijft. Hundig komt, en verleent voor één nacht gastvrijheid aan zijn vijand, den vol genden dag zullen zij den tweekamp vechten. Maar Sieglinde waakt, zij geeft haren echtgenoot, die haar ontvoerd heeften van wien zij meer een slachtoffer is, dan de liefhebbende en beminde vrouwps, een slaapdrank in. Zij wapent den geliefden Siegmnnd met het zwaard van zijnen vader Wotanwaardoor hij onverwinnelijk wordten thans gerust gesteld heffen beiden den zang aan der liefde en de achtergrond op het tooneel gaat open en wij zien eene prachtige groene bloemrijke de coratie vol zonlicht en lente welke geheel past bij het zachte karakter en den zang van Sieglinde. Wotan wil zijnen zoon Siegmund beschermen en hij zendt Brunhildeeene der negen Walkyriesgeboren uit Wotan en Erda, godin der aarde, ten einde Siegmund in zijn tweekamp tegen Hundig bij te staanhetgeen ons brengt aan den oorlogskreet der Walkyriesdoor Brunhilde aangeheven «Hojotoho hojotaho heiaha heiaha hahéiMaar de vrouw van den opperste der Goden de godin Freia is jaloersch, en hare ijverzucht is oorzaakdat Wotan van gedachte verandert en aan zijne dochter Brunhilde last geeftzijnen zoon niet te beschermen. Siegmund is een held maar zijn moed is niet handelend, zooals later die van zijnen zoon Siegfried, hij denkt steeds aan het treurige verleden, aan het nood lot hetwelk hem steeds vervolgtdoch gelaten wacht hij zijnen vijand af. De hoofdtrek in Siegmund's karakter is echter het gevoel uit liefde doet hij grootsche, held haftige daden, en wanneer Brunhilde hem aankondigt, dat hij moet sterven, denkt hij het eerst aan Sieglinde. Ver heven klinkt hier zijn zang en door het geheele drama loopt het motief zijner hartstochtelijke liefde dit hooren wij dadelijk reeds in de eerste scène wanneer de mede lijdende vrouw zich over den gewonden gast ontfermt later blijkt die hartstocht in vurige en teedere zangen wanneer Siegmund en Sieglinde elkander hunne liefde bekennen. In het tweede bedrijf klinkt het motief ang stig en vol melancholie, wanneer de beide vluchtelingen vermoeid op de bergen komen en steeds zullen wij het hooren door het geheele drama in verschillende gedeelten, hetzij heldenmotieven of rouwmotioven en in een ander deel der Tetralogie in de Trenrmarsch bij het lijk van Sieg fried. Het tweede bedrijf toont ons eene wilde streek in de bergen maar het grootste decoratieve effect zagen wij in de derde actemet rotseneen bosch van pijn- boomen, eene wilde grot, en in de wolken de Walkyries te paard. Tot nog toe bediende men zich van electrici- teit om den tocht der heldinnen in de lucht weer te geven hier echter vliegen deze moedige maagdefl wer kelijk door de lucht, te paard, en met hare lange witte kleederenvlottende haren en mantelsmen kan van uit de zaal niet zien hoe dit effect wordt verkregen doch het is in alle opzichten uitstekend geslaagd. In het orkest hoort men den hoefslag der paardende zang der heldinnen is wild en scherp een voor een vliegen zij door de lucht en komen op het tooneel het geweld van zang en muziek verhoogen. Wijzen wij eindelijk nog op de veroordeeling van Brunhilde door haren vader Wotan, die niet tevreden, dat hij zijnen zoon Siegmund doodde, door hem het zwaard in de hand te breken ook nog zijne dochter Brunhilde veroordeelt, omdat zij tegen zijn verbod de kinderen van haren vader wilde beschermen. Op hare bede echter roept Wotan den God Logne aan om een muur van vlammen rondom zijne dochter te verheffen. Zij zal slapen omringd door die vlammen BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR roepen bij deze op de verlofgangers van de militie te landbinnen deze gemeente hun verblijf houdende van alle lichtingen, dus ook van de lichting 1886, voor zoover zij vóór 1 April 1893 in het genot van onbepaald verlof waren gesteld, om zich op Dinsdag, den 13 Juni dezes jaars, des voormiddags te 10 uren, te laton vinden vóór het raadhuis dier gemeente, om aldaar door of van wege den Militie-Commissaris te worden onderzocht, ge kleed In uniform en voorzien van al de door hen van het korps medegebrachte kleeding- en equipement- stukken, benevens zakboekje en verlofpas. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. Maclaine Pont. 24 Mei 1893. De Secretaris, verzonden gedurende de le helft van Mei 1893 J. Bakkem Amsterdam S. WallaartDordrecht P. v. d. VeldenSchoorlN. van Esch Utrecht. Van Broek op Langedijk: Van Zanten Amersfoort. XV. Parijs, 21 Mei 1893. La Walkyrie, lyrisch drama in drie bedrijven van Richard Wagner, fransche tekst van Victor Wilder. De Wagner-vereerd eis, en zij zijn velen te Parijs, ju belen en triomfeeren, de groote Opera gaf ons Die Wal- kiire, voorzeker de grootste gebeurtenis op muzikaal ge bied in dit speelseisoen. Dat Lohengrin hier reeds zulk een buitengewoon succes had, was voorzeker reeds veel gewonnen thans na de vertooning van de Walkyrie heeft Wagner eindelijk ook te Parijs de plaats veroverd, welke zijn genie zoo ten volle verdient. De Walkyrie maakt deel uit van de Tétralogieeene opeenvolging van vier muzikale drama's; de eerste is hier getiteld »1' Or du Rhin", dan volgt de «Walkure", Een romannaar het Engelsch, van Edna Lyall. 76) o- Hij dankte haar met eene dankbaarheid, die aandoen lijk was. «Ik ben in eene begrafenisvereeniging zeide hij, zijne krachtelooze vingers naar het vuur uitstrekkende «daar voor heeft zij dus niet te zorgen zij zullen mij deftig begraven en dat zal eene voldoening voor haar zijn, arme meid. Ik heb er dikwijls aan gedacht, als eene rijke-lui's begrafenis den tram tegenkwam maar ik had nooit ge dacht dat het zoo spoedig zou gebeuren. Ik ben pas vijf en dertig en dat is niet ond voor een man." «Het werk was te zwaar voor n zeide Prithiof. Ja mijnheer het is de waarheid, wat gij daar zegt, en menig ander gaat het als mij. Het is een ongelukkig, moeie- lijk bestaan maar ziet gij ik verdiende vier en een halven shilling daags en als ik niet vol hield, hadden vrouw en kinderen niet te eten er zijn duizenden, die geen werk hebben, en dan denkt een man er nog eens over, voordat hij het opgeeft." «En hij heeft een tijdlang zes shillings gehad," zeide de vrouw opziende maar de maatschappij is bitter hard en omdat hij eens twee stuivers niet kon verantwoorden hebben zij zijn tractement verlaagd." «Ja, dat vond ik hard en ik kan niet ontkennen, dat ik dien dag heb gevloekt," zeide Hallifield. «Maar de maatschappij behandelt ons niet als menschen, zij behan delt ons als slaven. Zij hadden kunnen weten, dat ik eerlijk was, maar het lijkt wel, alsof zij er op loeren om iemand te betrappen, en zoolang dat zoo is, zijn er velen, die hnn best doen om te bedriegen." «Maar wordt er niets gedaan om de werkuren te ver minderen, om de menschen aan het verstand te brengen, dat het zoo niet kan vroeg Sigrid. «O, ja, juffrouwdaar hebt gij mevrouw Reaney, die haar best voor ons doet," zeide Hallifield. «Maar het gaat niet gemakkelijk. Als wij twaalf nren werktijd en om den anderen Zondag vrij hadden, juffrouw, zonden zij misschien geen negen percent van hnn geld trekken, zooals nu." «Zij zijn niet beter dan moordenaars 1" zeide Prithiof driftig. »Nn," zeide Hallifield, «dat heb ik soms ook gedacht. Maar ik weet zoo weinigik heb nooit tijd gehad om te lezen en ook niet om mijn godsdienst waar te nemen, nauwelijks tijd om te eten en te slapen. Ik geloof niet, dat God gestreng zal wezen voor een man, die zijn best heeft gedaan om zijne vrouw en zijne kinderen het noo- dige te kunnen geven, en ik zal niet klagen, als Hij mij slechts stil laat zitten en niets doen, want ik ben dood moede." Hij had met eenige kracht gesproken, maar nu zonk zijn hoofd achterover en zijn vingers klemden zich kramp achtig aan de dekens. Met een luiden kreet sloeg de arme vrouw hare armen om hem heen. «Hij sterftsnikte zij «Hij sterft 1 John, o mijn John 1" «Negen percent van hnn geld!" dacht Prithiof. «Mijn God, konden zij dit eens zien Nadat hij alles had gedaan, waarmede hij kon helpen, ging hij naar zijn eigen woning, maar liet Sigrid nog bij de arme weduwe. Wat hij had beleefd, had een diepen indruk op hem gemaakthij had nog nooit iemand zien sterven en de gedachte aan de aandoenlijke bekentenis van Hallifielddat hij goen tijd had gehad voor iets anders dan voor de zorgen des levens, kwam telkens weder bij hem op. «Dat is een sterfbed, dat er niet had moeten zijn," dacht hij. «Het was een gevolg van het jagen naar rijk dom. En toch zijn de aandeelhouders niet slechter dan andere menschen het is alleen, omdat zij niet nadenken, of als zij het al eens doen, zich laten wijs maken, dat de klachten overdreven zijn. De menschen laten zich gemakkelijk overtuigen, als zij gaarne overtuigd willen zijn, als hnn belang het meebrengt, dat alles blijft zooals het is." Hij kon niet slapen en lag te denken over de groote vraagstukken, die zoo dikwijls hem hadden bezig gehou den, het schrille contrast tusschen al te grooten rijkdom en al te groote armoede, het ongelijke levenslot, de ver pletterende concurrentie, de onuitsprekelijke jammer der wereld. Maar zijne gedachten waren niet langer bevlekt door bitterheid en wanhoop, want al kon hij het doel niet zien van alle raadselen des levens, hij vertrouwde in Een, die een doel had, en die ten slotte alle kwaad moet overwinnen, en hij wistdat hij zelf een leven, moest en kon leiden, dat er toe zon bijdragen, dat groote doel te bereiken. Drie dagen later had Hallifield's «deftige begrafenis" uit de modelwoningen plaats en Prithiof, die zijn halven vrijen dag er aan had gegeven om mede te gaan naar het kerkhof, luisterde naar de heerlijke woorden van den lijkdienst en dacht, dat waarschijnlijk de tram-conducteur nooit tijd had gehad om te hooren, wat de apostel Paulas zegt van de opstanding. Was er niet iets verkeerds in een systeem, dat een mam zoo uitputte, dat zijn hoogsto wensch op zijn sterfdag was, te kunnen rasten en niets te doen? Hoe kon dit groote kwaad, het te lang werken van velen en te groote ledig heid van enkelen worden bestreden? Een socialisme dat allen op een gelijke lijn drong, was erger dan nutteloos. De liefde tot de vrijheid was te diep geworteld in zijne Noorsche natuur, dan dat dit hem een oogenblik zou hebben bekoord. Hij wenschte met geheel zijn hart zekere radicale hervormingen, maar hij zag, dat zij alleen niet voldoende waren niets dan persoonlijke liefde, niets dan het be wustzijn van persoonlijke verantwoordelijkheid kon een einde maken aan de rampen en de onrechtvaardigheid van het tegenwoordige systeem het eenige ware ge neesmiddel was het leven des Zoons te leven. Telefoonnummer: 3

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1893 | | pagina 5