Buitenland. Binnenland. totdat een held haar komt bevrijden. Die held zal zijn Siegfried zoon van Siegmund en Sieglinde. Wat knnnen wij er meer bijvoegen Gaarne wil ik erkennen dat ik niet de kracht gevoelzulk een werk naar waarde te schatten, en weer te geven, wat ik bij het hooren van zulke muziek en dichtkunst gevoelde. Het geheele eerste bedrijf, het duo van Brunhilde en Siegmund in het tweedede Chevauchée (tocht door de lucht te paard) der Walkyries, het derde bedrijf met het afscheid van Wotan aan zijne dochter, de aanroeping tot den god van het vuurde slaapzang van Brunhildeen de fanfare van haren bevrijder Siegfried vormen een meesterwerkhet zooveelste wereldwonderwaarvan Saint-Saensde bekende fraDSche componistschreef Duizend criticidie ieder duizend regels zonden schrij ven gedurende tien jaren zouden dit meesterwerk even min meer aantasten, als de adem van een kind de Pyra- miden van Egypte zou omwerpen. J. M. T. BEUGIE. Op het te Brussel gehouden Mijnwer kerscongres is den 25 zoowel art. 7 van het program waarin vermeerdering van het aantal mijninspecteurs verlangd wordt, als art. 8 waarin verlangd wordt dat mijninspeetenr uitsluitend personen benoemd worden, die in de mijnen gewerkt hebben, aangenomen. Art. 9, luidende»Er zal geen onderscheid gemaakt worden tusschen de werklieden, die boven den grond werken en bendie onder den grond werken" werd met groote meerderheid aangenomen; eenige engelsche afgevaardigden onthielden zich van stemmingde meeste belgische duitsche, oostenrijksche en franscbo afgevaardigden stem den voor. Den 26 vroeg de radicale afgevaardigde Feron aan de regeering in de Kamer inlichtingen over de uitzetting van Basly en Lamendin. Weliswaar keurde hij het go- drag van deze fransche afgevaardigden tijdens de troebelen aan de grens af, maar hij vond, dat do regeering onhandig te werk was gegaan zij had van Basly en Lamendin niet zooveel notitie moeten nemen. De minister van justitie verdedigde zijn recht om over de grenzen te zetten wien hij wil, zonder dat het Parle ment daarop toezicht heelt uit te oefenen. Basly en La mendin hadden zich vergrepen aan belgische onderdanen. Met 75 tegen 20 stemmen werden de genomen maat regelen en de verklaringen der regeering goedgekeurd. Der tien leden onthielden zich van stemming. fiSTGEIiAlTD. Op eene den 24 dos avonds te Bel tast gehouden vergadering, waar 5000 personen tegen woordig waren, betuigde de oud-minister Salisbury zijnen dank voor de hartelijke ontvangst, hem bereid. Hij zeide, dat de amendementen op het Home-Rule ontwerp, dat alleen Gladstone's werk was en niet het gevolg van uitingen der openbare meening, waarbij de suprematie van het parlement en het veto der kroon werden omschreven geen voldoenden waarborg van bescherming opleverden. Hij was er zeker van, dat het Lagerhuis het outwerp zou aannemen. Aan het slot, zijner rede gaf hij den raad om gematigd te blijven en zich van alle geweldpleging te onthouden. Het huwelijk van den hertog van York zal op den 6 Juli voltrokken worden. ITAI*KE. Giolitti deelde den 25 in de Kamer mede, dat de Koning alleen het ontslag van Bonacciden minister van justitie, had aangenomen en dat Eula, voor zitter van het Hof van cassatie lid van den Senaat belast is m9t de portefeuille van justitie en Gagliardo mede Senaatslid met die van financiën. Het programma der regeeriug blijft overigens onveranderd. De Kamer moest vóór haar uiteen gaan de begrooting aannemen en de hervorming van verschillende instellingen tot stand brengen. Ten slotte vroeg do minister-president eene motie van vertrouwen, welke door den afgevaardigde Fortes werd voorgesteld, doch waarover de beraadslaging tot den 26 verdaagd werd. TWEE EN DERTIGSTE HOOFDSTUK. Eene verandering in de firma. Op een Decemberdag werd er beraadslaagd in de kamer van den heer Boniface. De heer Boniface zelf zat in zijn leuningstoel tegenover het vuur en zijn aangenaam goed hartig gelaat was een weinig bewolkt, want de discussie viel volstrekt niet in zijn smaak. De heer Horner stond met zijn rug tegen den schoorsteen en zag er deftiger en verwaander uit dan ooit en Roy zat aan de tafel aandachtig te luisteren en zijn gemoed lucht te geven door zijn pen driftig in het vloeipapier te drukken, waar door zij volstrekt niet beter werd. »Het is hoog tijd dat deze zaak wordt afgedaan," zeide de heer Horner. »Hebt gij goed begrepen, dat als ik eens iets heb gezegd, ik mij er aan houd? Die Noorweger moet weg of als ons contract afloopt, ga ik heen om nooit terug te keeren". »Ik wensch niet met u te twisten over deze zaak," zeide de heer Boniface, »maar ik zal zeker Falck niet laten gaan. Hem nu weg te zenden zou wreed en onverant woordelijk zijn". »Dat zou het in het geheel niet zijn", zeide de heer Horner driftig. »Het zou slechts zijn, wat gezond verstand en billijkheid voorschrijvon". »Dit is juist, waarover gij en ik van gevoelen ver schillen", zeide de heer Boniface met waardigheid. »Het is niet alleen zijne oneerlijkheid, die mij tegen staat in hem", ging de heer Horner voort, »het is zijne onbeschofte onverschilligheid, zijn onuitstaanbare manier, als ik hem iets gelast". »Ik heb hem nooit anders gevonden dan een beschaafd man", zeide de heer Boniface. Beschaafd! O, ik kan die gekheid niet uitstaan! Ik wil geen beschaafde menschen hebbenik heb een bediende noodig, die zijn plaats kent en met gepaste bescheiden heid antwoord". »Gij verstaat den Noorschen aard niet", zeide Roy. »Hier is een dagblad, dat er eene goede beschrijving van geeft". Hij nam een courant en las met eenig leedver maak de volgende regels voor GRIEK.EAUA'AD. De Koning bracht een bezoek aan het fransche eskader en gebruikte aan boord het middagmaal. Admiraal de Vignes en de beide schouten-bij nacht ontvingen de Verlossers-orde. RTOORWEGBA. In de zitting van het Storthing van den 25 werd met 62 tegen 51 stemmen de volgende door de linkerzijde voorgestelde motie aangenomen »Het Storthing blijve vasthouden aan de voorwaarde, bij besluit van 26 Juni 1892 over de verdaging der consu laatkwestie gemaakt, nl. dat het besluit van het Storthing van 10 Juni 1892 betreffende het instellen van een eigen consulaatwezen voor Noorwegen, vóór het einde van het loopende dienstjaar door den koning uitgevoerd moet worden". De minderheid bestond uit leden der rechterzijde ge matigd-liberalen en één lid der linkerzijde. OOSTEHTRIJK-ROIVGARIJE. Te Simmering bij Weeuon zijn 30 gebouwen, waaronder 13 woonhuizen verbrand. De schade wordt op 200.000 begroot. De delegatie der Cis-Leithaansche Kamers heeft als voorzitter gekozen den heer WindischgrStz, die in zijne rede tot aanvaarding dier betrekking er op wees, dat het verbond met de naburige mogendheden een waarborg voor den vrede is. Graaf Kalnoky, president van den ministerraaddiende de begrooting in. Volgens het algemeen begrootingsontwerp beloopen de totale crediet- aanvragen 100,878.320 florijnen, waarvan afgaat 44.370,180 als overschot van de douane-rechten. De gewone legeruit- gaven zijn vermeerderd met 5.276,800 florijnen, de bui tengewone verminderd met 1,274,800. In het geheel der crediet-aanvragen verschijnt het leger met 127,003,829 en de marine met 12.477,680. De douane-rechten over 1892 zijn 727,334 florijnen hooger dan de raming wa3. HUUGARI JE. In het adres van antwoord der So- branje wordt aan den vorst en de regeering dank gezegd voor de verdediging der nationale belangen. Het huwelijk van den vorst grondvest een nationaal stamhuis en waarborgt het vaderland tegen verschillende gevaarvolle gebeurtenissen terwijl het een slagboom opwerpt tegen pogingen, gericht tegen de zelfstandigheid en de onaf hankelijkheid des lands. De gekozenen der natie zullen alle aandacht wijden aan de voorgestelde wijziging der grondwet en niets anders in het oog houden dan het welzijn van land en troon. VEREEAIGDE STATEST. De geheime politie der tentoonstelling te Chicago heeft den 21 eene bende dieven ontdekt, die van plan was de in de zwitsersche afdeeling tentoongestelde horloges en juweelen te stelen. De dieven hadden onder den vloer dier afdeeling een stellage opgericht en daarop staande een begin gemaakt met het doorboren van den vloer. Waren zij in hun opzet geslaagd, dan hadden zij eene waarde van een kwart millioen dollars kunnen ontvreemden. Geen der dieven is nog aangehouden kunnen worden. De vertegenwoordigers van 17 vreemde landendie aan de wereldtentoonstelling deelnemen, hebben een over eenkomst geteekend om hunne inzendingen uit te sluiten van mededinging, indien het jurystelsel niet aangenomen mocht worden. Tot do 17 onderteekenaars behooren Engeland, Duitschland, Oostenrijk, Frankrijk, Denemar ken, Italië, Rusland, Japan, Portugal, Spanje, Zweden, Zwitserland, België en Britsch Guyana. De commissie voor de prijsuitdeeling, onder het voorzitterschap van Boyd Tatcher, wil n.l., dat eene commissie van deskundigen het verslag zal uitbrengen waarop de onderscheidingen ge grond moeten zijn. De wereldtentoonstelling te Chicago werd den 1 Mei bezocht door 129.200 en van 2 tot met 11 door 163.273 personen. Dit bezoek valt zeer tegen en is volstrekt niet voldoende tot dekking der dagelij ksche kosten. ZUID-AFHIRA. Den 3 Juli zal te Pretoria eene nieuwe bijeenkomst over Swaziland plaats hebben tus schen Loch en Paul Krüger. »Hun edele eenvoud en gemis van alle gemaaktheid getuigen, dat zij nooit onder het juk van veroveraar of onder de roede van een leenheer zich hebben gebogen; een boerenstand, goedhartig, waarlijk nederig en godsdion- stig en tegelijk fier, wanneer fierheid eene deugd is, die eene beleediging van zijn eer of waardigheid hoog opneemt. Als een voorbeeld vermelden wijdat een natuuronder zoeker, toen zijne medewerkers, gehuurde boeren, hun werk niet naar zijn zin hadden gedaan, hun heftig uit schold. De mannen schenen er in het geheel niet op te letten. >Hoe kunt gij daar zoo dom en wezenloos staan, alsof het u niet aanging?" zeide hij nog driftiger. »Het is omdat wij denken, mijnheer, dat zulk een taal een teeken van eene slechte opvoeding is", hernam een onbe vreesde zoon der bergen, wien zelfs armoede niet van zijn gevoel van eigenwaarde kon berooven". »Gij beleedigt mij, door zulken onzin voor te lezen", zeide de heer Horner, wiens toorn heftiger werd, omdat hij wist, dat Roy de waarheid aan zijn zijde had en dat hij Frithiof dikwijls ruw had aangesproken. Maar als gij dezen dief in uw dienst Vergeef mij, maar die uitdrukking kan ik niet toelaten," zeide de hoer Boniface. Niemand, die Frithiof Falck maar een weinig kent, zal hem verdenken van oneerlijkheid". »Nu dan, dien gek, die de manie heeft geld te nemen, dat anderen toebehoort dien zoon van een bankroetier indien gij er bij blijft hem te houden, neem ik mijn kapitaal uit de zaak en ga ik heen. Ik weet wel, dat het juist nu voor u lastig zal zijn, als ik mijn geld uit de zaak neem, maar dit is uw eigen schuld". »Het zou mij misschien een weinig hinderen", zeide de heer Boniface, »maar wat rnjj betreft, zal ik dat gaarne dulden, liever dan tegen mijn geweten te handelen met betrekking tot Falck. Wat zegt gij, Roy?" »Ik ben het volkomen met u eens, vader", zeide Roy, die zich verheugde in de gedachte, dat James Horner's booze plannen zoo kalm werden verijdeld. »Die listige bedrieger heeft u bedot", zeide de heer Homer woedend; »later zal het u berouwen en zult gij zien, dat ik gelijk had". Niemand antwoordde en met een toornigen uitroep nam James Horner zijn hoed en verliet de kamer. Frithiof zag toevallig op van zijn lessenaar, toen de verbitterde man Tweede Hamer. Den 25 werd op voorstel van den voorzitter besloten, de algemeene beschouwingen van geldelijken aard te laten voorafgaan aan de behandeling der verhooging van de indische begrooting voor 1893 ten behoeve van a. den spoorwegaanleg Probolinggo-Panaroekan en b. de afwa tering der Solo-vallei. De heer Bahlmannn acht voorzichtigheid met het toestaan van uitgaven zeer noodig na het terug nemen van verschillende nieuwe belastingen door den minister en door het tegenvallen dit jaar van den koffieoogst. De spoorweg-aanleg zou er toch wel komen met particuliere krachten. Ook de afwatering der Solo-vallei achtte hij volstrekt geen buitengewoon werk, waarvoor geleend mag worden. De heer van Houten, die in hoofdzaak met den gedachtengang van den heer Bahlmann kon medegaan voert verschillende redenen aan, waarom hij deze werken niet ongewenscht acht en ze als buitengewone productieve werken beschouwt. De minister van koloniën, die zuinigheid in Indië noodig blijft achten, betoogde.dat voor dezen spoorwegaanleg zonder reutewaarborg de particuliere nijverheid niet te vinden zou zijn. De afwatering der Solovallei zou zich zelve loonen. Goed afgewaterde velden brengen blijkens de ervaring eene ruime landrente op. De heer Rutgers van Rozenburg zou voor stemmen, maar voor stemmende, doet hij den sprong toch met half gesloten oogen. Hij vreest met den heer van Houten, dat de baten van den spoorweg wel zullen vloeien in de zakken van chineezen, of speculanten, onder wie in Indië een zeker esprit de corps hoerscht en die wel zul len zorgen er niet bij te verliezen. Hij beschouwt het werk echter niet als buitengewoon. De staatkunde des ministers op het gebied der geldmiddelen keurt hij af en hij verzoekt den minister, niet te trachten deze zaak uit een geldelijk oogpunt goed te praten. De minister van koloniën bleef overtuigd van de noodzakelijkheid om met de indische geldmiddelen voorzichtig te zijn, maar achtte het evenzeer noodig het voortbrengingsvermogen van Indië te verhoogen. Derge lijke spoorlijnen kunnen door particulieren niet aangelegd worden zonder rente-waarborg. Dat handige speculanten er alleen voordeel van zullen trekken, betwis.t de regee ring. Zij, die de welvaart van den inlander beoogen, mo gen hunne stem aan dit ontwerp niet onthouden. Tegenover den heer heer van Houten hield hij vol, dat de streek in kwestie zich niet leent tot vereeniging van spoorweg aanleg en landuitgifte. Tegen het eerste ontwerp stemden zestien leden de heeren van der Borch Smits van Ooyen Ruijs van der Schrieck de Ram, Travaglino, Walter, van de Velde, Heemskerk, Harte-, van der Kun, van der Berch, Dobbelmann BeversBahlmann en van Kerkwijk. Het tweede ontwerp, waaromtrent tusschen de heeren Conrad, Land en den minister een technische bespreking plaats had, werd aangenomen met 55 tegen 16 stemmen. Dezelfde heeren stemden tegen, met bijvoeging van de heeren van Karneboek en Michiels en met weglating van den hoer heer Heemskerk, die vóór stemde en vau den heer van der Borch, die afwezig was. Daarna werden eenige wetsontwerpen tot bekrachti ging van onderhandsche verkoopen goedgokeurd; dat van spoorweggrond te Leouwarden aan J. J. Olivier e.s. met 42 tegen 21 stemmen, nadat de heer Huber betwist had, dat eenig landsbelang bij dezen verkoop betrokken was en verklaard had dat hier pressie op de betrokken eigenaren was uitgeoefend door het bestuur van 's lands domeinen aan de volledige toewijding waarvan hij ove rigens allen lof brengt. Do minister van financiën ontkende dat pressie uitgeoefend was en herhaalde, dat hem daar van niets bekend was, toen de heer Huber zich op de stukken beriep ten bewijze van de juistheid zijner op vatting. De Staat had aangedrongen op het stellen van een hek of veekeering, even duur of duurder dan het aan te koopen stuk grond. door den winkel ging, en hij kreeg zulk een woedenden blik, dat hij dadelijk begreep, wat in de kamer van den heer Boniface moest zijn voorgevallen. Eerst toen het tjjd was van sluiten, kon hij met Roy alleen spreken en zoo dra zij op straat kwamenvroeg hij »Wat is er met den heer Hornor heden gebeurd?" Hij heeft eene verhandeling over het karaktor der Noorwegers gehoord, die toevallig in de Daily News stond", zeide Roy glimlachend; »neem de courant mede naar huis, het zal u pleizier doen". Hij haalde het opgevouwen blad uit zijn zak en gaf het aan Frithiof. »Hij zag mij zoo woedend aan, toen hij mij voorbij ging, dat ik dadelijk zag, dat hij iets onaangenaams had ondervonden. »Het doet er niet toe; het is het laatste dat gij van hem hebt te dragen", zeide Roy, met voldoening zijne handen wrijvende. Hij heeft beloofd, dat hij geen voet meer bij ons zal zetten. Denk eens, wat een tijdperk van vrede nu begint". Heeft hij werkelijk zich uit de zaak teruggetrokken?" zeide Frithiof. »Ik was er bang voor. Maar, Roy, ik mag dat niet toelaten ik kan niet dulden, dat gij voor mij zulk een offer brengt." »Een offer?" zeide Roy opgewonden. »Ik heb mij in langen tijd niet zoo vrij en vroolijk gevoeld. Het is oen geluk, dat wij hem kwijt zijn." »Maar zijn geld »Dat neemt hij mede," zeide Roy; »het is voor ons wel een weinig lastig, maar hij zal waarschijnlijk zich zelf meer nadeel doen dan ons en dat is zijn verdiende loon. Als er iemand op de wereld is, dien ik niet kan uitstaan is het mijn waarde neef, James Horner. Dit govoelen werd natuurlijk door Frithiof volkomen gedeeld, maar toch deed het hem leed, dat de heer Horner zijn woord had gehouden en uit de firma was getreden want het geheele najaar had hij gehoopt, dat hij zou toegeven en dat zijn blaffen erger zou zijn dan zijn bijten. Het gevoel, dat hij zulk eene groote verplichting aan de Boniface's had was hem niet aangenaammaar daaraan was niets te doen en hij kon daartegenover stellen dat hij nu voor altijd van James Homer was verlost. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1893 | | pagina 6