Vijf en Negentigste Jaargang. 1893. Y KI J D A G 21 J U LI. De opening der Ambachtsschool MO. 86. Eerste blad. i ALKMAARSCHE Deze Conrant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar O,SO; franco door het geheele rijk j 1, De 3 nummers f 0,06. Telefoonnummer: 3. COURANT. Prys der gewone Advertentlën: Per regel J 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. op 1» Juli 1S93. Indien ooit of ergens het onderwijs tot bloei geraakte en nieuwe stichtingen om de opleiding en de ontwikkeling der jeugd te bevorderen als met een tooverstaf verrezen, dan is dat zeker in deze dagen hier te Alkmaar het geval. Alleen den verren vreemdeling kan het onbekend zijn, dat binnenkort de cadettenschool staat geopend te worden. Onze inrichting voor hooger onderwijs mochtblijkens haar laatste verslag, in het eerste jaar van haar bestaan reeds een leerling gereed maken en afleveren voor de Uni versiteit. De goede werking der burgeravondschool doet haar leerlingen als toestroomengeeft reeds aanleiding er toe, dat de couranten van verwijderde vaderlandsche steden als op een navolgenswaard voorbeeld op haar wijzen. Het is dan ook geen wonder, dat een nieuw leven hier uiting vindt, dat men aan alle kanten der stad huizen opmerkt, die of geheel nieuw, of nog in aanbouw zijn. Het rechtsgebouwde vernieuwde gasfa briek, reeds dadelijk bij het binnenkomen der gemeente trekken zij de aandacht van den vreemden bezoeker, voor beide is dit jaar het jaar der geboorte. Heden wapperden de vlaggen van eene andere stich ting, eene inrichting van onderwijs van bescheiden aard, daarom echter niet van minder ingrijpend belang. In een hoofdartikel van dit blad van nog geen twee jaren her, van 10 Januari 1892, werd het ambachts- onderwijs besproken en aan het slot den wensch neerge schreven dat .binnen niet al te lang tijdsverloop eene ambachtsschool zal verrijzen waaraan ook binnen deze gemeentemet het oog op hare gunstige liggingeene bepaalde behoefte bestaat." Boven alle verwachting snel trad deze wensch in vrr- vullingwant dio wapperende vlaggen van heden golden het voltooide gebouw, golden de opening van dit gebouw, den aanvang van het ambachtsonderwijs zelf. Het is, naar luid eener oude en ware zegswijze niet goed namen te noemenwaar mendoor het verzwijgen van anderenonwillekeurig verdienstelijke personen zou hunnen kwetsen. Zoo ook thans. Een commissie heeft zich gevormd en met voortvarendheid haar goeden wil en haar kracht getoond. Particulieren sloegen de handen ineen met den Staat en de Provincie de gemeente en haar dagelijksch bestnnr en haar raadsleden bevorderden als om strijd het tot {stand komen der zaak. Slechts enkele namen te noemen zou dus doen denken aan het veronachtzamen der talrijke andere. Maar toch er is een persoonwiens arbeidskracht en arbeidslust, ook op menig ander gebied, binnen deze gemeente bijna spreek woordelijk zijn gewordeneen persoonlijkheiddie zich zoo weinig mogelijk op den voorgrond plaatst en toch door zoo velen wordt geëerd, wiens naam zeker op de lippen zweeft van allen slechts eenigzins van nabij be kend met de wijze waarop de stichting der ambachts school werd voorbereid en voltooid. Hier mag dus een uitzondering worden gemaakt, ware het slechts om den jeugdigen leerling der ambachtsschool er op te wijzen zonder in het minst afbreuk te doen aan de groote ver diensten van anderen, hoeveel hij te danken heeft aan den voorzitter der Vereeniging »de Ambachtsschool voor Alkmaar en Omstreken", aan mr. E. P. Karseboom. De wapperende vlaggen verkondigden dan reeds van bniten aan de gebouwen der burgeravond- en ambachts school dat er heden een blijden een feestdag werd ge vierd. Van binnen hadden die gebouwen een niet minder prettig aanzien. Zie slechts in de versierde groote teekenzaal der bur geravondschool. Wel is het nog geen kwart over drie maar er mag wel een oogenblik besteed om de versiering eens op te nemen. Wat al vlaggendoek en bloemen en groen Gotuigt de schakeering van smaakvan vaar digheid en kunsttevens spreekt het groote geschilderde doektegenover de deurachter in de zaalin de on middellijke nabijheid der bestuurstafel. De heer J. P. G. Kaleminkde leeraar in het handteekenendie hot bijgestaan door den onderwijzer in het schilderen den heer A. A. de Grootheeft ontworpen en uitgevoerd gaf daarop een welgeslaagde zinnebeeldige voorstelling van datgenewat de vereeniging beoogt. Aan weers kanten omgeven door de attributen der vakken van on derwijs welke in het gebouw zullen beoefend worden prijkt daar de afbeelding der ambachtsschool zelf, als overschaduwd door bloeiende vruchtboomenwier rijk beladen takken reeds hier en daar ter aarde neigen, onder den last der rijpende vruchten. Een cartouche onder in het midden aangebracht, toont de schitterende zon, wier lichtende stralen naar heinde en ver haar bundels spreiden. Moge het onderwijs hieraan gelijk zijn dan voorzeker zullen de gemeenten, wier wapens de cartouche omgeven vele dezer stralen opvangenhun voordeel er mede doen en de geschonken of nog te schenken subsidie op deze wijze rijk beloond terugvinden. Bovenaan in 't groot, ziet ge natuurlijk de Burcht van Alkmaar, links en rechts geflankeerd door de wapenschilden van Bergen Heerhugowaard Koedijk AkerslootOudorpHeiloo Castricum en Zuidscharwoude. Allengs vult zich de zaal en raken de stoelen bezet nadat menige begroeting en menige handdruk is gewis- beid tus8chen de leden van het bestnnr en der Vereeni^in^ en hunne talrijke gasten. Daar aan de bestuurstafel nemen plaats de voorzitter, mr. F. F. Karseboom, die zoo aanstonds de openingsrede zal uitsprekende vice-presidentde heer C. J. Canters, de le secretaris, mr. F. H. G. van der Hoeven, de pen ningmeester en de 2e secretarisde heeren C. Bosman en N. A. Conijn. Welke leden en gasten alzoo tegen woordig zijn? Nn, gelijk gezegd is, de ruime zaal is flink^ bezetbijna geheel gevuld zelfs. Ginds dicht bij den ingang zitten de leerlingen in hun werkkielen, voor hen hun leeraars en onderwijzers. Verder allen op to noemen zal bezwaarlijk gaan, tusschen die rijen der meest geachte inwoners der gemeente heeft zich menig vreemd gezicht geschaard vreemd aan deze stad daarom niet vreemd aan de ontwikkeling van teeken- en ambachts onderwijs, ook wel, wanneer het betreft de vertegenwoor digers der plaatsen in don omtrek, niet vreemd aan het steunen der te opene inrichting Wilt ge verder namen Strakswanneer de openingsrede zal uitgesproken zijn wordt den bezoekers de gelegenheid geboden om hun handteekening te plaatsen in een herinneringsboek. Het zal vol loopen en lang niet alle aanwezigen zullen van de gelegenheid gebruik maken maar toch zullen des avonds een vijftigtal regels ingevuld prijken. Maar stil, de voorzitter neemt het woord. Ongeveer als volgt luidt zijn toespraak Het oogenblik is daar, waarop ook in deze gemeente een school zal worden geopendwaar de aanstaande ambachtsman gelegenheid zal vinden onderricht te ont vangen in de beginselen van enkele ambachten. Het bestuur heeft zich de vrijheid veroorloofd u eene uit- noodiging te zenden ter bijwoning van die opening en hot verheugt zich, dat aan zijn verzoek door u zoo wel willend is gevolg gegeven. Tot zijn leedwezen zijn de vertegenwoordigers van de landsregeering en der staten van de provincie Noord-Holland wegens bezigheden van gewichtigen aard verhinderd alhier aanwezig te zijn hetgeen voor het bestuur vooral te betreuren isomdat het daardoor de gelegenheid mist die autoriteiten per soonlijk dank te zeggen voor den krachtigen steun door hunne bemiddeling aan de Vereeniging door de hoogo Staatslichamen verleend en hun net bewijs te leveren dat hun vertrouwen niet aan onwaardigen is geschonken. Alvorens u uit te noodigen de schoolwaarin het onderwijs voor den ambachtsman zal worden gegeven, te bezichtigen, zij het mij vergund ter inleiding van hetgeen gij straks zult zien, met een enkel eenvoudig woord het ontstaan der Vereeniging „de Ambachtsschool voor Alkmaar en Omstreken'' in herinnering te brengen en het doel dier Vereeniging en de beginselen waarvan zij uitgaatte ontvouwen. Nadat dertig jaar geleden de wet op het middelbaar onderwijs aan de groote gemeenten in ons land de ver plichting had opgelegd om voor hot onderwijs aan aan staande ambachtslieden zorg te dragen, werd enkele jaren later te dezer stede een burgeravondschool opgericht. Die school leidde van den aanvang af, tot op twee jaren geleden, een meer dan kwijnend bestaan. Het aantal der leerlingen was bij het openen dier school, op 15 Sep tember 1869, 29 en steeg in al die jaren niet hooger dan tot 39, terwijl, over een tijdsverloop van 18 jaren, slechts aan 31 leerlingen na afgelegd eindexamen een diploma werd uitgereikt. De commissie van toezicht op het mid delbaar onderwijs te Alkmaar toonde in haar aan den raad dier gemeente op 15 Maart 1889 ingediend rapport uitvoerig aan dat de oorzaak der onvoldoende resulta ten dier school niet mocht worden toegeschreven aan het onderwijzend personeel, doch geheel moet worden geweten aan het leerplan dat geen rekening hield met de be hoeften van aanstaande ambachtslieden tot het ontvangen van onderwijs in het teekenen en in de theorie van leervakken die uitsluitend betrekking hebben op het gekozen ambacht. Van de 37 uren, gedurende welke destijds wekelijks onderwijs werd gegeven, werden slechts 16 uren besteed aan het onderwijs in het teekenen. De overige uren waren bestemd voor het ontvangen van onderwijs in de nederl. taalgeschiedenis en aardrijks kunde reken-, stel-, meet- en wiskundenatuur- en werktuigkunde en scheikunde, evenwel zonder tevens dat onderwijs dienstbaar te maken aan het beroep of het ambacht door de leerlingen uitgeoefend. Dit was dan ook destijds onmogelijk omdat de leerlingen de meest heterogene beroepen en ambachten uitoefenden. Een der bij dat rapport overgelegde tabellen doet zien, dat eronder de 556 leerlingendie gedurende 18 jaren die sehool bezochten, nog niet de helft de eigenlijk gezegde bouw- vakken beoefenden. De overige leerlingen waren aanstaande onderwijzers kantoorbedienden slachters barbiers enz,, die tegelijk met de timmerlieden, smeden, schilders enz! werden ouderwezen en alzoo evenzeer o. a. onderwijs in het bouwkundig teekenen ontvingen. Meerbedoelde commissie stelde, op grond der verkregen ervaring, eene zoodanige reorganisatie van die school en van het leerplan voor dat die sehool voor het vervolg slechts zou worden bezocht door hendie voornemens waren zich toe te leggen op een ambacht, tot de uit oefening waarvan ervaring iD het teekenen een onmisbaar vereischte is. Voor het onderwijs in het teekenen zou de helft van het aantal lesuren per weekdat op 60 uren werd gebrachtmoeten besteed worden terwijl volgens dat voorstel gedurende de overige uren onderwijs zou worden gegeven in de nederl. taalin het rekenen in de beginselen der meetkunde, en in de eerste beginselen der natuur- en werktuigkunde een en ander evenwel geheel ingericht met het oog op de behoeften van aan staande ambachtslieden en de door hen uitgeoefende ambachten. Eerst twee jaren later mocht de commissie de voldoe ning smaken dat haar voorstel nagenoeg onveranderd door den gemeenteraad werd aangenomen. Aanvankelijk scheen het of slechts bezwaren van finantieelen aard aanleiding hadden gegeven tot de vertraging in het nemen eener beslissing, doch later bleek dat alleen het ontbreken van een persoondie voor het uitvoeren der voorgestelde reorganisatie volkomen berekend mocht worden geacht, daarvan de oorzaak was. Nadat toch de tegenwoordige directeur, der Burgeravondschool de heer H. J. de'Groot, destijds leeraar aan de ambachtsschool te Leeuwarden, op 30 December 1890, op uitnoodiging der commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs in eene openbare bijeenkomst van belangstellenden in het ambachtsonderwijs eene voor dracht had gehouden over bet teekenonderwijs voor aan staande ambachtslieden in verband met de voorgestelde reorganisatie van het onderwijs aan de burgeravondschool en de tegen het voorstel der commissie ingebrachte be zwaren krachtig had bestreden, kwam er eenige wijziging in het ongunstig oordeel over de resultaten van den arbeid der commissieen toen daarop de onderhande lingen om den heer de Groot aan de school als directeur te verbinden met succes waren bekroond, waren weldra de vroegere tegenstanders in warme voorstanders veranderd. Het voorgestelde leerplan werd aangenomen evenwel tot groot leedwezen der commissie met deze wijziging dat besloten werd het onderwijs in de eerste beginselen der natuur- en werktuigkunde vooralsnog niet te geven. Van den raad dor gemeente Alkmaar mag echter worden verwacht, dat spoedig op dat besluit zal worden terug gekomen. Met het optreden van den heer de Groot als directeur en uitvoerder van het nieuwe leerplan begon de bur geravondschool te bloeien. De nieuwe cursus werd ge opend met 59 leerlingen, welk getal het volgende iaar tot 117 steeg, nadat de ingezetenen zoowel uit de mede- deelingen der leerlingen als uit de tentoongestelde tee- keningen hadden bespeurddat het onderwijs aan de behoeften van aanstaande ambachtslieden tegemoet kwam. De oude schoollokalen werden te klein om de toestroomende leerlingen te herbergen en op onbekrompen wijze deed de ïaad dezer gemeente binnen enkele maanden een nieuw gebouw, waarin wij thans bijeen zijn, verrijzen en zorgde hij voor vermeerdering van onderwijskrachten. Dit resumó van de geschiedenis der burgeravondschool was noodzakelijk omdat uit de reorganisatie van het onderwijs aan die school de oprichting van de ambachts school volgde. Toen de commissie van toezicht op het M. O. do be sproken reorganisatie voorbereidde, bestond er nog in het minst geen vooruitzicht op de medewerking der regeering ter bevordering van het onderwijs in de prak- tjjk der ambachten. Geen wonder alzoo, dat de commis sie heu oprichten van een ambachtsschool van wege de gemeento-financiëel te bezwarend achtte en zich onthield om dienaangaande eenig voorstel aan don gemeenteraad te doen. Weldra echter kwam er in de inzichten der regeering ton opzichte van het ambachtsonderwijs eone zeer gun stige verandering. Toen dan ook bleek, dat de regeering genegen was het particulier initiatief met betrekking tot het ambachtsonderwijs krachtig te steunenmeenden de tegenwoordige leden van het bestuur der vereeniging „de Ambachtsschool voor Alkmaar en omstreken'', dat het oogenblik gekomen was om de oprichting eener am bachtsdagschool te Alkmaar voor te bereiden. Zij deelden ten volle het gevoelen van den heer minister van B. Z., dat het zorgdragen voor de praktische vorming van den ambachtsman eene daad van rechtvaardigheid is en waren van oordeel, dat het opheffen van den kwijnen den toestand, waarin de ambachtsnijverheid ook in het noordelijk deel van Noord-Holland verkeerde, het meest zou bevorderd worden door eene meer zorgvuldige op leiding van den aanstaanden ambachtsman, dan tot dusver in de werkplaatsen geschiedde. Gesteund en voorgelicht door den heer de Groot, die door zijne groote ervaring op het gebied van het am bachtsonderwijs en door zijne praktische en theoretische vorming een uitnemend deskundige bleek te zijn, ont wierpen zij het plan tot het stichten der Vereeniging „de Ambachtsschool voor Alkmaar en Omstreken." Alvorens evenwel met dat plan in het publiek op te treden verzekerden zij zich of er te Alkmaar werkelijk sympathie voor hun voornemen bestond. Al zeer spoedig bleek, dat vele ingezetenen met hunne denkbeelden in stemden en binnen zeer weinig weken was een som van 6000 als renteloos voorschot bijeengebracht ter bestrij ding der oprichtingskosten. Toen het particulier initiatief zoo krachtig had ge sproken mocht aan het welslagen der onderneming niet langer worden getwijfeld. In eene bijeenkomst der deelnemers van de rentelooze leening, gehouden te Alkmaar, op 15 Maart 1892, werd de vereeniging opgericht en werden de statuten vastge steld, welke bij kon. besluit van den 14 Juni, No. 26, d.a.v. werden goedgekeurd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1893 | | pagina 1