Op allerhoogst bevel! Feuilleton. No. 84. Tweede Mad. Vijf en Negentigste Jaargang. 1893. ZONDAG 16 JULI. SCHUTTUfUJ. Donderdag 20 Juli a.s., PARIJSCHE BRIEVEN. Historische schets van FR. MEISTER. ALKMAARSCHF, COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,805 franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers 0,06. Prijs der gewone Advertentlën Per regel 0,16. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat de com missie voor de schutterij, bedoeld bij art. 15 der wet, op 's namiddags te 1 x/2 ure preciesten raadhuize dezer gemeente zitting zal houden tot het beoordeelen der lichaamsgebreken en verdere bezwaar- s chriftentegen den dienst bij de schutterij, met inbegrip der krachtens art. 9 der wet ingeschrevenen onder opmer king, dat alleen bij persoonlijke opkomst vrijstelling van den-dienst kan verleend worden, terwijl, wanneer vrij stelling van broederdienst verlangd wordt, boven dien schriftelijke bewijzen, ter gemeente-secretarie aan te vragen, gevorderd worden. Dienstdoende schutters kunnen hunne be zwaren tevens op die zitting doen onderzoeken. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 6 Juli 1893. De Secretaris NUHOUT VAN DER VEEN. Personeele belasting. Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR brengt, op grond van artikel 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad no. 22), bij deze ter kennis van de ingeze tenen der gemeente, dat het kohier voor de Personeel e belasting, dienstjaar 1893/4, op 11 Juli 1893 door den Provincialen Inspecteur der directe belastingen in Noordholland executoir verklaardheden aan den Ont vanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder belanghebbende wordt vermaand op de voldoening van zijnen aanslag acht te geven, ter voorkoming van gerechtelijke vervolging. Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voornoemd, 14 Juli 1893. A. MACLAINE PONT. XVIII. Parijs, 10 Juli 1893. De groote stad is weder rustig, de orde is hersteld, de minister-president Dupny kreeg Zaterdag j.l. zijne motie van vertrouwen met groote stemmenmeerderheid de prefect van politie, de heer Lozé, heeft zijn ontslag genomen, de werkstaking der huurkoetsiers is geëindigd. Hopen wij dat het thans rustig moge blijven, want ge durende verscheidene dagen heeft het er donker genoeg nitgezien. In alle bladen, bijna zonder onderscheid, werden de minister-president Dupuy, de prefect van politie Lozé en de agenten, vooral die der centrale brigaden, bijzonder scherp aangevallen. Als vreemdelingen, dus als gasten van Parijs kunnen wij het slechts betreuren, wanneer de Parijzenaars, onze gastheeren, onderling twisten en vechten, Tijdens de regeering van Katharina IIrekende men in St. Petersburg den rijken bankier Suderland tot de meest aanzienlijke en invloedrijke mannen uit Harer Majesteits omgeving. De keizerin had zich bij verschillende gelegenheden van zijne zeer gewaardeerde en verstandige raadgevingen bediend en hem bovendien op allerlei manieren de meest ondubbelzinnige bewijzen Harer gunst gegevenzoodat de bankier wel het recht meende te hebben overtuigd te zijndat hij een der meest bevoorrechte burgers der hoofdstad van het heilig russisch Czarenrijk was. Met dit aangename bewustzijn had hij zich op zekeren avond ter ruste gelegd, en zoete droomen van toekomstige eerbewijzen en hooge onderscheidingen verzoetten zijnen slaaptoen hijnog vóór de dag was aangebroken, plot seling door zijnen russischen lijfknecht uit zijne zoete sluimering werd gewekt. «Vadertje sta opriep de man in de hoogste op gewondenheid en met angstige stem. »Het huis is door soldaten omsingeld die niemand uit of in laten en de chef der geheime politie verlangt u te spreken «Wie? De chef der geheime politie? En die verlangt mij te spreken vroeg Suderland, ten hoogste verbaasd, terwijl hij opstond en eenige kleedingstukken aantrok. «Wat wil de man van mij «Dat weet ik waarlijk niet, vadertje", gaf de lijfeigene ten antwoord. «De politie-chef zet een zeer ernstig ge zicht en 't moeten dus wèl gewichtige dingen zijn, welke hij u heeft mede te deelenbovendien zegt hij zijnen last slechts aan u in persoon te kunnen overbrengen." «Nu laat hem dan binnenkomen." wij kunnen de feiten, die wij zien of waarvan wij hooi en spreken, verder vertellen, doch onthouden ons, zoodra de politiek in het spel is, zooveel mogelijk van elke beoor deeling. Het verstandigst is steeds zooveel mogelijk de wijken te vermijden waar de slagen vallen, want de centrale brigaden der agenten zijn samengesteld uit mannen van krachtigen lichaamsbouw, die hunne loopbaan als agenten meermalen maken op de buiten-boulevards en daar in aanraking komen met allerlei gemeen volk, «souteneurs", nachtelijke aanranders en meer zulk soort. Wanneer zulke agenten bij de centrale brigaden, die als politie-reserve dionst doen, wordeu ingelijfd, dan zijn zij bijzonder tevreden, want dit is eene onderscheiding voor hun' betoonden moed bij menige gevaarlijke gelegenheid, doch natuurlijk zijn zij tevens bijzonder ruw, en hebben voor alles wat niet tot de politie behoort, al heel weinig ontzag. Men kau van hen dan ook niet veel anders ver wachten, en daarom is 't het best te zorgen nooit in hunne handen te vallen, want, en dat is leelijker, een algemeen geloofd gerucht wil, dat de agenten hunne gevangenen gruwelijk mishandelen, wat men hier noemt «Ie passage tabac". Men beweert, dat zij dikwijls bij tien tegelijk op hun weerloos slachtoffer losslaan. Daarin zal echter minister Dupuy, volgens zijne in de Kamer afgelegde verklaring, verandering doen brengen, want eene politie behoort te zijn de vriend van de burgerij, en niet de vijand. Wij mogen dus over iets anders spreken, waartoe al die onrust der vorige dagen ons geene gelegenheid gaf. Parijs is n.l. gedurig bezig van gedaante te veran deren 4 dat wat voor eenige jaren geleden in de mode was, wordt heden niet meer aangekeken. Zoo is het in de schouwburgen waar het fijne en geletterde publiek heden geene melodrama's meer wil zien, en waar men lacht over de gezwolleno zinnen, die voorheen het pu bliek tot tranen bewogen. Zoo gaat het in de litteratuur waar men vraagt naar korte verhalen, en heeft alleen de jeugd nog den moed de verbazende seriën van Dumas te lezen de meesten blijven steken midden in «les Miséra- bles" van Victor Hugo, en Paul de Koek wordt in het geheel niet meer aangekeken. In de muziek is alles slechts voor Wagnerdien men vroeger zoo hard heeft uitgeflo ten. De gezellige drukte verplaatst zich ook meer en meer, alles trekt naar den kant van Madeleine, Champs Elysées en naar Montmartre, en de vroeger zoo drukke boulevards du Temple en Beaumarchais zijn totaal ver laten. De koffiehuizen veranderen van gedaante en nemen de brasseriën hunne plaatsen in, de duro restauratiën wor den door groote en goedkoope «bouillons" vervangen en zoo verdween ook dezer dagen het zoo bekende «Tor toni" De geestige kronikeur Aurélien Scholl wijdt eenige woorden tot afscheid aan dit zoo beroem de restaurant. Wij vernemen dat in het begin dezer eeuw Velloni van Napels naar Parijs kwam, en daar verscheidene «Café's-glaciers" opende. Hij was dus de eerste die hier het zoo lekkere ijs in porties verkrijg baar steldemaar daar hij zoovele café's opende, zoo plaatste hij zijne eerste inrichting, die van den boulevard des Italiens onder den naam van zijnen «gérant", den Suderland had vlug zijne kamerjapon aangetrokken en zag toen dit zoo onverwachte en vroegtijdige bezoek met nieuwsgierigheid te gemoet. Bovendien kon hij een on bestemd gevoel van bezorgdheid niet geheel onderdrukken. De knecht verliet de kamer en onmiddellijk daarna trad baron Strokoff, de chef der geheime politie, binnen. De gelaatstrekken van dezen ijzeren man der wet ver rieden dat ditmaal eene zeer buitengewone zending hem hierheen voerde. Met de gewone beleefde kalmtehem eigenontving Suderland zijnen bezoeker en verzocht hem met eene handbeweging en eenige hoffelijke woorden, op den divan plaats te nemen. De strenge hooggeplaatste ambtenaar deed echterals merkte hij deze beleefdheid geheel niet opop eenige schreden van den bankier bleef hij midden in de kamer staan en begon met eene stem waaruit zijne innerlijke diepe ontroering onmiskenbaar sprak «Suderland, beste vriend, och, wees niet boos op mij, want ik kan ik mag niet anders Ik ben de dienaar van Hare Majesteitmijne allergenadigste keizerin die God nog lang in het leven spare en die ik te gehoor zamen heb, ook zelfs wanneer mij het hart daarbij van wee moed wordt verscheurd Ik heb een bevel ontvangen, welks gestrengheid ik niet begrijpenniet vatten kan, dat echter zekerlijk van eene zeer zware misdaad het noodzakelijk gevolg moet wezen." «Gij doet mij schrikken Excellentie!" riep de bankier verbleekend. «Gij spreekt daar van eene zware misdaad. Wie moet die dan eigenlijk begaan hebben «Mijn Godwie anders dan gijbeste vriend De straf moet immers aan u en aan niemand anders vol trokken worden «Ik zweer u bij alles wat heilig is, Excellentie, dat ik mij van niet de minste overtredinglaat staan dan eene misdaadbewust benriep de bankier in de hevigste opgewondenheid. «Ik reken mijzelf onder de trouwste onderdanen van Hare Majesteitwant zooals gij weet ik ben een genaturaliseerde Rus." «Helaas, helaas, ik weet het en juist om die reden is in dit geval uw toestand zooveel te erger. Waart gij heer Tortoni. Dadelijk werd dit café bezocht door mannen van naam zooals Talleyrand Laeretelle Saint-Didier, enz. Onder de restauratie vielen er vele kloppartijen en twisten voor tusschen de officieren van den Koning en de oude getrouwen van den grooten Keizer, en de heden- daagsche bejaarde lieden herinneren zich vooral den Tortoni tijdens het tweede Keizerrijk toen het café 's morgens behoorde aan de groote beursmannen en 's avonds aan de «dandies" en de groote mannen onder de toen gewilde schrijvers. Tegen middernacht, na de voorstel lingen in de schouwburgen, stond het om en bij het café vol fraaie rijtuigen, en werd er veel ijs, sandwiches, chocolade, enz. enz. verbruikt. Nog lang heeft de tegen woordige eigenaar de heer Percheran den strijd vol gehouden tegen den nieuwen smaak van het publiek, hij gaf boter in plaats van margarine, bouillon van ossen- vleesch en niet Extrait Liebigversche jonge groenten en niet die uit blikken en bussen, echte likeuren in plaats van hetgeen men heden drinkt, doch het publiek wil heden niet meer betalen dan een vast tarief, en daar de eigenaar oud was, de man is 71, zoo zocht hij eenen opvolger, doch er deed zich geen liefhebber voor. Tortoni is dus gestorven, en in de plaats komt waarschijnlijk een wisselkantoor. Het is jammer, want dit café was stellig het meest bekende en om zijne historie geliefde van ge heel Parijs. Er gebeuren hier ook wel grappige dingen. Zoo was daar de geschiedenis van een huwelijk zooals men gewoon lijk slechts in een blijspel te zien krijgt. Eene juffrouw Juliette werd nageloopen door een heer Aristide. Beiden zijn artisten, tooneelspelersen hadden tezamen met een impressario rondreizen in het Noorden van Frankrijk gemaakt. Juliette is eene mooie blondine, en volgens haar zeggen, schijnt Aristide lang, mager, een aangekleede bezemsteel. Toch liet zij zich het hof maken en nam den langen mageren acteur als aanstaande aan doch toen werd Aristide trotsch en hoovaardig op zijn succes, waarop Juliette besloot hem een lesje te geven. Het huwelijk kwam tot standmen ging naar raadhuis en kerk en daarop volgde een diner voor veertien personen in het bekende restauraut-Lemardelay. De jonge man, die toch niet zoo leelijk schijnt als de jonge vrouw wil doen ge- looven, was natuurlijk overgelukkig, men at en dronk en toastte, en reciteerde verzen, alles scheen goed van stapel te loopen, toen op het oogenblik dat de jonge echtgenoo- ten tezamen naar hun huisje in Asnières zouden ver trekken, de dwaze actrice spoorloos verdwenen was. Zij had van tevoren in een hotel een kamer besteld en was daarheen getrokkengeheel alleen. De jonge mandie nog wel naar Asnières een nieuw bruigomshemd had gebracht, was eerst razend, maar, en dit bewijst, dat hij verstandiger is dan zijne zotte vrouw, hij heeft zich spoedig over zijne smart heengezet en zelf hartelijk om het geval gelachen. Op financieel gebied hadden wij den «krach" van het Comptoir Lyon-Allemand, eene maatschappij met een ka pitaal van twaalf millioen franken. Deze maatschappij kocht het goud en zilver van de tusschenpersonen, die dit niet genaturaliseerd gij zoudt de tusschen komst kunnen inroepen van uwen gezant en zoo misschien het strenge vonnis^ ontgaan of zien verzachten dat ik thanstot mijne innige droefheidaan u moet ten uitvoer leggen." «Maar zeg mij dan toch om 's hemels wil, Excellentie,, wat voor een bevel gij dan wel ontvangen hebt." «Mijn beste vriend oik kan niet. De woorden blijven mij in de keel steken." «Heb ik mij de ongenade van Hare Majesteit op den hals gejaagd?" «Ach als dat 't alleen ware «Wil men mij het land uitzetten misschien «Neen vriend dat zou nog een geluk voor u zijn «Hoor eens, Excellentie, gij maakt mij ernstig onge rust! Ben ik soms naar Siberië verbannen?" «Naar Siberië? Och, Siberië is nog zoo heel kwaad nietdat land staatzeer ten onrechte in zulk eenen slechten reuk. Buitendien bestaat er kansdat men er uit terugkeert." «Moet ik dan in de gevangenis «Dat zou ook nog zoo heel erg niet wezen. Gevangenen krijgen meest allen eens hunne vrijheid weder." «Heb medelijden met mij, Excellentie", gilde Suderland in den hevigsten angst. «Ben ik tot den knoet veroordeeld «Aan de gevolgen der knoetslagen sterft men niet al tijd velenjade meesten komen er van op In volkomen vertwijfeling liet de bankier zich in zijn leunstoel vallen. «Spreek dan toch in Godsnaam schreeuwde hij met heesche stem. «Heeft men mijnen dood besloten «Ja, uwen dood, arme, diep beklagenswaardige man!" zei de chef der veiligheidspolitie op doffen toon. «Maar, Heer in den hemel wat voor eenen dood «Hoe? Wat voor eenen dood, zegt gij!? Is het dan nog niet genoegdat men mijzonder verhoor zonder schijn van proces, zonder rechterlijk vonnis hoegenaamd, eenvoudig vermoordt?Katharina heeft 't bevolen en dus «Jahelaaszij heeft 't bevolenArmearme Suderland «Welnu, spreek op dan Ik wil alles weten, de geheele

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1893 | | pagina 5