Een stoere Noorman.
No. 82. Eerste wad. Vijf en negentigste Jaargang,
1898.
WOENSDAG}
12 J U L I.
Amsterdamsche Brieven.
FEUILLETON.
Binnenland.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers f 0,06.
Telefoonnummer
Prt|s der gewone Advertentlën
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
X.
In een onzer groote dagbladen vonden wij dezer dagen
de stelling verkondigdRuimt de krotten, waarin vele
onzer arbeiders gedoemd zijn te wonen, zoo spoedig mo
gelijk op en ge zult meer tot oplossing der sociale quaestie
hebben gedaan dan in het laatste tiental jaren daarvoor
is verricht.
Voor die uitspraak valt werkelijk veel te zeggen. En
geheel zonden wij haar onderschrijven, als de woorden
^oplossing der sociale quaestie'' vervangen werden door
»het kweeken van tevredenheid in de kringen der minder
bedeelden.'' Goede en goedkoope arbeiderswo
ningen houden wij toch voor een der beste middelen
om opkomend leedgevoel over de zoo verschillende lots-
bedeeling in de maatschappij in zijne geboorte te smoren.
Wij gaan zelfs verder en vragen, hoe in onze dagen,
waarin door woord en geschrift bij de lagere klassen het
besef van hare rechten voortdurend levendig wordt ge
houden, nog blijmoedige opgewektheid kan heerschen in
de spelonken, waar sommigen zijn gehuisvest. De kost
winner, die na den vermoeienden arbeid des daags thuis
komt in een vertrek, waar zijn talrijk gezin den gan-
schen dag heeft gehuisd en waar geen enkel zonnestraaltje
do mnffe lucht is komen verdringen, kan zich moeilijk
tevreden gevoelen en hem is het nauwelijks euvel te
duiden, wanneer een klacht over het enge en onfrissche
zijner woning over zijne lippen komt.
Wij allen weten, dat in ons land dergelijke woningen
legio zijn. In de dichtbevolkte centra mogen zij het tal
rijkst voorkomen, doch ook in de kleine steden zijn zij
te vinden en niet minder op het platteland. Uit eigen
ervaring is ons bekend, dat er in de provincie nog tal
van huisjes zijn, waarin de bewoners niet rechtop kun
nen staan en waar heldere gordijntjes en fleurige bloemen
den voorbijganger uit de dwaling helpen, dat hij met
een stal of bewaarplaats heeft te doen.
Daaraan moet een einde komen. Natuurlijk zal dat
geld kosten, maar voor zulk een goede zaak is dat ook
te vinden. Als eerste, groote bijdrage zouden reeds kun
nen dienen de aanzienlijke sommen, die elk jaar worden
uitgegeven om den minvermogenden buitenshuis genoe-
geu te schenken, waarvoor de reden van bestaan ten
deele zou ophouden, als 't hun binnenshuis wat aange
namer weid gemaakt.
De Nederlandsche Volksbond, die zich de bestrijding
van het misbruik van sterken drank ten doel stolt, heett
zeer goed begrepen, dat haar streven eerst dan met gun
stig gevolg kan worden bekroond, als de geldige oorzaken
van uithuizigheid worden weggenomen. Daarom besloot
de algemeene vergadering in het vorige jaar om een on
derzoek naar den toestand der arbeiderswoningen in
Nederland in te stellen.
De amsterdamsche afdeeling van dien Bond heeft over
dat besluit geen gras laten groeien, 't Mocht haar ge
lukken, voor de woningen-enquête in de hoofdstad ver
schillende personen, waaronder eenige architecten, te
Een roman naar het Engelsch, van Edna Lyall.
95) (Slot.)
De avond was gevallen, toen zij te Sogndal de stoom
boot verlieten inaar zij waren geen van allen in eene
stemming om dadelijk ter ruste te gaan en inderdaad
was hot weder zoo warm, dat zij dikwijls er de voorkeur
aan gaven, na het avondeten de reis voort te zetten. Zij
besloten dus verder te gaan naar een zeer eenvoudig
plaatsje, Hillestad genaamddaar eenige uren te slapen
en vandaar naar Lyster fjord. Cecil, die beter voetgangster
was dan Sigrid en Swanhild, zou met Frithiof daarheen
wandelen de anderen namen een stolkjaerre en een car-
riool en gingen vooruit met de bagage.
De verloofden gingen ving langs het fjord, maar wan
delden langzaam, toen zij den langen zandheuvel hadden
bereiktde avond was stil en de hemel wolkeloosboven
hen verhieven zich hooge rotsen gedeeltelijk door struiken
bedekt en de lucht was vol van den geur der pijnboomen.
Zij waren dicht bij St. Olafs bron, waar sinds onheu
gelijke tijden het landvolk komt drinken en om genezing
van ziekte bidden.
»\indt gij niet, dat wij op onze toekomstige gezondheid
moeten drinken zeide Frithiof.
Hij glimlachtemaar toch zag zij in zijne oogen nog
de droeve uitdrukking, die over hem was gekomen, toen
zij Balholm naderden.
Tn zjjn volmaakt geluk herinnerde hem nog de gedachte,
dat hij Cecil niet de onverzwakte gezondheid kon aan
bieden, dio hij eens had genoten. Hij wist dat het verleden
sporen had nagelaten die aan deze zijde van het graf
niet konden worden uitgewischt en dat Blanche's trouwe
loosheid in zekeren zin een schaduw moest werpen op
Cecil s leven. Dat was hard, vernederend.
Cecil kende hem zoo goed dat zij dadelijk zijne ge
dachten raadde.
winnen eene commissie werd samengesteld en dra werd
aan den arbeid getogen. Het rapport dier commissie
zag dezer dagen het licht.
't Schijnt ons van het grootste gewicht, in korte trek
ken te schetsen, hoe zij haar werk volbracht, welke
resultaten zij verkreeg en hoe zij aan opgespoorde mis
standen oen einde denkt te kunnen maken.
De commissie is begonnen met de oude wijkeu der
stad in negen districten te verdoelen, die elk bezocht
zijn door twee harer leden, van welke zooveel mogelijk
één architect was. Het onderzoek omvatte in hoofdzaak
de volgende punten 1°. ligging der perceelen2°. toe
gang tot de perceelengroep 3°. rioleering en bestrating
van de gang4°. licht en lucht, beschikbaar voor de
woninggroep 5°. afvoer der faecaliën 6°. water-afvoer
7°. water-aanvoer en 8°. de geheele toestand en de be
antwoording der vraag, of maatregelen van geringen of
van grooten omvang ter verbetering der toestanden nood
zakelijk schijnen. Vier gedeelten van Amsterdam kwamen
bij dat onderzoek op den voorgrond: 1°. de eilanden
Kattenburg, Wittenburg en Oostenburg, 2°. de Joden
buurt, 3°. de Jordaan en 4°. het centrum der oude stad
(buurt Nieuwendijk, Nieuwezijds-Voorburgwal en War-
moesstraat).
Op de eilanden werden vooral de kelderwoningen ge
vonden. 160 daarvan werden onderzochtdie voor het
meerendeel in volkomen onvoldoenden en onbewoonbaren
staat werden bevonden. Bij zeer velen was het voor vol
wassen personen onmogelijk recht overeind te staan. Pri
vaten behoorden tot de zeldzaamheden. Toch leefden er
gezinnen, ondanks vochtigheid, duisternis en stank.
Niet minder treurig is 't iu de meeste gevallen gesteld
met de bewoonde perceelen in de gangen en sloppen. De
afvoer van. faecaliën is van dien aard dat overal de af
zichtelijkste vuilheid heerscht. Riolen en zinkputten zijn
dikwerf verstopt en daar de stadsreiniging hier slechts
zelden doordringt, bedekt een dikke korst van onreinheden
de bestratingzoo die althans aanwezig is. Niettemin
brengen deze krotten nog gemiddeld 0.90 tot f 1.25
per week aan huur op. Men kan dau ook gerust de woorden
van de commissie tot de zijne maken en verklaren dat
do huisvesting der arbeidende klassen in de onde stads
wijken van Amsterdam in een zeer slechten en af keurens-
waardigen toestand verkeert.
Hoe daarin verbetering te brengen
Daartoe zal samenwerking van verschillende krachten
alleen in staat zijn.
Vooreerst kunnen particulieren en vooral bouwvereenf
gingen door opkoopiug groepen van slechte perceelen in
handen krijgen en na afbraak op de terreinen goede wo
ningen bouwen, 't Is waar dat do grond er duur is
maar niet minder waar is 't, dat thans op die kostbare
terreinen slechts huisjes staan van vier a vijf kamertjes
terwijl bij nieuwen bouw kazernewoningen konden worden
opgericht, zoodat zelfs een lage huur voldoende zou zijn
om het kapitaal rentegevend te maken. In de tweede
plaats kan de gemeente veel doen om de slopwoningen
minder onbewoonbaar te doen worden. Zij behoort te zor
gen voor het schoonhouden en de bestrating der stads-
»Zie die kleine kruisen eens in het mos op de rots
riep zij uit. toen zij de steilte waren opgeklommen. »Hoe-
vele honderden jaren zou die gewoonte al hebben bestaan
Hoevele inenschen, met zorgen beladen, zijn hier al komen
drinken
»En hebben niets gewonnen met hnn bijgeloof zeide
Frithiof.
»Het was bijgeloof," zeide zij peinzend. »En toch heb
ben misschien het gezicht van het kruis en het drinken
van het water hun nieuwe kracht gegeven om hnn lijden
te dragen. Wie weet misschien zijn sommigen heen
gegaan, verzoend met hun lijden."
Hij antwoordde niet, hare woorden hadden ernstige ge
dachten in hem opgewekt. De droefheid verdween van
zijn gelaat en zij begreep, dat het niet was uit bijgeloof,
maar slechts als een bewijs van dankbaarheid voor eene
gedachte die hem had bemoedigddat hij twee rechte
takjes nam, uit St Olafskilde dronk en toen zijn kruisje
tusschen de andere plaatste. Daarna klommen zij naar
beneden over de groote steenen, totdat zij weder op den
zandweg waren. Zacht pratende gingen zij voort, plannen
makende voor de toekomst over de kamers in Rowan
Tree Honse, over het houten huisje, dat zij zouden bou
wen te Gödesund, drie uren van Bergen, op oen eilandje,
dat zij voor weinig geld zouden knnneu koopenover
den vroolijken tijd, dien zij daar ieder jaar zouden door
brengen over het werk, dat zij samen konden verrichten
over de inrichting van hun leven te Londen.
Maar de sterke tegenstelling van de toekomstdie zij
zich voorstelden en de werkelijkheid van het verleden
moest iemand van Frithiof's aard scherp treffen het was
de gedachte daaraan die hem noopte te sprekentoen
zij onder de hoornen op de hoogte boven Hillestad rustten.
»Ik kan bijna niet begrijpen," zeide hij, dat gij den moed
hebt met zulk een ongeluksvogel, als ik altijd ben geweest,
te trouwen. Gij zijt wel dapper, dat gij het durft wagen."
Zij antwoordde hem met een blik.
vZoo," zeide hij glimlachend»gij denkt misschien,
dat na de zorgen de goede tijd moet komen?"
Dat is wel mogelijk," hernam zij, »maar nu wij elkander
toebehooren, doet hetgeen buiten ons is er minder toe."
gangen zij moet stallen in huizen op inpandige terreinen
verbieden zij moet den faecaliën-afvoer in beerkarren zoo
gemakkelijk mogelijk maken zij dient de bepalingen der
politie-verordening in zake het huis- en hemelwater stren
ger dan thans te doen toepassen zij behoort ook in ruime
mate van haar recht tot onbewoonbaarverklaring gebruik
te maken.
Doch maatregelen van wijdere strekking zullen evenmin
mogen uitblijven. Het tegenwoordige langzame dure en
omslachtige stelsel van onteigening moet vervangen worden
door een vlugge en goedkoope wijze van afdoening van
dergelijke zaken. Verder geeft de commissie het gemeente
bestuur iu overweging, met name in den Jordaan of de
Jodenbuurt, een proef te nemen met onteigening op kleine
schaal, b.v. door het aanleggen van een straat dwars door
een breed huizenblok met veel gangen, dat thans gelegen
is tusschen twee op grooten afstand evenwijdig loopende
straten. Veel zou reeds gewonnen zijn als naast de be
staande gezondheidscommissie een permanente woning
commissie werd ingesteld, die zorgde voor alle mogelijke
kleine verbeteringen en gedurig de aandacht op de zaak
der krotten-opruiming gevestigd hield. Zulk een commissie
zou moeten kunnen rekenen op den steun der gemeente
ambtenaren en op de voortdurende medewerking van het
gemeentebestuur.
Reeds dit weinige schijnt ons voldoende om te doen
beseffen, met hoeveel nauwgezetheid het Volksbond-comité
het vraagstuk der amsterdamsche arbeiderswoningen heeft
bestudeerd. Op goede gronden durven wij verzekeren, dat
zijn rapport hier ter stede op velen een diepen indruk
heeft gemaakt en het resultaat zijner enquête in de kringen
der werkmansvrienden en in sociëteiten en op trams druk
is besproken. Do eenvoudige, onopgesmukte taal van het
rapport heeft veler geweten wakker geschud en hen doen
inzien, dat de talrijke sloppen en kolders een vlek zijn op
het kleed van Amstel's Stedemaagd.
Ook in den gemeenteraad zal de zaak weldra ter sprake
gebracht worden. Moge zij daar een welwillend onthaal
vinden en de meerderheid van de vertegenwoordigers der
burgerij blijk geven, dat zij beseft, dat de eer van Am
sterdam bezoedeld wordt door toestanden als waarop de
Volksbond andermaal zulk een helder licht heeft doen
vallen.
Gedurende Juni worden bij het Koloniaal Werf
depot te Harderwijk 133 man aangenomen waarvan 39
vreemdolingen. Aan handgelden werd de som van f 50155
uitbetaald.
Wijlen mevrouw de wed. J. vau Westerkappel, geb.
Swaau te Haarlem overleden heeft onder den last
van vruchtgebruik aan het gereformeerde weeshuis aldaar
J 30000 vermaakt.
- De arr. rechtbank te Groningen heeft een agent
van politie aldaar, die reeds geschorst was tot 14 dagen
gevangenisstraf veroordeeld, wegens mishandeling van een
soldaat
Herinnert gij u de verzen over Noorwegen en De
prinses?" zeide hij. »Uwe liefde heeft ze voor mij tot
eene waarheid gemaakt,"
»Zeg ze voor mij op," zeide. zij»ik heb ze vergeten."
En opziende naar den hemel, waar in dit nachtelijk
uur de gloed van den zonsondergang zich vermengde
met het morgenrood, sprak hij
Ik was als iemand, tot wien het ongeluk komt, even
als de nacht komt tot hem, die midden in den zomer te
middernacht op een heuvel de Noorweegsche zon ziet dalen
om dadelijk weer op te gaan."
Zij volgde de richting van zijn blik en zag door de
denneboomen op den heuvel, waar zij zaten, tot aan het
lieflijk meer, dat beneden hou lag als paarlmoer in het
stille licht. Zij zag verder naar de bergen met hun sneeuw
toppen, op welke hier en daar de opgaande zon een licht
rooden gloed wierp; toen wendde zij zich weder naar het
krachtig Noorsch gelaat, met de scherp geteekende lijnen,
met de uitdrukking van zelfstandigheid en edelen moed,
on haar hart klopte van vreugde bij de gedachte, dat de
harde, bittere uitdrukking voor altijd was verdwenen.
Zijne oogen ontmoetten de hare; al de teederheid en de
sterkte van zijne natuur en eene oneindige belofte voor
de toekomst scheen haar bij dien blik te doordringen.
Hij trok haar naar zich toe en over beide kwam de vreemde
kalmte, die vaak uit sterke aandoening voortkomt.
De geheele natuur scheen in volmaakten vrede te zijn
en met het gezicht der sneeuwbergen en den geur der
sparreboomen, die hom verkondigden, dat hij inderdaad in
zijn vaderland was, met Cecil en hare liefde naast zich
en met een vrede in zijn hart, die in vernedering en
zorgen was geboren, was ook Frithiof tot rust gekomen.
Wat zouden nu. de beproevingen vermogendie mis
schien hem nog wachtten? Wat was alle aardsche smart
In het ware licht beschouwd was het lijden immers als
deze korte Noorsche nacht en de dood de heraut van een
eeuwigen dag