)t
DE ROOFRIDDER.
Vijf en Megentigste Jaargang.
1893.
ZONDAG
20 AUGUSTUS.
op Maandag 4 Sept. 1893.
Amsterdamsche Brieven.
FEUILLETON.
So. 99. Eerste blad.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,80; franco door bet
geheele rijk 1,
De 3 nummers f 0,06.
Prys der gewone Advertentlên
Per regel J 0,14. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer: 3.
ENGELAND.
Lagerhuis. Gladstone kondigde den 18 aandat
hij den 21 eene motie zou voorstellenom de beraad
slaging over het rapport omtrent het Home Rule-ontwerp
den 25 te sluiten. Toejuichingen
Daarop kondigde Chamberlain aan, dat hij dit bestrijden
en een amendement voorstellen zalwaarin verklaard
wordtdat Gladstone's motie strekt om het Huis
te verlagen tot eene stemmachine en Engeland zijn meer
derheid in het Parlement te ontnemendat het Huis het
grondwettelijk recht heeft te beraadslagen over eene staat
kunde waarbij de britsche belangen ernstig betrokken
zijn dat het Huis de noodzakelijkheid niet inziet van
die motie, welke naar de meening van het Huis slechts
ingegeven is door beweegredenen van partijbelangdat
het Huis verlangtdat de regeering de motie zal in
trekken en het Parlement zoo spoedig mogelijk ontbinden,
ten einde de kiezers in de gelegenheid te stellen hnnne
meening te kennen te geven over het Home Rule-ontwerp,
waarvan de bijzonderheden zorgvuldig voor hen verborgen
werden gehouden bij de laatste verkiezingen.
XIV.
De hoofdstad was Woensdagavond weder het tooneel
van betreurenswaardige wanordelijkheden.
De aanleiding daartoe zijn de kiesrechtdebatten in de
Tweede Kamer geweest. Over het volk hebben sommige
sprekers daar al zeer weinig vleiend gesproken. Vooral
de heer Rutgers van Rozenburgdie niet gewoon is een
wacht voor zijne lippen te zettenheeft zich op zeer
hatelijke wijze over het proletariaat uitgelaten en op sar-
renden toon verkondigd, dat hij het stombus-vee niet
vreesde. Om daartegen te protesteeren, werd door ver
schillende werkliedenvereenigingen een meeting in maison
Stroncken belegd.
In deze zeer drukke bijeenkomst werd door verschillende
sprekers de oneerbiedige wijzewaarop het volk op het
Binnenhof was besproken beantwoord met een nog on
eerbiediger bespreking van de schuldige Kamerleden.
Harde woorden werden daar geuit en vooral de heer
Rutgers werd voor allerlei leelijks uitgemaakt.
Tot zoover is de zaak volkomen in den haak. Het
is natuurlijk den minderen man niet kwalijk te nemen
dat hij wanneer hij beleedigd wordteen vergadering
belegt om in het openbaar aan zijn ergernis lucht te
geven. Wanneer hij dat op kalme, waardige wijze deed
zou hij misschien daardoor zelfs medegevoel opwekken
bij anderen, die niet tot zijn stand behooren.
De onvermijdelijke motie aan het slot van alle volks
vergaderingen bleef ook hier niet uit. Toen deze met
ROD AA
VAN
JULIUS WOLFF.
10)
Naar het hoogduitsch.
o
VIJFDE HOOFDSTUK.
IJdele bedreigingen te uiten of zich in 't algemeen
iets te laten aanleunen was de manier niet van graaf
Albrecht von Regenstein. Hij had Je abdis gezegd, dat
hij eerst Emersleben terugnemen en daarna zjjne reke
ning afsluiten zou met den raad der stad Quedlinbnrg,
wegens de door dat college gepleegde schending van
's graven rechtsmacht. Het eene was nu volbracht,
thans moest ook het andere gebeuren. Hij koos daartoe
den dag, waarop hij door vorst Bernhard von Anhalt-
Ballenstedt met de burcht Gersdorf en het daartoe be-
hoorende rechtsgebied beleend werd.
Nadat deze leenheerlijke handeling met de noodige
plechtigheid, ter behoorlijker plaatse had plaats gehad
en Albrecht zijnen tweeden broeder Günther als slot
voogd in eigen persoon op de burcht had geïnstalleerd
reed hijvergezeld van zijnen jongsten broeder Siegfried
en door een klein troepje bereden manschappen gevolgd,
regelrecht naar Qnedlinbnrg. Even voor de stad kwamen
zij de stedelijke voorposten, de Tackenbnrcht en Stums-
burcht en den hoogen boomdie niet ver van de in de
onmiddellijke nabijheid der groote stadspoort gelegen
Spiritnskapel verwijderd was, voorbij. Deze hooge boom,
eene kolossale linde, was eene van ouds bekende rechts-
plaatswaar over vorsten en graven gericht gehouden
werd en waar onder anderen ookin de dertiende eeuw,
de verdeeling der brnnswijksehe landen tnsschen de
hertogen Albert en Johande stamvaders der beide
daverend applaus werd aangenomen kwam men op het
ongelukkige denkbeeld haar naar de woning van den
heer Rutgers te brengen. Dat had men niet moeten doen,
want men wist of kon althans weten, dat botsingen met
bet openbaar gezag daarvan het gevolg zouden zijn. Wij
willen gaarne aannemen dat verreweg de meeste leden
der vergadering niets daarvan wilden weten, maar dezul
ken hadden moeten begrijpen dat er in elke protest
meeting elementen zijndie niets liever willen dan
straatgevechten met de gehate smerissen".
Zoo ging het ook hier weer. Bij de woning van den
heer Rutgers gekomen stuitte de sterk gedunde bende
op eenige politie-agenten die met steenworpen werden
begroet. Charges werden gedaan andermaal werd met
steenen geworpen, opnieuw stormde de politie op de
menigte los en het gevecht eindigde nietvoordat aan
beide zijden verscheidene verwondingen waren toegebracht.
Diep betreurenswaardig noemden wij deze feiten. Want
waar moet het heenals het volkwanneer iemand
daaraan mishaagt, zich het recht van persoonlijke wraak
neming toekent Dan wordt het in Amsterdam onhoud
baar voor allen, die zich tegen de democratische stroo
ming van onzen tijd willen verzetten. En dan is het
nog maar een schrede verder om ook hen aan te vallen,
van wie men oordeelt, dat zij al te rijkelijk met aardsche
goederen zijn gezegend.
Dat men het volk laat spreken en betoogen zal nie
mand wraken doch eene verstoring der openbare orde
mag daarmee niet gepaard gaan. Zoo min als het een
particulier geoorloofd is, zijne vrienden om zich heen te
verzamelen om bij een vijand de glazen in te gooien
zoo min mag men duldon, dat een troepje oproerkraaiers
om politieke grieven zich aan hetzelfde bedrijf schuldig
maakt.
Amsterdam heeft door straatkabaai reeds een zijner
beste burgersden heer Blanken verloren het behoort
te zorgen dat de onveiligheid van andere vermogende
ingezetenen hen niet insgelijks tot heengaan nope.
Tweede Kamer.
Verslag over het armbestuur.
De commissie uit de Tweede Kamer voor het verslag
over het Ambestuur over 1890 doet haar voorstel, om
dit stuk voor kennisgeving aan te nemenvoorafgaan
van eenige opmerkingen.
In de eerste plaats doet zij uitkomen, dat twee oor
zaken vooral tot de vermeerdering der uitgaven voor
ondersteuning van behoeftigen schijnen te hebben bijge
dragen vooreerst ziekte (influënza) die inzonder
heid in de groote steden tot verhooging van kosten leidde,
en ten andere werkloosheidalthans voor zooverre die
oorzaak valt t af te leiden uit de groote vermeerdering
van het aantal der tijdelijk ondersteunden. Tot eene
algemeene toeneming van verarming onder de bevolking
bestaat naar de meening van de Commissie geen grond
om te concludoeren.
Zij acht het dringend noodig, dat samenwerking tns
schen de verschillende instellingen van weldadigheid
latere liniën Brunswijk-Luneburg en Brunswijk-Wolfen-
buttel, overeengekomen en in alle vormen afgekon
digd werd.
Deze plek, vlak bij den hoogen boom,"wilde Albrecht's
paard niet voorbij. Hij dwong het dier evenwel met vaste
hand er toe en zeide tot Siegfried: «Zonderling! Brun is
bang voor den bloedreuk; het schijnt weldat hij iets ver
moedt aangaande de harde vonnissen, die hier reeds over
menig dapper man zijn uitgesproken. God verhoededat
ooit een Regensteiner als beschuldigde onder deze linde
zal moeten staan
«Dat verhoede God 1" herhaalde Siegfried. «Hoe kom
je om 's hemels wilop die gedachte Albrecht
«Ik weet het niet'', zei deze, maar de dieren merken
soms dingen opwaarvan een mensch geen flauw ver
moeden heeft en ik wil wel bekennendat ik zulke
stomme wenken van paard of hondonze trouwe med-
gezellen in het levendie mij nog nooit bedrogen of in
den steek lietenniet gaarne in den wind sla."
Zij reden door de breed gewelfde poort de stad binnen
en de burgersdie hen tegen kwamenof door hunne
vensters den ridderlijken stoet zagen voorbijtrekken
verwonderden zich niet weinig over dit onverwacht
bezoek. De mannen wierpen donkere blikken op graaf
Albrecht, ofschoon zij niet durfden nalaten onderdanig
te groetende vrouwen en meisjes echter zagen met
genoegen die beide echt ridderlijke figurenvooral
hadden zij schik in de jeugdige mannelijke kracht van
den jongen blonden Siegfriedwien menigmaal vrien
delijke lonkjes of lachjes der Quedlinburgsche schoonen
ten deel vielen. Siegfried reed recht door de stad naar
de Gunteckenburchtwaar hij had afgesproken op zijnen
onderen broeder te zullen wachten.
Op de markt voor het raadhuis steeg graaf Albrecht
af, gaf de teugels van zijn paard aan den dichtstbij-
zijnden ruiter over en liep de breede steenen trap op de
openstaande hoofddeur inwaarbovenin den voorgevel
van het statige gebouw, een groote gesneden en ge
schilderde rijksadelaar prijkte.
Hem was ter oore gekomen, dat dezen namiddag eene
worde bevorderd en zou gaarne zien, dat de Regeering
iets deed om dat doel te bereiken.
Zij vestigt ook de aandacht op de goede zijde van pro
ductieve werkverschaffing hier en daar, zonder in mede
dinging met ambacht of nijverheid op te treden, als
middel eensdeels om het vervallen tot uiterste armoede
te voorkomen, ton andere om opleidend te werken tot
het vermogen van zelf door verdienste in de behoefte te
voorzien.
Blijkens telegram van den gouverneur-generaal van
Nederl. Indië van den 18 wordt de gouvernements-kof-
fieoogst op Java voor dit jaar geraamd op 103.176 pikols.
Te Zaandam moet voor lid van den gemeenteraad
herstemd worden tusschen de heeren J. Simonsz, lib.,
met 211, en G. C. Kamphuijs, r.k., met 153 van de 426
stemmen. Op den heer J. Switzer Az., soc. dem waren
45 stemmen uitgebracht.
Door den minister van koloniën zijn de heeren
J. J. Jellema, A. Wit, T. Bons en G. Booden, laatstge
noemde te Oudkarspel, ter beschikking van den Gou
verneur Generaal van Nederl. Indië gesteld, om te worden
benoemd tot onderwijzer der 3e kl. bij het openbaar
lager ouderwijs voor europeanen en met dezen gelijk ge
stelden in Ned. Indië.
Setter meer. In de den 17 gebonden vergadering
der hier gevestigde afdeeling van de Hollandscbe maat
schappij van landbouw werden tot bestuursleden gekozen
de heeren G. Stapel en D. de Jong en als afgevaardig
den naar de algemeene vergadering die in September
te Amsterdam zal worden gehouden, de heeren D. de
Boer en V. Schoen. Als afgevaardigde naar de vergade
ring van Hollands Noorderkwartier is benoemd de heer
J. Rolff. Nadat de beschrijvingsbrief voor de algemeene
vergadering was behandeldwerd door den heer A.
Weeshoff van Schermerhorn verslag gegeven van de
aanteekeningen en indrukkendoor hem verkregen bij
een bezoek aan de hoeve «de Biezen" van den heer Ber-
tels. Jammer dat dit verslag door het vergevorderde
uurniet geheel tot zijn recht kwamdaar de heer
Weeshoff zich wegens den te korten tijd zeer moest be
perken. Bij het einde zijner mededeeling liet hij aan de
vergadering de planten en gewassen zien die door den
heer B. worden verbouwd. Leek op landbouwgebied
zijnde gaf hij niet meer dan feiten die hij gezien had,
en riep hij de landbouwers toe gaat zelf u overtuigen
van de uitkomsten, door den heer Bertels met zijn groen-
voeder en zijn groenvoederpers verkregen.
Graft. De heer de Jager Meezenbroek zal den 27
des morgens in de hervormde kerk bevestigd worden en
des namiddags zijn intreerede uitspreken.
Uovencarspel. Op het erf van den heer W. S.
staat een appelboomvolgeladen met vruchten die
tegelijk opnieuw begint te bloeien.
Enkhuizen. Ook in deze gemeente begint zich
de vlekziekte onder de varkens te vertoonen.
St. Pancras. De voordracht voor eene onderwij
zeres aan de openbare school bestaat uit de dames
Sj. de Vries, Beneden-Knijpe J. C. L. du Crocq En
schedé en A. RodenhuisApeldoorn.
raadsvergadering zou worden gehouden en hij was
daarom juist heden gekomen. Den raadsbode, die zijne
komst aan den vergaderden raad wilde gaan melden
duwde hij, met zijnen sterken arm, op zijde en hij betrad
met zware dreunende schreden, de vergaderzaal, waar
zijne onverwachte verschijning eene niet geringe ver
rassing en stellig geene groote vreugde teweeg bracht.
«Vergeef mij, weledele en hoogwijze heeren, dat ik
uwe ongetwijfeld zeer gewichtige beraadslagingen zoo
onverwacht kom storendoch ik heb in vrede en vriend
schap een paar ernstige woorden met u te spreken",
begon hij tot de ijlings uit hunne gemakkelijke zetels
opgerezen raadsheeren. Zonder acht te slaan op den
stoeldien de stadsschrijver onmiddellijk achter hem
neerzette, bleef hij midden voor de vergadering staan
en giug, zonder eene beleefde nitnoodiging om te spre
ken af te wachten op beslisten toon voort«Gij weet
burgemeester en raad, hoe ik denk over het door den
bisschop van Halberstadt in uwe stad ingestelde gerecht
en wie uwer dit misschien nog niet mocht wetendien
zeg ik bij dezendat ik deze inbreuk op mijne rechten
als beschermheer en opperste rechter van het sticht ook
slechts geenen enkelen dag langer wil dulden. Is ooit
eenen burger der stadals door mij of namens mij over
hem werd recht gesprokenonrecht aangedaan is hem
ooit recht geweigerdeen laakbaar of onrechtvaardig of
een te bard vonnis opgelegd? Dat vraag ik n openlijk
en onomwonden
«Hoog achtbare heer graaf", sprak de eerste burge
meester niet wij hebben het geestelijke gerecht in
gevoerd dochzooals gij zelf zegtde hoogwaardige
bisschop van Halberstadt heeft het gedaan."
«Maar gij hebt het toegelaten!" antwoordde de graaf
heftig en sloeg met de met eene zware ijzeren hand
schoen voorziene vuist toornig op de houten balustrade
voor de vergadertafel.
«Slechts voor geestelijke, geenszins voor wereldlijke
rechtszaken heeft de bisschop hier eenen rechter benoemd,
heer graaf", gaf de burgemeester ten antwoord.
«Wat geestelijk en wereldlijk!" smaalde de graaf