No. 82. Tweede blad. Vijf en Negentigste Jaargang. Woensdag 12 Juli 1893.
Buitenland.
Binnenland.
ALKMAARSCHE COURANT.
IIEliUlE. Uit don Congo is hot bericht gekomen,
dat de resident te Stanley Palis aanvallen van de arabie
ren zegevierend heeft afgeslagen, hnn veel krijgsvoorraad
ontnemende. Kapitein Jacques, die de slavenjagers te keer
gaat, sloeg mede aanvallen va;j arabieren op zijne stollin
gen aan het Tanganika-meer af.
DU1TSGHLA1VD. Den 5, des avonds te acht uren,
is te Altona een hevige brand uitgebroken in de Elbestraat
en wel op de vierde verdieping van het koffiehuis sStücken
en Andresen." Het vuur groep aan heide zijden om zich
heen en deelde zich ook mede aan de groote korenpak
huizen van Georg Wöhnert en aan andere belendende
gehouwen. Uit Hamburg moesten verscheidene stoom-
brandspuiten aanrukken, om de vlammen te kunnen
bedwingen. "Van de spuitgasten uit Altona zijn er ver
scheidene zwaar gekwetst. Ongeveer 400 personen zijn
buiten verdiensten geraakt.
Rijksdag. Den 7 ving de eerste lezing der legerwet
aan met eene rede van den Rijkskanselier, graaf von
Caprividie echter verklaarde niets nieuws meer te
kunnen zeggen over eene zaak, die reeds 9 maanden ach
tereen aan de orde was geweest. Hij zette daarop de in
het ontwerp gebrachte veranderingen uiteen en deed uitko
men, dat niemand langer het recht had, te beweren, dat
de regeering niets wilde toegeven. Zij had zeer veel toe
gegeven en was gegaan tot de uiterste grens van hetgeen
haar mogelijk toescheen met het oog op 's lands eer en
onafhankelijkheid. Frankrijk stelde alle weerbare jonge
lingen in dienst en Duitschland zou, bij aanneming dezer
wet, een nagenoeg even sterk leger als het fransche ver
krijgen, maar dan nog elk jaar meer dan 50000 voor
den krijgsdienst beschikbare recruten buiten de gelederen
houden. Ten aanzien van de wijze, waarop de kosten
dezer leger versterking gedekt zouden worden kon hij
zich nog niet met zekerheid uitlaten. De regeering zou
echter rekening houden met de vroeger tegen hare voor
stellen ingebrachte bezwaren. Zij zou ze na aanneming
der wet door andere voorstellen vervangen, waarbij op
den voorgrond zou staan, dat de beurshandelingen zwaar
der en de landbouw niet belast zouden worden. Ten
slotte deed hij een beroep op de vaderlandsliefde der
leden, opdat een spoedige goedkeuring der wet den indruk
zou wegnemen, die door het gebeurde der laatste maan
den in het buitenland verkregen was namelijk, dat het
duitsche volk zijn geloof in eigen kracht zou verloren
hebben.
Na den kanselier werd tegen de wet gesproken door
den afgevaardigde Paijer, leider der zuidduitsche volks
partij, en den sociaal-democraat Liebknechtvóór de wet
door baron von Mantenffel, conservatief, en den fabrikant
baron von Stumm, vrij conservatief. Den 8 werd de
behandeling voorgezet en ten einde gebracht.
De heer Gröber verklaarde zich namens het centrum
tegen de wet. De Rijkskanselier deed uitkomen, dat vol
gens het oordeel der militaire overheid, Duitschland geoue
voldoende krijgsmacht bezat om van eene behaalde over
winning nut te trekken. De heer von Bennigsen sprak
voorde heer Preisselzasser, tegen de wet. De polen
verklaarden bij monde van den heer Jasdzewsky, dat zij
voor de wet zouden stemmon. De heer Richter bestreed
het ontwerp: de heer Rickert was het in beginsel er
mede eens. De tweede lezing is op den 13 bepaald.
EKTRELASTD. De prins en de prinses van Wales
gaven den 5 ter eere van de Koningin en van den Ko
ning en de Koningin van Denemarken eene buitenpartij
in den tuin hunner stadswoning Marlborough House
waar ruim twee duizend personen tegenwoordig waren.
De huwelijksvoltrekking kon den 6 slechts door weinig
personen bijgewoond worden daar de kapelwaar de
plechtigheid plaats had zeer weinig ruimte aanbood. De
jongere prinsen konden niet eens zitten maar moesten
blijven staan. De sluier der bruid was dezelfdedie in
dertijd door hare moeder was gedragen. Hare japon was
gegarneerd met zilver en oranjebloesem.
In antwoord op het hulde-adres, door het bestuur dei-
City den 8 den Koning van Denemarken aangeboden
zeide de Koningdat hij de daarin uitgesproken ge
voelens van harte deelde. Evenals hij verleden jaar in de
smart van het engelsche volk had gedeeld, zoo verheugde
hij zich nu met dat volk, bij de gedachte van het jonge
paar, waarop de hoop van millioenen gevestigd is. Hij
eindigde met zijne beste wenschen uit te spreken voor
het welzijn van het britsche volk. Aan het déjeuner
in de groote zaal zaten 700 800 personen aan. Na een
dronk op den Koning en de Koningin van Denemarken,
dronk de lord-mayor op den russischen troonopvolger
Deze betuigde daarvoor zijn danken sprak de hoop uit
dat de vriendschappelijke gevoelensdie tusschen het
engelsche en russische vorstenhuis bestaan, zich ook over
de beide volken zullen uitbreiden.
De heer Nathaniël Cotton vroeger kapitein-luitenant
der britsche marineis te Winchester veroordeeld tot
zeven jaren dwangarbeid en zijne echtgenoote tot 5 jaren
Zij hadden de door hen bij Southampton bewoonde villa
in brand gestokeneen groot deol van hunnen hoog
verzekerden inboedel was nog niet betaald.
Drie duizend mijnwerkers uit het Forest of Dean heb
ben het werk gestaakt wegens loonsvermindering met
25 pet. De mijnwerkers in het graafschap Nottingham
dreigden eveneens met eene werkstaking.
Lagerhuis. Den 7 verklaarde de onder-minister
Russell, dat de regeering zich voor het tegenwoordige
niet kon verbinden, dat een wissel van den Raad van
Indië niet beneden zestien pence de ropij zou worden
verhandeld.
De onder-minister Grey deelde mede dat tusschen de
katholieken en protestanten in Oeganda, met goedkeuring
van den britschen zaakgelastigde, eene overeenkomst was
tot stand gekomen betrekkelijk de gebiedsverdeeling
tusschen de aanhangers der twee christelijke godsdiensten.
De depêches van dien zaakgelastigde melden zijne ver
richtingen tot den 1 April.
Een amendement van den ierschen afgevaardigde John
Redmond op art. 9 van het Home Rule-ontwerp, waar
van de strekking was dat Ierland door 103 afgevaardig
den in het Parlement zou vertegenwoordigd blijven
evenals nu het geval is, is den 10 met 280 tegen 266
stemmen verworpen.
De regeering had het amendement eerst bestreden, om
dat het onbillijk was tegenover Engeland en omdat eene
vertegenwoordiging door 103 afgevaardigden veel meer
dan waarop Ierland naar verhouding van zijn bevol
king recht heeftlater echter had de regeering verklaard,
dat zij zich bij het besluit der meerderheid zou neer
leggen.
Een amendement van den unionistisehen afgevaardigde
Heneage, om geen iersche vertegenwoordigers in het
Rijksparlement toe te laten, werd door de regeering be
streden en met 240 tegen 209 stemmen verworpen.
FRAATKRIJK. De Raad van beheer der Suez-
Kanaalmaatsehappij heeft den heer Ferdinand de Lesseps,
die kindsch is, toch tot voorzitter herkozen.
Den 6 des avonds is te Parijs iemand aangehouden,
die revolvers aan voorbijgangers te koop bood voor 75
centimes ongeladen en 1 franc geladen, om op de agenten
te schieten.
Den 6 is de Arbeidsbeurs, waar in de vorige dagen
steeds aan de regeering vijandige vergaderingen waren
gehouden, gesloten geworden en door een detachement
jagers bezet. Toen verschillende loden van de Kamer en den
Senaat met de leden van den gemeenteraad van Parijs
in den avond van dien dag in het stadshuis wilden ver
gaderen, werd op last van den prefect van politie aan
de Kamer- en de Senaats-leden de toegang ontzegd.
Alleen de raadsleden wilden men doorlaten, doch allen
trokken zich terug en vaardigden zoo spoedig mogelijk
een manifest aan de bevolking uit, waarin de regeering
heftig aangevallen en o.a. beschuldigd werdvoort
durend gewelddadigheden te plegen. Streng werd daarin
afgekeurd, dat de regeering het leger, dat het vaderland
tegen den vreemdeling verdedigen moet, in den burger
krijg gemengd had. Een raadslid voegde in eene commissie
vergadering ten stadshui ze den secretaris van den pre
fect toe, dat zij de vertegenwoordigers des volks
waren en gezind om zijne rechten te doen eerbiedigen, zelfs
met de revolutionairste middelen. Verder heeft minister
Dupuy order gegeven, om markies de Morés, den man
van de gestolen papieren, in hechtenis te nemen.
Senaat. Met 207 tegen 37 stemmen is het wets
ontwerp op de vakvereenigingen verworpen.
Kamer. Toen de voorzitter den 5 mededeelde, dat
hij drie aanvragen ontvangen had, om aan de regeering
over de tegenwoordige onlusten inlichtingen te vragen
verzocht de minister-president Dupuy ze uit te stellen
totdat de orde hersteld zou zijn. Ter uiterste linkerzijde
werd hiertegen opgekomen. De deelnemers aan de onge
regeldheden waren volgens den minister de gewone sol
daten van het leger der wanorde en vreemdelingen en
dezen zouden onverbiddelijk van de straten geveegd
worden, daar de regeering vast besloten was, de orde
onverwijld te handhaven. Een door den minister goed
gekeurd voorstel om die inlichtingen op den 10 te vragen
werd aangenomen met 311 tegen 133 stemmen. Den 8
hadden evenwel de beraadslagingen over de interpellatiën
betreffende de sluiting van de A r b e i d s b eu r s en de
voorgevallen ongeregeldheden reeds plaats.
De heer Méry keurde die sluiting af en zeide, dat de
regeering een beroering had doen overslaan in een oproer
ten einde troepen in Parijs te kunnen brengen.
De heer Dreyfus berispte de wijze, waarop de regeering
de troebelen had onderdrukt. Toen hij haar den moord
van Nuger en den aanslag op den dichter Carrère ver
weet, kwam de minister-president daartegen op. De heer
Dreyfus echter hield vol, dat do heer Carrère het slacht
offer was van een aanslag der politie, Hij vroeg, waarom
de heer Lozé prefect van politie bleef, eu zeide verkla
ringen te bezitten der inwonende geneesheeren van het
Hótel-Dien betreffende de geweldenarijen der politie
Hij keurde de tusschenkomst van het leger afwelks
eenige taak is, het vaderland tegen den vreemdeling te
verdedigen.
De heer Tony Révillon liet zich in gelijken geest uit,
De heer Dumay hield staande, dat de regeering de
rustverstoringen had laten begaan, om het sluiten van de
Arbeidsbeurs te rechtvaardigen.
De minister-presidenttevens minister van binnenl
zaken, Dupuy beantwoordde breedvoerig de verschillende
spreker. Hij betreurde de smartelijke gebeurtenissen der
laatste dagen, maar de feiten waren overdreven voorge
steld. De heer Carrère zelf had tegengesproken, dat men
hem had aangevallen. Van het voorgevallene aan het
Hötel-Dieu werden verschillende lezingen gegeven. Uit
eenzettende wat werkelijk heeft plaats gehad, verdedigde
hij het gedrag der ondergeschikte agenten. Hij recht
vaardigde de sluiting van de Arbeidsbeurs, welke sedert
de stichting van karakter is veranderd en thans een ge
vaar is geworden. (Toejuichingen in het centrum. Pro
testen links.) De vakvereenigingen moeten de wet eerbie
digen en de wet dient op haar te worden toegepast,
want men zou ons anders aan de regeering verwijten
een broeinest van oproer te begunstigen.
De heer Baudin beschuldigde den ministor van leugen
en werd tot de orde geroepen,
Alleen reeds de tegenwoordigheid der troepen, her
vatte de heer Dupuy, was voldoende geweest om de orde
te herstellen (toojuichingen). De regeoriug had haar plicht
gedaan.
Ten slotte is eene door den heer Bertrand voorgestelde
motie, door de regeering goedgekourd, met 343 tegen 144
stemmen aangenomen. (Langdurige toejuichingen in het
centrum, dat den minister hulde bracht).
Een woordenwisseling ontstond ovor de Arbeidsbeurs
tusschen den heer Millerand en de ministers Guérin en
Dupuy. Eerstgenoemde verweet der rogoering, hare be
loften aan do werklieden niet te hebben gehouden en
niet te woten, wat zij wilde. De radicalen ouder de minis
ters kwamen hiertegen op.
De heer Brisson verweet der regeering, de kwestie van
een opstand der werklieden te hebben uitgelokt. Hij ver
haalde ruwe behandelingen, waarvan hij getuige was ge
weest. Hij had zich afgevraagd, of niet de politie een
wachtwoord had ontvangen van iemand buiten het Ka
binet. De regeering behoorde zich te onthouden van
tegenstand, met geen ander doel geboden dan om zelf
aan het bewind te blijven. (Bijval zijner geestverwanten.)
De heer Lockroy deed uitkomen, dat de regeering niets
antwoordde, waarop de minister Dupuy zeide, dat hij,
zoo hetnoodig bleek, de politie zou hervormen en haar hoofd
weten te treffen, indien het zulks bleek te verdienen.
Den 10 werd beraadslaagd over een voorstel van
Pourquery de Boisserin, om amnestie te verleenen aan
allen, die veroordeeld zijn of vervolgd worden voor het
deelnemen aan de jongste onluston, voor zoover zij geen
vroeger vonnis achter den rug hebben. De voorsteller
betoogde, dat zulk een daad van goedertierenheid eene
heilzame uitwerking zou hebben, vooral mot het oog op
het aanstaande nationale feest.
Minister Dupuy was echter van meening, dat geen
amnestie kan verleend worden aan personen, die de oor
zaak waren van schandelijke ongeregeldheden, zooals er
nu kortelings waren voorgekomen. Ten hoogste kan de
regeering gratie verleenen aan de personen, die daartoe
bijzonder in do termen vielen.
Het voorstel-Pourquery werd met 279 tegen 149 stem
men verworpen.
ITALIË. Den 7 was in de Kamer een brief van
do enquête-commissie in zake de banken ingekomen
waarin zij verklaarde geen verslag te kunnen uitbrengeu,
alvorens kennis to hebben genomen van de stukkon over
het rechtsgeding van de Romeinsche Bank welke stuk
ken de minister van justitie geweigerd had te overleggen,
daar het onderzoek nog niet gesloten was.
Den 8 ontstond een hevig geweld toen Bovio ver
klaarde dat hij dezen brief niet goedkeurdeen ver
langde dat ieders verantwoordelijkheid nauwkeurig om
schreven zou worden, onverschillig of het afgevaardigden,
senaatsleden of ministers betrof. Wegens het leven
zette de voorzitter de hoed op, ten teeken dat de zit
ting opgeheven werd. Na de heropening der zitting
stelde Cavalotti eene motie voor over de verantwoorde
lijkheid van parlementsleden de beraadslaging over die
motie werd tot een later tijdstip vordaagd. Het ontwerp
tot hervorming van de banken word aangenomen.
OOiTEARIJK-HOAKARIJE. Den 4 was eene
processie van ongeveer 3000 menschen in de Kathedraal
te Weenen binnen getrokken. Een der banieren die
met hare linten en bloemen te dicht bij de kaarsen op
hot altaar kwam geraakte in brand, dat aanleiding gaf
tot groote ontsteltenis en tot een algemeen gedrangom
te trachten de uitgangen te bereiken. Wel 100 personen,
meest vrouwen en kinderengeraakten onder den voet
en was de organist niet op den inval gekomen, om het
orgel met volle kracht te gaan bespelen waardoor de
menigte tot bezinning kwamdan waren zeker velen
om het leven gekomen. Van de twaalf gekwetsten ver
keerden vier in gevaarlijken toestand.
TURKIJE. De Onder-Koning van Egypte is den
10 te half twaalf des voormiddags te Konstantinopel aan
gekomen en begaf zich rechtstreeks naar het paleis.
VEREEIieOE STATEST. Tot en met 24 Juni
werd do tentoonstelling te Chicago bezocht door 3.110.681
betalende personen.
De helft der stad Pomeroy in Iowa is door een cycloon
verwoest. Honderd ingezetenen kwamen daarbij om het
leven en twee honderd werden gewond.
Het entrepot, op eenigen afstand van de tentoonstel
ling gelegen is den 10 afgebrand. Door het instorten
van het dak werden twintig brandweermannon in de
vlammen geworpen en kwamen jammerlijk om het leven,
terwijl nog vijf brandweermannon verpletterd werden
onder een vallenden toren. Bovendien bekwamen 60
personen verwondingen.
De schade wordt op een half miljoen dollars geraamd
de gebouwen der tentoonstelling zijn niet beschadigd.
Recht van Successie.
De minister van financiën heeft aan de Tweede Kamer
overgelegd
1°. eene opgave van de waarde der actieve bestand-
deelen mitsgaders van het passief der nalatenschappon,
waarvan successie-recht in 1892 betaald is. Daaruit blijkt,
dat geërfd of verkregen zijn in de rechte nederdalende
linie, totaal f 231.753.182; in de rechtopgaande linie,
f 2.556.862 en in alle andere gevallen f 112.404.831
totaal-generaal f 346.714.875waartegenovor een passief
van f 36,848.869
2°. eene opgave van het aantal en het bedrag (zuiver
saldo) der geheel van recht van successie vrijgestelde na
latenschappen waarvan in het jaar 1892 aangifte is
gedaan, met aanwijzing van de waarde der in die nala
tenschappen aangegeven en aan het recht van overgang
onderworpen zaken. Het totaal dezer laatste bedroeg
f 2.114.492 en het bedrag der nalatenschappen, die geheel
vrijgesteld waren van recht van successie,! 11.339.579;
3°. eene opgave van de waarde, waarover naar gelang