DE ROOFRIDDER.
No. 103.
Vijf en Megentigste Jaargang,
1803.
WOENSDAG
30 AUGUSTUS.
Amsterdamscke Brieven.
FEUILLETON.
B u i t e n 1 a n cL
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Baterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden voor Alkmaar 0,80franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers f 0,O6.
Telefoonnummer: 3.
Pr||s der gewone Advertentlën:
Per regel 0,13. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
XV.
Aan de statige grachten der vooral daar zoo schil
derachtige Amstelstad begint langzamerhand de leven
digheid terug te keeren. Gesloten luiken en briefjes met
den stereotiepen aanhef .Brieven en boodschappen" hebben
dan ook reeds lang genoeg aan dit gedeelte der stad
een vrij eentonig stempel opgedrukt, 't Wordt tijd, dat
de menschen van geld van hunne zomerverblijven naar
hunne haardsteden terugkeeren.
Zoo oordeelen de gezinnen wier financiën hun niet
veroorloofden, de keunissen of buren naar buiten te vol
gen. Maar vooral wordt in dien zin gesproken door de
winkeliers, voor wie het een hard geval is, hunne beste
klanten weken achtereen te moeten missen.
De trek van gegoeden uit Amsterdam naar buiten is
in den zomer enorm. Aan het heerlijke Gooiland komt
die stroom in do eerste plaats ten goede wat niet
alleen aan de schoone natuur van Bussum en Hilversum
te danken is, maar mede hieraan, dat de verbinding met
de wereldstad door tientallen van treinen zoo gemakkelijk
mogelijk is gemaakt. Van Hilversum durven wij dan
ook te verzekeren, dat vau de twintig villa's er minstens
twaalf bewoond worden door Amsterdammers, die overdag
op^ hun kantoor in de stad zijn en den avond in den
kring van hun gezin, onder een belommerde veranda en
volop genietende de heerlijke mengeling van heide- en
boschluchtdoorbrengen.
Voor den amsterdamschen fiscus is 't wel treurig om
te moeten aanzien, dat velen, door de genoegens van het
buitenleven verlokt, het besluit nemen, voorgoed daarvan
te genieten en zich op eenigen afstand metterwoon ves
tigen. De hoofden van zulke gezinnen blijven hunne
zaken in^ Amsterdam doenprofiteeren van de groote
kosten, die de stad te dragen heeft voor allerlei takken
van publieken dienstterwijl zij niet alleen geen belas
ting opbrengen maar bovendien hun meeste geld aan
neringdoenden elders uitgeven. Wanneer allen, die dag
aan dag gebruik maken van de amsterdamsche instel-
lingenmet het geld der belasting betalende burgers
bekostigd, op de een of andere wijze financieel getroffen
konden worden, zon de toestand der stedelijke schatkist
zeker minder treurig zijn dan thans het geval is.
Dat t bij den beklagenswaardigen staat der geldzaken
in de stad aan Amstel en Y verre van verkieselijk is
hot wethouderschap van financiën te bekleeden,
ligt wel voor de hand. Ondankbaarder werk kan men zich
moeilijk denken. N emand zal 't dan ook onbegrijpelijk
vinden dat de heer Dyserinck, die ruim vier jaren de por
tefeuille in handen heeft gehad, thans, nu zijn gezondheid
zooveel te wenschen overlaat, daarvan zijn bekomst heeft.
Met deze mededeeling verraste de burgemeester de
raadsleden in de jongste zitting van den gemeenteraad.
Hij voegde daaraan eenige woorden van lof aan den
ROMAN
VAN
JULIUS WOLFF.
Naar het hoogduitsch.
14) -o-
»De Lauenburcht!" herhaalde Bernhard verbaasd.
.Albrecht, wij hebben pas de burcht Gersdorf in bezit
gekregen en die gunt men ons al niet."
»Wat gaat mij dat aan!" riep Albrecht, vroolijk
lachend. .Cadeau krijgen wij niets; wij moeten zelf
de handen uit de mouwen stekenals wij wat hebben
willen."
»En de abdis?" vroeg Ulrich.
.Zij heeft mij beloofd de Lauenburcht niet achter mijnen
rug om te zullen in leen geven."
.En als zij eens geen woord hield?" wierp Bernhard
tegen.
.Jutta houdt woord", zei Albrecht zeer beslist.
.Hij moet zelf het best weten, Bernhard, hoe hij met
zijne schoone vriendin staat", spotte de domheer. .Wacht
maarik zie Jutta nog eens als meesteres hier op
Regenstein."
.Wees niet bevreesd, Ulrich! Ik ben er de man niet
naar om te vrijen en te minnekozen", sprak Albrecht
wrevelig. .Laat mij de grenzen van ons gebied uitbreiden
en zorgen dat wij ze behouden, Bernhard zal wel zorgen,
dat ons geslacht niet uitsterft en bovendien zijn er nog
driedie de zorg voor het voortbestaan van onzen naam
op zich kunnen nemen", ging hij voort, op de drie
jongere broeders wijzend.
De graven Ulrich en Bernhard zagen elkander lachend
aandoch zeiden niets. Toen zette Albrecht hun de groote
beteokenis uiteen van de Lauenburcht en toonde de
noodzakelijkheid aan om haar in leen te bezitten.
Geheel verschillend met het onderwerp van dit ge
sprek was hetgeen tnsschen Reginhild en Siegfried in de
vensternis besproken werd.
De jonge vrouw boog haar lief gelaat, met eenen
heer Dyserinck toe welke blijkens het applaus ook
door den raad werden onderschreven, 't Is waar dat
de aftredende wethouder zich nimmer een financiëele
specialiteit van groote doortastendheid heeft betoond
maar men moet niet vergeten dat de raad vóór vier
jaar al heel blij was toen de hoer Dyserinck de porte
feuille van financiën op zich nam nadat eerst verschil
lende anderen voor dien zwaren post van eer hadden
bedankt.
Natuurlijk is nu de vraag aan de orde, wie den heer
Dyserinck zal opvolgen. Ook wij zijn daarnaar zeer
benieuwd. Het verstandigst zal het zeker zijn een man
der oppositie uit te kiezen, b. v. den heer Treub of den
heer Gerritsen aan wie men deze gunstige gelegenheid
niet mag ontnemen om te toonen dat zij hunne hooge
woorden in openbare vergaderingen ook door daden waé,r
kunnen maken, 't Zal echter zeer de vraag zijnof
deze hee.ren zich zullen laten vinden voor een dergelijke
proef op de som.
Van de verbetering, op sommige open tramwagens
aangebracht, stelde ik mijne lezers nog niet op de hoogte.
Hebben zij wel eens van het genoemde vervoermiddel
gebruik gemaakt, dan zullen zij ook weten, hoe moeilijk
het is om, midden in hot rijtuig gezeten, den conducteur
of koetsier den wensch om uit te stappen kenbaar te
maken en hoe zij dikwijls hun doel reeds lang voorbij
zjjn, voordat hun manualen zijn opgemerkt. De A. O. M.,
die er steeds naar streeft het publiek zooveel mogelijk
te gerievenheeft thansbij wijze van proefneming
enkele wagens van electrische schollen voorzien men
heeft dus slechts op het knopje te drukken om dadelijk
het remtoestel in beweging te doen brengen, 't Zou ons
niet verwonderen, als deze proefneming zoo goed voldeed,
dat binnen korten tijd op alle open wagens electrische
schellen worden gemaakt.
Voor de buurten in het verlengde van Vondelstraat
en P. C. Hooftstraat gelegen, is 't een groote verbetering,
dat de tramlijnen uitgebreid zijn door de Verlengde
Vondelstraat en den Parkweg. De A. O. M. schijnt
daarbij evenwel geen zijde te spinnen en de reden daar
van is niet ver te zoeken. Vroeger werd toch voor de
Vondelstraat-tram een belangrijk contingent der passa
giers geleverd door bezoekers van het Vondelpark, die,
als zij het groote hek in de Vondelstraat doorgingen
onmiddellijk nabij de standplaats der trams waren. Thans
moeten zij wachten, totdat er een tram aankomt en daar
wachten den Amsterdammers een gruwel is, wandelen zij
zoo licht verder en komt de tram hun dan achterop
dan vinden zij 't dikwijls jammer om voor den kleinen
afstand die hen nog van hun doel scheidteen tram
kaartje te nemen zoodat zij doorloopen. Wat de
P. C.-lijn thans in Willemspark-lijn herdoopt aan
gaat, geldt deze opmerking ten opzichte van de bezoekers
van het Concertgebouw. Een geluk is 't, dat de tram
maatschappij wel eenige verliezen kan lijdenzonder
schalkachtigen glimlach naar haren nog jongeren zwager
over en luisterde, met eene aandacht alsof zij voor de
eerste maal van iets dergelijks hoorde, naar de geest
driftige schildering van een tournooi in Ballenstedt, ter
gelegenheid waarvan hij door vorst Bernhard tot ridder
werd geslagen, waaraan echter Reginhild geen deel ge
nomen haddewjjl zij toen iets veel gewichtigers te
doen had, namelijk haren man het tweede zoontje te
schenken.
Zijn verhaal scheen van het allermeeste belang te
zijn daar, waar hij beschreef, hoe hem eene teedere,
jonkvrouwelijke hand den tournooiprijs had vereerd. Het
was een groene krans geweest, van eikenloof en klimop
bladeren, gevlochten en bijeengehouden door een met goud
keurig geborduurd zijden lint, door die lieve hand zelve
bijeengebonden en op de blonde lokken van den geknielden
overwinnaar gedrukt. Thans hing hij verwelkt en dor
in Siegfried's slaapkamer aan het hoofdeinde van zijn
bed en wel zoodatals de jonge ridder de oogen
opendezijn eerste blik op dit bescheiden zegeteeken
viel. Maar dan ontwaakte ook telkens een nameloos
verlangen in hem, om haar weder te zien, die zijn
hoofd met dien krans had getooid.
.Donker bruin haar en licht blauwe oogen Reginhild,
ik vraag jeheb je ooit in je leven zoo iets onbeschrij
felijk schoons gezien?" dweepte de vurige jongeling.
En Reginhild verklaarde half lachend, half ernstig:
.Nooit, Siegfried, heb ik zoo iets gezien, veel minder
er van gehoord. En heb je dat meisje sedert niet
weergezien
.Neen", zuchtte de jongeling, terwijl hij zijne schoon
zuster diep weemoedig aanzag.
.Maar waarom ben je dan al niet lang reeds eens
naar haar toe gereden
.Waar moet ik heen rijden? Ik ken haren naam niet
eensnoch de burchtwaar het lieve schepseltje woont."
»En heb je er nooit iemand naar gevraagd?"
.Neen; maar weet je, wat ik graag zou willen?"
»Nu?"
.Zadelen, opzitten en het geheele Harzland afrijden
van burcht tot burchttot ik haar gevonden had", riep
Siegfried uit, met een bljjd stralend gezicht.
»En dan?"
»En dan? Welnu.... dan weer voor haar knielen en
daardoor hare kansen op eene winstgevende exploitatie
prijs te geven. Dezen zomer, met zijn ongewoon aantal
zomersche dagenzijn hare zaken althans uitmuntend
gegaanzoodat nu reeds de aandeelhouders met een
gerust hart de jaarlijksche algemeene vergadering kunnen
tegemoet zien. Als ten minste de partij-Gerritsen inmid
dels niet zóó sterk is geworden, dat een gedeelte van de
winst, voor de dividend-betaling bestemd, moet worden
aangewend ten bate van de emploijé's der maatschappij
IjUXEBIBUDö. Te Hespérange is een stoomketel
in een door stoom gedreven molen gesprongen waardoor
het geheele gebouw ingestort is. Het gezin van den
molenaar kwam met den schrik vrijvier werklieden
werden ernstigvijf licht gewond en één gedood.
BEIiUIE. De koninklijke vlaamsche academie heeft
in hare vergadering van den 16 voor 1895 o. a. voor
een buitengewonen wedstrijd de volgende prijsvraag uit
geschreven „Men vraagt een volksboek over de geschiedenis
van België van 1792 tot 1814."
De bevolking van Antwerpen is geklommen tot 240343,
van Brusselzonder de voorstedentot 183833van
Luik tot 155897 en van Gent tot 151811 inwoners. Te
Antwerpen zijn 31616 te Gent 31377 te Luik 18777
en te Brussel 18474 huizen.
Geruchten, dat te Antwerpen de cholera ernstiger zou
voorkomen dan in officiëele berichten gemeld werd, zijn
niet bevestigd. Van 25 Juli tot 27 Augustus zijn daar
eenige ziokte-gevallen voorgekomen welke deden donken
aan choleradoch welke gevallen volstrekt niet ern
stiger waren dan dergelijke jaarlijks in dezen tijd van
het jaar voorkomende.
DUITSCHHAXD. De Keizer heeft bij dagorder
kennis gegeven van het overlijden van den hertog van
Coburg. Daarna brengt hij in herinnering de roemrijke
veldtochten waaraan de overledene een werkzaam deel
nam en prijst hij hern als een toonbeeld van militaire
deugden. Hij betreurt het verlies van een trouw vriend,
aan wien zijn grootvader en zijn vader door banden van
de levendigste dankbaarheid waren gehecht,
ERAJVDR.I.ÏSA. Te Ronaan is den 26 de straat
Carrel grootondeels door brand vernield. Groote hout
werkplaatsen twee pakhuizen van geestrijke dranken en
25 huizen werden een prooi der vlammen. Vele personen
bekwamen verwondingen. De schade wordt op 1,500,000
begroot.
De algemeene raad van Nancy heeft den wensch geuit
dat aannemers van werken ten behoeve van den Staat
zich zouden verbinden niet meer dan 10 pet. vreemde
in die lichtblauwe oogen staren, in die onvergelijkelijk
schoone gazellenoogen mijner lelie! Wat anders?"
.Van je lelie?"
»Ja, zoo noem ik haar", zei de jongeling blozend
om haar tenminste eenen naam te geven en omdat
zij wangen heeft als leliën."
.Hoe oud zou zij wel zijn, denk je?" vroeg Reginhild,
met het doel om eene nadere aanduiding te meer te
krijgenter opsporing der schoone onbekende.
.Een of twee jaar jonger dan ik", antwoordde Sieg
fried. »0't. is mij, alsof zij voor mij staat,... doch
mij zal zij wel reeds lang vergeten hebben."
.Wie weet, Siegfried! Wie weet!" lachte de burcht
vrouw. .Wij moeten zoeken, tot wij haar gevonden
hebben."
Te zamen gingen zij de lange rij hunner kennissen
na, doch te vergeefs; de beschrijving, welke Reginhild
van deze en gene harer ongehuwde vriendinnen gaf,
kwam nooit recht overeen met het aanminnig beelddat
Siegfried diep in 't hart stond gegrift. Vooral de com
binatie van de lichtblauwe oogen met donkerbruin haar
maakte eene groote moeielijkheid uit en ten slotte moest
Reginhild lachend bekennen, dat zij niet eens de kleur
der oogen van hare liefste en beste vriendinnen zou
weten aan te geven.
.SchaakSchaak en matriep plotseling Gunther
zóó geweldig luiddat de twee in de vensternis ver
schrikt uit elkander stoven en zelfs de oudere graven
verwonderd het hoofd omwendden naar de luidruchtige
heethoofden aan het schaakbord.
.Mat, mat! Er helpt niets aan!" herhaalde de over
winnaar, terwijl zijn broeder nog steeds onderzoekend
naar het bijna geheel leeg geslagen schaakbord bleef
staren
En terwijl de geslagen Poppo zich verdiepte in allerlei
beschouwingen, hoe zijn broeder het noodzakelijk had
moeten verliezenals hij zóó of zóó had gezetging
eensklaps de deur open en trad ridder Bock van Schlan-
stedt in volle wapenrusting de kamer binnen.
Wordt vervolgd.