Vijf en Negentigste Jaargang.
1893.
ZONDAG
13 AUGUSTUS.
Amsterdamsche Brieven.
Binnenland.
NO. DO. Eerste Wad.
AlKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprgs per
3 maanden voor Alkmaar/ 0,80; franco door het
geheele rijk j 1»
De 3 nummers 0,06.
Pryg der gewone Advertentlën:
Per regel J 0,16. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer3.
XIII.
Men schrijft ons van Vrijdagavond
Een stille in den lande is hedenmorgenna een leven
van zwaar lichamelijk lijden, uit den kring zijnei familie
en zijner vele vrienden door den dood weggerukt. Na
jaren achtereen den strijd tegen de verschrikkelijkste der
ziekten de longteringmanmoedig te hebben gevoerd
heeft de heer J. F. A. Huese het moede hoofd neerge
legd om nimmermeer te ontwaken. Honderden zullen
er° wellicht onder onze lezers zijn, die den naam van
Huese nimmer hebben gehoord. Zij hebben niet vermoed,
wanneer zij de vaak zoo geestige en puntige verslagen
van amsterdamsche vergaderingen in de Nieuwe Rotter-
damsche Courant lazen dat deze van zjjne hand afkom
stig waren. Zij hebben waarschijnlijk niet geweten, wan
neer in de laatste zeven maanden hnn een hoofdartikel
in de Amsterdamsche Courant onder de oogen kwamdat
hen bekoorde om de warmte der overtuiging en de veel
omvattende kennis van personen en zaken dat dit ge
schreven was door dien talentvollen journalistwiens
geest niet wilde buigen voor de onafwendbare aanvallen
op het broos omhulsel. Misschien kennen zij den heer
Huese beter uit zijne artikelen in de Portefeuille, waarin
hij zulk een helder licht deed vallen op de figuur van
Hirabeau en met al het vernuftwaarover hij beschikte,
de belachelijkheid van het opkammen van Willem de
Clercq geeselde.
Maar al zonden zij al die pennevruchten kennen, dan
nog zouden zij niet zoo goed beseffen, welk een merk
waardig man is heengegaan als degenen, die tot hem in
vriendschappelijke betrekking stonden. Wie eenmaal met
Huese in debat kwam en hem, op grond van zijne vele
studiën, zijne van al het conventioneele afwijkende stel
lingen hoorde verdedigen, zal de herinnering daaraan
immer behouden. Zij zullen aan hem blijven denken als
aan een man vol van vooroordeelen, maar tegelijkertijd
als aan iemand, die zijne eenmaal opgevatte denkbeelden
niet met koppigheid, doch op den grondslag eener zeld
zame belezenheid wist te verdedigen. Als men met Huese
in discussie tradgevoelde men zoo ongemerktmaar
toch zoo duidelijkdat men zijn mindere in kennis was
en terwijl dezelfde stelling, door anderen met oppervlak
kigheid verdedigd, tot lachlust zou stemmen, gaf men
aan haardoor zijn mond bepleit, althans de eer eener
nadere overweging.
Huese heeft veel, onnoemelijk veel geleden. De laatste
jaren zijns levens waren een aanhoudende strijd tegen
ziekten en dreigenden dood. Toch ontbrak hij op geen
vergadering, waar de belangen van zijn blad zijne tegen
woordigheid vereischten en nog vond hij tijd om op zijn
studeerkamer zijne lievelingsstudiën bij te houden. Zijne
vrienden juichten, toon hem met 10 Januari van dit jaar
het hoofdredacteurschap van de Amsterdamsche Courant
werd opgedragen want al zou zijn arbeid niet lichter
worden, toch zou hij meer in de gelegenheid zijn, zijne
zwakke gezondheid te ontzien. Men vleide zich reeds met
de hoop, dat er nu ook misschien nog beterschap zou
komen.
Dat heeft intusschen zoo niet mogen zijn. Met opge
wektheid en moed aanvaardde hij zijn nieuwe taak en 't
moet gezegd worden, dat in weinige weken aan de
Amsterdamsche Courant een geheel nieuw stempel werd
opgedrukt het voor ingewijden zoo goed herkenbare
stempel van Huese. Hij wist, dat zijn streven het
scheppen van een conservatief-liberaal orgaan, behartigende
de belangen van de middenklasse op schier onover
komelijke hinderpalen zou stuiten, maar de overwinning
daarvan was hem zijn liefste prikkel. Hoe smartelijk
moet 't hem hebben aangedaan, toen hij zijn pen aan
zijne zwakke hand voelde ontzinken en zijn taak onvol
tooid moest laten.
beginsel der wet niet rakenen het zal nu moeten
blijkenwaar die kern en beginselen liggen. De zelf
standigheid van dezen minister van binnenl. zaken is
bekend. Die zelfstandigheid zou aangerand worden
wanneer men hem wilde leiden uit zijn koers en van
zijn doel maar evenzeer zou die zelfstandigheid aange
rand worden door hen die hem zouden willen dwingen
geheel zijn koers te blijven volgen.
Den 11 was de heer Bahlmann de eerste spreker;
hij kwam krachtig op tegen de uitleggingdoor de
regeering aan art. 80 der grondwet gegevenen ^ver
klaarde dat hem het meest gehinderd had de wijze
waarop de minister de Kamer gerust heeft trachten te
stellen ten aanzien der werking van het algemeen stem
recht, door te wijzen op Frankrijk en Duitschland. Van
aanneming van het ontwerp verwacht hij groote uitzet
ting der uitgaven en belangrijke verhooging van kosten
voor de verkiezingen zelve. Daarom is hij zoo sterk
voor het amendement-Vermeulen om het verplichtend
stemrecht in te voeren. Elk amendement tot vermin
dering der kiezers zal hij steunen en 't liefst zou hij
grondwetsherziening eischen om met invoering van alge
meen stemrecht teveus grootere waarborgen op te nemen
voor het gezag der Kroon en der Eerste Kamer.
De heer de Beaufort kwam krachtig op tegen de
beschouwingen des ministers, dat in deze Kamer niet
meer, zooals in 1864, het hart van het land klopte. Hij
heeft nooit bemerktdat hier de belangen van het
niet vertegenwoordigd volk opgeofferd zijn aan die der
kiezers. Bij de onderwijsbesprekiugen is juist het tegen
deel gebleken. Op den uitroep van den heer Heldt, dat
voor onderwijs zeer slecht gezorgd was, antwoordde hij,
dat dit ook beweerd was door den heer Kerdijk, maar
dat ons volksonderwijs roemrijk de vergelijking kon door
staan met dat van Zwitserland en Engeland. Eu bij de
belastingregeling was het niet vertegenwoordigde volk
steeds gespaard, ontheven in plaats van belast.
De heer van Vlijmen ontkent ooit bedoeld te heb
ben het hem door de heeren Gerritsen en Pyttersen toe
gedachte, dat hij het ned. volk door zwaard en sabel er
onder wilde honden. Hij had alleen betoogd, dat uitge
breid stemrecht in het buitenland volstrekt niet het
gebruik maken van die middelen van gezag onnoodig
maakt.
Do heer Rink achtte de grondwettelijke bezwaren niet
onoverkomelijk. Twee stelsels staan tegenover elkander
dat van de regeering, los van aanslag in belasting of bezit
van kapitaal, en dat, om het stemrecht afhankelijk te maken
van directe belasting en bezit van roerend of onroerend
goed. Tusschen die stelsels zal deze Kamer en ten slotte
het land moeten kiezen.
Wordt vervolgd.
De algemeene beraadslaging is gesloten.
Den 15 worden andere ontwerpen behandeld.
als
TWEEDE KAMER.
Kieswet.
Den 10 voerden ook nog het woord de heeren van
der Kaaij en Mees. Eerstgenoemde hield voldat
niet vereischt wordt, dat iedere kiezer de beide ken-
teekenendat van welstand en dat van geschiktheid
bezitmaar wanneer slechts één kenteeken wordt aan
genomen, moet dit de criteria van geschiktheid en wel
stand bevatten. Voorts wijst hij er op, dat bij de belas
tingherziening heeft voorgezeten het belasten naar
draagkracht en er dus moet worden aangenomen, dat de
belasting ook betaald kan worden.
Met het meeste genoegen heeft hij gehoorddat de
minister tot toenadering bereid is. Zijnerzijds blijft hij
volhouden dat de door hem en zijne geestverwanten in
te dienen amendementen met vriendschappelijke
bedoeling worden voorgesteld. Of zij voor de regeering
aannemelijk zouden zijn, was iets anders en hij achtte
het nog niet het oogenblik om daarover te spreken.
Laatstgenoemde beantwoordde eenige opmerkingen en
verklaarde ook met genoegen 's ministers houding te
hebben gezien. Deze was, zooals men die van hem ver
wachten kon. Hij verklaarde zich bereid die amende
menten in overweging te nemen welke de kern en het
hoofd van een gezin of als afzonderlijk levend per
soon sedert een jaar zonder wegens wanbetaling van
huurpenningen tot ontruiming te zijn veroordeeld ter
bewoning in gebruik heeft een woningwaarvan de
werkelijke weekhunr bepaald is op een som in evenre
digheid tot het zielental der gemeente, met dien ver
stande, dat de huursom in gemeenten van 200,000 zielen
en daarboven niet hooger wordt gesteld dan ƒ2 per week.
Deze voorstellers behouden onder de uitgeslotenen de
bedeelden en de wanbetalers hunner belasting
3°. door den heer T y d e m a n, die, met behoud overigens
van de Regeerings-redactie, wil doen uitkomen, dat onder
stand noch middellijk noch onmiddellijk mag zijn genoten,
en die wanbetaling van de belasting aan Rijk en pro
vincie wenscht te beschouwen als bewijs, dat net kenteeken
van maatschappelijken welstand niet aanwezig is
4°. door de heeren Goeman Borgesius, Ferf,
Kerdijk, Pijnacker Hord ij k, Pyttersen,
Rink en Veegen s.
Zij stellen voor om veroordeelden wegens dronkenschap
als missende het kenteeken van geschiktheid van kiesrecht
buiten te sluiten nemen met het Regeeringsontwerp aan
dat het welstandsteeken bezitten de niet bedeelden, maar
bovendien zij, die bij een gemeentebestuur of burgerlijk
armbestuur geen onderstand hebben aangevraagd.
Met hoofden van gezinnen in deze termen vallende
stellen de voorstellers gelijk de leden van het gezin of
de inwonenden gedurende de laatst verloopen 6 maanden
en zij wier namen op de kiezerslijst geplaatst zijn, zoo
lang zij op de bevolkingsregisters van dezelfde gemeente
blijven voorkomen. Onderstand vanwege weldadigheids
instellingen aan een tusschenpersoon verleend, wordt ge
acht door die liefdadigheidsinstelling te zijn verstrekt
Het kenteeken wordt niet geacht aanwezig te z ijn bij
veroordeelde bedelaars en landloopers of wier inwonende
vrouw of minderjarige kinderen deswege veroordeeld zijn
en wel gedurende 3 jaren na de onherroepelijke ver
oordeeling
5°. door de heeren M. Mackay en van Alphen.
Voor kenteekenen van geschiktheid en maatschappe
lijken welstand stellen zij voor aan te nemen het als
hoofd van een gezin voorzien in eigen onderhoud en dat
van het gezin. Het bewijs van het bezit dezer kentee
kenen wordt volgens hun voorstel geleverd door
1°. voldoening van een Rijksbelastingaanslag, of indien
men niet in de belasting was aangeslagen, huisvesting
gedurende één jaar in een en dezelfde woning, of woning
verandering hoogstens eenmaal;
2°. niet bodeeling van zichzelf, vrouw en minderjarige
kinderen;
3°. het niet veroordeeld zijn gedurende de twee laatst
verloopen jarena. wegens landlooperij en bedelarij
evenmin als zijne vrouw en minderjarige kinderen; b. we
gens dronkenschapc. het niet krachtens vonnis verblijf
hebben gehouden in een Rijkswerkinrichting.
Amendementen.
De in den loop der algemeene beraadslaging van den
11 aangekondigde amendementen zijn thans bekend
geworden.
Wijzigingsvoorstellen zijn gedaan
1°. door de heeren Kolkman, Mees en Roëll.
Zij willen den leeftijd voor het kiezerschap stellen op
25 jaren en wenschen het kenteeken van het »in eigen
onderhoud en dat van een huisgezin voorzien" aanwezig
te achten bij de niet bedeelden en bovendien bij aange-
slagenen in de grondbelasting tot een bedrag van ten
minste ƒ1 en bij de niet-aangeslagenen die gedurende
het laatst verloopen of wel het aan zijne laatste verhui
zing voorafgegaan burgerlijk jaar als hoofd van een
huisgezin of als alleen, levend persoon als woning in
gebruik heeft gehad
of een gebouwd eigendom, ten minste 1 in de grond
belasting betalende of daarvan vrijgesteld
dan wel een afgezonderd gedeelte van zoodanig gebouw,
zoodanig dat de inwonende gezinshoofden en alleen wo
nende personen ieder ten minste 1 grondbelasting in
den geheelen aanslag betalen, alles behoudens de jaar-
lijksche aanvrage tot plaatsing op de kiezerslijst.
Voor de toepassing der voorgestelde bepalingen worden
schepen van ten minste 40 ton inhoud als een woning
aangemerkt.
In verband met een en ander stellen zij voor van de
uitoefening van het kiesrecht uit te sluiten hen, die hun
belastingaanslag niet hebben voldaan gedurende het jaar
volgende op het belasting-dienstjaar
2°. door de heeren van der Kaaij, van Hou
ten en de Beaufort, die voorstellen het bezit van
een kenteeken van geschiktheid en maatschappelijken
welstand af te leiden uit een aanslag in de grondbe
lasting van ten minste 1 of in eenige andere directe
Rijksbelasting, uitgezonderd het patentrecht. Zij, die in
deze categorie vallen zijn vrijgesteld van eon aanvrage
van kiesrecht en bij hem die daarin niot valt wordt
het bezit van het kenteeken aanwezig geacht, als hij eene
aanvraag indient en a. door een examen heeft voldaan
aan de eischen voor de benoembaarheid tot eenig ambt,
voor de vervulling van eenige betrekking of voor de
uitoefening van eenig beroep of bedrijfdie eigenaar is
van eene inschrijving op het Grootboek van ten minste
100 (nominaal) of van ten minste 50 ingelegd in
de Rijkspostspaarbank of in eene andere spaarbankdie
Aoordscharwoude. Donderdag den 10 was
de gemeente in feestdos. Van alle huizen wapperde het
vaderlandache dundoek. Dit gold het feest van den ge-
achten en zeer achtenswaardigen burgemeester dier ge
meente. Hij herdacht den dag, waarop hij vóór 50 jaren
de betrekking van gemeente-secretaris aanvaardde.
Vele stoffelijke bewijzen van waardeering vielen den ju
bilaris van den raad, zoowel als van de ingezetenen, ten
deel. Velen kwamen hem in den loop van den dag met
het zeldzame feest gelukwenschen. Den volgenden dag
zou den kinderen door den jubilaris een feest bereid
worden, waarbij de medewerking van den bekenden heer
Bamberg was toegezegd.
ÏJrsem. Door de hier gevestigde afdeeling der
Holl. maatschappij van landbouw, zijn tot bestuursleden
gekozen de heeren J. Plevier, D. Schermerhorn en S. de
Heertot afgevaardigden naar de in September e.k. te
houden algemeene vergadering der Maatschappij de heeren
S. Akkerman en J. Boot; tot plaatsvervangende afgevaar
digden de heeren J. Wonder en P. Jongens.
De gemeenteraad van Helder heeft den 10 be
sloten, de jaarwedde der onderwijzers en onderwijzeressen
der 4e klasse met 50 'sjaars te verhoogen en te bren
gen op 550.
Den 11 is te Krommenie tot lid van den ge
meenteraad gekozen de heer mr. J. Walig met 80 van
de 110 stemmen.
Te Katwijk is een 22jarige goede zwemmer die
zich te ver in zee begeven had, verdronken.
Den 11 ontdekte een bewoner van een huis aan de
Nieuwe Gracht te Haarlem, dat tijdens zijne afwezig
heid in het buitenland bij hem ingebroken was en dat
verschillende voorwerpen van waarde uit de kasten ont
vreemd waren.
Te Zandvoort zijn twee dames, die zich bij het
baden te ver in zee gewaagd hadden gered door den
badman van »Driehuizen", Willem Drayer.