343ste Staatsloterij.
Historische Herinneringen.
Advertentié n.
He lieuwe tiaper,
Droge en bereide Verfwaren,
5e klasse, 8e lijst, 22 Sept.
No. 4124 5000; nrs. 6552, 8707, 18475 en 20162
f 1000; nrs. 2465, 4693, 9819, 13902, 15581, 17689,
19985 en 20511 400; nrs. 6044, 8732, 9186, 11658,
13352 en 20633 200 nrs. 1151 4432 7861 8562
9106, 9771, 11966, 17474, 17582 en 19876 100.
Over alles en nog wat uit Alkmaar.
Best drogende Verfoliën,
LAKKEN en VERNISSEN, DROGERIJEN
W. PENAAT W.Pzn.
kolonels overgenomen ridderkruizen op de vaandels van
de grenadiers en het 7e regiment en reikte achtereen
volgend de nieuwe vaandels aan de kolonels der ver
schillende regimenten over, daarbij telkens zeggende
«Ik stel het op hoogen prijs u het vaandel van dit
regiment te mogen overhandigen met de beste wenschen
voor uw regiment."
Na afloop dezer plechtigheid sprak de Koningin-Regen
tes het leger t"e als volgt
Officieren, onderofficieren, korporaals en soldaten:
De plechtigheid waarvoor wij hier te zamen kwamen
geeft Mij een welkome aanleiding U de verzekering te
geven der oprechte gehechtheid van de Koningin en "va a
Mij aan het leger.
God geve, dat de nieuwe vaandels en standaards, zoo
even door de Koningin uitgereiktslechts in tijden van
vrede en voorspoed mogen worden gedragen als het zinne
beeld van datgene waf ons allen heilig is de eer van
het leger, dat is de eer van het Vaderland.
Maar indien ooitwat God verhoedeeen zwaardere
taak van u mocht worden gevraagd dan, ik ben er van
overtuigd zal geen offer n te groot zijn voor de hand
having van ons onafhankelijk volksbestaan.
Niemand onzer zal voorzeker dat plechtig oogenblik
ooit vergeten, toen Neorland's jonge Koningin omringd
door een getrouw leger en ten aanschouwe van een ge
trouw volk de nieuwe vaandels en standaards uitreikte.
Die vaandels en standaardsgij zult ze hoog houden
onder alle omstandigheden tot eer van ons volk, tot heil
onzer Koningin en van het ons allen dierbaar Vaderland.
Waarop de minister van Oorlog met de volgende dank
betuiging antwoordde
«Majesteiten
«Het is mij een onschatbaar voorrecht aan Uwe Majes
teiten namens het leger eerbiedig en oprecht dank te
mogen betuigen voor de groote eer, zooeven aan de land
macht bewezen.
»Het plechtig oogenblik van de uitreiking der nieuwe
vaandels en standaards door de hand van Neêrlands be
minde jeugdige Koningin en van de hooggewaardeerde
toespraak van onze geliefde Koningin-Regenteszal ons
onvergetelijk zijn.
«Wij zullen die vaandels, die standaards bewaren, als
een heilig onderpand van onze Koningin in tijden van
vrede en voorspoed, maar óók mocht het noodig zijn
in de ure des gevaars.
«Dan zal de aanschouwing van die vaandels en stan
daards ons bezielen tot navolging van de groote daden
waarin de Vorsten uit ons dierbaar Stamhuis van Oranje-
Nassau sinds eeuwen zijn voorgegaan.
«Rondom die vaandels geschaard zullen wij steeds onzen
plicht doen tot heil des volks, tot eer van Koningin en
Vaderland.
«Wij allen hier tegenwoordig bezegelen deze belofte
met den uitroep
«Leve de KoninginLeve de Koningin-Regentes
(hoerah, hoerah, hoerah
Deze kreet vond overal luiden weerklank terwijl de
geweren gepresenteerd werden en de nieuwe vaandels
Hare Majesteit toewuifden. Vervolgens werd aan H. M.
voorgesteld de luitenant Dreiber, die zich zoo manhaftig
gedroeg bij de krijgsbedrijven te Garoet. Daarna trokken
de troepen langs het rijtuig der Koninginnen, die de
bevelhebbers en de vaandels groetten. Te half drie ver
lieten de Koninginnen het Malieveld. Na dien tijd bra
ken regenbuien los.
Xiangedifk. Over het algemeen is de handel in
groenten stil. Weinig wordt er omgezetwaardoor voor
roode kool hoogstens f 4.50, voor witte f 6 wordt ge
geven. Ook in uien en gele kool wordt weinig gedaan.
Voor de arbeiders is nu de tijd gekomen om, zooals men
het hier noemt, te «slikken", d.i. modder uit de slooten
te halen om daarmëe het veld te bemesten, 's Morgens
vroeg, voor een paar weken 's nachts om 12 of 1 uur
reeds, gaan zij met praam en beugel aan het werk om
tegen 8 of 9 uur huiswaarts te keeren en van den uiterst
vermoeienden arbeid uit te rusten. De middag wordt dan
meestal aan lichter arbeid besteed.
Zijpe. Do bliksem is in den nacht van den 21
op den 22 geslagen in den molen A van dezen polder
zonder echter brand te veroorzaken.
I.
De winteravonden komen aan schrijft gevriend
redacteur, en ge veronderstelt, dat ik misschien nu wel
wat meer tijd zal beschikbaar hebben en ge vraagt of ik
daarvan niet een gedeelte zou willen gebruiken om nu
en dan eens wat met uwe lezers te praten over alles en
nog wat, voor zoover het ons stedeke betreft.
Het is waarde dagen korten verbazend snel. Nog is
't geen 4 uur, en eene flinke bui dwingt mij reeds om
óf vlak voor het raam te gaan zitten, öf hot licht op te
steken. Ik probeer 't eerste nog maar een poosje. Mijne
gasrekening wordt van den winter toch al hoog genoeg.
Eén ding troost mij echter als ik daaraan denk: ieder,
die geen gas gebruikt nl, help ik op die wijze zijne
lasten verlichten. Ik voel mij dan een door en door
humaan monsch en dat mag wel eens in deze dagen,
waarin menig overspannen vijand van den «bezitter"
u aan uw eigen karakter twijfelen doet.
Want ook ik ben «bezitter", moet ge weten. Hadt ge
't gedacht? Nu, ik ook niet. Maar onlangs kwam ik tot
die ontdekking in een gesprek met mijn oppasser Klaas,
die «zelf' socialist is en het mij ten stelligste verze
kerde. Hij kan het weten
Dit weet ik echter zeker, dat de vermogensbelasting
mij mot vrede laat. Hadt gij vooraf durven veronder
stellen, dat Alkmaar niet meer dan ongeveer 200 be
voorrechten telt, die in deze belasting mogen meêbetalen
Zoo werd mij althans, al is 't niet uit officieele bron, verze
kerd. Toch verwondert het mij niet al te zeer, als ik bedenk,
dat een alkmaarsche ton zoo gewoonlijk 25000 telt.
Bemoedigend is dit echter niet met het oog op de
noodzakelijkheid, zooals uit de laatst aan den raad inge
diende gemeentebegrooting blijkt, om de opbrengst der
inkomstenbelasting van 30,000 tot 35,000 te verhoo-
gen. Wel is daar alle reden voor, nu de gemeente zich
in '92 en '93 voor scholen zulke belangrijke uitgaven heeft
getroost, als cadetten-, ambachts-, burgeravondschool en
tweede school voor onvermogenden, maar toch vrees ik
dat de 5000 er niet licht weder zullen afgaan. Want'
wie is er, die verwacht, dat wij do wik- en weegloonen
nog lang zullen behouden? Daaromtrent make niemand
zich meer eeuige illusie. Ter doode opgeschreven zijn zij
zeker. Verminderd worden zij in ieder geval meer en
meer en nu moge het gelukken, die vermindering meer
gestadig te doen geschieden, dan de boeren wel wenschen,
maar onze gemeenteraad zal er op moeten rekenen dat hij
binnen een afzienbaar tijdvak deze bron van inkomsten
tot op stellig do helft ziet inkrimpen. Wij staan met
deze loonen nog op f 0,65 per 50 kilogram, en zullen
ze, naar 't schijnt, zeker niet dan door de wet gedwongen,
verminderen. Purmerende daarentegen bracht ze uit ei
gen beweging reeds op 0,60 terug.
Het mag nu voor Alkmaar moeielijk vallen, op het
oogenblik dit voorbee' I te volgen, verstandig acht ik de
tegemoetkomende houding onzer zustorgemeente zeker,
zoowel uit een oogpunt van billijkheid jegens den
aanvoerder van kaas, die onevenredig veel betaalt tegen
over hem, die met vee op onze markt komt, als "van
het standpunt van goede politiek.
Men weet nu eenmaal, dat de regeering vastbesloten
is, op den duur deze heffing niet hooger toetestaan dan
tot het bedrag van de kosten, die de gemeente zich voor
de kaasmarkt getroosten moet en hoop, dat na uit
breiding van het kiesrecht opvolgende regeeringen er
anders over zullen gaan denken, bestaat er niet. Ik vind
't daarom goed begrepen van Purmerende, dat het met
de gestadige vermindering zoo spoedig mogelijk begint,
ten einde het gevaar te ontgaan, dat het zich gedwongen
ziet tot eenen vrij plotselingen grooteren terugslag. Want
ik heb mij laten vertellen, dat minister Tak er vooreerst
zeker 10 cents wil af hebben.
De verrassing, die de begrooting ons bracht, doet mij
nu ook begrjjpen waarom onze gemeenteraad onlangs zoo
weinig geneigd wasgarantie te verleenen voor eene
intercommunale verbinding. Enfin, wij zullen nu nog maar
wat moeten wachtentoch wilde ik onzen raad in over
weging gevenzoo spoedig eenigszins betere dagen voor
onze financiën aanbreken, zich dien waarborg te getroos
ten. Het uitnemende rapport der Kamer van Koophandel
over deze zaak geeft onzen achtbaren mannen daartoe
argumenten te over.
Wat den telefoon betreft, moet ik u toch nog even wat
grappigs vertellen,
Men acht het noodigvoor mogelijke gevallenvan
de celgevangenis uit zeer spoedig de hulp der politie te
kunnen inroepen en heeft zich daarom voorgenomen haar
aan het telefoonnet te verbinden. Maar dan is men er
nog niet Men moet bovendien ook het Rijksopvoedings
gesticht aansluiten, om vandaar uit, als 't noodig is, de
politie te kunnen waarschuwen. Gij en ik zouden in onze
onnoozelheid zeggen sluit ook de politie aan, dat is de
kortste weg! Maar dan rekenen wij, naar't schijnt, buiten
den waard, d. w. z buiten den heiligen afkeer, die onze
gemeente voor dit nieuwerwetsche snelle gemeenschaps
middel aan den dag legtook zelfs de gebouwen der
gemeentereiniging zijn niet aangesloten. Is dat zuinigheid
of iets anders?
STADHOUDER DDI VROEDSCHAP.
Bekend is het geschil over de aanhouding Of de af
danking van eon deel van het krijgsvolk tusschen den
Stadhouder Prins Willem II en 6 provinciën eener- en
de provincie Holland anderzijds in 1650alsook de af
vaardiging door den Staten-Generaalop den 5 Juni,
van eenige leden zoowel van dit hooge collegie ais van
den Raad van State naar de steden van Holland en West
friesland om te pogen dezen tot het gevoelen der
wederpartij over te halentot hoofd van welke deputatie
de Prins den 6 zichzelf verklaarde. De alkmaarsche
vroedschap verkreeg den 10 hiervan kennis door schrijven
van Gecommitteerde Raden te 's-Gravenhage, van den 6.
De bezending van gevaarlijk gevolg achtende en haar
door eene spoedige bijeenroeping der Staten van Holland
wenschende te voorkomen machtigde zij den heer
v. d. Nieuburchde Gecomm. Raden van het Noorder
kwartier te Hoorn te beschrijven, en besloot zij schrifte
lijk den rekenmeester van Foreest op te dragen in die
bijeenkomst de bijeenroeping der Staten te avanceeren.
Den 15 berichtte de heer v. d. Nieuburch en den volgen
den dag vernam men hier, dat de Gecomm. Raden te
Hoorn die te 's-Gravenhage hadden nitgenoodigd ten
spoedigste de Staten te convoceeren, en den heer Jacob
v. d. Nieustadt belast hadden, zich in de nabijheid der
bezending van de Staten-Generaal op te houden en van
tijd tot tijd van het daarmede voorvallende kennis te
geven. Onze vroedschap besloot dien heer te verzoeken,
ook herwaarts zijne berichten te zenden.
Reeds den 18 bracht een fourier van den Prins hier
de tijding dat Z. H. met de gecommitteerden en gevolg
des avonds uit den Haag zou aankomen. De bijeengeroepen
vroedschap besloot, wegens de kortheid van tijd, de schut
terij alleen bij 's Prinsen vertrek in de wapenen te doen
komon, de bezending van logement te voorzien en Z. H.
door burgemeesteren en den secretaris Schagen te doen
begroeten. En indien Z. H. audiëntie in de vroedschap
voor de commissarisson mocht verzoekendan zonden
burgemeesteren beleefdelijk verklaren, dat de vroedschap
hem als stadhouder alle eer en respect schnldig is en
zeer gaarne wil defereeren, doch verzocht dat deze audi
ëntie nagelaten zou worden, als niet wel overeenkomende
met het recht en de vrijheid der provinciemocht Z. H.
echter aandringen, dan zouden burgemeesteren zulks de
vroedschap moeten mededeelen.
Na de begroeting aan den ingang van het stadshuis,
werd de Prins naar zijn slaapvertrek, de schepenkamer,
geleid, daar opnieuw de hand gedrukt en verzocht het
niet in de wapenen zijn der schutterjj te verschoonen. Z. H.
geliefde dit ten beste te duiden, gaf verzekering van zijne
vriendschap en deed, na nog eenig gesprek, het verzoek,
dat de vroedschap den gedeputeerden der Staten-Generaal
audiëntie zou verleenen. Burgemeesteren hielden zich aan
hunne opdracht, doch de Prins betuigde, dat de credeutie
luidde aan de vroedschap, dat hij geene andere audiëntie
kon aannemen en haar ook in de aHdere reeds bezochte
steden had gehad. De burgemeesteren verklaarden daarop,
het verzoek te zullen overbrengen en onverwijld de te
nemen resolutie te zullen mededeelen.
De vroedschap, den 19, vermoedelijk na kerktijd
hierop geraadpleegdbeslootdat burgemeesteren den
Prins zouden aanzeggen dat menuit respect voor hem
als Stadhouder de audiëntie zou verleenen „onder pro-
testatie dat daermede niet sal werden vercort of gepre-
judicieert aende gerechtieheyt, hoocheyt ende souvereyniteyt
vande Heeren Staten van Hollant ende Westfrieslant
mitsgaders aen de vrijheyt van derselver deliberatiën
daer op staetsgewijze inder selver vergaderinge te houden."
Vorder verstond zij de heeren commissarissen niet van
stadswego te verwelkomen en den Prins, mot de 4 hem
vergezellende edelen en wie hij verder noodigen mocht
te verzoeken een maaitijd te houden met burgemeesteren,
den officier van Veen en den seeretaris Schagen Aan
gaande de credentialen der commissarissen besloot men
in eene middagzitting die niet af te vorderen ze, aan
geboden wordende aan te nemen en ter zijde te leggen,
de lezing te excuseerenen werd die verlangd nader'
te beraadslagen. Z. H., daarop door de secretarissen uit
zijne kamer in de vroedschap geleid, gaf den geloofsbrief
over en verzocht de lezing ervan welke na weigering,
op zijn aandrang en na nader deliberatie „onder pro-
testatie als voren' plaats had. De Prins betoogde nu
dat aan de ontslagen troepen eenige betaling verschaft
en nopen3 de verdere punten van bezuiniging volgens
de orde van regeering overeengekomen moest worden
hetgeen door den heer v. Aartsbergen nader ontwikkeld
en voorts in geschrifte overgegeven werd. Na beraadsla
ging^ viel hierop dit antwoord „dat dewijl dese com
missie uytte Generaliteyt aen de stadt in 't particulier
es gedecerneertde heren van Alcmaer moeten itereren
het bovengemelde protestende voorbij gaende tgeen
op dese besendinge te seggen zoude zijn verclaren, dat
het subject vande voorz. propositie tegenwoordieh een
punt van beschrijving es ende dat haere Ed. daer op
sodanich advijs in de vergadering van Hollant sullen
brengen ende aldaer sulx sullen helpen resolveren als
ten meesten dienste vanden lande sal bevonden werden
te behoiren." Z. H. en do commissarissen verzochten na
dit bescheid eenige nadere verklaringen te doen, waarop
met excuses werd geantwoord. Op zijne vraag, of er
eenige betaling aan de ontslagen compagniën zou worden
gedaan, trok de vroedschap zich terug en besloot zij toen te
volharden bij haar antwoorddoch met verzekering
dat zij door gedeputeorden den Stadhouder zoodanige
verklaring zouden doendat deze zou blijven bij zijn
vertrouwen, dat de heeren van Alkmaar alles tot meeste
eenigheid van de provinciën en de leden van Holland
en Westfriesland zouden dirigeeren. Z. H. nam hiermede
genoegen en verliet met de commissarissen de vergadering.
Alsnu had deze uittemaken welke opening men hem als
Stadhouder zou doen, en het besluit viel, dat burgemees
teren met de heeren v. d. Nieuburch en v. d. Nieustadt
en den secretaris Schagen den Prins zouden te gemoet
voeren, dat Z. H. bekend was wat de gedeputeerden van
Alkmaar zoo nopen3 eenige meerdere betaling aan de te
ontslane compagniën als nopens de conferentie met de
6 provinciën, alsmede op het stuk der tractementen had
den geadviseerddat zij zulks om eenigheid en niet uit
meening van Hollands vermogen hadden gedaan en de
eenigheid alsnog in dezelfde recommandatie waren hou
dende en dat de heeren van Alkmaar deze verklaring
deden onverminderd hunne vrijheid om de opiniën van
de leden van Holland gehoord hebbende, zoodanig te be
sluiten als zij ten meesten dienste van den lande bevinden
zullen te behoorenZ. H. verzoekende hiermede vrede
te nemen en geon formeel resolutief antwoord te willen
vergen. De Prins bedankte de heerenbood aan en ver
zekerde zijn dienst en vriendschap en verklaarde dat
zijne bedoeling uiet was de vrijheid der provincie Holland
noch van de steden in het bijzonder te prejudiciëeren
maar die voor te staan en te bevorderen waarop hij de
heeren de hand reikte en zich gereed betoondedeze
onderhandeling met een vriendelijken maaltijd te besluiten.
Den 20 vertrok de Prins naar Eukhuizen. Men was zoo
ijverig om hem te geleiden verhaalt Aitzema dat
men de wegen nauwelijks gebruiken kon wegens het groot
aantal wagens, en zekere brug met volk bezet brak, waar
door er eenigen in het water vielen.
Den 21 de punten van beschrijving ter dagvaart en
daarbij 't geen met de bezending aan de steden voorge
vallen was, behandelende, besloot de vroedschap, dat onze
gedeputeerden zouden persisteeren bij de resolutie der
Staten op de vermindering van de militie genomen als
met hun recht en den nood der financiën overeenkomende
dat de bezending eene nieuwigheid en voor Holland on
dienstig is, en besproken dient te worden hoe 't zelve
te rechten immers voor hot toekomende te weren dat
de gedeputeerden voorts verklaren zouden in wat voege
van wege de stad op het ingaan van de nonbetaling der
afgewezen militie en de te houden conferentie is ge
adviseerd, en dat zij gaarne zouden hooren de voorslagen
van de leden, hoe dat, behoudens voorz. resolutie, het ad
vies zou kunnen worden gepractiseerd en eindelijk, dat
zij zouden mogen amplecteeren den voet van do mesnage
van December 1648en voor de afgedankte officieren
levenslang of tot hun avancement [herstel in functie]
een redelijk tractement toestaan.
Het verder beloop dezer zaak leze men in de Lands
geschiedenis. C. W. B.
Men wist hier gewis nog niet, dat de Prins reeds
den 8 zijn tocht aanvaard had.
Het Avondmaal werd dien dag gehoudende
Prins, er toe genoodigd, nam er met graaf Hendrik (zoon
van den frieschen Stadhouder Willem Frederikaan deel.
LÜTTIK-OllDORP C 61.
van af 85 cent de 5 ons.
Verkrijgbaar bij