Een stoere Noorman.
No. 67.
Vijf en Negentigste Jaargang.
1893.
WOENSDAG
7 JUNI.
Directe Belasting.
PARIJSCHE BUIEYEN.
FEUILLETON.
Buitenland.
ALOAARSCHE EO l KANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementspr js per
3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers f 0,0Bo
Telefoonnummer
Prys der gewone Advertentiën:
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennisdat het kohier der plaat
selijke directe belasting, dienst 1893, op 24 Mei 1893,
onder No. 27, door den Gemeenteraad vastgesteld en bij
besluit van 31 Mei d.a.v., No. 14door Gedeputeerde
Staten van Noordholland goedgekeurd, op beden aan den
gemeente-ontvanger ter invordering is uitgereikt, zullende
dat kohier in afschrift gedurende vijf maandenaanvang
nemende 6 Jnni 1893 ter gemeente-secretarie overeen
komstig art. 264 der gemeentewet voor een ieder ter
lezing liggen.
Bezwaarschriften tegen den aanslag kunnen op onge
zegeld papier bij den Gemeenteraad ingediend worden
binnen drio maanden na den dag der uitreiking van de
aanslagbiljetten, welke uitreiking op 12 Juni 1893 be
paald is. Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, 'A. Maclaine Pont.
5 Juni 1893. De Secretaris,
Nuhout van dbr Veen.
XVI.
Parjjs., <81 Mei 1893.
Gelukkig behoeft men boven eene kroniek niet altijd
een titel te plaatsen, doeh zoo ik dit thans moest doen,
zoo zon ik er boven zetten Allerlei of Van alles wat.
Wij leven n.l. thans hier in een half saisoen, half winter
en half zomer, en is het maar jammer dat wij gewoon-
ljjk tijd te kort komen, om alle gebeurtenissen na te gaan,
alle feiten op te teekenen en alle vermakeljjkheden na
te loopen.
Beginnen wij met een kjjkje op het gebied der sport,
en wel het eerst het wielrijden, dan wijzen wjj op den
prachtigen wedloop van Bordeaux naar Parijs, zjjnde 572
kilometersen welke gewonnen werd door de beide
kampioeuen Cottereau -en Stephaue, die al de anderen
vóór bleven, en gedurende 26 nren naast elkander voort-
pedaleerden in de winkelkast van het huis Clément, een
der eerste fraasche eycle-fabrikanten zagen wjj heden
morgen de machine, waarmede Cottereau den prjjs won.
Verder is het terrein, waar eenmaal Buffalo met zijne
roodhuiden lag, thans ingenomen door een groot Velo
drome, waar in den namiddag wedrennen worden gehouden
door liefhebbers en vakmannen in het wielrijden, en
gingen wij daar gisterenmiddag heen en zagen er Zim-
mermann, den bekenden Amerikaan, die meer dan 13
meter in de seeonde aflegde over een korten afstand vau
een paar honderd meter.
Een andere sport bestaat nog steeds, en zelfs meer en
meer in de paardenwedrennen, doch het stelsel van wedden,
bet gewettigde »Pari-Mutuël" begint zeer wrange vruchten
af te werpen. De kleine beurzen raken op snelle wjjze
ledig, duizenden zijn door dit gevaarljjke spel reeds tot
den bedelstaf gebracht, en verscheidene dier ongeluk-
kigen maakten in wanhoop een einde aan hun leven.
Overal rondom Parijs en iaderen dag van de week heeft
men wedrennen, die verbazend drak bezocht worden, en
waar ongelooflijk veel geld verloren wordt. De kleine
Een romannaar het Engelsefe, van Edna Lyali.
•80 j o
VIER EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Wat er van was gekomen.
Ofschoon zjj zoo langzaam de trappen was opgegaan, was
de arme Swanhild nog buiten adem toen zjj de deur
van hare woning bereiktezjj bleef een oogenblik staan
om ziek te herstellen en toen zjj binnen hoorde praten
voelde ajj zich nog ongelukkiger, want /zjj had er op ge
rekend Prithiof alleen te vinden. Blijkbaar was Sigrid
ook reeds t'huis gekomen en inderdaad was het nog erger,
want toen zij achter het japansche schut te voorschijn
kwam zag zij Roy bij het vuur staanhierop was zjj
volstrekt niet voorbereid; inderdaad kwam hij tegen
woordig slechts zelden in de modelwoningen.
«EindeljkJ" riep Frithiof nit, «wel, Swanhild, waar
zijt gjj toch geweest? Wjj waren juist van plan n te
laten omroepen."
«Wj wildeE al een advertentie opstellen, die morgen
in alle couranten zon hebben gestaan," zeide Roy laehend,
»maar wjj konden het niet eens worden over uw signale
ment. Wilt gjj wei gelooven, dat uw voogd niet eens
wist, welke kleur uwe oogen hebben?"
Frithiof glimlachte en trok haar naar zich toe.
»Laat het mjj eens zien, voor het geval, dat zij weder
verloren is," zeide hij, maar toen hij bespeurde, dat er een
verdacht vocht was in hare blauwe oogen, plaagde hij
haar niet meer, maar nam h/ar op zijne knie en trok
hare handschoenen uit.
"Wat scheelt er aan, lieveling?" zeide hij. »Gij zijt
koud en vermoeid. Waar zijt gij geweest?"
burgerman, in plaats vau bij zijne zaken te blijven, en
zich tevreden to stellen met de matige verdienste, die
hem en zjjn gezin het dageljjksch brood verschafte, droomt
thans slechts van de zekere winst die hij met het spel
denkt te behalen, hij wil spoedig rijk worden, gaat iederen
dag met tram, spoor of char-a-bancs naar het course-veld,
laat zjjne zaken verloopon,enkomt weldra het faillissement
nabjj. De werkman verliest dikwjjls op een enkelen zondag
de geheele zaterdagsche uitbetaling, en de kapitalisten, in
plaats vau hun geld in den handel of nijverheid te steken,
wagen het liever op de snelle pooten van een paard en
de handigheid van eenen jockey. Thans beginnen de
dagbladen weder ernstig tegen dit spel te waarschuwen,
en dit vooral na een bloedig drama, waarvan ieder den
mond vol heeft. Een „marchand de vin", wat wjj zou
den noemen tapper en sljj ter, die eeno goede zaak had
werd door het spel zoozeer aangegrependat hjj zich
geheel ten onder brachten toen in zijne wanhoop waar
schijnlijk gek gewordenvermoordde hjj zijne vrouw
zjjne drie kinderen en zich zeiven. Eu dit is wel het
ergste gevaldoch nog volstrekt niet een op zich zelf
staand feitzoodat het hoog tijd wordtdit spelen in de
open luchteven erg als de vroegere speelhuizen voor
goed af te schaffen of althans zoo moeilijk genaakbaar
te maken dat alleen schatrijke menschen zich die weelde
kunnen veroorlooven.
Op theatraal gebied banen zich thans ook de vreemdelin
gen een weg in de muziek is het Wagner, in de roman Tol
stoï in den schouwburg Ibsen., en dezer dagen was het
Gerhardt Hauptmanneen duitsck dramaturg. Zijn
drama kan slechts op een geheel vrjj theater vertoond
worden voor een speciaal gekozen publiekwant de
inhoud is zoo wanhopig socialistisch dat het allicht
gevaarljjk zou zjjndit drama hier voor een gewoon
publiek af te spelen. Wjj zjjn dus dankbaar aan den
verdiensteljjken directeur van het »Théatre libre", den
heer Antoinedat hjj ons deed kennismaken met «Les
Tisserands" (de linnenwevers.)
De handeling is in Silesië in dat gedeelte van Prui
sen waar de ellende zoo groot schijnt te zjjn. Op hot
»Deutsches Theater in Berlijn verboden, werd het daar
op het Freie Theater gespeeld, en kwam later naar Parjj
over. Zien wjj den inhoud.
Dreissiger is een lakenfabrikantdie werk verschaft
aan de arme bewoners der omliggende dorpen. De man
is niet kwaad, maar de sterke concurrentie dwingt hem
tot het geven van buitengewoon magere salarissen. Zjjn
meesterknecht Pfeiffer echter is nog lastiger en onmee-
doogender dan de patroon zelf, steeds weet hjj onder
allerlei voorwendselen het reeds te kleine loon in te korten.
De werklieden durven niet klagen, want Dreissiger dreigt
dat hjj zijne fabriek zal sluiten en elders vestigen zoo
zjj het hem te lastig maken. Dit vormt den inhoud van
het eerste bedrjjf. De tweede acte brengt ons in het arm
zalig verblijf vau een dier arme weversfamiliüu die er
allen akelig en hongerig uitzien deze familie Bauwert
heeft zelfs haren hond geslacht en gegeten. De vader
komt tehuis vergezeld van een kameraad Jaeger ge
naamd. Deze is in dienst geweest, heeft in groote steden
gelegen en brengt van daar de nieuwe revolutionaire
begrippen mede bj weet wat slecht en onbilljk is in
»Ik ben bj den heer Osmond geweest," zeide Swan
hild, »gj weet, wij gaan dikwijls bj hem in de kerk,
Sigrid en ik, en er was iets, dat ik hem wilde vragen.
Dezen zomer heb ik iets beloofd en ik dacht, dat hot niet
goed was, en nn wilde ik weten, of ik die belofte mocht
breken."
"Wat zeide hij?" vroeg Frithiof, terwijl Sigrid en Roy
in stomme verwondering luisterden.
»Hij zeide, dat eene ongeoorloofde belofte moest wor
den gebroken, en h j heeft m j de vergunning tot spreken
bezorgd van den persoon, aan wien ik de belofte had
gedaan. En nu zal ik u alles vertellen."
Frithiof kou voelen, dat het arme kleine meisje boefde.
«Wees maar gerust, lieveling," zeide hij«vertel ons
alles, niemand zal u storen."
gaf z£ju haad een dankbaar drukje en gin» toen
voort
«Het is gebeurd, toen wj pas van de zee waren ge
komen, in Juni. Ik kwam des Zaterdags van school, toen
ik hier in de straat lady Romiaux tegenkwam. Het eerste
oogenblik herkende ik haar niet, maar zj herkende mij
dadelijk en sprak mj aan. Zij zeide, dat zij u en Sigrid
op een partij had gezien en zich na dien tijd zoo onge
lukkig had gevoeld, omdat wij arm waren. Zij had ons
adres weten te krijgen en wilde nn weten, hoe het on3
giig- ging mede tot de denr, maar wilde niet binnen
komen. En zj zeide, dat zj zoo bljdo was, dat zj mj
zag, en zj deed mj allerlei vragen en toen zj hoorde,
dat gij u hadt voorgenomen, alle schulden te betalen, keek
zj zeer bedroefd en zj zeide, dat het faillissement haar
schuld was, en z j vroeg, hoeveel ik dacht, dat gj al bijeen
hadt, en zj scheen er van te schrikken, toen zij naging
hoevele jaren er voor noodig zonden zijn. En toen z°eide
Z1J>. ZÖ et* gaarne ook toe wilde bjdragen, al was het
weinig, en z j dacht, dat ik gemakkei jk vjf pond op uw
naam in de bank zou kannen plaatsen, zonder dat iemand
het wist. Zj liet mij beloven, het stil te doen en nooit
te vertollen, dat het vau haar kwam. Gj knnt niet ge
looven, hoe vriendelijk zij dat zeide en hoe vreeseljk
de maatschappij, doch is niet genoeg onderwezen, om in
te zien, dat «onderste boven keeren" niet altjd een ge
neesmiddel is. Jaeger predikt den opstand met geweld
moeten de ongelokkigen hun lot verbeteren. Het derde
bedrijf toont ons de werkstaking, de herberg, en de drank
en opgewondene redevoeriDg, het lied der ellendigen, een
en ander is voldoende de uitgehongerde menigte tot
razernj te brengen. In alle opzichten denken wj bj dit
drama aan den roman van Emile Zola, Germinal geheeten,
vooral wanneer in het vierde bedr jf de fabrikant Dreis
siger juist den tijd beeftzijne vrouw en kinderen te
redden, en de woedende hoop de fabriek binnenstormt
en alles kort en klein slaat. Maar de politie is gewaar
schuwd, de troepen zijn in aantocht en in het laatste
bedrjf zijn wj in de woning van den ouden Hilse, een
oud, bescheiden en geloovig man, die veertig jaren lang
gewerkt heeften zich nog niet beklaagt, hopende op
oen beter leven hier namaals. De werkstakers trachten
hem over te halen met hen mede te doen, maar de oudo
man blijft doof voor hunne redenen, en gaat voort aan
het venstor, naast zjne oude blinde vrouw, zjn bedrijf
uit te oefenen. Buiten klinken de fluiten en tamboerijnen
der soldatende volksmenigte is met hen in gevecht
geweerschoten vallen, de oude Hilse werkt rustig door
aan het venstertotdat een verloren kogel de ruiten
breekt en hem dood op den grond doet vallen.
Dit stuk, zonder eigenljke dramatische intrigue, boeit
van het begin tot het einde, het is om zoo te zeggen
een treurige ware roman, die men voor de oogen ziet
voorbj trekken. Het is een vreeseljk en treurig tooneel,
vooral daar het niets als wanhoop en ongeluk ademt
zonder dat het geneesmiddel ook maar flauw wordt aan
gegeven. Het lied van het doodskleed (La Chanson du
Linceql) is aangrjpend nihilistisch en misschien ware
het vei'kiesl jker in deze tjden van ontevredenheid, zulke
onderwerpen niet te vertoonon, van het oogenblik dat
men niet tevens den moed en de kracht gevoelt aan te
wijzen hoe verbetering in den bestaanden toestand is te
brengen. J. M. T.
BEÏiWRK. Mgr Nicotera heeft den 2 de gonden roos
namens den Pans aan de Koningin overhandigd in de
marmeren zaal van het Paleis te Brussel, waar een altaar
opgericht was. De panseljke nuntius kreeg het groot
kruis en mgr. Nicotera en Celli, die den nuntius bijstond
bij het lezen der mis, het commandeurskruis der Leo
poldsorde.
EAiGEIi.AAID. De werkstaking te Huil heeft aan
de stad eeDo buitengewone uitgaaf van 108,000 ver
oorzaakt voor de tjdelijk aldaar uit andere plaatsen
opgetreden politie-beambten. Onder deze kosten zijn nog
niet begrepen de inkwartieringskosten der militairen",
wier hulp ingeroepen is geworden.
FKA1VKBIJK. De heer Antonin Dubost is be
noemd tot algemeen verslaggever der begrootingscommissie.
De afgevaardigde Bandin, vervolgd wegens verzet tegen'
de politie bj gelegenheid der Mei-betooging, is veroor-
deeld tot eene boete van 200 francs. De overige be-
bodroefd zj er uit zag. - Ik geloof niet, dat ik «neen"
had kannen zeggen. Maar later begon ik te begrjpen,
dat ik de banknoot niet voor u kon plaatsenwant ik
had het boekje niet, dat gj altjd meeneemt, en bovendien
wist ik niet, naar wolk kantoor gj bet geld brengt. Ik
heb er den geheelen volgenden dag het was een Zon -
dag over getobd en 's avonds in de kerk viel het mj
plotseling in, dat ik het bij uw andore geld in den zak van
uw vest zou doen." Roy maakte eene onwillekeurige bewe-
ging, Sigrid kwam een weinig nader, maar Frithiof
verroerde zich niet. Swanhild ging voort: «Den volgen
den morgen, toen ik in nw kamer kwam om u te roepen,
stopte ik het biljet in uw zak maar het was zoo licht
en dan, dat ik dacht, dat gj het gemakkeljk zoudt
kunnen verliezen, en daarom spelde ik het aan de voering.
Gij sliept zeer vast en waart moeiljk wakker te kr jgen.
Eerst was ik in m jn schik en ik dachtdat als gj° het
vondt en mj vroegt, of ik het had gedaan, ik »ja" zon kun
nen zeggen en toch Blanche niet verraden. Maar gj zeidet
geen woord en ik zagdat iets u erg hinderde en ik
vreesdedat het dat moest zjn maar ik dorst er niet
°yer_ spreken en ik poogde het te weten te komen van
Sigrid maar zij zeide alleen dat gj veel verdriet hadt
en dat ik te jong was om het te begrjpen. Ik was er
heel ongelukkig door, maar ik zag niet in dat ik ver
keerd had gedaanvóór den avond toen gij mj in de
courant zaagt lezen en toen dacht ik dat ik die belofte
aan lady Romiaux niet had moeten doen. Dit is het
briefje dat de heer Osmond mj van haar heeft gebracht."
Frithiof nam het gekreukelde stukje papier en las
«Lieve Swanhild. Gj zijt volkomen vrj over de banknoot
van vjf pond te spreken. Ik had n nooit geheimhouding
moeten beloven en ik beb inderdaad het geld op eene
ingeving van het oogonblik gegeven. Het was onver
standig zooals ik nu inzie maar ik meende het goed.
Ik hoop, dat gj mj znlt vergeven.
«Uwe liefhebbende
„Blanche."
Wordt vervolgd.