Buiten de grenzen. DE ROOFRIDDER. No. 112. Vijf en RTegentigste Jaargang. 1893. WOENSDAG 20 SEPTEMBER. PATERTTEKT. FEUILLETON. Amsterdamsche Brieven. ALKMAARSCHE COURAAT. Deze Conrant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar O,SO; franco door het geheele rijk 1, De 3 nnmmers f 0,06. Telefoonnummer t 3 Prfjs der gewone Advertentlën: Per regel j 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. De TOLJjIARSPITENTEIV, dienst 1893/1, voor de gemeente Alkmaarkunnen ter ge meente-secretarie worden afgehaald van af 18 tot en met 30 September a.s., van des voormiddags 9 tot des namiddags 3 ure. Zijn de bewoners van Elzas-Lotharingen verzoend met hun nieuw vaderland Berusten zij althans in hunne inlijving bij bet Duitsche Keizerrijk als in een voldongen, onherroepelijk feitals in een vonnis waartegen geen enkele voorziening meer openstaat en zelfs een verzoek om gratie niet heeft kunnen baten De Pranschen heb ben het zich met groote bezorgdheid en teleurstelling afgevraagd, toen zij de verslagen lazen van de legeroefe- ningen bij Metz en van het bezoek van den Duitschen Keizer aan deze hoofdstad van Lotharingendie zich weleer durfde beroemen op het keurige Fransch dat door haar inwoners werd gesproken. De Fransche verslagge vers hebben bij de bevolking geen spoor van haat of verbittering opgemerkt. Vroolijkheid en opgewektheid heerschten algemeen bij het schitterende militaire schouw spel en tegenover den Keizer was zoowel in de hoofd stad als op het platteland van spot of af keer geen spoor te vinden. Waaraan is dat toe te schrijven In de eerste plaats ongetwijfeld aan den ijver en de degelijkheid van het Duitsche bestuur. Reeds lang was hot geen onbekende zaakdat de bevolking in menig opzicht de voortreffe lijkheid van de Duitsche administratie boven de Pransche moest erkennen; maar daarmee was haar Franschgezind- heid nog niet geweken. Het hart volgt niet steeds de uitspraak van het verstand. Men heeft iemand lief ondanks zijn zwakhedenniet zeldennaar het schijntom zijn zwakheden. Geschiedenis, overlevering, gewoonte, herin nering spelen op dit terrein een belangrijke rol. Wan neer men een paar eeuwen lang heeft behoord tot eene groote natie als de Franschewanneer men gedeeld heeft in haar roem, haar grootheid en haar vernedering, dan blijven de gevolgen niet uit, ook al is de vroegere band verbroken. Het Pransche volk heeft er bij uitne mendheid den slag van, alles helder in het licht te stellen, en diep te doen gevoelen wat er goeds en grootsch schuilt in zijn daden, in zjjn inwendig bestuur, in zijn ingrijpen in de lotgevallen van andere volken. Scherpe critiek blijft daarbij gewoonlijk uit. Het weet een glimp van grootheid, van rechtvaardigheid en edelmoedigheid zelfs te geven aan veel wat naar koel en onpartijdig oordeel daarop allerminst aanspraak kan maken. De bevolking van het tegenwoordige Duitsche Rijksland heeft de groote Fransche revolutie mede gemaakt, en de Fransche adelaren gevolgd in Spanje, in Duitschland, in Rusland en in Italië zij heeft de vernedering bij Waterloo en de neder lagen in 1870 en '71 medegeleden; zij heeft medege- treurd en medegehoopt op herstel in macht en eer ROD AST VAN JULIUS WOLFF. Naar het hoogduitsch. 22) o ïDien geven wij er een, dat...." »Doet, wat in dergelijke gevallen noodig en nuttig is, doch spaar en ontzie het arme landvolk. Dat zul je met rust laten, Bock, je hebt mij verstaan, hè?" .Volkomenheer graaf »Bock, de wind waait uit den oorlogshoek, wij moe ten vroeg op zijnaltijd de pijl op de snaaraltijd de lans tegen de dij hebben en oppassen op onze eigen huid en hof. Prent het je mannen inop je eigenaardige hartelijke manierdat zij zich niet als boeven en straat- roovers, maar als eerlijke krijgsknechten gedragen." »Zal niets aan mankeeren, heer graaf! Zal den kerels een hartig woordje toespreken!" »Wij krijgen eene hoop vijanden op den hals; wij zullen hen in hot eene gevecht na het andere behoorlijk bedienentot onze macht zóó groot isdat niemand ons meer aan durft. Ik wil je in vertrouwen nog iets mede- deelen, Bock; vóór alles moeten wij de Lauenburcht hebben." 'Ha, de Lauenburcht, zegt gij, heer graaf! Duivels, om dat bruidje wordt al lang gedanst." .Juist! En daarom zullen wij er niet langer meer over pratenmaar haar eenvoudig op eenen goeden nacht overrompelen." .Heel goed! Maar, heer graaf,.... dan rijd ik toch mee, niet waar?" zij heeft eeuwen lang met Frankrijk lief en leed gedeeld, en te zamen ondervonden leed bindt even sterk als te zamen gesmaakt geluk. Het schijnt evenweldat die herinneringen bij de bevolking van het Rijksland beginnen te verflauwen. Onder het tegenwoordige geslacht zijn er reeds duizendendie in het duitsche leger hebben ge diend en dit schijnt niet ongunstig op hun gezindheid jegens Duitschland gewerkt te hebben. De jeugd wordt niet meer opgevoed in eenzijdige vereering van Frankrijk on van alles wat fransch is. Wat het fransche volk in de laatste jaren aan Europa te zien gaf, heeft wel in menig opzicht voor treffelijke hoedanigheden aan het licht doen komen, maar tevens een en ander aan het licht gebracht dat van verdorvenheid zwakheid en wrakheid bij zijn regeering getuigt en wantrouwen kweekt bij hen die niet tot de groote natie behooren. Het mist daarenboven het glans rijke en schitterende dat tot de verbeelding spreekt. Nu is het zeker waar, dat bij de verkiezingen zich nog een geest doet kennen, die van minder ingenomen heid met het nieuwe vaderland getuigtmaar het is de vraag, of daarin niet voor een groot deel gewoonte en oud plichtgevoel sprekendie allengs zullen uitslijten wanneer zij niet van tijd tot tijd voedsel ontvangen tot nieuw en opgewekt leven. Niet alle oppositie heeft haar oor sprong in Franschgezindheid, al maakt de Franschgezinde partij zich daarvau meester en tracht zij alle malcontenten bij zich in te lijven. Niet twijfelachtig is overigens de invloed dien de groote volksverhuizing op de gezind heid der bevolking heeft gehad. Van de 50.000 Fransche ingezetenen van Metz in 1871 zijn er niet meer dan 15.000 over. Die hen vervangen hebben zijn Duitschers, uit Duitschland over den Rijn getrokken. Hnn huizen hun landerijen zijn in Duitsche handen overgegaan. Deze uitgewekenen zijn ongetwijfeld in Frankrijk ijverige apostelen van de politiek der weerwraak maar hun ver trek is daarentegen in het Rijksland één der belangrijkste oorzaken van de verplaatsing der meerderheid naar de zijde der Duitschers en Duitschgezinden. De pijnlijke indruk, dien de legoroefeningen bij Metz en de houding der bevolking bij 's Keizers bezoek op de Franschen hebben gemaakt, werd nog verhoogd door de tegenwoordigheid van den Kroonprins van Italiëdie den Keizer vergezelde. Het Drievoudig Verbond blijkt dus zoo hecht en sterkdat het zich niet meer ontziet Frankrijks gevoeligheid op te wekken. Alleen Rusland geeft eenigen troost. Weldra zal een Russisch eskader Toulon bezoeken de President der Republiek zal er bij tegenwoordig zijn; Parijs zal de Russische officieren bin nen zijn muren zien en terwijl de socialisten in den gemeenteraad van Marseille geen penning over hadden voor de feestelijke ontvangst van generaal Doddsden overwinnaar van Dahomey, zijn hun geestverwanten te Toulon bereid hun stem te geven voor alle uitgaven ter eere van de Russische vloot. Zelfs spreekt men van een Russische oorlogshaven in de Middellandsche Zeedie Frankrijk bereid zou wezen aan zijn noordschen vriend en bondgenoot te verschaffen. Daartegenover staat echter weer het bezoek dat het Engelsche eskader aan één of meer Italiaansche haven3 zal brengenals tot gerust stelling van de Italiaansche Regeering voor het geval .Natuurlijk. En nu weet je genoeg. Maak nu, dat je weg komt, bega geene domheden en zorg, dat je de vingers niet brandt. Vaarwel!" .Kunt gerust zijn, heer graaf! Kerels zullen hun best doen." Met groote stappen liep de ridder naar buiten. Voor de deur stond Schatte met twee gezadelde paarden ge reed. »De graaf komt dadelijk", riep Bock hem in het voorbijgaan toe. Een hoofdknik was Schatte's eenig ant woord. Want deze dappere oude gediende sprak niet dan in noodzakelijke gevallen, en dan nog altijd kortaf, zonder omhaal, juist, zooals de graaf het van zijno onderhoorigen gaarne hoorde. Het duurde niet lang of hij mocht voor zijnen heer de stijgbeugel ophouden en onmiddellijk reden de beide ruiters weg. Aan ridder Bock vertoonde heden de lieve, helder stralende zon lang geen prettig gelaat; Bock was niet op zijn gemak, er haperde wat aan. Hij zette zich, nadat hij zijnen zes mannen behoorlijk de les gelezen had en deze zich op weg hadden begevenop eene steenen bank, in de nabijheid van de stallen, tegenover de grafelijke woning, sloeg de lange spichtige beenen lusteloos over elkaar en begon na te denken over dat gene wat de graaf hem zooeven had gezegd. Zonderling Hoezeer overigens deze geboren vechtersbaas ook in zijnen schik was zoodra er maar sprake was van vrede breuk, omdat hij nu eenmaal aan den krijg zijn leven had gewijdthans dwaalden voortdurend zijne gedachten van alle ridderlijke onderwerpen af en bewogen zich op een geheel ander terrein. Het was eene van zijne zwakheden, dat hij zich ver beeldde de vrouwen door en door grondig te kennen en voor ieder vrouwelijk hart gevaarlijk te kunnen worden, zoodra hij slechts wilde en zich een klein weiuigje moeite daartoe gaf. Daarom kon hij 't maar niet van zich afzetten dat hjj zich, bij de ontvoering van de gravin von Fal- kenstein zoo verschrikkelijk had laten beet nemen en meesteres met kamenier verwisseld had. Nu hij er nog eens goed over nadacht, begreep hij niet, hoe 't ter dat Fransche en Russische schepen haar vloot en uitge strekte kusten mochten bedreigen. Met een overstelpende meerderheid van 10 tegen 1 heeft het Engelsche Hoogerhuis de home-rule-wet ver worpen die door het Lagerhuis met eene kleine meerderheid was aangenomen. Gladstone schijnt niet tot een ontbinding van het Lagerhuis te zullen over gaan waardoor tegenover het Hoogerhuis een be roep op de gezindheid van het Engelsche volk kon worden gedaan. Of nieuwe verkiezingen het Lagerhuis dat de wet aannamin het gelijk zou stellen is dan ook zeer twijfelachtig. Zoo schijnt dan deze poging om Ierland te bevredigen als mislukt beschouwd te moe ten worden; maar onvermijdelijk noodzakelijk is daardoor tevens geworden een nieuwe poging te beproeven. Van lang uitstel zal daarbij wel geen sprake kunnen zijn. Wellicht zal een ander Ministerie met een andere rege ling gelukkiger wezen. Wat zal de loop zijn der werkstaking in de kolen mijnen, die, in Engeland begonnen, bij de mijnwerkers in Frankrijk en Belgie navolging vindt en spoorwegver keer en nijverheid bedreigt Waar een zoo groote be weging zich ontwikkelt, zoo groote en algemeene belangen gevaar loopen en een zoo belangrijke maatschappelijke strijd begint, past den ernstigen toeschouwer voorloopig slechts stilzwijgen, bij nauwlettende en belangstellende waarneming der gebeurtenissen. XIX. En ten derden male togen de vertegenwoordigers der burgerij naar het stadhuis tot het kiezen van een wet- houd er. De heeren DyserinckFabius en Heemskerk hadden allen voor de vacante portefeuille bedankt welk raads lid zou thans nog te vinden zijn om haar te aanvaarden In onzekerheid behoefde men daaromtrent Maandag middag niet lang te blijven. Zes-en-dertig leden waren aanwezig, waarvan één een blanco biljet inleverde. Aan dat biljet was het te dankendat mr. Treub met 18 stemmen bij eerste stemming werd gekozen. Een geringer meerderheid is niet denkbaar en daarom te meer betwijfelden velen het of de heer Treub zich de keuze zou laten welgevallen. Doch ook op dit punt behoefde men niet lang in twijfel te verkeerenwant aan de rede die mr. Treub na zijne verkiezing ging houden, was 't duidelijk te bemerken, dat hij er half op gerekend had, nu ook eens de meerderheid te verkrijgen en dat hij zich het wethouderschap zou laten welgevallen. De rede van den heer Treub was in vele opzichten belangrijk. Hij gaf daarin te kennen dat hij wel kon nagaan dat bij de verdeeling van werkzaamheden van het Dag. Bestuur de afdeeling financiën aan hem zou worden toevertrouwd. Die taak zou zeer ondankbaar zijn- Want bij de grootste zuinigheid zou hij toch niet in staat zijnden druk der gemeente-lasten te verlichten- De ongelukkige financieele toestand van Amsterdam is namelijk ten deele het gevolg van handelingen en be sluiten uit het verledens en voor een niet minder groot wereld mogelijk was geweest, dat hem, den beproefden vrouwenkenner, zoo iets had kunnen overkomen en in het volle bewustzijn van den smaad, waarmede hij zich zeiven had bedektvoelde hij zich tegenover do beide vrouwen lang niet op zijn gemak. Voor de gravin schaamde hij zich over de beleediging, welke hij, een ridderhaarde adelijke jonkvrouw had aangedaan ging haar zooveel mogelijk uit den weg en trachtte als hij haar soms niet ontwijken kon, door een onder danig gedrag en het uiten van allerlei fraaie galante volzinnen, de vergissing goed te maken, zonder te ver- moedon dat zoowel Oda als Eilika zich over zijne ver legenheid niet weinig vroolijk maakten. Niet minder schaamde hij zich voor het kamermeisje doch op eene geheel andore manier. Het hinderde hem dat hij haar beleefdheden bewezen had als ware zij eene dame geweest, waaruit die krates zooals hij haar in stilte noemde natuurlijk zou afleidendat zij heel wat van eene dame had, zij zoo'n snibbig ding, dat de brutaliteit zóó ver had durven drijven, den geheelen langen weg langs, van Qnedlinburg naar Regensteinde meesteres uit te hangen. Hij nam zich stellig voor zich voor dit schelmenstuk, dat den ouden Tijl Uilenspiegel waardig zou zijn geweest, op haar te wreken en haar, door eene waardige en trotsche houding en nederbui- gende vriendelijkheid te tooneuwie hij was en wie zij. Eilika doorzag hem echter, en daar haar mondje evonals haar hart op de rechte plaats zatschepte zij er behagen in den ridder den geheelen dag, onverschillig waar en wanneer zij hem ontmoette, met de nitge- zochtste plagerijen en dwaasheden te vervolgen, hetgeen hij in den beginne met dezelfde wapenenvrij handig en gevat beantwoordde. Geen enkele maal liet Bock zich, door Eilika's scherpe tong, tot eenen ruwen of lompen uit val verleidenhoezeer 't ook menigmaal kookte in zijn bin nenste. Zeer dikwijls, ja meestal trok hij aan 't kortste eind en moest hijduchtig bespot en uitgelachen den aftocht blaz en. Doch deze kleine schermutselingen, hoe onschuldig

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1893 | | pagina 1