DE ROOFRIDDER.
No. 130.
Vijf en UTegentigste «laargang
1803.
WOENSDAG
1N0VEMBE R.
BROHBERDIENST
EHMI&ïf ZOOM.
vonden Voorwerpen,
Amsterdamsclie Brieven.
FEUILLETON.
Buitenland.
Zijdie recht hebben op een dezer vrij
stellingenuitgezonderd degenenwelke de
yereischte opgaven reeds hebben gedaan
wordenin hun belangdringend nitge-
noodigdde opgavenbenoodigd voor het
opmaken der stukkenzoo spoedig
m o g e 1 ij k ter gemeente-secretarie te doen
I kII IISI III COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag» en
Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per
■3 maanden voor Alkmaar 0,8©; franco door het
geheele rijk 1,
De 3 nummers f O,©6.
Telefoonnummer3.
Prijs der gewone Advertentlën:
Per regel O,IA. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
gedurende de maand October 1893
een horlogeketting; drie portemonnaies inh. 0,175,
ƒ0,125 en 0,02®een elastieke pop; eenige sleutels;
een zweep een muilkorfeen engelsche schroefdraaier
twee duimstokken eenige rozeukrausen een insigne (met
zilveren plaatje, waarop «proza-poëzie")een driestrengs
granaten armbandje met gouden slotje een knipmesje
een potloodscherper; een knot witte katoeneeu zilveren
broche een paar bruine handschoenen een tafellaken
een gulden eene paraplnie een zijden dasje; een kwastje
een pakje inh. een stuk linnen en twee stukjes zwart
band een gouden broche; een knipmes; een blauwe bril
in dooseen schaar in schedeeen rood kinderwantje
een flanellen hemd; een defect gonden ringetje; een zwart
onderstnkje van een zilveren oorbelletje en een bloed
koralen armbandje met gouden slotje.
Alkmaar, De Commissaris van Politie
31 October 1893. F. G. C. J. FUNDTER.
XXIII.
Na zeven zittingen is de behandeling der gesneente-
begroofïng door den amsterdamschen gemeenteraad in
den laten avond van Zaterdag tot een goed einde gebracht.
Vooral de laatste dag is buitengewoon belangrijk ge
weest Niet zoozeer om de gevoerde debatten over do
schoolgeldheffing, die door den heer Hertog bestreden
werd op grondenwelke den wethouder van onderwijs
nog zoo onaannemelijk niet schenenals wel door het
besluit om de verordening op de bezoldiging van twee
kerkelijke hoogleeraren in te trekken. Wat wij vreesden
is derhalve geschied. Napleiten helpt nu niet meer en
K M A IV
VAN
JULIUS WOLFF.
Naar het hoogdnitsch.
40) o
Dat klonk inderdaad heel anders dan de hartstochte
lijke uitval, zooals zij dien onlangs, in den vollen gloed
harer toorn, in tegenwoordigheid van haren vertrouwden
kanselier, tegen graaf Albrecht had gericht. Maar zij
was ook sedert dat oogenblik kalmer geworden en met
deze uitspraak behield zij in ieder geval voerloopig nog
eenen slag om den arm en bleef zij nog meesteres van
bet terrein. Door aldus te handelen hoopte zij eenen
grooteren invloed te verkrijgen op den raad der stad,
en tevens pressie nit te oefenen op den graaf von Re-
geneteïn tot de vervulling van den geheimsten en 'liefsten
wensch haars harten.
De afgezanten van den raad waren mot het ontvangen
antwoord niet tevreden en niet ontevreden. Aan den
eenen kant hadden zij na de mededeelingen en onthul
lingen, hun door den stichtschrijver gedaan, iets anders
verwachtdoch dat de abdis zich zelf, geheel nit eigen
beweging, zon bereid verklaren om in persoon de hulp
en tusschenkomst van den bisschop in te roependen
heimelijken bondgenoot der stad en meest verbitterden
tegenstander van den graaf, dat ging hunne stoutste ver
wachtingen nog verre te boven, want van zijne mede
werking stelden zij zich een onberekenbaar groot succes
voor.
Dat was ook de meening van den stichtschrijver. Hij
had de van ongeduld en nieuwsgierigheid popelende priores,
nit wier thans nog veel scherper en hoekiger trekken
hij het gevaarlijke voornemen afleidde om te trachten
hemt zij door list't zij door geweld, aan het praten
te krijgen en zóó nit te hooren, eenen voelbeteekenenden
wenk gegeven om toch in Godsnaam te zwijgen eene
vermaning, welke zij gelukkig begreep en, tot zijne eigene
groote verbazing, ditmaal ook opvolgde.
«Mogen wijhoog geëerde vorstinuw antwoord aan
de ongeduldig wachtendo burgerij mededeelen vroeg
Nikolaas von Bekheim.
«Zeer zeker, burgemeester!" gaf de abdis vriendelijk
ten antwoord. «Doe dat gerustzoo was juist mijne be
doeling."
wij moeten thans maar afwachten, hoe hot met de theo
logische faculteit aan de Academie zal afloopen. Wordt
deze opgeheven en worden ook het seminarium der Doops
gezinden, benevens de studentenhuizon van ds. van Dijk
verplaatst, dan zal men na jaren tot het besef komen,
dat weder voor de zooveelste maal de paarden achter
den wagen worden gespannen.
Zeer merkwaardig schijnt ons ook het feit, dat het
voorstel om andermaal f 1500 uit te trekken tot het
voortzetten van de welgeslaagde proef in zake school-
baden bij den zoozeer van zuinigheid doordrongen raad
een meerderheid heeft kunnen vinden. Wanneer men hoort,
dat mannen van het vak eenstemmig in hun lof zijn over
de schoolba.den dan strekt deze beslissing den amster
damschen raad zeker tot eer. Maar meer nog verhengen
wij er ons over dat de raad het voorstelHovy heeft
verworpen om den post voor belooningen en eereblijken
op de lagere school met ongeveer twee derden te vermin
deren. Waar eenmaal deze prikkel tot hot betoonon van
ijver op de scholen burgerrecht gekregen heeft, zon 't
zeer te betreuren zijn geweest, als men daarin plotseling zulk
eene verandering had gebrachtdat de prijzen van het
heden niet meer in de schaduw konden staan van die
van het verleden.
In de zitting van Zaterdagavond ging men het finan-
ciëele resultaat opmaken waartoe de beslissingen der
vorige dagen hadden gevoerd on toen bleek hetdat er
f 90,000 waren vrijgevallen. Met dit bedrag kon der
halve do opbrengst van de opcenten van het personeel
en de inkomstenbelasting worden verminderd. Hoe ech
ter de verdeeling te maken De heer van Nierop wilde
gaarne de laatstgenoemde belasting op 4V4 pet. be
paaid met '/4 pet. vormindarenhetgeen naar zijne
meening best geschieden konomdat deze heffing waar
schijnlijk anderhalve ton meer zou opbrengen dan was
geraamd. De voorzichtigheid van den wethouder vau
financiën kwam daartegen echter op, omdat vooreerst op
die hoogere opbrengst niet te rekenen viel en ten andere
omdat dan het volgende jaar toch weer '/4 procent daarbj
gevoegd zou moeten worden. Over het geheel bleek de
heer Treub en van zijn standpunt had hi; daarin ge-
Ijk niet al te ver te willen gaan met de belasting
vermindering vjf of hoogstens zes opcenten minder op
het personeel vond hj ouder de gegeven omstandigheden
al mooi genoeg. De raad evenwel wilde meer resultaat
zien van zjn bezuinigingsjver on besloot tot eene ver
mindering met 10 opcenten die derhalve in hun geheel
80 zullen bedragen. De in Komstenbelasting bleef de raad
op 4x/4 pet. stellen.
»En zoudt gj ons bovendien later nog de bijzondere
gunst willen bewjzen van ons te laten weten wolken
raad n de hoogwaarde bisschop heeft gegeven, mevrouw?"
vroeg Werner Scheerenschmid, terwjl hj zjne kleine,
grjze oogen nitvorschend richtte, op het opgewonden
gelaat der schoone, jeugdige vorstin.
«Wj zullen u omtrent onze besluiten dienaangaande,
wanneer die eens genomen zjn, niet lang in onwetend
heid laten, mijnheer Scheerenschmid!" antwoordde z j
behendig eene besliste verklaring ontwjkende. «Mjn
vorstelijk woord er op, mjne heerenMorgen, na het
noenmaal, rjd ik onverwjld naar Halberstadt. Gj, mjn-
heer Willekin, zult mj op dien tocht vergezellen en u,
burgemeester, verzoek ik om een vendeltje bereden stads
soldaten, als escorte, tot meerdere zekerheid voor mjne
persoonljke veiligheid op dien rit."
«De manschappen zullen op het bepaalde uur te uwer
beschikking zijn, mevrouw," verzekerde het achtbaar
hoofd der stad, met eene beleefde buiging.
«Achtbare domina," voegde Henning Wollrabe er op
harteljken toon bj, »wj zjn mot ljf en ziel, met goed
en bloed aan u verknocht en zjn ten allen tijde er op
bedacht om voor uwe veiligheid te waken, zoodat gj
zonder vrees of angst dos avonds uw hoofd kunt neder
lagen."
«Ik dank u, mijnheer Wollrabe", zei Jntta, verleideljk
glimlachend, «brengt mjne groeten over aan de achtbare
heeren leden van den raad en aanvaard mjne oprecht
gemeende wenschen voor het voortdurend welzjn en den
bloei der stad Quedlinburg."
Zij deed deze woorden vergezeld gaan van eene lichte
hoofdbeweging en eene bevallige buiging, want zj had
zich voorgenomen om zich tegenover de heeren van den
raad niet alleen als regeerende vorstin te vertoonen
maar hen tegelijkertjd als schoone vrouw te behageu
en zoodoende eenen bljvenden indruk op hen te maken.
En als zj d a t wilde, beproefde z j het nooit te vergeefs.
Zoo namen de afgezanten der stad ditmaal hun afscheid,
verrukt over de schoonheid en lieftalligheid der bekoorlijke
abdis, en in dien roes geheel voorbijziende, dat hef be
zoek bj de jonge vorstin hen eigenljkgeenen stap verder
had gebracht, want deze had immers niet anders beloofd
dan den raad van den bisschop in te winnendoch vol
strekt niet om dieu ook op te volgen voor het geval
dat hj niet met hare inzichten strookte.
Tegelijk met den stichtshooldman sloop ook de priores
nit het vertrek, en de abdis bleef alleen voor het eer3t
na vele pjnljke dagen weder eens met een gevoel van
bevredigden trots.
Zoo is thans het gewichtige werk van de vaststelling
der gemeente-begrooting weder achter den rng. Voor den
burgemeester heeft die vierdaagscbe strjdjmenig bitter oo
genblik opgeleverd, des te bitterder voor hem, omdat hj
werkelijk al zjne krachten inspant ten bate van Amster
dam. 't Ware te wenschen geweest, dat sommige raads
leden dat wat meer hadden bedachtwaardoor onnoodig
hateljke opmerkingen zonden zjn voorkomen. Moet men
den heer Vening Meinesz dan hot loven zoo zuur maken,
dat hj zjn ontslag neemt en hem daarna eerst gaan
waardeeren
Wee dan Amsterdam want welk man van ruimen
blik en onaf hankeljkheid zal zich bereid betoonen om
een taak te aanvaarden zooals er wellicht nooit een on
dankbaarder is geweest. Hoe toch is er samonwerking mo
gelijk met raadsleden die meonen dat zj gekozen zjn
alleen om den burgemeester onaangenaam te zjn
SIUITSCSIjLAAJï. De Norddeutsche Zeitung doet
den 28 in een hoofdartikel over het bezoek der russiscbe
vloot in Frankr jk uitkomen dat dit üuitsckland geen
reden tot bekommering geeft. Het is eene sedert lang
bekende zaak, dat Rusland, ingeval van oorlog, op Frank-
rjk's vriendschap zou kunnen rekenen en daarom ook
geen reden heeft om deze het kosteloos ten deel gevallen
vriendschap met wederkeerige beloften te betalen.
De Rjksdag is tegen 16 November bjeengeroepen.
IHWEillIJK. Te Parijs is een italiaan, die een
zeer oneerbare prent voor zjn winkel ten toon gesteld
had, waarop president Carnot en de Keizer van Rusland
afgebeeld waren den 26 veroordeeld tot een half jaar
gevangenisstraf en 300 francs boete.
Gounod is met groote plechtigheid begravenin de
Madeleine kerk waren tal van mannen van kunst, weten
schap en letterkunde bjeen. De troepen bewezen militaire
eer. Do minister van onderwjs schetste zjn leven en
zjne verdiensten.
Den 26 is te Tonlon van stapel geloopen het nieuwe
oorlogschip Jauréguibsrry, lang 108Y2 el en breed 22.15
elhetgeen eerst in het begin van 1895 geheel afgewerkt
zal zjn en waarvan de kosten geraamd zjn op J 13.000.000.
De rnssischo officieren waren daarbj tegenwoordig. Het.
schip werd gezegend door den bisschop van Fréjus en.
Toulon, mgr. Mignot, na eene vaderlandslievende toespraak
waarin hij o. a. zeide, dat het eene bljdschap was voor
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.
Het bericht van de steeds sterker wordende gisting in
de gemoederen binnen de muren van Quedlinburg was
Graaf Albrecht reeds lang ter oore gekomen, doch hj
lachte er wat meê en sloeg in 't minst geen geloof aan
des ernst van hetgeen men beweerde dat tegen hem
ondernomen werd en waarvan de gevaarljkste zjde in
ieder geval voor hem geheim bleef.
Voor hem begon in dezen tjd een geheel andere, veel
heviger strjd dan de twist om eene burcht, een strjd
nameljk met zjn hart, met zjn geweten.
Albrecht beminde gravin Oda von Falkenstein.
Dit had hj zich zelf bekend in den nacht na zijn
terugkeer van Quedlinburg, na deu avond, waarop hij
Oda het klokje in net haar gestoken had. Van het oogen
blik af, waarop h j het met zich zelf eens was geworden
dat geen medoljden met het lot van het onterfde meisje
of hot besef van ridderplicht togenover oene zwakke
vrouwdie den steun van zjnen sterken mannenarm
behoefde of eene eenvoudige vriendschap voor iemand
die misschien spoedig zjne schoonzuster worden zouaan
het gevoeldat zjn geheele hart en zijne ziel vervulde
ten grondslag lagmaar dat het niet anders dan harts-
tochteljko, onbedwingbare liefde was, van dat oogenblik
af werd hj door gewetenswroeging gekweld bj de ge
dachte aan zjnen broeder Siegfried van wiens genegen
heid voor Oda h j vast overtuigd was, en die h j zelf had
aangekweekt en gevoed. Thans met de wenschen van zjn
eigen hart tussehen hen in te treden, scheen den recht
schapen broeder eene misdaad toe, een schandelijk verraad,
gepleegd aan zjnen lieveling. In dit geval was ont
houding, het smoren van de stem die zoo luide riep in
zjn binnenste, hot eenige, wat een eerlijk, rechtvaardig
man, dio besef beeft van plicht en eer, te doen had. En
daartoe was hij onmiddelljk bereid, zonder zelfs vooraf
te overwogen, of hot volvoeren van zulk een edelmoedig
plan misschien zelfs niet de krachten van eenen man als
hj zou te boven gaan.
Toen hijden volgenden morgen na dezen slapeloozen
nacht, Oda ontmoette, ontweek hij, als door schuldgevoel
gekweld, haren blik en sprak niet dan hoogst uoodzakeljk
was met haar. Onmiddellijk na het ontbijt liet hij zijn
paard zadelen en om te trachten door eenen goforceerden
rit afleiding te bezorgen aan de stem van zelfverwjt
die zich steeds luider en luider hooren liet in zjn bin
nenste. H j moest en zou een besluit nemen welkdat
wist hj nog niet. Geheel alleen reed hj weg en bekom
merde zich niet om de richting, welke zjn trouw rijdier,
dat door geene de minste handbeweging bestuurdof