Een stoere Noorman. No. 73. Vijf en Negentigste Jaargang. 1893. WOENSDAG 21 JUNI. Practisch Onderwijs. FEUILLETON. ALKMAARSCBE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag, en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar ©,86; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers f ©,©6. Prjjs der gewone Advertentiëni Per regel J 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer: 3. Die wat lang geleefd heeft, ziet en hoort soms vreemde dingen. Hoe dikwijls hebben wij in vroegere jaren mannen en vrouwendie niet bekend stonden als voorstanders van de uitbreiding der vakken van onderwijs op de lagere school hooren zeggen wat hebben die kinderen aan al die geleerdheid? Laat de jongens en meisjes van den kleinen burgerstandvan den ambachtsman en den ar beider behoorlijk leeren lezenschrijven en rekenen de rest geeft toch niets. Het is een schijn van kennis, een vertoon van geleerdheidwaar zij later niets aan hebben vooral ook omdat zij er heel spoedig alles van vergeten. Laat de jongens goed hun ambacht leeren, en de meisjes leeren huishouden breien naaien en mazen of stoppen en koken, dat zal hun later te pas komen. Die zoo spraken stonden bij de voorstanders van het volksonderwijsbij de mannen en vrouwen van volks verlichting en volksontwikkeling in geen goed blaadje. Men verweet hun, dat zij het volk dom wilden honden, men maakte hen uit voor dompers en aristocraten. Thans zijn het de «vooruitstrevenden", die aandringen op am- bachtsonderwijs op hnisvlijtonderwijs (slöjd) op kook scholen huishoudscholen etc. Zijn de hekken dan ver hangen en do rollen omgekeerd Oppervlakkig moge dit zoo schijnen inderdaad is het zoo niet. Wel zijn de inzichten omtrent den aard van het onderwijswaaraan de jongens en meisjes van onzen kleinen burgerstand van onze boeren van onze ambachts- en werklieden de meeste behoefte hebben, gewijzigd. Te sterk, te uitsluitend werd vroeger op den voorgrond gesteld de verstandelijke ontwikkeling der kinderen door het onderwijs in de vakken van het gewone lager onderwijs, in lezen, schrijven, rekenen en de beginselen van de ne- derlandsche taalde aardrijkskundede geschiedenis en de kennis der natuur. Niemand zal ook nu met geringschat ting van deze vakken gewagen maar velen zijn allengs van meening geworden, dat er andere zaken zijn, waar aan de meeste kinderen der volksschool evenveel of meer behoefte hebben, zoodat men met de genoemde vakken niet kan volstaan, en zelfs, indien er een keuze gedaan moet worden, andere vakken in hunne plaats zou moeten stellen. Sinds 1857 heeft onze schoolwet in dit opzicht reeds eenige verandering ondergaan. Aanvankelijk ston den «de handwerken voor meisjes" onder de vakken van het «meer uitgebreid" lager onderwijs, waarin niet elke gemeente verplicht was op hare openbare scholen onder- Een roman, naar het Engelsch, van Edna Lyall. 86) o Zij dacht aan het contrast van beider levensgeschiedenis en hare tranen begonnen opnieuw te vloeien zij ging zwijgend voorthopende, dat hij het niet zou opmerken maar een traan viel op zijne hand hij bleef plotseling staan nam haar hoofd tusschen zijne handen en zag haar in de oogen. «Gij, lieve, domme meid!" zeide hij, waarom schreit gij Is het omdat ik zeide dat onze levensgeschiedenis was saamgevlochten »Het is omdat ik wenschte dat zij hetzelfde had kun nen zijn snikte zij. »Maar dat kon niet,'' zeide hij bedaard. «Het is vreemd, dat ik het u nu zeg, nu voor u een nieuw leven begint, maar ik ben ook gelukkig dezen avond, omdat nu ten minste mijn strijd is geëindigd het vuur is uitgebrand. Ik verlang niets meer dan vrede zoolang ik leef. Geloof mijik ben tevreden." Haar keel scheen dicht genepen zij kon geen woord uitbrengen juist omdat zij zooveel voor hem gevoelde. Zij streelde slechts zijn hand en nog eens gingen zij samen langs het pad. Maar haar geheele ziel kwam in verzet tegen dat begrip van tevredenheid. Zij begreep het evenmin als de soldaat, die voor het eerst het vuur te gemoet gaat, de koele onverschilligheid van zijn kameraad in het hospitaal. Frithiof kwam zeker iets beters toe dan deze ellendige paro die der liefde. Deze hartstocht, die bijna niets anders was geweest, dan smart, kon toch niet het eenige zijn, wat hem werd gegund in de plaats der zaligheid, die de geheele wereld voor haar had veranderd. De kamer van haren vader kwam haar voor den geest en het was alsof zij hem nog hoorde zeggen»Ik zou gaarne zien dat Frithiof vroeg trouwdemaar van u zal ik niet te veel zeggen, Sigrid, want ik weet niethoe ik het zal stellen zonder u." Zij zuchtte toen zij er aan dachthoe zijne plannen waren verijdeld en zijn zaak was te niet gegaan en zijn hart was gebroken hoe hij en Frithiof schipbreuk hadden geleden. En de kerstklokken luidden voort in de wereldwaar vreugde en droefheid zoo vreemd zijn dooreen gemengd en zij brachten haar dezelfde boodschap, die zij had ver- nomeu uit de stilte op Hjerskinshö. »Er is een beter plan, dat niet kan worden verijdeld," zeide zij bij zich zelve. wijs te laten geven. Thans behooron «de nuttige hand werken voor meisjes" tot de verplichte vakken. De «be ginselen der vormleerzijn vervangen door »de eerste oefeningen in het handteekenen", en ten slotte zijn, wel met eenige overhaasting, de «vrije- en orde-oefeningen" der gymnastiek" aan de verplichte vakken toegevoegd. Meer en meer is de overtuiging doorgedrongen dat bij de volksklasse inzonderheid oog en hand geoefend behooren te worden, en het onderwijs tegenwoordig te uitsluitend oefening der hersenen is. Vandaar de ont wikkeling van het teekenonderwijs en zijn invoering op de lagere school. Vandaar de strijd over het onderwijs in handenarbeid (slöjd), en het streven om het, in na volging van Denemarken en Zweden, onder de verplichte vakken van de volksschool op te nemen. Hier te lande is dit streven bij Onderwijzers en voorstanders van het onderwijs niet algemeen. Velen zijn van meeningdat het aantal verplichte vakken aan de gewone lagere school reeds te groot is, en dat er dus niet aan gedacht kan worden er nog een vak bij te nemen. Maar aan sommige vakken wordt meer tijd en moeite besteed dan zij voor de ontwikkeling van aanstaande ambachtslieden, boeien en werklieden waard zijn, wordt van oen andere zijde opgemerkten men dringt aan op vereenvoudiging van onze schrijftaal, op vereenvoudiging van de spellingop weglating van medeklinkersdie in de uitspraak niet gehoord worden afschaffing van de dubbele e en de dubbele o op het eind van een letter greep die in de uitspraak niet meer van de enkele e en de enkele o worden onderscheidenafschaffing van de verbuiging van lidwoorden bijvoeglijke naamwoorden enz. Vóór eenige jaren werd in Zweden de prijsvraag uitgeschrevenof de slöjd-school met de lagere school vereenigd kon worden. Reeds in 1879 schreef de am- sterdamsche onderwijzer H. Bonman over de tien ant woorden die daarop waren ingekomen het volgende »De lezing dier eenvoudige, maar merkwaardige ver handelingen geeft den indruk der ernstige overtuiging waarmede alle schrijvers de vereeniging van het handwerkonderwijs met dat der lagere school voor uit voerbaar en wenschelijk houden en ook voor den onderwijzer daarin geen bezwaar zien. En mocht men aan de uitvoerbaarheid nog twijfelendan zijn alleen de scholen te Landscronadie voor jongens en meisjes beiden, het overtuigend bewijs, dat het handwerkonderwijs een nuttig bestanddeel van de lagere school kan uitmaken, niet tot eenige schade voor de leerlingen, maar tot hun ZEVEN EN DERTIGSTE HOOFDSTUK. Sigrid. »Ik heb nieuws voor u", zeide de heer Horner tot zijne vrouw, een paar dagen later, toen hij des avonds de huiskamer binnenkwam. De groote gouden pendule met de kleine witte wijzerplaat wees op acht uren, de gouden var kentjes beklommen nog den gouden heuvelde gouden zwijnenhoeder leunde nog peinzend op zijn gouden staf. Mevrouw Horner, in een blauw zijden japon gedoscht, zag eerst haar man toen de pendule en toen weder haar man aan. «Nieuws zeide zij op een toon die niet bemoedi gend klonk. «Komt gij daarom zoo laat Voor mij doet het er niet toe, of het eten bedorven is, integendeel ik zie er zoo nauw niet op. Maar gij zult mij pleizier doen, niet te brommen, als het vleesck geheel verschroeid is." «Laat het eten zijn, zooals het wil," zeide de heer Horner ongeduldig. «Ik heb wel aan andere dingen te denken dan aan aangebrand vleesch. Die gek van een Boni face houdt mij aan mijn woord en wil de compagnieschap niet hernieuwen." «Wat 1" riep zijne vrouw«niet, nu alles is opgehel derd en gij den jongen Falck uwe verontschuldigingen hebt aangeboden «Neen het is eene schande," zeide James Horner en hij geleek een boozen kalkoen, toen hij heen en weer in de kamer liep. «Ik gaf Falck een hand en zeide hem, dat het mij speet, dat ik hem verkeerd had beoordeeld en aan Boniface bekende ik dat ik te driftig had gespro ken maarkunt gij het gelooven hij wilde er niet op terugkomen. En niet alleen zendt hij mij weg maar in mijne plaats neemt hij dien Noorweegschen intrigrant". «Maar hij heeft geen kapitaal!" riep mevrouw Horner. «Hij is zoo arm als een rat. Hij kan geen stuiver in de zaak steken." «Precies. Maar Boniface is zulk een gek, dat hij dat over het hoofd ziet en niets doet dan praten over zijne geschiktheid voor zakenzijn ijver, zijn handigheid en al zulken onzin meer. Iemand zonder geld beteekent niets niets". «Ik heb van den beginne af hem niet kunnen uit staan," zeide mevrouw Horner «Ik wist, dat de Bonifaces zich in hem vergisten. Ik geloof zeker, dat, al is hij on schuldig aan die geschiedenis met dat bankbiljet, hij een gelukzoeker is. Gij kunt er op rekenen, dat hij alles in zijn eigen handen zal zien te krijgen en op een mooien dag zet hij Roy er uit." «Neen, dat zal hij wel niet doen: het schijnt dat zijne zuster ook goed uit hare oogen heeft gekekendie ezel van een Roy gaat met haar trouwen," groot voordeel, zoowel voor hunne geestelijke en lichame lijke ontwikkeling als voor hunne voorbereiding tot het beantwoorden aan eene degelijke, practische levensbe stemming." Ten aanzien van de vraag, of en hoe dit handwerk onderwijs met de lagere school vereenigd zou moeten worden, stellen wij ons geen partij maar aan hen die van meening zijn dat de leerlingen voor dit onderwijs onmogelijk tijd zouden kunnen vindenzouden wij de vraag willen stellen hoe dan voor de meisjes die toch op de openbare school het onderwijs in alle vakken vol gen, nog tijd overblijft voor onderwijs in nuttige hand werken Indien het onderwijzend personeel maar vol doende is, zou naar onze meening gebrek aan tijd geen beletsel behoeven te wezen. Mocht dit echter wel het geval blijken te zijn, dan zou zeer zeker de vraag ernstig ter sprake moeten komen, of niet door inkorting van de gewone leeruren tijd voor dit onderwijs gewonnen zou moeten worden. Een vreemden indruk maakt in dezen tijd art. 13 der wet op het middelbaar onderwijs: «De burgerscholen" aldus luidt dit artikel «voornamelijk bestemd voor aanstaande ambachtslieden en landbouwers, zijn dag- en avondscholen". Zoo dacht men in 1863, en in het laatste «Verslag van den staat der hooge, middelbare en lagere scholen", van 31 December 1892 lezen wij «De te Leeuwarden bestaande burgerdagschool is de eenige in richting van dien aard," en vinden wij voorts door ons geheele land 33 burgeravondscholen vermeld met 3245 leerlingen. Ziedaar wat in 30 jaren van deze scholen voor aanstaande ambachtslieden en landbouwers geworden is. Vertegenwoordigers van de laatste soort zijn onder de leerlingen zelfs in bet geheel niet te vinden. Wel vindt men onder de beroepen, die de leerlingen reeds hadden gekozenvoor 38 dat van onderwijzervoor 151 dat van kantoorbediende en voor 14 dat van militair vermeld alzoo 203 leerlingen die bezwaarlijk aanstaande ambachtslieden genoemd kunnen worden maar van iets dat naar een aanstaanden landbouwer zweemt is geen spoor te vinden tenzij dan een enkele «bloemist", «tuinier", bollenkweeker", «groenboer" en warmoezenier". Onder de ouders van leerlingen die nog geen beroep hadden gekozen worden behalve am bachtslieden wel vermeldwinkeliers of kooplieden bouwkundigenkunstenaars, ambtenaren onderwijzers en militairen, maar geen landbouwers of tuiniers. Als algemeen erkend mag dan ook worden aangeno- «Trouwen met Sigrid Falck?" riep mevrouw Horner, terwijl zij opsprong. «Durft hij een meisje in de familie brengendat op partijen en danslessen speelt een meisje, dat haar eigen huis schoon maakt en haar eigen eten kookt!" «Ik zie niet in, dat zij daarom iets minder is," zeide James Horner. «Tegen bet meisje zelve heb ik niets, zij is aardig en mooi genoeg, maar de connectiedoor huwe lijk aanverwant te zijn van dien akeligen Falk die mij zoo schandelijk heeft behandeld, die uit de hoogte op mij neerziet, alsof hij een prins was." «Als er iets is, wat ik niet kan verdragen," zeide mevrouw Horner, «dan zijn het indringerige menschen zij zijn zoo gemeen. Maar gedeeltelijk is het Loveday's eigen schuld. Als de Falcks met mij hadden te doen gehad, zou ik hen wel op hun plaats hebben gezet en dan zou dit alles niet zjjn gebeurd." Op dit oogenblik werd het eten opgebracht en het te hard gebraden vleesch deed geen goed aan het humeur van den heer Horner. Toen de dienstboden waren vertrok ken, begon hij opnieuw uit te varen tegen de Bonifaces. «En wanneer zal de bruiloft zijn?" vroeg zijne vrouw. «In februari, geloof ik. Zij doen al inkoopen voor het huishouden." Mevrouw Horner liet een uitroep van ergernis hooren. «Nu, hoe eer wij uit Londen gaan, hoe beter," zeide zij. «Ik wil met die geschiedenis niets te doen hebben. Wij zullen natuurlijk niet openlijk breken met de familie; maar verhuur in 's hemels naam dit huis en laat ons ergens anders gaan wonen. Daar is dat huis te Croydon, dat mij zoo beviel; gij zoudt vandaar gemakkelijk naar de stad kunnen gaan." «Wij zullen er over denken," zeide de heer Horner. «Apropos, wij zullen hun een huwelijksgeschenk moeten geven." «Het treft gelukkig," zoide mevrouw Horner, «dat ik verleden week een canapékussen heb getrokken uit de loterij voor het kerkorgel. Het is mooi genoeg voor hen, denk ik. Eerst had ik gedacht, het te zenden aan de jongste juffrouw Smith, die op Nieuwjaarsdag trouwt, maar zij zijn zulke rijke menschen, dat ik hun iets kost baardere en dat meer vertooning maakt, dien te geven. Maar voor Sigrid Falck is het mooi genoeg." Gelukkig deed de meening van anderen het geluk der twee verloofden geen afbreuk. Zij hoorden met genoegen, dat de Horners Londen verlieten en toen ter behoorlijker tijd het canapékussen kwam, meteen kaartje van mevrouw Horner er op, schreef Sigrid, die in het geheel niets had verwachteen lief brielje om te bedanken, dat bij de geefster een onaangenaam gevoel van schuld opwekte. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1893 | | pagina 1