DE ROOFRIDDER. IFijf en Negentigste jaargang» 1^33. ZONDAG 3 SEPTEMBER. Nationale Üilitie. PARIJSCHE BRIEVEN. FEUILLETON. Buitenland. Nederland. KAMER van KOOPHANDEL en FABRIEKEN. im - ÜS'tk- 105. Eerste blad. ALRMAARSCHE C011RAAT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Katerdagavond uitgegeten. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f ©,8©; franco door het geheele rijk 1, De 3 nummers f ©,©6. Prfjs der gewone Advertentiën: Per regel i 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Telefoonnummer3. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR gelast, krachtens bekomen aanschrijving, de onder staande, hier wonende, of tot deze gemeente behoorende verlofgangers, om zich bij hun korps te vervoegen op den dag, hieronder vermeld, 's namiddags vóór 4 uren: 8 September 1803, Ie regiment vestingartillerie, garni zoen te Utrecht CORNELIS JOHANNES BLOM. 16 October 4e regiment vestingartillerie, garni zoen te Helder, JAN PLUIJLAAR. Zij moeten voorzien zijn van hnu verlofpashebben recht op vrij transport naar hun korps en een daggeld van 25 cententijdig ter gemeente-secretarie aan to vragen. Alkmaar, De Burgemeester te Alkmaar, 2 Sept. 1893. A. MACLAINE PONT. Vergadering op WoensdagSept. 1893 "s avonds te half 8 uur. De Secretaris Mr. W. C. BOSMAN. XXIII. Parijs30 Aug. 1893. Reeds sedert geruiinen tijd zageu wij op den Boulevard Poissonnière, iu het fraaie lokaal van het dagblad L' Echo •de Paris eene uitstalling van snuisterijen sigaren- en •eigarettekokers porte-monnaie'saschbakjes spiegeltjes vonwbeenen, enz., dat alles vervaardigd van aluminium, hetwelk de fabrikanten dezer artikelen noemen »het metaal van de toekomst." Dit metaal heeft het voordeel niet te roesten., en hoewel het zeer hard en sterk is, weegt het botrekkeljjk zeer licht. Daarom kwam men op de ge dachte er eene boot van te maken aan dit plan word gevolg gegeven en zoo werd j.l. Vrijdagmorgen de eerste boot van aluminium, genaamd »Etienne" te water gelaten. Dit vaartuig zal door den commandant Montoil gebruikt worden op zijne reizen in Afrika het heeft een platten bodem teneinde zelfs in zeer ondiepe wateren te kunnen varenen heeft dus den vorm van eene vrachtschuit. De »Eiienne" heeft eene lengte van 10 meter bij eene breedte van fU/j meter, en weegt slechts 900 kilo, terwijl dezelfde bootin ijzer vervaardigd ongeveer drie maal zooveel zou wegen. Bovendien biedt dit vaartuig nog een tweede voordeel aan het kan n.l zeer gemakkelijk uit elkander worden genomen, in 24 stukken, welke de negers dan over land en op het hoofd knnnen dragen. Bij het te water laten van de »Etienne" waren behalve com mandant Monteilook nog vele ingenieurs en officieren tegenwoordigen tevens de heeren Delcassé, onder-staats secretaris bij het departement van koloniën en prins Roland Bonaparteonder-directeur bij het machine-depar- ROH A Ai VAN JULIUS WOLFF. 15) Naar het hoogduitsch. o Gravin Oda bleef op Regenstein. Weliswaar had Reginhild haren zwager Albrecht in ernstige overweging gegeven, of het voor de jonge gravin niet aangenamer en niet passender zou zijndat zij bij haar op de Heim- bnrcht woonde in plaats van bij zooveel ongehuwde mannen. Doch hij had hierop ten antwoord gegeven dat hij in deze zoo onverwacht opgekomen zaak, welke voor hemmet het oog op de steeds aangroeiende macht van den bisschop, van uiterst groot belang was, op ernstige verwikkelingen en hoogstwaarschijnlijk op eenen heeten strijd voorbereid moest zijn. Want al mocht ook misschien graaf Hoyer er zich niet veel om bekommeren, waar zijne eenige zuster gebleven was, zou toch stellig de bisschop alles in het werk stellen om gravin Oda in zijne macht te krijgen en haar te dwingen afstand te doen van hare erfrechten. Tegen dit gevaar zon zij in ieder geval op den onneembaren Regenstein beter bevei ligd zijn dan op de veel zwakkere en minder sterk be zette Heimburcht, terwijl Albrecht daarenboven door middel van het meisje een recht in handen had om den hebznchtigen bisschop het bezit van het graafschap te betwisten. En dat zou hij zeker doenal zou do bisschop zich nog zoo woedend maken. Een strijd met hem was toch reeds onvermijdelijk geworden en hoe eer die uit brak des te liever zou 't hem zijn. Dat moesten Reginhild en haar echtgenoot niet alleen volmondig toegeven, doch de eerste drong ook, om der wille van Siegfriedniet langer op de inwilliging van haar verzoek aan. tement. Allen wenschteu den fabrikant, den heer Lefebvre, geluk eu waren éénstemmig in hunnen lof over deze boot, welke tien ton (10 duizend kilo's) dragen kan. Wa3 do Selne-rivier dus iu den ochtend getuige van een aangenaam eu belangwekkend feitin den avond gebeurde er iets minder vroolijks doordat een bateau- omnibus (of havenbootje), hetwelk den dieust doet tusschen Parijs en Snresnes, in volle vaart tegen een kolenschnit stiet, welke laatste belast was met 25 ton steenkolen. Die scbutt werd doormidden gevaren, eu de opvarenden, man vrouw vijf kinderen on de stuurman slechts met de grootste moeite gered. Het publiek toonde zoo luide zijne verontwaardiging tegen den stnnrman van den ba teau-omnibus dat deze niet durfde landeu, en de reizigers een station verder moesten uitstappen. Wij hebben nog niet afgedaan met de oevers van de Seineen verplaatsen wij ons thans naar de Charenton- kade, welke het tooueel was vau een zeer treurig drama, hetwelk als waarschuwing kan dienen voor allen die wat spoedig geneigd mochten zijn, de brutale uitdagingen van verdachte lieden aan te nemen. Drio heeren, waaronder een boekhandelaar, de heer Faivre, hadden te Chareuton bij eenen vriend gedineerd en kwamen 's avonds tegen elf ure bijzonder vroolijk naar Parijs terug waartoe zij gebruik maakten van den tramweg 0 haren ton—Lonvre. Twee mannen van ongunstig uiterlijkhetzij souteneurs of iets dergelijks, namen in gezelschap van twee vrouwen, die er ook al niet fijn uitzagen, mede plaats op den tram. De heeren waren vroolijk zij haddon den klee- derdracht der wielrijdersen dit wekte den spotlust van een dier sleeht uitziende mannen. Deze laatste richtte zijne beleedigingen vooral tot den heer Faivre, die eerst niet wilde antwoorden maareindelijk boos wordend met zijne vrienden het rijtuig verlietgevolgd door de twee mannen en vrouwen. Een vuistgevecht tusschen den boekhandelaar en dien souteneur viel geheel ten nadeele van dezen laatsten nitwaarop de booswicht woedend werd en eer men het verhinderen kon bracht hij den heer Faivro eenige doodelijko dogenstooten toe. De beide vrienden die den moordenaar wilden aanhouden, werden ook gevaarlijk gewond. De Charentonkade is op dat late uur geheel eenzaam en verlaten zoodat het moeilijk zal vallen, den misdadiger terug te vinden. De heer Faivro is op de plaats dood gebleven. Wij zullen het hoofdstuk drama's voor heden hierbij laten en maar niet doen als vele parijscho bladen die weten dat hunne lezers dadelijk met het oog vallen op »Une série de drames" »Une série rouge", en ons dan onthalen op al de détails van gruwelen gebeurd in de rue do Nice, rue des Prés-Saint-Gervais, Boulevard Arago, enz. enz., terwijl dan vervolgens eenige dagen later de geïllustreerde weekbladen ons nog eens eene tweede uit gave dier gruwelen bezorgen. Die smaak voor allerlei misdadige verhalen wordt door de kleine bladen a één sou" nog levendig gehouden door feuilletons in den geest van Montépiu in welke steeds de deugd zegeviert, doch niet dan na het uitdenken van de onmogelijkste misdrijven en de onzinnigste edele daden, en waarbij met millioenen gegoocheld wordt alsof het halve centen waren. Graaf Albrecht liet zijne schoone gevangene een paar dagen tijd om 't zich in zijn huis gemakkelijk te maken en toen hij, na verloop daarvan, meende te hebben opgemerkt, dat zij zich begon te schikken in haar lot, knoopte hij een gesprek met haar aanwaarbij hij voor zoover hij 't niet reeds wist, het volgende vernam. Reeds Oda's oudste broeder was onverwachts kinderloos komen te overlijden en daarop had de tweedegraaf Hoyerdie reeds domheer in Halberstadt wasde re geering over het graafschap aanvaard en spoedig een joDge vrouw getrouwddie hem echter tot heden geen erfgenaam had geschonken. Daarin meende de uiterst vrome graaf en meer nog zijne gemalin Margaretha iemand van een diepzinnig dweepend karakter, eene vingerwijzing te zien misschien zelfs wel eene straf des hemels, waaraan: ij zich deemoedig hadden te onder werpen. Oda liet zelfs het vermoeden doorschemeren dat haren broeder eene geheime schuld drukken moest, waarvoor God de Almachtige en Zijne heilige kerk een zeer belangrijk zoenoffer verlangde. Daarom had hij be sloten zijn graafschap niet in wereldlijk bezit te laten, maar hettot troost zijner arme zondige zielaan den eenen of anderen geestelijken vorst te vermaken. Na langdurig overleg had hij eindelijk zijn gebied aan den bisschop van Halberstadt aangeboden, tegen vergoeding van eene vrij aanzienlijke levenslange lijfrente en do toezegging voor eene hooge winstgevende kerkelijke betrekking. Natuurlijk had de bisschop dadelijk met beide handen dit voorstel aangegrepen en drong al spoedig tot onmiddellijken afstand aanhiertoe verklaarde echter graaf Hoyer in geen geval vóór den dood zijner gemalin te zullen overgaan. Daarover worden na thans de onderhandelingen gevoerd, die met even grooten ijver van de zijde des bisschops, als tegenstribbelende stijf hoofdigheid van den kant des graven werden gevoerd. Alleen over het tijdstip der overgave konden partijen het niet eens wordende overgave zelf was ietswaar toe onherroepelijk vast besloten was. Voor 't overigo had gravin Oda niet veel reden om zich over haren broeder te beklagen; hij had haar Hoewel het thans volstrekt nog het saison niet is om naar den schouwburg te gaan zoo woonden wij toch een dezer avonden eene voorstelling bij in het theater Ambigu, n.l. La Nuit de Noël (Kerstnacht), drama in vijf bedrijven en tien tafreelen. De eerste aotes bieden niets bijzonders zij zijn goed geschreven doch de han deling is niet heel nieuween fabrikant Crauck is hard vochtig voor zijne ondergeschikten, en wil zijne goederen verzekeren op een schip hetwelk opzettelijk moet ver gaan, waardoor hij eene hooge premie zal ontvangen van de assurantie-maatschappijdit alles is voorzeker niet nieuw. Doch waar de handeling zeer schoon wordt, dat is, wanneer Crauck in zijn magazijn insluimert, en hem plotseling zijn gewoten verschijnt in de gedaante van de talentvolle actricemevrouw Segond-Weber. Dan ziet hij zichzelven begraven op het kerkhof, hij hoort de doodgravers die zich verheugden over zijn sterven hij hoort het snikken van een meisje wier werk hij niet wilde aannemen hij ziet het vergaan van het schip, dat zijne goederen droegon het verdrinken van een dertig tal matrozenwaardoor hij rijk wordt. Daarna toont het geweten hem zijnen schuldeiseher Thomson die meester is geworden van zijn huis en thans Crauck's dochtertje wegjaagtevenals hij het andere kinderen deed hij ziet zijn ééne dochtertje van ellende omkomen, on het andere vergif innemen. Met een schreeuw wordt de onde Crauck wakkerdie droom heeft hem geheel veranderd, en van nu af wordt hij een braaf eu weldoend man. Het geheele 5e bedrijf is alzoo als het ware een drama op zichzelfen geschreven in den geest van Shakespearedie voorzeker wel mag worden nagevolgd al kan men dien grooten Engelschman ook niet evenaren. J. M. T. RUSIiAlVD. Te Petersburg zijn van den 24 tot den 28 40 choleragevallen voorgekomen, waarvan 15 met doo delijken afloop. Te Moskou kwamen van den 23 tot den 26 102 ziektegevallen voor, waarvan 58 met doodelijken afloop. In het gouvernement Lomsha van den 20 tot den 26 106 gevallen, waarvan 64 met doodelijken afloop. In Podolië van 13 tot den 19 965 gevallen eu 285 sterfgevallen. Te Kursk 493 gevallen, 181 sterfgevallen. Te Kasan 390 gevallen, 164 sterfgevallen. Te Wladimir van 2026 327 gevallen, 116 sterfgevallen. Te Tula 358 gevallen, 100 sterfgevallen. J&olhorn. De verjaardag der Koningin werd den 31 door een schoolfeest gevierd. De kinderen hielden een optocht door het dorp, werden in de net versierde kolfbaan onthaald, zongen toepasselijke liedoren en ver maakten zich naar hartelust. Ten slotte werden fraaie prijzen uitgereikt, waarbij rekening werd gehouden met leeftijd en meer of minder willekeurig schoolverzuim. Opgetogen keerden allen met hunne prijzen huiswaarts. Slechts enkelen hadden te veel verzuim om aan het feest te mogen deelnemen meerderen mochten wel op het voortdurend vriendelijk en goed behandeld en haar ook zijn diep leedwezen niet verheelddat zijn godvruchtig geweten hem dwong tot onterving van zijne veel jongere zuster. Met hare schoonzuster evenwel had Oda nooit op eenen goeden voet gestaande koeleweinig aantrekke lijke manieren van gravin Margaretha schrikten haar terug en zij besefte zeer goed, dat zij de liefdelooze vrouw in den weg was. Daarom had het afscheid van de burcht harer vaderen, do hoog en prachtig boven het groene boschrijke Sel- kedal gelegen vesting Falkenstein, Oda geene heeto tranen gekostofschoon zij zeer goed beseftewat zij verliet en voor altijd prijs gaf. Tot het aannemen van den sluier had zij echter niet knnnen besluiten en daarom vorkoos zijzonder zich lang te bedenkenboven de eenzame cel iü het klooster Walbeek, liever het verblijf op het prachtige kasteel van het vrijwereldlijk sticht Qnedlin- burgwaar men haar tenminste niet noodzaken zou om voor goed de genietingen van het leven vaarwel te zeggen. Het was in Albrecht's kamerin het hooger gedeelte der uitgestrekte burcht, dat Oda hem deze gewichtige modedeelingen deed. Het vertrek was voorzien van eenen grooten schoorsteen, hoewel het overigens niet dan het hoogst noodzakelijke huisraad bevatte. In eenen ruw getiinmerden armstoel met hooge, steile leuningeenigs- zins overeenkomende met eenen troon, zat de heer des huizes en tegenover hem, in eenen dergelijken, iets kleineren zetelgravin Oda. Hij had haar eene mollige berenhuid onder de kleine voetjes geschoven, die anders voor zijnen eigen stoel lagals eenige bedekking van den steenen vloer. Kaal en zonder eenige versiering waren de gepleisterde met witkalk aangestreken wanden; slechts een rood geschilderde Heiland aan het kruis getooid met eenen lang verdorden eikentak, hing boven eene groote eikenhouten tafelwaarop eene kleine aarden inktkoker met zwarte Inkt en eene waterkruik met eenige glazen stonden. Verder lagen er een paar veeren pennen opeenige bladen perkamenteen paar groote ruitersporeneen jachthoorn en eindelijk een stevig ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1893 | | pagina 1