DE ROOFRIDDER.
No. 128,
Vijf en iHegentigste Jaargang.
1898.
V RIJ D A G
27 O C T O B E R.
Amsterdamsclie Brieven.
FEUILLETON.
PARIJSCHE BRIEVEN.
4LMAARSCHE COIHIU.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs por
3 maanden voor Alkmaar 0,8®; franco door het
geheele rijk f 1,
De 3 nummers f 0,06.
Drys der gewone Advertentlën:
Per regel 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Telefoonnummer3.
©eineente-begrootlng 1893.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat de 3e suppletoire ge-
meentebegrooting, dienst 1893, heden den gemeenteraad
aangeboden, ter secretarie der gemeentemet inbegrip
van heden gedurende veertien dagen voor een ieder ter
lezing gelegd en in afschrift verkrijgbaar is.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
24 October 1893. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
©oud- en Zllversmederij.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis dat zij in hunne verga
dering van den 24 dezer aan den heer H. BOSSERT Hz.,
op zijn verzoek, vergunning verleend hebben tot het op
richten eener goud- en zilver smederij in het perceel aan
de Hnigbronwersteeg, wijk D No. 6.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
26 October 1893. De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
Nummeren der gebouwen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar;
Overwegende dat verscheidene gebouwen, in den loop
van dit jaar gesticht of geverfd, niet ter zijde van of
boven den hoofdingang gemerkt zijn met de in zwarte
olieverf op een lichten grond geschilderde letter van de
wijk en bet ordenummer van het perceel, ter grootte
van ten minste vier centimeters
Noodigen de eigenaren van gebouwen dringend uit, vóór
10 November 1893 hierin alsnog te voorzien, ter voor
koming dat tegen hen proces-verbaal worde opgemaakt
wegens overtreding van artikel 3 der algemeene politie
verordening bij de na dien tijd door de politie te hou
den schouw, of alle gebouwen aan den inbond van dat
artikel voldoen. Ter gemeente-secretarie kunnen inlich
tingen bekomen worden omtrent het op het gebouw te
plaatsen ordenummer.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. Maolaine Pont.
26 October 1893. De Secretaris,
Nuhout van der Veen.
XXI.
Der amsterdamsche universiteit hangt weder een ern
stig gevaar boven het hoofd. Door de raadsleden Heineken
c. s. is namelijk een voorstel ingediend tot intrekking
van vroegere raadsbesluiten betrelfende de bezoldiging
van kerkelijke hoogleeraren der nod. hervormde
kerk bij deze academie.
Het kan niet ontkend worden, dat reeds van de ge
boorte der universiteit in 1882 af zich steeds een krach
tige partij in den gemeenteraad verzet heeft tegen het
beschikbaar stellen van gelden voor hoogleeraren, die door
ROMAN
VAN
JULIUS WOLFF.
Naar het hoogduitsch.
38)
Daarvoor zal hij natuurlijk zijne eigen redenen wel
hebben. Doch die gaan mij niet aanik zou zeer goed
zijne tusscheukomst als scheidsrechter iü deze zaak kunnen
inroepen dan zou ik door hem misschien ook graaf
Hoyer tot onze zijde kunnen overhalendoor hem te
beduiden dat hijals broeder zedelijk verplicht was
zijne zuster uit de klauwen van den maagdenroover te
bevrijden. Dan hadden wij meteen hem tot bondgenoot."
»Maar ook graaf Albrecht heeft vrienden en wel tal
rijke en zeer machtige", waarschuwde Willekin, »als daar
zijn de graven van Mansfeldt, de Harzgraven in Helm
gouw en nog vele anderen meer. Dat zou een strijd
kunnen geven mevrouwdie het geheele land in rep
en roer bracht.''
»'t Doet er niet toe! Ik wil mijne rechten niet miskend
en vertrapt zien!" riep Jntta hartstochtelijk uit. »Meent
gijdat graaf Albrecht de burcht vrijwillig ontruimen
zal Neemt ze hem afgij heeren Quedlinburgers
brengt haar weder in mijne macht, bezorgt mij bovendien
mijne kloosterlinge Oda von Falkenstein terug, en gij zult
de Lauenburcht in leen hebben! Daarop mijn woord!"
»Laat mij met mijne vrienden in den raad overleggen,
mevrouw", zei de stiehtshoofdman en nam snel afscheid,
om te voorkomen dat de abdis die hij maar al te goed
kende als nog veel veranderlijker dan het weder, zoo hij
nog langer bleef praten, misschien op dit lang verwachte
en gewonschte besluit mocht terugkomen.
In de voorzaal, ver genoeg van Jutta's kamer, om
door deze niet te worden verstaan, stonden hem de priores
de synode der ned. herv. kerk worden benoemd. Na
dien tijd werd het vertrek van prof. Gunning, een dier
kerkelijke professoren, naar Leiden als een geschikte ge
legenheid aangegrepen om aan dxen toestand een einde te
maken. Dat was in het jaar 1889. Deze poging mislukte
evenwel, omdat de raad de overtuiging bleek te bezit
ten, dat hot belang der universiteit meebracht, hot aan
tal leerstoelen ongeschonden te doon blijven.
De heer Heineken, die het krachtigst had geijverd om
den vacanten leerstoel van prof. Gunning niet weder te
doen bezetten, liet zich door de geleden nederlaag niet
ontmoedigen. Op zijn aandringen besloot de raad met
17 tegen 16 stemmen op den 22 Februari 1890 tot het
zenden van een adres aan de regeering om wijziging van
de wet op het Hooger Onderwijs in dien zin, dat de
theologische faculteit als verplichte zou worden opgeheven.
Met dat adres werd bitter weinig bereiktwant do re
geering betoonde zich niet eens bereid het verzoek in
overweging te nemen.
Daarmee was de zaak voorloopig van de baan. Dat
zij daarop thans weder is gebracht is het gevolg van
het overlijden van den kerkelijken hoogleeraar Knappert.
Voor de heeren Heineken c.s. is dit andormaal het sein
geweest om met hunne wenschen voor den dag te komen
en door hen is het hiervoren genoemde voorstel ingediend.
Bij de gewijzigde samenstelling van den raad zijn
de kansen voor de aanneming daarvan grooter dan vroe
ger. De meerderheid in het college van dagelijksch be
stuur die voor het vervullen der vacature is, heeft dan
ook zeer terecht begrependat zij met krachtige argu
menten behoorde aan te komen wilde zij ook thans het
terrein behouden. Naar onze meening is haar dat vol
komen gelukt.
Men oordeele zelf. Vooreerst zou intrekking der bewuste
raadsbesluiten ten gevolge hebben dat de geheele theolo
gische faculteit naar alle waarschijnlijkheid zou vervallen,
hetgeen tot nadeel van de gemeente do eerste stap zou
zijn tot opheffing der universiteit. De houding dev regee
ring heeft toch voldoende bewezen dat aan eene wijzi
ging der wettelijke bepalingen die de kerkelijke proies-
soren noodzakelijk maken, niet te denken valt. Maar
bovendien geeft het financiëele deel van het vraagstuk
geenszins aanleiding om in den geest van den heer Heineken
te beslissen.
Het aantal studenten in de theologie bedraagt op het
oogenblik 120 lettende op het feitdat meer dan een
derde daarvan voor het eerst is ingeschrevenmag men
gerust aannemen, dat het getal dier studenten in de vol
gende jaren nog zal stijgen. Ook al wil men nu de indirecte
voordeelen van de aanwezigheid der studenten voor de
gemeente geheel buiten rekening laten dan nog staat
men voor een jaarlijksch totaal der college-gelden van
12,000, een bedrag, gelijk aan het maximum der wedden
van twee kerkelijke hoogleeraren dat zij alleen na een
tienjarigen dienst verkrijgen.
Ons dunkt, dat die argumenten hout snijden. En daarom
zouden wij het zeer betreurenswaardig achten, indien de
vertegenwoordigers der burgerij zich door blinden haat
tegen de universiteit lieten overhalen om deze haar be
en de decanes met ongeduld te wachten, doch nu zonder
de jongere damesdienaar de meening dezer beide
dames met do geheimen der abdis niets te maken had
den eneens in de handen dezer beide bejaarde schoonen
vervallen, moest de heer Willekin, of hij wilde of niet,
haar wel in korte woorden mededeelen wat er was be
sproken en besloten. Zij wrongen de handen over zooveel
vermetelheid en brutaliteit en zoo op dit oogenblik den
graaf de ooreu tuittenwas het zeker nietomdat men
zijnen lof verkondigde.
Eindelijk lieten de dames den secretaris vrij en bij het
afgaan der trap zei hij bij zichzelf: »'tzal mij benieuwen,
hoe lang die storm zal woeden 1 Indien morgen de graaf
bij de dornina komt, en haar een goed woordje geeft,
dan schenkt zij hem de Lauenburchtdesnoods van de
fundamenten tot den nok van het dak met rozen om
kranst. Siegfried wil zij op de burcht niet hebben nu,
dat kan ik mij voorstellengravin Oda moet met
alle geweld op het slot worden teruggebrachten
daarom oorlog, moord en doodslag!Daar steekt
iets achtermaar wat?"
De woning van den stiehtshoofdman was een tamelijk
groot gebouw in Mummenthal, eeneu eenigszins verborgen
gelegen hoek der stad, met eene aanzienlijke boerderij en
uitgestrekten tuin, waarlangs een zijtak van de rivier de
Bode stroomde. Hier had hij zijne vertrouwde vrienden
uit den raad, onder wie zich ook de eerste burgemeester
bevond, op eeneu vesperdronk genoodigd en wijdde hij hen in,
in hetgeen in de laatste dagen belangrijks was voorgevallen.
Met voldoening vernamen de vijf of zes heeren het
bericht van de vredebreuk tusschen den graaf en de abdis,
die na, naar men hoopte, jwel zou ophouden, overal be
middelend ten gunste van zijne macht en zijn aanzien
tusschen beiden te komenzooals zij zulks tot nu toe
steeds, ook tegenover den raad en ten nadeele van de
stad, gedaan had. Groot was hunne ontsteltenis over de
gewelddadige inbezitneming van de Lauenburcht door de
Regensteiners, tamelijk duister daarentegen het vooruit
zicht de voorwaarden der abdis te kunnen vervullen
waaronder zij de burcht aan de stad in leen beloofd had.
staan onmogelijk te maken. Blinden haat zeggen wij
want men moet werkelijk al zeer verblind zijn om niet
in te zien, hoe groot de voordeelen zijn, die de academie
indirect afwerpt en hoe velen profiteeren van haar bestaan.
Wordt de leerstoel voor theologie niet weder vervuld
dan handelt men met de universiteit als de wreedaard
met een vogeldien hij een vleugel afsnijdt. Onedel
is dat en toch zijn wij lang niet gerust, dat de am
sterdamsche gemeenteraad zich aan zulk bedrijf niet zal
schuldig maken.
Voor dien raad is thans de onaangenaamste tijd des
jaars aangebroken, de behandeling der gemeente-be
grooting. Men schijnt daarmee eenigen spoed te willen
maken, althans te oordeelen naar den korten duur der
algemeene beraadslagingen. Daartoe heeft zeker niet
weinig meegewerkt het voorstel om de 94 opcenten tot
90 terug te brengen, wat menig bezuinigingspleidooi on
geboren heeft doen blijven. Thans gaven alleen enkele
leden hun voornemen te kennen, dat zij hun best zouden
doen om nu ook nog het percentage der inkomstenbe
lasting van 41/* op 4 °/0 terug te brengen.
Of mr. Treub het wethouderschap van financiën goed
bevalt Dat is nu nog moeilijk te zeggen, maar zooveel
is zeker, dat hij het lidmaatschap van de Tweede Kamer
daarboven stelt. Telegrafisch zond hij toch naar Veen-
dam het berichtdat hij als wethouder zou aftreden, in
dien hij ter vervanging van dr. Poelman werd gekozen.
Niet pleizierig voor de Amsterdammer, het orgaan van de
radicalen die eenige dagen te voren schreef Het schijnt
inderdaad nog noodig te verzekeren dat de nieuwe wet
houder van financiën geen mandaat wenscht te aanvaarden.
XXIX.
Parijs 22 October 1893.
Zoo juist komen wij tehuis, en laten wij het maar
bekennen doodmoede. Het is voorzeker bijna de eerste
maal, dat Parijs ons znlk een vermoeienden dag bezorgt,
want wij zijn anders waarlijk wel aan loopen, kijken en
dringen gewend geraakt. En geen wonder, liepen wij dezer
dagen reeds meermalen gevaar onder den voet te raken,
wanneer plotseling de kreet weerklonk vies voila vive
la Russiebeden was heel Parijs uitgeloopen bet was
zondag, dus niemand behoefde aan zijn werk te blijven,
bet weder was zacht en vol prachtigen zonneschijn als
in het begin der lente, en Mac-Mahon, de held van Algiers,
de hertog van Magenta, werd begraven. Gisterenavond
tegen kwartier vóór zevenen kwam het stoffelijk overschot
van den overleden Maarschalk te Parijs aanaan het
station van don Chemin de fer Paris-Lyon, en werd ge
bracht naar de prachtige kerk la Madeleine, gelegen op
het plein van dien naam, aan het einde der Groote Bou
levards en tegenover de rue Royale, het plein la Concorde
en het Palais Bourbon (kamer der afgevaardigden.) Die
groote kerk was hedenmorgen prachtig versierd, tusschen
alle kolommen hingen rouwfloersen met de letter M. en
met schilden welke de veldslagen SolferinaSebastopol
enz. enz. in herinnering brachten. Kransen, bonquetten en
De burcht te bestormen on den nieuwen slotvoogd,
dien de abdis zoo mishaagde, er uit te verdrijven, mocht
hun misschien gelukken maar hoe zouden zij het aan
leggen om van den zoo goed als onueembaren Regenstein
eene gevangene te ontvoeren, die de krijgszuchtige graaf
er wilde houden en zonder twijfel ook met al de tot zijne
beschikking staande macht zou verdedigenOndertusschen,
de prijs was al te verleidelijk en met de hulp van eenige
machtige bondgenooten en in aanmerking genomen de
bekende offervaardigheid der burgerij meenden de heeren
van den raad, dat het niet zoo geheel en al onmogelijk
zou wezen om den strijd met den oppermachtigen graaf
glansrijk ten einde te brengen. En waartoe hadden zij
anders het of- en defensief verbond met den bisschop
gesloten Als nooit te voren lokte hen thans de hoop
aan om het gehate juk van den beschermheer af te schud
den en bevrijd van eene voogdijschapdie hun walgde
als eene vrije stad, die zich zelf vrij en zonder dwang
van buiten regeerde, die lang niet de minste was onder
de leden van het groote Hanse-verbond trotsch en fier
het hoofd te kunnen opheffen.
Aldus waren ten slotte de heeren, onder den invlöèd
van den vurigen wijn des stichtshoofdmans, die met graagte
in het schaduwrijke prieel genuttigd en door den gullen
gastheer niet karig geschonken word, genegen en bereid
om den strijd met de Regensteinsche graven onder zekere
voorwaarden aan te biuden. Morgen reeds zoo werd
bepaald zou tot dat doel eene vergadering van den
raad worden gehouden en alle zes de vroede mannen
namen zich stellig voor om bunnen invloed bij dezen en
genen onder de aanzienlijke burgers van Quedlinburg aan
te wenden en in de eerste plaats de handwerkersgilden
voor hunne plannen te winnen.
Daarna dronken de heeren op het welslagen hunner
pogingen en scheidden dankbaar en welgemeend van hun
nen vrijgevigen gastheer.
Nog denzelfden avond wisten alle raadsleden zeer
nauwkeurig eu vele burgers ongeveer, wat er gebeurd
was en in de wijn- en bierhuizen ging het luidruchtig
toe. Onbestemde geruchten, waarbij het gebeurdezoowel